Dolce far niente, Karl Vannieuwkerke, Mart Smeets, Arno Geiger, Tom Robbins

Dolce far niente – Bij de Tour de France

 

 
Peter Sagan

 

Uit: Kapitalisme (column)

“Waar was Peter Sagan sinds hij weet dat hij de volgende jaren 4 miljoen euro per seizoen gaat verdienen? In Ponferrada heeft hij in elk geval een unieke kans om wereldkampioen te worden laten liggen als je zag hoe de koers verliep. Sagan kan zich gerust twee zuipwinters permitteren. Deze week liet Tinkov opnieuw van zich horen. Hij wil een bonus van 1 miljoen dollar vrijmaken om de vier toppers in de drie grote ronden te zien fietsen. Vincenzo Nibali, Chris Froome, Nairo Quintana en Alberto Contador drie keer drie weken lang tegen mekaar. De bonus moeten ze verdelen. Als Sagan al vier miljoen euro per jaar verdient, krijgen bovenstaande heren ongetwijfeld nog wat meer. Dan is 250. 000 dollar (omgerekend tegen de koers van de dag 197.402 euro) een aalmoes. Gelukkig is het niet meer en brengt het de Italiaan, Brit, Colombiaan en Spanjaard niet op ideeën.
Drie keer drie weken een zware ronde op één seizoen is waanzin. Roofbouw. Oleg is één keer te veel op zijn hoofd gevallen. Zonder helm dan. Spektakelschurken à la Tinkov zetten onvermijdelijk aan tot overmatig dopinggebruik. Jaren wordt er gepleit om grote ronden minder zwaar te maken, evenveel jaren hebben we gezien dat de drang naar sensatie in de Ronde van Italië alleen maar is toegenomen. Brouwerijbaas en bankier Tinkov gaat nu nog een stap verder en wil dat de figuranten in het schouwspel bij elke voorstelling worden betrokken. Een onredelijke eis. Met geld verkrijg je echt niet alles.”

 
Karl Vannieuwkerke (Ieper, 19 januari 1971)

 

Uit: Rabobank (Column. 2011)

“Als de correct geklede (allen de juiste oranje das) Rabobank zich presenteert, doet ze dat op Triple A manier. Het duurde lang, maar het ging vooral netjes, uitgebreid en tot in de puntjes verzorgd. Geen onvertogen woord. Zoals ze vaak fietsen.
Iedereen had de juiste trui aan, de gymschoenen identiek en de meeste antwoorden die de vele ondervraagden op de zaal loslieten waren ook gelijk; allemaal nette, welopgevoede kids die goed kunnen fietsen en blij zijn bij de grote Nederlandse bank onder contract te staan.
Na twee uur voorstelling werd de boel opgesplitst; men mocht nu met de rensters en renners gaan praten. Velen verkozen een versnapering, een rudimentair overblijfsel van de nog tot de verbeelding sprekende presentaties uit het verleden.
Ik was op weg naar de trein toen Adrie van der Poel (‘Het had wat sneller gekund’) en Rob Harmeling samen op een holletje naar buiten kwamen. Harmeling lachte: ‘Bij Cees Priem was het vroeger in een kwartiertje klaar, dan veel drinken en vooral goed eten en veel over de koers kletsen.’
Ik vertelde het verhaal van de presentaties van de grote ploegen van Peter Post. Inclusief de verlotingen, want in die jaren liep menig volger met grote dozen het pand uit; elektronische waar (Panasonic) in verlotingen die prima in elkaar waren gestoken. Het oude wielrennen dus.”

 
Mart Smeets (Arnhem, 11 januari 1947)
Rob Harmeling, Mart Smeets en Thijs Zonneveld in de Avondetappe, 2011

Lees verder “Dolce far niente, Karl Vannieuwkerke, Mart Smeets, Arno Geiger, Tom Robbins”

Slenteren met een ongelukkige auteur (Simon Carmiggelt), Karl Vannieuwkerke, Anna Enquist

Dolce far niente

 

 
Spui met Maagdenhuis, Amsterdam

 

Uit: Slenteren met een ongelukkige auteur

“Schrijvers zijn ziekelijk nieuwsgierig naar alles wat ze niet aangaat. Ik stond op en liep in de richting van de Kalverstraat. Voor het Maagdenhuis groepten wat mensen tezamen bij het opzienbarende moderne kunstwerk dat daar sinds kort dapper beproeft uit te komen boven de geparkeerde auto’s, een karweitje dat alleen aan de Eiffeltoren aardig is gelukt.
Een vlezige man, met een opmerkelijk dom gezicht en een baard die nodig eens bemest moest worden, vroeg op polemische toon aan een grijzende dame:
‘Wat stelt dat nou vóór?’
‘Ik weet het niet,’ antwoordde ze, ‘het wordt niet uitgelegd.’
(Connolly: ‘Hoeveel boeken schreef Renoir over hoe men schilderen moet?’)
‘En allemaal van onze belastingcenten,’ riep de man. ‘Kijk!’
Hij wees naar een met zwarte viltstift op het kunstwerk geschreven mededeling, die luidde: ‘Dit kost 50.000 gulden’.
Ik dacht aan een bespiegeling van Connolly over de houding van de staat jegens de kunst die, zo meende hij, Engeland maakte tot een natie van commentators, critici en kleurloze uitleggers. ‘Alles voor de melkbar en niks voor de koe.’ En hij verzuchtte: ‘Wanneer zal de staat eens zeggen: hier is duizend pond, jongeman, ga waarheen je wilt en kom terug met iets moois.’ Maar als de overheid het doet, zoals voor het Maagdenhuis, staan allerlei mannen te roepen dat zij niet mooi vinden wat die jongeman mooi vond.
‘Dit kost 50.000 gulden,’ las de dikke met stemverheffing voor.
Hij las niet wat er onder stond, met dunnere lettertjes, namelijk: ‘Nou – en?’. Dat klonk meer ter zake. De meest functionele bekladding van een kunstwerk stond te lezen op het grafmonument van Oscar Wilde: ‘Oscar, we love you, John and Will’.
De twee vrouwen met de boodschappentassen kwamen nu langs.
Ze keken naar het kunstwerk en de ene vrouw zei, veel diepzinniger dan ze vermoedde:
‘O, dat is maar tijdelijk.’

 
Simon Carmiggelt (7 oktober 1913 – 30 november 1987)

Lees verder “Slenteren met een ongelukkige auteur (Simon Carmiggelt), Karl Vannieuwkerke, Anna Enquist”

Karl Vannieuwkerke, Simon Vinkenoog, Steffen Popp, Alicia Steimberg, Jevgeni Jevtoesjenko, Aad Nuis

Bij de Tour de France

 

 

Marcel Kittel

 

 

Uit: Marcel Kittel (Column uit 2012)

 

“Er zijn een aantal talen waar ik mijn plan in trek, maar mijn Duits is maar net iets beter dan dat van Jean-Marie. Op 28 maart van dit jaar had ik weer eens prijs. Marcel Kittel won in Koksijde de massaspurt aan het eind van de tweede rit in de Driedaagse van De Panne. Ik had Kittel nog nooit geïnterviewd en wist niet waaraan me te verwachten. Dat viel goed mee. Een standaardvraag volstond. Voor me zat op een kleine kruk een frisse, intelligente jongeman die me meer gaf dan ik vroeg. Kittel is een persoonlijkheid. Dat hij van zich doet spreken in de nasleep van de Armstrongstorm verbaast me geenszins.

“Het maakt me ziek als ik lees dat renners als Alberto Contador, Samuel Sanchez en Miguel Indurain Armstrong blijven steunen”, twitterde de 24-jarige Duitse sprinter eergisteren. Een volger suggereerde dat het misschien verstandiger zou zijn als Kittel zijn mond zou houden. “Omdat de geschiedenis leert dat het wielrennen mensen als jij uiteindelijk altijd de rug toekeert”. “Nu niet meer. Ik waag het erop”, antwoordde Kittel. De nieuwe generatie wielrenners heeft ballen en pikt het niet dat de perceptie zich keert tegen iedereen die op een fiets zit. Thomas De Gendt en Tim Declercq komen met open brieven, Marcel Kittel maakt zich boos op Twitter. We juichen het toe. Ze moeten Armstrong afvallen, niet alleen om wille van zijn dopinggebruik maar ook om het manipulatieve karakter van het systeem dat erachter zat. Voor de rest staan er op erelijsten tientallen namen die door een x kunnen worden vervangen, zowel in de klassiekers als in de grote ronden. En ja, ook van landgenoten! Alleen zijn die nog niet onder ede verhoord.”

 

 

 

Karl Vannieuwkerke (Ieper, 19 januari 1971)

Lees verder “Karl Vannieuwkerke, Simon Vinkenoog, Steffen Popp, Alicia Steimberg, Jevgeni Jevtoesjenko, Aad Nuis”

Tour de France 15 (Karl Vannieuwkerke)

Bij (het slot van) de Tour de France

 

De Vlaamse sportverslaggever, presentator en schrijver van boeken en columns Karl Vannieuwkerke werd geboren in Ieper op 19 januari 1971. Vannieuwkerke werkte eerst als freelance verslaggever voor de krant Het Volk. Halverwege de jaren 90 verschenen in Vlaanderen regionale televisiezenders en zo kon hij in 1994 aan de slag als sportverslaggever en nieuwslezer bij het West-Vlaamse FocusTV. In 1997 werd hij naar de openbare Vlaamse omroep VRT gehaald door toenmalige chef-sport Marc Stassijns. Daar ging hij verder werken als live-sportverslaggever en presentator van sportprogramma’s. Daar richtte hij zich op tennis, maar vooral op wielrennen, met live-wedstrijdcommentaar, live-commentaar vanop de motor en presentatie van onder andere avondprogramma’s rond de Ronde van Frankrijk. In 1998 won hij de Sportpersprijs voor zijn jaaroverzicht van de Ronde van Frankrijk, Het epos van de Tour. Vanaf het jaar 2005 presenteerde hij populaire talkshows over de Ronde van Frankrijk met bekende gasten, eerst vanuit de studio en later vanaf een locatie in de buurt van de aankomst van de rit van die dag.

 

Uit: Tom en Thomas (Column)

„In elke mens zit toch een beetje revanchist. Het klonk in geen enkel interview door. Tom had ruim een uur de tijd gehad om er over na te denken en de (af)rekening al gemaakt onder het fietsen. Zijn inspanning was krachtig, maar sereen. Hij perste het uiterste uit zijn verwrongen ledematen en genoot ingetogen. Geen tierlantijntjes. Geen overdreven pathetische gebaren, geen engeltjes uit achterzakjes, geen smoelenwerk. Eén keer een vinger naar de camera: ‘Voor jou, Lore!’ en dan nog eens vier voor het aantal overwinningen in Roubaix. Het grootste geluk diep van binnen gesavoureerd.

 


Tom Boonen en Thomas Voeckler

 

Thomas Voeckler deed het opzichtiger, dacht aan de samenstellers van de jaaroverzichten. Eens zijn voorsprong de halve minuut had bereikt, ging de mond niet meer dicht. Zijn tong maakte bochten als op een achtbaan. De focus lag op de duur meer op de mimiek dan op de prestatie. Hij was alleen nog bezig met de camera. Solo’s op de fiets. Ze bestaan in diverse vormen. Geen wonder dat het in de Tour van een paar jaar geleden al eens botste tussen Tom en Thomas. Wat voor de ene een klap is, is voor de andere een aai. Maar de prestaties zijn allebei uitzonderlijk. Boonen en Voeckler zijn uitstekende renners. En wat maakt het dan uit of tegenstanders tot de eerste, tweede of derde klasse behoren. Tom en Thomas gaan er graag voor. Antipoden van Joop, gulzig in de inspanning, miniem in het profitariaat.“

 

Karl Vannieuwkerke (Ieper, 19 januari 1971)

 

Zie voor de schrijvers van de 21e juli ook mijn blog van 21 juli 2011 deel 1 en eveneens deel 2.

 

Zie voor de schrijvers van de 22e juli ook mijn blog van 22 juli 2011 deel 1 en eveneens deel 2.