Martin Amis, Charles Wright

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog.

Uit: Het interessegebied (Vertaald door Janneke van der Meulen)

“Liefde?”
“Ik zei: het léék liefde. Kijk niet zo geschrokken. Het léék liefde. Een gevoel van onvermijdelijkheid. Je weet wel. Als het begin van een langdurige, heerlijke romance. Romantische liefde”.
“Déjà vu en de hele santenkraam? Ga door. Help mijn geheugen een handje”.
“Tja. Pijnlijke bewondering. Pijnlijk, ja. En gevoelens van nederigheid en onwaardigheid. Zoals jij met Esther”.
“Dat is iets heel anders”, zei hij en priemde met een vinger naar me. “Dat is puur vaderlijk. Je snapt het wel als je haar ziet”.
“Hoe dan ook. Toen was het voorbij en ik… En ik vroeg me gewoon af hoe ze eruit zou zien zonder kleren aan”.
Zie je nou wel? Ik vraag me nooit af hoe Esther eruit zou zien zonder kleren aan. Als het gebeurde, zou ik ontzet zijn. Ik zou mijn ogen afwenden”.
“En zou jij je ogen afwenden, Boris, van Hannah Doll?”
“Hmm. Wie had gedacht dat de Ouwe Zuiplap zo’n mooie vrouw zou hebben”.
“Ik weet het. Niet te geloven”.
“Die Ouwe Zuiplap. Maar even serieus. Ik weet zeker dat hij altijd al een zuiplap was. Maar hij is niet altijd oud geweest”.
Ik zei: “De meisjes zijn wat? Twaalf, dertien? Dus zij is van onze leeftijd. Of iets jonger”.
“En de Ouwe Zuiplap bezwangerde haar toen ze wat – achttien was?”
“Toen hij van onze leeftijd was”.
“Goed dan. Dat ze met hem getrouwd is, moeten we haar dus maar vergeven; zei Boris. “Achttien. Maar ze is niet bij hem weggegaan, hé. Hoe wil je dat rechtbreien?”
“Weet ik. Het is moeilijk om..”’
“Mmm. Ze is te lang voor mij. En nu ik erbij stilsta, ze is ook te lang voor de Ouwe Zuiplap”.
En opnieuw stelden we elkaar de vraag: waarom zou iemand zijn vrouw en kinderen hierheen halen? Hierheen?
Ik zei: “Deze omgeving is meer geschikt voor mannen”.
“0, dat weet ik niet. Sommige vrouwen vinden het niet erg. Sommige vrouwen zijn net zoals de mannen. Jouw tante Gerda bijvoorbeeld. Die zou het hier uitstekend naar haar zin hebben”.
“Tante Gerda zou er geen principieel bezwaar tegen hebben”, zei ik. “Maar dat ze het hier naar haar zin zou hebben, nou nee”.
“Zal Hannah het hier naar haar zin krijgen?’
“Ze maakt niet de indruk”
“Nee, dat is waar. Maar ze is nog steeds de echtgenote van Paul Doll, vergeet dat niet”.

 

Martin Amis (25 augustus 1949 – 19 mei 2023)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Stone Canyon Nocturne

Oude van Dagen, oude vriend, niemand gelooft dat je terugkomt.
Niemand gelooft nog in zijn eigen leven.
De maan, als een dood hart, koud en onstartbaar, hangt aan een zijden draadje
Aan de rand van de aarde,
Eindelijk ontrouw, de varens en de roze struiken bevlekkend.
In de andere wereld maken kinderen de knopen in hun telkoorden los.
Ze zingen liedjes en hun vingers worden bleek.
En hier, waar de zwaan neuriet in zijn holte, waar bloedwortel
En belladonna aandringen op onze troost,
Waar de vos in de kloofwand onze handen leegt, extatisch voor meer,
Wentelt als een parel heldere olie de Genezer door de nachtwind,
Deels oog, deels traan, niet bereid ons te herkennen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e augustus ook mijn blog van 25 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 25 augustus 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Martin Amis, Charles Wright

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog. Martin Amis overleed op 19 mei van dit jaar op 73-jarige leeftijd.

Uit: De gele hond (Vertaald door Gert Jan de Vries)

“Maar ik ga naar Hollywood maar ik ga naar het ziekenhuis, maar jij bent de eerste maar jij bent de laatste, maar hij is groot maar hij is klein, maar jij blijft boven maar jij gaat omlaag, maar wij zijn rijk maar wij zijn arm, maar zij vinden rust maar zij vinden…
Xan Meo ging naar Hollywood. En met haastige spoed en begeleid door een koor van wanhoopskreten ging Xan Meo enkele minuten later naar het ziekenhuis. !let kwam door geweld van mannen.
‘Ik ben foetsie weg, ik,’ zei hij tegen zijn Amerikaanse vrouw Russia.
‘0,’ zei ze, het uitsprekend als het Franse woord voor waar. ‘
Ben zo terug. Ik doe ze wel in bad. En lees ze ook wel voor. Daarna kook ik. Daarna vul ik de vaatwasser. Daarna krijg je een lange rugmassage van me. Oké?’
‘Mag ik mee?’ vroeg Russia.
‘Ik wilde eigenlijk alleen zijn.’
‘Je bedoelt dat je eigenlijk alleen wilt zijn met je vriendin.’
Xan begreep dat dit geen echt verwijt was. Maar hij gebruikte een weinig gangbare gelaatsuitdrukking (fronsen) en zei, niet voor de eerste keer en voor zover hij wist naar waarheid: ‘Ik hou niks voor jou verborgen, meid.’
‘Hmm’, zei ze en keerde hem haar wang toe.
‘Weet je niet welke dag het is?’
‘O. Natuurlijk.’
Het stel omhelsde elkaar in een gang met een hoog plafond. Nu liet de man door een armbeweging de sleutels in zijn broekzak rammelen. Dit half opzettelijke gebaar gaf aan dat hij de deur uit wilde. Xan zou het in het openbaar niet toegeven, maar vrouwen hadden van nature de neiging het te rekken als mannen gewoon vertrokken. liet vormt de keerzijde van hun plezier om mensen te laten wachten. Daar zouden mannen zich niets van moeten aantrekken. Afwachten is een bescheiden genoegdoening voor vijf miljoen jaar overheersing… Xan liet zachtjes een zucht ontsnappen toen de trap boven hem zachtjes kraakte. Er kwam een complexe gestalte naar beneden, tot aan het middel normaal, maar tweehoofdige en vierarmig: Meo’s baby’tje Sophie, verkleefd met de heup van haar Braziliaanse au-pair Imaculada. Achter hen, op een afstand die zowel dromerig als onafhankelijk was, doemde hun kleuter op: Blik.
Russia pakte de baby aan en zei: ‘Wil jij wel heerlijke yoghurt bij het eten?’
‘Nee!’ zei de baby. ‘Wil je lekker badderen met al je badspeeltjes?’
‘Nee!’ zei de baby en geeuwde: de eerste ondertandjes als twee rijstkorrels.
‘Doe de aapjes eens voor papa.’ ‘De aapjes op het bed sprongen door elkaar heen. D’r viel er een, die brak zijn been. Ze gingen naar de dokter en die zei meteen: Vanaf nu is Je bed voor slapen alleen.”

 

Martin Amis (25 augustus 1949 – 19 mei 2023)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Verhaaltje voor het slapengaan

De generator zoemt als een ding an sich in de verte.
Het is vroeg in de avond, en tijd, als de hond die hij is,
snakt naar voedsel,
En zal gevoed worden, twijfel er niet aan, zal gevoed worden, mijn kleintje.
Het bos begint zijn stiltes te verzamelen.
De weide hergroepeert zich en hurkt neer
vanwege zijn gespleten hoeven.

Iets wringt het lapje zonlicht
onverbiddelijk naar buiten en hangt het op.
Iets zorgt ervoor dat het riet buigt en zijn hoofd bedekt.
Iets likt de schaduwen op,
En rijgt de lege ruimtes aan elkaar en vult ze in.
Iets dringt ons hart binnen,
krabt daar zijn blauwe spijkers tegen de muur.

Moeten we het binnenlaten?
Moeten we het begroeten zoals het verdient,
Handen op onze oren, mond open?
Of moeten we het een stoel geven om op te zitten, en het vlees aanbieden?
Moeten we de radio aanzetten,
moeten we in onze handen klappen en dansen,
De Zoiets Dans, de gastvrije Zoiets Dans?
Ik denk van wel, liefje, ik denk van wel.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e augustus ook mijn blog van 25 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 25 augustus 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Martin Amis, Charles Wright

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog.

Uit: Inside Story

“The time was the summer of 1983, and the place was West London.
‘Durrants?’ said the hotel telephonist.
I cleared my throat—not the work of a moment—and said, ‘Sorry about that. Uh, hi. Could you put me through to Saul Bellow, please?’
‘Of course. Who shall I say is calling?’
‘Martin Amis,’ I said. ‘That’s eh em eye ess.’
A long pause, a brief return to the switchboard, and then the unmistakable ‘Hello?’
‘Saul, good afternoon, it’s me, Martin. Have you got a moment?’
‘Oh, hello, Marr-tin.’
Martin, in very early middle age, would for some reason try his hand at a polemical work entitled The Crap Generation. It would be non-fiction, and arranged in short segments, including ‘Crap Music’, ‘Crap Slang’, ‘Crap TV’, ‘Crap Ideology’, ‘Crap Critics’, ‘Crap Historians’, ‘Crap Sociologists’, ‘Crap Clothes’, ‘Crap Scarifications’—including crap body piercings and crap tattoos—and ‘Crap Names’. Well, Martin thought that ‘Martin’ was a crap name if ever there was one. It couldn’t even get itself across the Atlantic in one piece. Nowadays, true, most Americans naturally and relaxingly called him Marrtn. But those of Saul’s age, perhaps feeling the need to acknowledge his Englishness, came up with a hesitant spondee: Marr-tin. In Uruguay (where ‘Martin’ was MarrrTEEN, a resonant and manly iamb), Martin had an attractive friend called Cecil (mellifluously pronounced SayCEEL). And ‘Cecil’, similarly, was unable to ford the Rio Grande intact, and became a ridiculous trochee. ‘In America, man,’ said Cecil, ‘they call me CEEsel. Fuck that.’ Martin, on the phone, wasn’t going to say ‘Marr-tin? Fuck that’ to Saul Bellow. For the record we should additionally concede the following: ‘Martin’, in plain old English, wasn’t any good either. It was just a crap name.
I said to Saul, ‘Uh, you know the Sunday paper I wrote about you for last year?’ This was the Observer. ‘They generously said I could take you out to dinner anywhere I liked. Would you be able to fit that in?’
‘Oh, I think so.’
Bellow’s voice: he gave it to the dreamy, prosperous, but somewhat blocked and inward narrator of the spectacular fifty-page short story, ‘Cousins’. [M]y voice had deepened as I grew older. Yes. My basso profundo served no purpose except to add depth to small gallantries. When I offer a chair to a lady at a dinner party, she is enveloped in a deep syllable. Thus enveloped, I said,
‘Now I happen to know you like a nice piece of fish.’
‘That’s true. It would be idle to deny it. I am partial to a nice piece of fish.’

 

Martin Amis (Cardiff, 25 augustus 1949)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Na het lezen van Du Fu ga ik naar buiten naar de dwergboomgaard

Ten oosten van mij, ten westen van mij, volop zomer.
Hoe dieper dan elders is de schemering in je eigen tuin.
Vogels vliegen heen en weer over het gazon
op zoek naar thuis
Terwijl de nacht komt aandrijven als een kleine boot.

Dag na dag word ik van minder nut voor mezelf.
Zoals deze spotlijster
Vlieg ik van het een naar het ander.
Waar moet ik naar uitkijken op mijn vierenvijftigste?
Morgen is het donker.
Overmorgen is het nog donkerder.

De luchthonden janken.
Vuurvliegjes slepen de stilte van de avond mee
omhoog uit het vochtige gras.
In het tumult van de wereld, in de chaos van elke dag,
Ga in stilte, in stilte.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e augustus ook mijn blog van 25 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 25 augustus 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Martin Amis, Charles Wright

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog.

Uit: Experience

`If two tigers jumped on a blue whale, could they kill it?’
`Ah, but that couldn’t happen, you see. If the whale was in the sea the tigers would drown straight away, and if the whale was …’
`But supposing they did jump on the whale?’
… `Oh, God. Well, I suppose the tigers’d kill the whale eventually, but it’d take a long time.’
`How long would it take one tiger?’
`Even longer. Now I’m not answering any more questions about whales or tigers.’
`Dad.’
`Oh, what is it now, David?’
`If two sea-serpents …’
How well I remember those vastly stimulating chats. My tigers weren’t just ordinary tigers, either: they were sabre-toothed tigers. And the gladiatorial bouts I dreamed up were far more elaborate than I Like It Here allows. If two boa constrictors, four barracuda, three anacondas and a giant squid … I must have been five or six at the time.
In retrospect I can see that these questions would have played on my father’s deepest fears. Kingsley, who refused to drive and refused to fly, who couldn’t easily be alone in a bus, a train or a lift (or in a house, after dark), wasn’t exactly keen on boats — or sea-serpents. Besides, he didn’t want to go to Portugal, or anywhere else. The trip was forced on him by the terms and conditions of the Somerset Maugham Award — a `deportation order’ he called it in a letter to Philip Larkin (`forced to go abroad, bloody forced mun’). He won the prize for his first novel, Lucky Jim, published in 1954. Twenty years later I would win it too.
The Rachel Papers appeared in mid-November, 1973. On the night of 27 December my cousin, Lucy Partington, who was staying with her mother in Gloucestershire, was driven into Cheltenham to visit an old friend, Helen Render. Lucy and Helen spent the evening talking about their future; they put together a letter of application to the Courtauld Institute in London, where Lucy hoped to continue studying medieval art. They parted at 10.15. It was a three-minute walk to the bus stop. She never posted the letter and she never boarded the bus. She was twenty-one. And it was another twenty-one years before the world found out what happened to her.”

 

Martin Amis (Cardiff, 25 augustus 1949)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Stilleven op een luciferdoosje

Het hart is kouder dan het oog.
De waakzamen, de heiligen,
Weten dit, geen afkorting naar de hemel,
Een enkele hondenhaar kan de wind splijten.

Als je een grote gemoedsrust wilt,
Moet je hard werken en een lange weg gaan.

Niet piekeren over het verleden.
De wereld is zonder appendices,
Geen boodschap, geen naam.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e augustus ook mijn blog van 25 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 25 augustus 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Martin Amis, Charles Wright

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog.

Uit: The Moronic Inferno: And Other Visits to America

“The heroes of Saul Bellow’s major novels are intellectuals; they are also (if you follow me) heroes, which makes Bellow doubly remarkable. In thumbnail terms, the original protagonists of litera¬ture were gods; later, they were demigods; later still, they were kings, generals, fabulous lovers, at once superhuman, human and all too human; eventually they turned into ordinary people. The twentieth century has been called an ironic age, as opposed to a heroic, tragic or romantic one; even realism, rock-bottom realism, is felt to be a bit grand for the twentieth century. Nowadays, our protagonists are a good deal lower down the human scale than their creators: they are anti-heroes, non-heroes, sub-heroes. Not so with Bellow. His heroes are well tricked out with faults, neuroses, spots of commonness: but not a jot of Bellow’s intel¬lectuality is withheld from their meditations. They represent the author at the full pitch of cerebral endeavour, with the simple proviso that they are themselves non-creative – they are thinkers, teachers, readers. This careful positioning allows Bellow to write in a style fit for heroes: the High Style. To evolve an exalted voice appropriate to the twentieth century has been the self-imposed challenge of his work. It began with The Adventures of Augie March (1953), at times very shakily: for all-its marvels, Augie March, like Henderson the Rain King, often resembles a lecture on destiny fed through a thesaurus of low-life patois. Herzog erred on the side of private gloom, Humboldt on the side of sunny ebullience (with stupendous but lopsided gains for the reader). Mr Sammler’s Planet (1970) came nearest to finding the perfect pitch, and it is the Bellow novel which The Dean’s December most clearly echoes. The High Style is not a high style just for the hell of it: there are responsibilities involved. The High Style attempts to speak for the whole of mankind, with suasion, to remind us of what we once knew and have since forgotten or stopped trying to regrasp. ‘It was especially important’, Corde reflects, ’to think what a human being really was. What wise contemporaries had to say about this amounted to very little.’ The Bellow hero lays himself open to the world, at considerable psychological cost. Mr Sammler is ‘a delicate recording instrument’; Herzog is ‘a prisoner of perception, a com¬pulsory witness’. All that can be done with these perceptions, these data, is to transform them into – into what? Humboldt suffered from ’the longing for passionate speech’. Corde, like Sammler, aches to deliver his ‘inspired recitation’. It is the desire to speak, to warn -to move, above all. Albert Corde is ‘an image man’, ‘a hungry observer’. He has a ‘radar-dish face’, for ever picking up signals ‘from all over the universe’.”

 

Martin Amis (Cardiff, 25 augustus 1949)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Stone Canyon Nocturne

Oude van dagen, oude vriend, niemand gelooft dat je terug zult komen.
Niemand gelooft meer in zijn eigen leven.

De maan hangt als een dood hart, koud en onstartbaar aan een zijden draadje
Aan de rand van de aarde
Eindelijk ontrouw, spottend over de varens en de roze struiken.

In de andere wereld maken kinderen de knopen in hun snaren los.
Ze zingen liedjes en hun vingers vervagen.

En hier, waar de zwaan neuriet in zijn holte, waar bloedwortel
En belladonna erop aandringen ons te troosten,
Waar de vos in de muur van de canyon onze handen leegrooft, extatisch voor meer,

Wentelt de Genezer als een parel van heldere olie door de nachtwind,
Deels oog, deels traan, niet bereid ons te herkennen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e augustus ook mijn blog van 25 augustus 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Martin Amis, Kees Stip, Howard Jacobson, Charles Wright, Maxim Biller, Frederick Forsyth

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog.

Uit: Lionel Asbo. State of England

« Dear Jennaveieve,
I’m having an affair with an older woman. Shes’ a lady of some sophistication, and makes a refreshing change from the teen agers I know (like Alektra for example, or Chanel.) The sex is fantastic and I think I’m in love. But ther’es one very serious complication and i’ts this; shes’ my Gran!
Desmond Pepperdine (Desmond, Des, Desi), the author of this document, was fifteen and a half. And his handwriting, nowadays, was self-consciously elegant; the letters used to slope backward, but he patiently trained them to slope forward; and when everything was smoothly conjoined he started adding little flourishes (his e was positively ornate—like a w turned on its side).
Using the computer he now shared with his uncle, Des had given himself a course on calligraphy, among several other courses.
On the plus-side, the age-difference is surprisingly
He crossed that bit out, and resumed.
It started a fort-night ago when she rang up and said its the plumbing again love. And I said nan? I’ll be right over. She lives in a granny flat under a house about a mile away and theres allways some thing wrong with it’s plumbing. Now I’m no plumber but I learnd a bit from my Uncle George whose in the trade. I sorted it out for her and she said why not stay for a few drink’s?
Calligraphy (and sociology, and anthropology, and psychology), but not yet punctuation. He was a good little speller, Des, but he knew how weak his punctuation was because he had just begun a course on it. And punctuation, he (quite rightly) intuited, was something of an art.
So we had a few Dubonnet’s which I’m not used to, and she was giving me these funny look’s. She’s all ways got the Beatles’ on and she was playing all the slow one’s like Golden Slumber’s, Yester-day, and Sh’es Leaving Home. Then gran says its so hot I’ll just slip in to my night-dress. And she came back in a babydoll!
He was trying to give himself an education—not at Squeers Free, recently singled out, he read in the Diston Gazette, as the worst school in England. But his understanding of the planet and the universe had inconceivable voids in it. He was repeatedly amazed by the tonnage of what he didn’t know.
So we had a few more drink’s, and I was noticing how well preserved she is. She’s taken good care of herself and shes really fit considering the life shes’ led. So after a few more drink’s she says are’nt you frying alive in that blazer? Come over here handsome, and give us a cuddle! Well what could I do. She put her hand on my thigh and slid it up my short’s. Well I’m only human aren’t I? The stereo was playing I Should Of Known Better—but one thing lead to another, and it was mind blowing!”

 
Martin Amis (Cardiff, 25 augustus 1949)

 

De Nederlandse dichter Cornelis Jan (Kees) Stip werd geboren in Veenendaal op 25 augustus 1913. Zie ook alle tags voor Kees Stip op dit blog.

 

Poppenkast

De poppenkast staat midden op de straat.
Vanuit de verte hoor je haar al kijven:
Katrijn, van alle vreselijke wijven
het vreselijkste wijf dat er bestaat.

Maar voor Jan Klaassen zelf staan wij paraat.
Wij zullen trouw zijn kameraden blijven
totdat hij straks in levendigen lijve
de dooie dood van Pierlala verslaat.

’s Nachts is het dorp een poppenkast zo groot
dat alle poppen grote mensen lijken.
Men ziet mijzelf daar als Jan Klaassen prijken.
Maar nauwelijks heb ik de dood morsdood
zijn zelfgegraven graf in laten dalen
of kijk daar staat Katrijn, ze komt me halen.

 

Op een muis

Een kleine huismuis aan de Maas
hield niet van Nederlandse kaas.
Was het geen Camembert of Brie
dan huilde hij een dag of drie
totdat zijn moeder zei: “Mon cher,
hou op met je gecamemblèr.”

 

Een egel

Een egel die, gestart te Smilde,
naar Hindelopen lopen wilde,
zeeg halverwege in elkaar
met een aanmerkelijke blaar.
Ach had ik, hoorde men hem snikken,
maar iets om die mee door te prikken.

 


Kees Stip (25 augustus 1913 – 27 juni 2001)
Hier met een heel jonge Mies Bouwman (l)

 

De Britse schrijver Howard Jacobson werd geboren op 25 augustus 1942 in Manchester. Zie ook alle tags voor Howard Jacobson op dit blog.

Uit: Peeping Tom

“Signs are, even to my drugged eye, that the village is finally coming out of winter. I am not witnessing a return to robustness and sanity exactly -that’s too much to expect down here, so far from the soundness of cities, so deep into the obsessional neurosis of Nature – but there is an atmosphere of fragile convalescence abroad, as if the patients have been allowed their first unaccompanied turn around the walled gardens of the institution. The wind has dropped. The water in the harbour rocks itself, brood-ing on its delusions. The squinting sea birds look as if they believe they might just eat again. Those hoteliers who changed wives or husbands at the start of the off-season – hoteliers are always the most romantic and expectant inhabitants of any remote place – have changed back again and are freshening up their Vacancy notices. Autographed copies of this year’s print run of Lionel Turnbull’s pamphlet (Lance Tourney is, of course, a pen-name) have started to appear in the post office and the village stores, and Lionel himself has begun those naked ritualistic swims which will continue every morning now until the Atlantic freezes over again. And already the first serious walkers of the season have arrived in their fetishistic boots and with their Ordnance Survey maps in protective plastic packets tied around their necks like bibs. I meet them in the early morning during my penitential walks along the harbour walls or out on the cliff paths, and although they all nod me a bracing greeting or wave their blackthorn sticks, I can see that I am an cxtrancity and a blemish for them. In my long sleek-piled fur coat (resembling ocelot and bought on an Austin Reed charge account) and my Bally slip-on snakeskin shoes decorated, rather tastefully I’ve always thought, with a delicate gold chain and having the added advantage of slightly built-up heels, I am not what they have taken a week off work and kissed goodbye to their children and strapped methane stoves to their backs to find. At a stroke I domesticate the cliffs for them.”

 

 
Howard Jacobson (Manchester, 25 augustus 1942)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Bedtime Story

The generator hums like a distant ding an sich.
It’s early evening, and time, like the dog it is,
is hungry for food,
And will be fed, don’t doubt it, will be fed, my small one.
The forest begins to gather its silences in.
The meadow regroups and hunkers down
for its cleft feet.

Something is wringing the rag of sunlight
inexorably out and hanging.
Something is making the reeds bend and cover their heads.
Something is licking the shadows up,
And stringing the blank spaces along, filling them in.
Something is inching its way into our hearts,
scratching its blue nails against the wall there.

Should we let it in?
Should we greet it as it deserves,
Hands on our ears, mouths open?
Or should we bring it a chair to sit on, and offer it meat?
Should we turn on the radio,
should we clap our hands and dance
The Something Dance, the welcoming Something Dance?
I think we should, love, I think we should.

 

Stone Canyon Nocturne

Ancient of Days, old friend, no one believes you’ll come back.
No one believes in his own life anymore.

The moon, like a dead heart, cold and unstartable, hangs by a thread
At the earth’s edge,
Unfaithful at last, splotching the ferns and the pink shrubs.

In the other world, children undo the knots in their tally strings.
They sing songs, and their fingers blear.

And here, where the swan hums in his socket, where bloodroot
And belladonna insist on our comforting,
Where the fox in the canyon wall empties our hands, ecstatic for more,

Like a bead of clear oil the Healer revolves through the night wind,
Part eye, part tear, unwilling to recognize us.

 

 
Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

De Duitse schrijver Maxim Biller werd geboren op 25 augustus 1960 in Praag. Zie ook alle tags voor Maxim Biller op dit blog.

Uit: The Mahogany Elephant (Vertaald door Anthea Bell)

“Did you miss me?” he said.
“No, Jordi,” she said. “I didn’t.”
“Of course not,” he said, and nodded.
“Are you angry?”
“No.”
“I’m glad.”
“Good.”
“Are you sure you’re not angry?”
“I’m sure.”
He looked out the window. When she left, he had still been able to see across the square to the Church of Zion. Now the trees were in leaf and all he saw from the window was those wonderful large green leaves. The leaves swayed back and forth in the wind, reminding Jordi of seaweed drifting in the ocean.
Perhaps it was because they hadn’t seen each other for so long. They hadn’t seen each other for almost as long as they’d known each other! He laid his arm on the back of the sofa behind her and left it there for a few minutes, but then he took it away again. The arm didn’t feel quite sure of itself.
“What about you?” she asked.
“Me?”
“What have you been doing?”
“Why didn’t you call?” he said. “Not once in three months!”
“But you knew,” she said, taking alarm. “That was our agreement, wasn’t it?”
She was right. She’d even said, “Suppose I stay there for good?” And he had said that would be O.K., she was a free agent, and if they never said another word to each other again that would be O.K., too. But he had said so only out of calculation, because he knew that she was an Aries—and just try keeping a ram captive.
“There’s a story about that elephant,” she said. She paused, waiting for him to ask what the story was, but all he could think about was how to get the elephant out of the garbage without her noticing.”

 

 
Maxim Biller (Praag, 25 augustus 1960)

 

De Engelse schrijver Frederick Forsyth werd geboren in Ashford, Kent, op 25 augustus 1938. Zie ook alle tags voor Frederick Forsyth op dit blog.

Uit: De onderhandelaar (Vertaald door Hugo en Nienke Kuipers)

“Maar terwijl hij zijn plicht had gedaan en zijn maarschalksstaf had verdiend, had hij zich ook iets heilig voorgenomen — nooit meer zou zijn dierbare Sovjet-leger zich onder zijn leiding terugtrekken — en ondanks alle manipulatie van de publiciteit was Afghanistan een nederlaag geweest. Het was dan ook het vooruitzicht van een nieuwe nederlaag dat hem zo somber stemde toen hij door het dubbele glas naar de vlagen van ijzel keek die voor zijn raam langs joegen. De oorzaak van zijn somberheid was een rapport op zijn bureau, een rapport dat hij zelf door zijn meest intelligente protégé had laten schrijven, een jonge generaal-majoor die hij uit Afghanistan naar de generale staf had meegenomen. Kaminski was een academicus, een denker en tegelijk een geniale organisator, en de maarschalk had hem tot tweede man op de afdeling Logistiek benoemd. Zoals alle ervaren militairen wist Kozlov heel goed dat je geen veldslagen won met alleen moed of opofferingsgezindheid of zelfs bekwame generaals; je won ze doordat je het juiste materieel — in grote aantallen — op het juiste moment op de juiste plaats had. Als soldaat van achttien had hij moeten toezien hoe de voortreffelijk uitgeruste Duitsers tijdens de Blitzkrieg over de strijdkrachten van het Moederland heen waren gewalst. Hij dacht daar met verbittering aan terug. Het Rode Leger, leeggebloed door Stalins zuiveringen van 1938 en uitgerust met antiek materieel, had geen schijn van kans gehad. Zijn eigen vader was gesneuveld in een poging een onhoudbare positie bij Smolensk te verdedigen. Met repeteergeweren hadden ze het moeten opnemen tegen Guderians daverende pantserregimenten. De volgende keer, had hij gezworen, zouden ze het juiste materieel hebben, en in grote hoeveelheden. Hij had een groot deel van zijn militaire leven aan dat streven gewijd en hij stond nu aan het hoofd van de vijf krijgsmachtonderdelen van de Sovjet-Unie, het leger, de marine, de luchtmacht, de strategische-raketstrijdkrachten en het luchtverdedigingscommando. Dat alles dreigde verslagen te worden. Dat was de eenduidige conclusie van het driehonderd bladzijden tellende rapport dat op zijn bureau lag. Hij had het twee keer doorgenomen, ’s nachts in zijn Spartaans ingerichte appartement aan de Koetoezovski Prospekt en deze morgen opnieuw, in zijn kantoor, waar hij om zeven uur was gearriveerd en meteen de hoorn van de haak had gelegd. Nu wendde hij zich van het raam af, liep terug naar het grote bureau aan het hoofd van de T-vormige vergadertafel en las de laatste bladzijden van het rapport nog eens door.”

 

 
Frederick Forsyth (Ashford, 25 augustus 1938)

 

Zie voor nog meerschrijvers van de 25e augustus ook mijn vorige blog van vandaag.

Martin Amis, Kees Stip, Howard Jacobson, Charles Wright, Maxim Biller, Frederick Forsyth, Jògvan Isaksen, Johann Gottfried von Herder, Thea Astley

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog en ook mijn blog van 25 augustus 2010.

Uit: Het interessegebied (Vertaald door Janneke van der Meulen)

“Ik was niet onbekend met de bliksemflits; ik was niet onbekend met de donderslag. Benijdenswaardig ervaren in deze zaken, was ik niet onbekend met de wolkbreuk – de wolkbreuk, en daarna de zonneschijn en de regenboog.
Ze kwam terug uit de oude stad met haar twee dochters, en ze bevonden zich al een flink eind binnen het Interessegebied. Een lange laan – haast wel een zuilengang – strekte zich uitnodigend voor hen uit, omzoomd door esdoorns, waarvan de takken en het gelobde loof zich hoog in de lucht met elkaar verstrengelden. Een namiddag hartje zomer, met miniem glinsterende muggen… Mijn notitieboekje lag opengeslagen op een boomstronk, en een lichte bries neusde nieuwsgierig door de bladzijden.
Lang, breedgebouwd, welgevuld en toch lichtvoetig, in een geschulpte, enkellange witte jurk, met een zachtgele strohoed met een zwart lint op en zwaaiend met een strooien tas (de meisjes, eveneens in het wit, droegen ook een strohoed en een strooien tas), bewoog ze zich in en uit vlagen donzige, geelbruine, leeuwachtige warmte. Ze lachte – hoofd in de nek, gespannen hals. Parallel aan haar hield ik gelijke tred, in mijn sobere tweed jasje en gekeperde pantalon, met mijn klembord en vulpen.
Nu stak het drietal de oprit van de manege over. Terwijl haar kinderen plagerig om haar heen dartelden, passeerde ze de decoratieve windmolen, de meiboom, de galg met drie wielen, het trekpaard dat losjes was vastgemaakt aan de ijzeren waterpomp, en liep toen verder.
Het Ka Zet in, Ka Zet I in.
Er gebeurde iets bij die eerste aanblik. Bliksem, donder, wolkbreuk, zonneschijn, regenboog – de meteorologie van de eerste aanblik.
Haar naam was Hannah – mevrouw Hannah Doll.
In de officiersclub, gezeten op een paardenharen sofa, omringd door bronzen paardentuig en paardenprenten en onder het genot van ersatzkoffie (koffie voor paarden) zei ik tegen Boris Eltz, met wie ik al mijn leven lang bevriend was: ‘Heel even was ik weer jong. Het leek wel liefde.’

 
Martin Amis (Cardiff, 25 augustus 1949)

Lees verder “Martin Amis, Kees Stip, Howard Jacobson, Charles Wright, Maxim Biller, Frederick Forsyth, Jògvan Isaksen, Johann Gottfried von Herder, Thea Astley”

Dolce far niente, Albert Verwey, Kees Stip, Martin Amis, Howard Jacobson, Charles Wright, Maxim Biller

Dolce far niente

 

 
The Bathers door John Singer Sargent, 1917

 

Baders hartewens

Dwars door de tuinen
Van roos en ranken
Zich
‘t pad te banen,
Dan door de lanen
Van zand en dennen
Vluchtig te rennen
Tot waar de kruinen
Van hoge duinen
In
‘t blauwe blanken
En zo te naderen
Met zwellende aderen
In laatste loop
De harde golven
En, overdolven,
Hun koele doop.

 

 
Albert Verwey (15 mei 1865 – 8 maart 1937)
Amsterdam, 19e eeuw. Albert Verwey werd geboren in Amsterdam

 

Lees verder “Dolce far niente, Albert Verwey, Kees Stip, Martin Amis, Howard Jacobson, Charles Wright, Maxim Biller”

Martin Amis, Howard Jacobson, Charles Wright, Maxim Biller, Frederick Forsyth, Jògvan Isaksen, Johann Gottfried von Herder

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog en ook mijn blog van 25 augustus 2010.

Uit: Denton’s Death

“Suddenly Denton realized that there would be three of them, that they would come after dark, that their leader would have his own key, and that they would be calm and deliberate, confident that they had all the time they needed to do what had to be done. He knew that they would be courtly, deferential, urbane – whatever state he happened to be in when they arrived – and that he would be allowed to make himself comfortable; perhaps he would even be offered a last cigarette. He never seriously doubted that he would warm to and admire all three at once, and wish only that he could have been their friend. He knew that they used a machine. As if prompted by some special hindsight, Denton thought often and poignantly about the moment when the leader would consent to take his hand as the machine began to work. He knew that they were out there already, seeing people, making telephone calls; and he knew that they must be very expensive.
At first, he took a lively, even rather self-important interest in the question of who had hired the men and their machine. Who would bother to do this to him? There was his brother, a huge exhausted man whom Denton had never liked or disliked or felt close to or threatened by in any way: they had quarreled recently over the allotment of their dead mothers goods, and Denton had in fact managed to secure a few worthless extras at his brothers expense; but this was just one more reason why his brother could never afford to do this to him. There was a man at the office whose life Denton had probably ruined: having bullied his friend into assisting him with a routine office theft, Denton told all to his superiors, claiming that he had used duplicity merely to test his colleague (Denton’s firm not only dismissed the man — they also, to Denton’s mild alarm, successfully prosecuted him for fraud); but someone whose life you could ruin so easily wouldn’t have the determination to do this to him.”

 
Martin Amis (Cardiff, 25 augustus 1949)

Lees verder “Martin Amis, Howard Jacobson, Charles Wright, Maxim Biller, Frederick Forsyth, Jògvan Isaksen, Johann Gottfried von Herder”

Martin Amis, Charles Wright, Maxim Biller, Frederick Forsyth, Jògvan Isaksen, Johann Gottfried von Herder, Thea Astley

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog en ook mijn blog van 25 augustus 2010.

Uit: Money

“I’d better give you the lowdown on Selina — and quick. That hot bitch, what am I letting her do to me?
Like many girls (I reckon), and especially those of the small, supple, swervy, bendy, bed-smart variety, Selina lives her life in hardened fear of assault, molestation and rape. The world has ravished her often enough in the past, and she thinks the world wants to ravish her again. Lying between the sheets, or propped at my side during long and anxious journeys in the Fiasco, or seated across the table in the deep lees of high-tab dinners, Selina has frequently refreshed me with tales of insult and violation from her childhood and teenage years — a musk-breathing, toffee-offering sicko on the common, the toolshed interrogations of sweat-soaked parkies, some lumbering retard in the alley or the lane, right up to the narcissist photographers and priapic prop-boys who used to cruise her at work, and now the scowling punks, soccer trogs and bus-stop boogies malevolently lining the streets and more or less constantly pinching her ass or flicking her tits and generally making no bones about the things they need to do… It must be tiring knowledge, the realization that half the members of the planet, one on one, can do what the hell they like with you.
And it must be extra tough on a girl like Selina, whose appearance, after many hours at the mirror, is a fifty—fifty compromise between the primly juvenile and the grossly provocative. Her tastes are strictly High Street too, with frank promise of brothelly knowhow and top-dollar underwear. I’ve followed Selina down the strip, when we’re shopping, say, and she strolls on ahead, wearing sawn-off jeans and a wash-withered T-shirt, or a frilly frock measuring the brink of her russety thighs, or a transparent coating of gossamer, like a condom, or an abbreviated school uniform … The men wince and watch, wince and watch. They buckle and half turn away. They shut their eyes and clutch their nuts. And sometimes, when they see me cruise up behind my little friend and slip an arm around her trim and muscular waist, they look at me as if to say — Do something about it, will you ? Don’t let her go about the place looking like that. Come on, it’s your responsibility.»


Martin Amis (Cardiff, 25 augustus 1949)

Lees verder “Martin Amis, Charles Wright, Maxim Biller, Frederick Forsyth, Jògvan Isaksen, Johann Gottfried von Herder, Thea Astley”