José Eduardo Agualusa, Kenneth Patchen, Heinrich Heine

De Angolese schrijver José Eduardo Agualusa werd op 13 december 1960 in Huambo geboren. Zie ook alle tags voor José Eduardo Agualusa op dit blog.

Uit: Regentijd (Vertaald door Harrie Lemmens)

“Die nacht droomde Lidia over de zee. Een diepe, doorzichtige zee vol trage wezens die gemaakt leken van hetzelfde weemoedige licht als je hebt in de schemering. Lídia wist niet waar ze was, maar ze wist wel dat die wezens kwallen waren. Terwijl ze wakker werd zag ze ze nog door de muren van haar kamer heen glippen, en toen moest ze denken aan haar oma, doña Josephine do Carmo Ferreira, alias nga* Fina Diá Makulussu, beroemd droomduidster. Volgens de oude vrouw stond dromen over de zee gelijk aan dromen over de dood. Het eerste wat ze zag toen ze haar ogen opende was de tijd op de grote wandklok: twintig over twaalf. Angola was dus al twintig minuten onafhankelijk, dacht ze, en ze verbaasde zich over het feit dat ze in dat bed lag, in het oude huis in Ingombotas.** Wat deed ze hier, in het centrum van Luanda, wat deed ze in dit land? Een zinloze vraag die haar dag in dag uit kwelde. Maar op dat moment had de vraag wat ze daar deed een andere betekenis. Haar hoofd was helder en ze voelde niets, noch de verbittering van een verliezer, noch de euforie van een overwinnaar (die nacht was ze het allebei). Het is de nacht van de sprinkhaan, dacht ze, en ze zag zichzelf als pasgeboren baby met een grote bidsprinkhaan op haar borst. *
Toen ze klein was, had de oude Jacinto haar dat verteld: “Vlak na je geboorte zag je moeder toen ze naar je keek een enorme bidsprinkhaan op je borst zitten.” Lang daarna herinnerde oma Fina haar aan het voorval en zei: “Het leven zal jou verslinden. Oma Fina was die maand honderdvijf geworden, maar ze was nog even fris en fit als altijd. Lidia geloofde alles wat ze zei, ook haar voorspellingen Heel even dacht ze erover haar te wekken en haar haar droom te vertellen, maar ze deed het niet, had er de kracht niet voor. Ze ademde diep de met kikombo-parfum* doordrenkte lucht in en voelde zich lichter. Een ver en vet rumoer drong haar oren binnen; ze kon de geluiden niet van elkaar onderscheiden maar wist dat het ging om geweerschoten, ontploffingen en kreten van pijn, woede en euforie. Eén en al razernij, maar er moest ook liefdesgekreun tussen zitten, geblaf van honden en het bonzen van harten. Lidia dacht aan Viriato da Cruz, dacht aan de dood, dacht aan het leven, dat buiten de dichte ramen van haar slaapkamer doorging. Ze ging rechtop zitten, stak haar hand uit naar het nachtkastje en pakte een langwerpig zwart notitieboekje, zo een waarin kruideniers met potlood hun dagomzet noteren. “Buiten voltrekt zich het leven,” schreef ze. Ze streepte de zin door en schreef: “Buiten voltrok zich het leven / in zijn volle ruwe schittering.” Daarna omcirkelde ze de twee versregels en voegde er de datum aan toe: 11 november 1975″.

 

José Eduardo Agualusa (Huambo, 13 december 1960)

 

De Amerikaanse dichter Kenneth Patchen werd geboren op 13 december 1911 in Niles, Ohio. Zie ook alle tags voor Kenneth Patchen op dit blog.

 

De tempel

De aarde verlaten was mijn wens, en geen wil hield mijn opgang tegen.
Vroeg, voordat de zon de wegen had gevuld met wagens
Die mensen naar bruiloften en moorden brachten;
Voordat de mensen het zelf van hun slaap verlieten, om rond te dwalen
In het donker van de wereld als geslagen beesten.

Ik nam geen bagage mee. Ik had geen paard, geen staf, geen geweer.
Ik was een eindje op weg en iets riep mij,
En zei,
‘Leg je hand in de mijne. Wij zullen samen God zoeken.’
En ik antwoordde: ‘Het is jouw vader die zoek is, niet de mijne.’
Toen vulde de lucht zich met tranen van bloed en slangen zongen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Kenneth Patchen (13 december 1911 – 8 januari 1972)

 

De Duitse dichter Heinrich Heine werd geboren in Düsseldorf op 13 december 1797. Zie ook alle tags voor Heinrich Heine op dit blog.

 

Waarschuwing

Zulke boeken publiceer je?
Lieve vriend, je bent verloren!
Als je streeft naar geld en ere
Moet je wel braaf kruipen leren.

Lag ’t aan mij, je zou ’t wel laten
Om zo tegen ’t volk te praten,
Zo te praten over papen,
Over hoge potentaten!

Lieve vriend, je bent verloren!
Vorsten hebben lange armen,
Papen hebben lange tongen,
En het volk heeft lange oren!

 

Vertaald door Marko Fondse en Peter Verstegen

 

Heinrich Heine (13 december 1797- 17 februari 1856)
Portret door E. Palm, ca. 1830

 

Zie voor nog meer de schrijvers van de 13e december ook mijn blog van 13 december 2021 en ook mijn blog van 13 december 2018 en ook mijn blog van 13 december 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

José Eduardo Agualusa, 225 jaar Heinrich Heine

De Angolese schrijver José Eduardo Agualusa werd op 13 december 1960 in Huambo geboren. Zie ook alle tags voor José Eduardo Agualusa op dit blog.

Uit: Het genootschap van onvrijwillige dromers (Vertaald door Harrie Lemmens)

“Het werd serieus tussen ons in september 1992, tijdens de eerste verkiezingen. De euforie ging toen hand in hand met de terreur. Mijn dagen waren gevuld met manifestaties, feesten, reizen in de provincie en oeverloze gesprekken in cafés, op veranda’s en in achtertuinen. De mensen vielen in slaap in de zekerheid dat het land zich aan de rand van de afgrond bevond en werden wakker in de overtuiging dat ze de eerste dagen van een lang tijdperk van vrede en vooruitgang beleefden. Kort daarna laaide de oorlog echter weer op, gewelddadiger dan ooit, en wij trouwden. In die tijd had ik de leiding over de cultuurredactie van de Jornal de Angola. Daarnaast schreef ik boekrecensies en interviewde schrijvers, musici en filmmakers. Ik hield van mijn werk. Lucrécia had een opleiding binnenhuisarchitectuur gevolgd in Londen, maar veel tijd besteedde ze niet aan haar beroep.
Haar vader, Homero Dias da Cruz, was op mysterieuze wijze rijk geworden in de laatste jaren van het eenpartijstelsel en de centraal geleide economie, toen uitdrukkingen als “proletarisch internationalisme” en “democratisch-revolutionaire dictatuur” nog populair waren en niemand over “primitieve kapitaalaccumulatie” sprak als eufemisme voor corruptie.
Homero was in 1973 afgestudeerd in de rechten aan de universiteit van Coimbra. Onmiddellijk na de onafhankelijkheid werd hij benoemd tot directeur van een belangrijke staatsonderneming. In 1990 trok hij zich, steenrijk inmiddels en lid van het centraal comité van de partij, terug uit de publieke sector en begon een firma ter ondersteuning van de mijnbouw. Hij is hard, streng, soms grof jegens zijn werknemers en medewerkers. Maar hij is wel altijd een attente echtgenoot en liefdevolle vader geweest. Hij regelde alles voor zijn kinderen. Zo kregen wij een appartement van hem. In Maianga. We leidden daar een rustig leventje. De oorlog raakte ons niet.
Lucrécia werd zwanger. Onze dochter werd op een stralende ochtend in maart geboren in een privékliniek in Londen. We noemden haar Lúcia. Ze groeide op als een vrolijk, gezond kind dat al heel vroeg blijk gaf van een vurige liefde voor vogels. Homero had een enorme volière in zijn tuin, waarin tientallen briltirannen, blauwfazantjes, witsterdikbekjes, Sint-Helenafazantjes en kanaries luidruchtig rondfladderden. Lúcia kon daar urenlang blijven staan met haar handjes aan het gaas. Ze probeerde contact te maken met de vogeltjes, had lang voor ze kon praten al geleerd het zingen van allemaal na te bootsen. Ik heb jarenlang gedacht dat mijn vader haar daarom Karinguiri was gaan noemen, een klein vogeltje uit Benguela. Die bijnaam is blijven hangen.
Pas toen een Portugese krant mij als correspondent in dienst had genomen en ik was gaan schrijven over politiek en samenleving, begon het te wringen tussen Lucrécia en mij. Niet dat Lucrécia afkeurde wat ik allemaal schreef. Politiek heeft haar nooit geïnteresseerd. Nee, het kwam door Homero, die moest er niets van hebben.
“Je hangt de vuile was niet buiten,” oordeelde hij een keer. “Ik hou er niet van dat je ons land zo te kijk zet in een buitenlandse krant.”

 

José Eduardo Agualusa (Huambo, 13 december 1960)

 

De Duitse dichter Heinrich Heine werd geboren in Düsseldorf op 13 december 1797. Dat is vandaag precies 225 jaar geleden. Zie ook alle tags voor Heinrich Heine op dit blog.

 

Adam de eerste

U stuurde met het vlammend zwaard
Uw hemelse gendarme
En joeg mij uit het paradijs,
Zonder enig recht of erbarmen.

‘k Ga met mijn vrouw van hier op pad
Naar andere landen op aarde;
Maar dat ik de vrucht der kennis at,
Verhelpt u niet met zwaarden.

Geen zwaard verhelpt dat ik u zie
Als klein en te beklagen
Al doet u zich nog zo gewichtig voor
Met dood en donderslagen.

O God! hoe erbarmelijk is toch dit
Consilium abeundi!
Dat is me een mooie Magnificus
Der aard, een Lumen Mundi!

Dat ik ooit de domeinen van Eden mis,
Dat zal mij niet overkomen;
Dat was niet echt een paradijs,
Daar waren verboden bomen.

Volkomen vrijheid is mijn eis!
En is die maar iets beperkter,
Dan wordt voor mij het paradijs
Meteen tot hel en kerker.

 

Vertaald door Marko Fondse en Peter Verstegen

 

Heinrich Heine (13 december 1797- 17 februari 1856)
Portret door Moritz Daniel Oppenheim, 1831

 

Zie voor nog meer de schrijvers van de 13e december ook mijn blog van 13 december 2021 en ook mijn blog van 13 december 2018 en ook mijn blog van 13 december 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Herman de Coninck, W. H. Auden

De Vlaamse dichter, essayist, journalist en tijdschriftuitgever Herman de Coninck werd geboren in Mechelen op 21 februari 1944. Zie ook alle tags voor Herman de Coninck op dit blog.

 

Hotel Eden

En ’s nachts gingen we naakt zwemmen, we zwommen
onze namen op het water, ik zwom An in twee
grote letters, jij zwom uitgebreid aan de naam
Herman, en met de gouden maan eroverheen
leek het wel of we onze namen definitief
genoteerd hadden op een van de gewijde bladzijden
van het Boek.

Nadien kuste ik de waterdruppels
van je gezicht, voorzichtig één voor één
zoals een pointillist toetsjes aanbrengt
op zijn doek ‘naakte vrouw bij maanlicht’,
en in geen enkele vergelijking pasten je
borsten zo mooi als in mijn handen.

En in bed, ik kwam al van ver aan-
gerend declamerend ‘Hier Ruk Ik Aan
Met Een Erectie Als Een Pompiersladder
Om Jouw Brand Te Blussen’ en we lachten
en wat maakten we een leven

dat we negen maanden later
Tomas zouden noemen.

 

Steepletop

Hoor eens jij, basilicum, en jij
daar, Lemon Verbena, jullie allebei:
nu is het aan jullie om je wat te sterken
tegen de vorst. Ik zorgde voor snoeien.
Ik ben te moe om nog aan jullie te werken.
Ik zorgde voor spalken en sproeien.
Jullie beurt nu. Ik heb andere dingen aan m’n hoofd.
En overigens mag ook ik wel eens groeien,
en een grote dichteres worden, zoals beloofd.

 

Wie zie je het liefst, de poes of mij 

‘Wie zie je het liefst, de poes
of mij?’ vraagt ze.

En zoent me, niet om mij,
maar om haar lippen te proberen.

Als ik haar optil, slaat ze haar armen
om me heen omdat ze anders valt.

Als ik haar neerzet loopt ze weg
en ik haar na.

Nader is een comparatief die nooit
eindigt, zoals vader.

 

Herman de Coninck (21 februari 1944 – 22 mei 1997)

 

De Engelse dichter, essayist en criticus Wystan Hugh Auden werd geboren in York op 21 februari 1907. Zie ook alle tags voor Wystan Hugh Auden op dit blog.

 

Die avond dat ik de stad inliep

Die avond dat ik de stad inliep
Voor een ommetje uitgegaan,
Waren de mensendrommen
Velden oogstrijp graan.

En nabij de rivier die hoog stond,
Onder een boog van het spoor
Hoorde ik een minnaar zingen:
‘De Liefde zal altijd doorgaan.

Ik houd van je, lief, en dat zal ik tot
De rivier over bergen springt,
Tot Afrika ligt naast China
En de zalm in de straten zingt:

Dat zal ik totdat de diepzee
Aan de waslijn hangt en droogt,
En het zevengesternte overvliegt,
Gakkend als ganzen omhoog.

Laat de jaren maar rennen als hazen,
Want de Bloem aller Tijden heb ik in
Mijn armen gesloten, de eerste
Liefde sinds werelds begin.’

Maar alle klokken in het centrum
Sloegen toen gonzend aan:
‘O hoed je voor Tijd de bedrieger
Want Hem kan geen verslaan.

In de Nachtmerrie met haar krochten
Waar naakt de Gerechtigheid gaat,
Kucht waaks de Tijd uit de schaduw
Als jij voor de kus klaar staat.

In tobberijen en koppijn
Versijpelt het leven, vaag,
En Tijd komt aan zijn trekken,
’t Zij morgen of vandaag.

Bar is de sneeuw die zo menig
Bloesemend dal overtoog;
En Tijd breekt het snoer van dansen
En de duiker zijn heerlijke boog.

O dompel diep je handen
In ’t water bij de kraan;
Staar in de wasbak, stilstaand
Bij wat je is ontgaan.

De gletscher kraakt in de hangkast,
De woestijn zucht in ’t ledikant
En de barst in de theekop opent
Een laantje naar dodenland.

Waar bedelvolk loot om papiergeld
En Hans door de Heks wordt verleid,
De Kleine Lord een Rabauw is
En Grietje de benen spreidt.

O kijk, kijk in de spiegel,
Kijk in je zorg en pijn;
Leven blijft een zegen
Al kun jij het niet zijn.

O ga dan staan aan het venster
Als de hete traan je benart;
Gij zult uw kromme naaste beminnen
Al met uw kromme hart.’

Laat was het, laat in de avond,
Gegaan was het liefdespaar;
De klokken hadden hun luiden gestaakt en
De diepe stroom vloeide maar.

 

Vertaald door Marko Fondse

 

W. H. Auden (21 februari 1907 – 29 september 1973)  

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e februari ook mijn blog van 21 februari 2019 en ook mijn blog van 21 februari 2016 deel 2.