Gerard Walschap, Tim Hofman, Willem M. Roggeman, Hans Arnfrid Astel, June Jordan, John Heath-Stubbs, Mervyn Peake, Jan Neruda, Peter Märthesheimer

De Vlaamse schrijver Gerard Walschap werd geboren op 9 juli 1898 in Londerzeel. Zie ook alle tags voor Gerard Walschap op dit blog.

Uit: Een mens van goeden wil

“Zijn strijd heeft Thijs op den ouderdom van acht jaren ingezet. Met een kat. Hij zat op een vroegen zomerdag met zijn rug tegen den steenput in de schaduw van een vlier fluitjes te snijden. De lucht was korenblauw, het dak rood, de muur wit, met groene deur en blinden, de grond ervoor zwart van de sinteltjes, alles helder, rustig, vredig en Thijs dacht: ik ben blij. De kat zat al meer dan een half uur slapend te loeren op den rand van het lage dak; een halve meter onder haar had vader het kanariekooitje aan den muur gehangen. Opeens viel ze met de kooi naar beneden, het kanarievogeltje vloog gek van hier naar daar. Thijs zag de kat het kleine gele diertje bij den kop door de tralies trekken. Ze verdween er mee. Al zijn bloed stond stil, hij werd vlak in het hart gestoken, de rand van den steenput verkilde in zijn rug tot een klomp ijs. Hij stond op, met looden beenen; hij hijgde diep alsof hij aan de lucht die er was opeens niet meer genoeg had. Staande kon hij zich ook niet geduren. Hij ging en wist niet waarheen. Onbewust koos hij de richting van den beemd waar zijn vader wissen aan ’t snijden was. Maar hij kon over de gracht niet, waar hij honderden keeren over gesprongen was. Hij volgde ze tot waar zij in de beek vloeit. Daar bleef hij zitten, moe, door een last gedrukt en hij dacht: ik heb pijn.
‘s Avonds kookt moeder botermelk en bakt aardappelen met wat ajuin in zoete lies. Thijs at en sprak niet, al hadden de anderen het over den kanarievogel. Hij beet zelfs op de botermelk. Voor zijn oogen lag de kat achter de stoof te pinkoogen. Na den maaltijd gaan broer en zuster nog wat buiten spelen, vader gaat gehurkt naast den dorpel zitten fluiten, moeder ruimt de tafel af en wascht het gerief. Maar Thijs zocht in vaders’ werkschuurtje den zwaarsten hamer, zette zich op zijn knieën achter de kat, haalde zijn zwaai met twee handen en haar kop deed krak. Zij schoot weg om buiten onder den vlier te sterven en nu eindelijk kon de kleine Thijs schreien, de beklemming loste, zijne gerechtigheid was geschied.
Van buiten riep vader wie de kat doodgeslagen had, binnen riep moeder: Onze Thijs. Ze lachte, vader floot voort, floot alleen maar iets rapper.
Moeder lachte altijd. Haar klein huisje was onderhouden en proper. Zeteltjes, vogelkooitjes, een hoos over de hesp aan ’t plafond, een standerd voor drie bloempotten, alles door den man gevlochten uit gekleurde wijmen, maakten het vriendelijk en gezellig. Haar man was stil, goed en sterk, haar kinderen waren schoon en ferm, twee jongens, een meisje.”

Gerard Walschap (9 juli 1898 – 25 oktober 1989)
Cover soundtrack van de gelijknamige dramaserie uit 1973-74


De Nederlandse presentator, blogger, journalist, dichter en columnist Tim Hofman werd geboren in Vlaardingen op 9 juli 1988. Zie ook alle tags voor Tim Hofman op dit blog.

Aftrekkelijk

Ik val al dagen in slaap met
papier naast mijn bed;
soms leeg of beschreven
maar meestal bevlekt.

Dat worden geen woorden
Maar het zaad dat er staat
Trekt wat ongeboren
Is af van de daad.

 

Tijdelijk

Gelukkig stierf hij
op de laatste dag
van zijn leven.

Elk ietsje eerde
rwas zonde geweest,
al was het maar
heel even.

Tim Hofman (Vlaardingen, 9 juli 1988)


De Vlaamse dichter en schrijver Willem Maurits Roggeman werd geboren in Brussel op 9 juli 1935. Zie ook alle tags voor Willem M. Roggeman op dit blog.

Regen

Ik geloof niet in de werkelijkheid.
Ik geloof in mijn droom:
dat alles eenmaal leven moet,
ook de stenen, de huizen,
de aarde aan mijn schoenen.
Ik geloof dat ook de regen
eens zal ademhalen
en verliefd worden.
Daarom streel ik de regen.
Daarom sla ik de zon.

 

Het mechanisme van de inspiratie

Met toevallig gekozen woorden
schrijft hij een gedicht
dat handelt over een droom
waarin hij zelf optreedt
als de glorieuze uitvinder
van een vreemde machine
die dromen voortbrengt
waarin hij voorkomt
schrijvend aan een gedicht
waarin hij
met toevallig gekozen woorden
handelt over een droom
waarin hij zelf optreedt
als de glorieuze uitvinder
van een vreemde machine
die dromen voortbrengt
waarin hij voortkomt
schrijvend aan een gedicht
met toevallig gekozen woorden.

Willem M. Roggeman (Brussel, 9 juli 1935)


De Duitse dichter Hans Arnfrid Astel werd geboren in München op 9 juli 1933. Zie ook alle tags voor Hans Arnfrid Astel op dit blog.

Schizophren

Du bist eine ehrliche Haut.
Ich glaub dir kein Wort.
Du redest verrücktes Zeug
aus Angst,
ich könnte dich anfassen.
Du stellst nie Fragen.

Hast du einen Wortschatz?

 

Schliesskorb

Triefend vor Häßlichkeit, Ungestalt, Abgestalt
Auge, verweilst du, wo? auf dem alten,
aus reinen Weiden geflochtenen Korb.
Mit Blindheit Geschlagene flochten die Ruten.

Unansehnlich, triefend, häßlich auch sie,
Auge, du hast sie gesehn, blaukittlig,
blöd und dunkel in ihrer Werkstatt,
trüb, von schimmelnden Nächsten hergeliebt.

Als Knaben ließ meine Mutter mich kaufen
bei Blinden diesen Schließkorb, beisammenzuhalten
meine sieben Sachen auf den Schul- und Irrwegen.

Liebste Augenweide meines Zimmers ist er nun,
ein Flechtwerk, ein Staat aus innig Umschlungenen.
Wie Rinde von Ruten ist Blindheit abgestreift.

 

Schmetterlinge

Franz von Assisi predigte den Tieren.
Er lehrte sie mit seinem Zeigefinger
die Frömmigkeit von Menschen seinesgleichen,
wie Orpheus einst den Tieren vorgesungen.
Da flog ein Falter ihm auf seinen Finger.
So, meine Seele, sing ich von den Blüten,
ich rede zu den Menschen von den Tieren.
Als ich längst schweige, fliegt vor meinem Mund
dein Schmetterling auf meine Zungenspitze.

Hans Arnfrid Astel (München, 9 juli 1933)


De Afro-Amerikaanse schrijfster, dichteres en politiek activiste June Jordan werd geboren op 9 juli 1936 in New York. Zie ook alle tags voor June Jordan op dit blog.

Nobody riding the roads today

Nobody riding the roads today
But I hear the living rush
far away from my heart
Nobody meeting on the streets
But I rage from the crowded
overtones of emptiness
Nobody sleeping in my bed
But I breathe like windows
broken by emergencies
Nobody laughing anymore
But I see the world split
and twisted up like open stone
Nobody riding the roads today
But I hear the living rush
far away from my heart

 

Poem About Process And Progress
for Haruko

Hey Baby you betta
hurry it up!
Because
since you went totally
off
I seen a full moon
I seen a half moon
I seen a quarter moon
I seen no moon whatsoever!

I seen a equinox
I seen a solstice
I seen Mars and Venus on a line
I seen a mess a fickle stars
and lately
I seen this new kind a luva
on an’ off the telephone
who like to talk to me
all the time

real nice

 

For Alice Walker (A Summertime Tanka)

Redwood grove and war
You and me talking Congo
gender grief and ash

I say, ‘God! It’s all so huge’
You say, ‘These sweet trees: This tree’

June Jordan (9 juli 1936 – 14 juni 2002)  

 

De Engelse dichter John Heath-Stubbs werd geboren op 9 juli 1918 in Londen. Zie ook alle tags voor John Heath-Stubbs op dit blog.

Not Being Oedipus

Not being Oedipus he did not question the Sphinx,
Nor allow it to question him. He thought it expedient
To make triends and try to influence it.
In this he entirely succeeded,

And continued his journey to Thebes.The abominable thing
Now tame as a kitten (though he was not unaware
That its destructive claws were merely sheathed)
Lolloped along beside him —

To the consternation of the Reception Committee.
It posed a nice problem: he had certainly overcome
But not destroyed the creature — was he or was he not
Entitled to the hand of the Princess

Dowager Jocasta? Not being Oedipus
He saw it as a problem too. For frankly he was not
By natural instinct at all attracted to her.
The question was soon solved —

Solved itself, you might say; for while they argued
The hungry Sphinx, which had not been fed all day,
Sneaked off unobserved, penetrated the royal apartments,
And softly consumed the lady.

So he ascended the important throne of Cadmus,
Beginning a distinguished and uneventful reign.
Celibate, he had nothing to fear from ambitious sons;
Although he was lonely at nights,

With only the Sphinx, curled up upon his eiderdown.
Its body exuded a sort of unearthly warmth
(Though in fact cold-blooded) but its capacity
For affection was strictly limited.

Granted, after his death it was inconsolable,
And froze into its own stone effigy Upon his tomb.
But this was self-love, really —
It felt it had failed in its mission.

While Thebes, by common consent of the people, adopted
His extremely liberal and reasonable constitution,
Which should have enshrined his name — but not being Oedipus,
It vanished from history, as from legend.

John Heath-Stubbs (9 juli 1918 – 26 december 2006)
Portret door Peter Edwards, 1988-89

 

De Engelse schrijver, tekenaar, illustrator en dichter Mervyn Peake werd geboren op 9 juli 1911 in Lushan (Kuling) in Jiangxi, een province in centraal China. Zie ook alle tags voor Mervin Peake op dit blog.

Uit: Gormenghast

“This hall that ran along the top story of the north wing was presided over by the curator, Rottcodd, who, as no one ever visited the room, slept during most of his life in the hammock he had erected at the far end. For all his dozing, he had never been known to relinquish the feather duster from his grasp; the duster with which he would perform one of the only two regular tasks that appeared to be necessary in that long and silent hall, namely to flick the dust from the Bright Carvings.
Entering at seven o’clock, winter and summer, year in and year out, Rottcodd would disengage himself of his jacket and draw over his head a long, grey overall which descended shapelessly to his ankles. Having flicked at the first carving on his right, Rottcodd would move mechanically down the long phalanx of colour, stopping for a moment before each carving, his eyes running up and down it and all over it, and his head wobbling knowingly on his neck, before he introduced his feather duster.
One humid afternoon, a visitor did arrive to disturb Rottcodd as he lay deeply hammocked, for his siesta was broken by a rattling of the door handle which was apparently performed in lieu of the more popular practice of knocking at the panels. The sound echoed down the long room and then settled in the fine dust on the boarded floor. The sunlight squeezed itself between the thin cracks in the blind. Even on a hot, stifling, unhealthy afternoon such as this, the blinds were down and the candlelight filled the room with an incongruous radiance. At the sound of the door handle being rattled Rottcodd sat up suddenly. The thin bands of moted light edging their way through the shutters barred his dark head with the brilliance of the other world. As he lowered himself over the hammock, it wobbled on his shoulders, and his eyes darted up and down the door returning again after their rapid and precipitous journey to the agitations of the door handle. Gripping his feather duster in his right hand, Rottcodd began to advance down the bright avenue, his feet giving rise at each step to little clouds of dust. When he at least reached the door the handle had cease to vibrate. Lowering himself suddenly to his knees he placed his head and the vagaries of his left eye (which was for ever trying to dash up and down the vertical surface of the door), he was able by dint of concentration to observe, within three inches of his keyholed eye, an eye which was not his, being not only of a different colour to his own iron marble, but being, which is more convincing, on the other side of the door. This third eye which was going through the same performance as the one belonging to Rottcodd, belonged to Flay, the taciturn servant of Sepulchrave, Earl of Gormenghast.”

Mervyn Peake (9 juli 1911 – 17 november 1968)
Cover

 

De Tsjechische schrijver en dichter Jan (Nepomuk) Neruda werd op 9 juli 1834 geboren in Praag. Zie ook alle tags voor Jan Neruda op dit blog.

Uit: Die Hunde von Konstantinopel (Reisebilder, vertaald door Christa Rothmeier)

„Er legte den Rechnungsbetrag auf die Untertasse und ging fort; die Kellnerin nahm nicht einmal Notiz von ihm und sammelte bei Gelegenheit das Geld ein. In den Münchner Cafés bedienen ausschließlich Frauen, und der Kaffee wird auf französische Art erst am Tisch aus großen Kannen eingegossen. Ja, bezüglich der Tracht muß ich noch eine Eigenheit erwähnen. Einen Zylinder tragen hier als besonders markantes Kleidungsstück nur die Schornsteinfeger. Die schwarzen, rußigen Gestalten mit der Leiter über der Schulter und dem Seidenkamin auf dem Kopf sehen sehr gut aus. Soldaten sind ausnahmslos mit Zeug aus blauem Tuch bekleidet. Allerdings konnte ich in ihrer weniger geschmackvollen Aufmachung keinerlei größeren praktischen Nutzen als bei uns entdecken. Das Waffenvolk ist durchweg jung; kaum gedrillt, wird es beurlaubt. Leibesübung ist beim Militär ein wichtiger Gegenstand. Schicker ist nur die Leibwache, besteht aber überwiegend aus grauhaarigen, alten Leuten. Den Polizeidienst versieht die Gendarmerie, die auf der Straße jeden sehr wachsam mustert und einen Verdächtigen augenblicklich nach Ausweisen fragt. »Spitzl« heißt man hier nur ein gerades Kipfel, mit oder ohne Salz.
*
Sowohl beim bayerischen Landbewohner als auch beim Städter zeigt sich Wohlstand. Ersterer versteht es, auch wenn er unfruchtbaren Boden besitzt, durch ständigen Fleiß und Gebrauch verschiedenster Mittel trotzdem viel aus ihm herauszuholen. Dörfer sind hier sehr selten, und ein Bahnpassagier erblickt erst dann eines, wenn er in Böhmen schon das sechste gesehen hätte. Ein starker Handel existiert in München nicht, die Eisenbahnen verdienen hauptsächlich am Transportgut. An den ankommenden Ausländern profitieren aber die Münchner viel. Und was sie hinzuverdienen, verstehen sie mit Ererbtem zu verbinden und zu erhalten.“

Jan Neruda (9 juli 1834 – 22 augustus 1891)
München, het populaire terras “Tambosi” bij de Hofgarten

 

De Duitse schrijver, draaiboekauteur en producent Peter Märthesheimer werd geboren op 9 juli 1937 in Kiel. Zie ook alle tags voor Peter Märthesheimer op dit blog.

Uit: Das forschende Kind

„Das ist gut, sagte Fassbinder, darüber machen wir unseren ersten Film. Und zu dem Werkzeugmacher von Ford, der uns bei der Entwicklung der Drehbücher beraten sollte, sagte er: “Also, da will einer beispielsweise was Gutes, und er schafft es auch, und dann stellt sich heraus, dass es für seine Kollegen was Schlechtes war. Was hat der Mann falsch gemacht? Nun, sagt der Werkzeugmacher, vielleicht hätte er sich vorher mit seinen Kollegen besprechen sollen. Eben, sagt Fassbinder zufrieden, und da er es nun nicht getan hat, muss er daraus fürs nächste Mal lernen. Und genau so einen Fall brauchen wir, und dann hätten wir den ersten Film auch schon zusammen. Er hatte dem Werkzeugmacher nicht gesagt, dass er einen Film über die Notwendigkeit solidarischen Handelns machen wollte. Er hatte auch nicht gesagt, dass er den gewünschten Fall aus der Wirklichkeit nur als Versatzstück für die Wirklichkeit gebrauchen würde, weil es ihm eigentlich nur darum ging, eine bestimmte Haltung zu zeigen, die die Menschen gegenüber der Wirklichkeit einnehmen könnten: den unverbrüchlichen Glauben nämlich, dass sie selbst die Kraft haben, den Lauf der Dinge zu bestimmen, anstatt sich ihm verzagt zu unterwerfen. Die Kritiker haben diese Filme dann kritisiert, weil die Arbeiter in den Filmen nicht so aussahen, wie in der Wirklichkeit, und die Filme von Christian Ziewer gelobt, in denen die Arbeiter ihren Vorstellungen entsprachen. Der einzige, der Fassbinder verteidigt hat, war Christian Ziewer.
*
Alle wichtigen Figuren in Fassbinder-Filmen scheinen mit der Identität, die sie nun einmal haben, nicht einverstanden zu sein, sträuben sich nicht nur gegen die Situation, in der sie sind, sondern auf eine merkwürdige Weise immer auch gegen sich selbst – als ob sie aus ihrer eigenen Haut herauswollten, als ob sie sich nach etwas sehnten, das sie auch sein könnten, ohne doch vorher vorab zu wissen, was das denn wäre: etwas leichtes, schwebendes, wolkenhaftes jedenfalls, kann man der eindringlichen Aura dieser Figuren entnehmen, fernab von der Schwermut, die sie in ihrem konkreten Leben wie ein Gefängnis umgibt, der Traum von einer Utopie, die keiner beim Namen zu nennen weiß, die einen aber auf eine verzweifelte Weise mit Hoffnung erfüllt.
Fassbinders Utopie hatte radikal naive, fast biblisch vereinfachte Züge: in einer künftigen Gesellschaft, die so sicher kommen würde wie ein Tag dem anderen folgt, würden die Menschen frei miteinander umgehen können, frei von Armut und Not, frei von Unterdrückung und Bevormundung, frei vor allem von jeder Art von Angst.“

Peter Märthesheimer (9 juli 1937 – 18 juni 2004)
Rainer Werner Fassbinder


Zie voor nog meer schrijvers van de 9e juli ook mijn blog van 9 juli 2018 en ook mijn blog van 9 juli 2017 deel 2.

Gerard Walschap, Tim Hofman, Hans Arnfrid Astel, June Jordan, John Heath-Stubbs, Ann Radcliffe, Mervyn Peake, Jan Neruda, Peter Märthesheimer

De Vlaamse schrijver Gerard Walschap werd geboren op 9 juli 1898 in Londerzeel. Zie ook alle tags voor Gerard Walschap op dit blog.

Uit: Houtekiet

“Zij zouden misschien heel den avond gelachen hebben, indien zij niet nijdig geworden ware als een spin omdat hij zeide: neen, dàt vergeet ik nooit meer. Dat, de rest dus wel, ze wil dadelijk naar huis. Juist daarom breekt een tweede maal zijn geweld los, over haar lichaam dat zich machteloos poogt omhoog te werken. Want Houtekiet houdt men zich niet van het lijf zooals de eerste beste stalknecht: hare twee wijsvingers knijpt hij samen boven haar hoofd, verweer u dan maar.
Terwijl hij in haren arm ligt als een gevelde eik, vraagt zij hoe hij heet. Jan. Zegt hem dat zij dezen tweeden keer nooit zal vergeten, Jan en begint hem gelaat en banden te kussen, dan te vertroetelen zijn haren en jongen baard, die donkerblond zijn en dicht gekruld. Hij laat zich alles goed welgevallen tot ze kreunt of hij van haar houdt. Dat ziet ge van hier, zegt hij, ik ken u niet eens. Ze kan hem zelfs niet doen bekennen dat ze mooi is, al kleedt ze zich op den rug liggend gansch uit. O, had ze maar meer kunnen doen! Hadde hij hare borsten opengesneden om te zien wat er in zit, zij zou gezegd hebben: kijk maar, Jan. Ze lag naakt en zeide: daar, wat hij nu wel zegde. Niets. Maar wat op dat uur overal rondom hen in Deps dier, vogel en insekt deden, herhaalde hij, even argeloos natuurlijk en verwoed.
Hij beval haar zoo plots naar huis te gaan, dat zij, eenmaal aangekleed, niet meer wist waar dat huis stond, want ze ging recht de hei in, lachte, wreef zich de oogen, zei dat ze dronken was en niet meer op haar beenen stond en wou weer in zijn arm gaan liggen. Toen ze, de plank over, weer in de wei was, hoorde ze hem roepen: Koekoek, koekoek en zij juichte koekoek terug. Deze, hun roep, wordt later wijd in den omtrek bekend. Nog roept men ons, Houtekieters achterna: Koekoek. Twee die ’s avonds eenzame wegskens zoeken, gaan, zeggen wij, koekoek doen. Wil ons iemand wijsmaken dat hij bij den gebuur maar een rijf of teems wil gaan leenen, koekoek zeggen wij.”

 

 
Gerard Walschap (9 juli 1898 – 25 oktober 1989)

 

De Nederlandse presentator, blogger, journalist, dichter en columnist Tim Hofman werd geboren in Vlaardingen op 9 juli 1988. Zie ook alle tags voor Tim Hofman op dit blog.

 

Tripolair

De driehoek met vier kanten
werd met regelmaat gepest.
Men gaf dan vaak als reden:
‘Jij bent anders dan de rest.’

Ook had hij vier hoeken,
deed aan zijn naam geen eer:
hij wilde er maar drie
en niet die ene meer.

Ach,
dacht het gedrocht,
wat maakt het nu nog uit?
Dood gaan we toch…
Dus nam hij een besluit.

Na zijn sprong vanaf de toren
versplinterd als gebroken glas,

ging hij in de boeken
als figuur met nog meer hoeken

 

 
Tim Hofman (Vlaardingen, 9 juli 1988)

 

De Duitse dichter Hans Arnfrid Astel werd geboren in München op 9 juli 1933. Zie ook alle tags voor Hans Arnfrid Astel op dit blog.

 

Sonntag

Mit einem
Fuß im Bachtal, dem
anderen

hinterm Berg,
stand nach dem Regen
der Bogen.

Dreifaltig
ist das Sonnenlicht,
blau, gelb, rot.

 

Sonntagabend

Mauersegler fliegen abends
kreischend dir ums Haus,
und in den öden Straßen
ruckt die Frau am ungewohnten Kleid.
Vom Speisekammerfenster
sieht der Mond nicht schlechter aus.
Es wäre alles recht so. Nur
man wüßte eben über manches gern Bescheid.

 

Springkraut

Indische
Kräuter bespringen
die Ufer.

Hummeln ins
blühende Springkraut,
kehren ein,

rückwärts raus,
zwischen zwei Fingern
zeigst du mir

das Springen
der reifen Schote,
du erschrickst

auch selbst, springst
ein Stück beiseite,
als wärest

du selber
das Springkräutchen »Rühr-
mich-nicht-an«.

 

 
Hans Arnfrid Astel (München, 9 juli 1933)

 

De Afro-Amerikaanse schrijfster, dichteres en politiek activiste June Jordan werd geboren op 9 juli 1936 in New York. Zie ook alle tags voor June Jordan op dit blog.

 

In Memoriam: Martin Luther King, Jr.

I
honey people murder mercy U.S.A.
the milkland turn to monsters teach
to kill to violate pull down destroy
the weakly freedom growing fruit
from being born

America

tomorrow yesterday rip rape
exacerbate despoil disfigure
crazy running threat the
deadly thrall
appall belief dispel
the wildlife burn the breast
the onward tongue
the outward hand
deform the normal rainy
riot sunshine shelter wreck
of darkness derogate
delimit blank
explode deprive
assassinate and batten up
like bullets fatten up
the raving greed
reactivate a springtime
terrorizing

death by men by more
than you or I can

STOP

II
They sleep who know a regulated place
or pulse or tide or changing sky
according to some universal
stage direction obvious
like shorewashed shells

we share an afternoon of mourning
in between no next predictable
except for wild reversal hearse rehearsal
bleach the blacklong lunging
ritual of fright insanity and more
deplorable abortion
more and
more

 

 
June Jordan (9 juli 1936 – 14 juni 2002)
Affiche

 

De Engelse dichter John Heath-Stubbs werd geboren op 9 juli 1918 in Londen. Zie ook alle tags voor John Heath-Stubbs op dit blog.

 

Song of the Death-Watch Beetle

Here come I, the death-watch beetle
Chewing away at the great catherdral;

Gnawing the mediaeval beams
And the magnificent carved rood screen

Gorging on gospels and epistles
From the illuminated missals;

As once I ate the odes of Sappho
And the histories of Manetho,

The lost plays of Euripides
And all the thought of Parmenides.

The Sibyl’s leaves which the wind scattered,
And great aunt Delia’s love letters.

Turn down the lamp in the cooling room:
There stand I with my little drum.

Death. Watch. You are watching death.
Blow out the lamp with your last breath.

 

 
John Heath-Stubbs (9 juli 1918 – 26 december 2006)
Portret door Thomas Watt, ca.1954

 

De Engelse dichteres en schrijfster Ann Radcliffe werd geboren op 9 juli 1764 in Londen. Zie ook alle tags voor Ann Radcliffe op dit blog.

 

Evening

Evening veil’d in dewy shades,
Slowly sinks upon the main;
See th’ empurpled glory fades,
Beneath her sober, chasten’d reign.

Around her car the pensive Hours,
In sweet illapses meet the sight,
Crown’d their brows with closing flow’rs,
Rich with chystal dews of night.

Her hands, the dusky hues arrange
O’er the fine tints of parting day;
Insensibly the colours change,
And languish into soft decay.

Wide o’er the waves her shadowy veil she draws,
As faint they die along the distant shores;
Through the still air I mark each solemn pause,
Each rising murmur which the wild wave pours.

A browner shadow spreads upon the air,
And o’er the scene a pensive grandeur throws;
The rocks-the woods a wilder beauty wear,
And the deep wave in softer music flows.

And now the distant view where vision fails
Twilight and grey obscurity pervade;
Tint following tint each dark’ning object veils,
Till all the landscape sinks into the shade.

Oft from the airy steep of some lone hill,
While sleeps the scene beneath the purple glow;
And evening lives o’er all serene and still,
Wrapt let me view the magic world below!

And catch the dying gale that swells remote,
That steals the sweetness from the shepherd’s flute;
The distant torrent’s melancholy note
And the soft warblings of the lover’s lute.

Still through the deep’ning gloom of bow’ry shades
To Fancy’s eye fantastic forms appear;
Low whisp’ring echoes steal along the glades
And thrill the ear with wildly-pleasing fear.

Parent of shades!-of silence!-dewy airs!
Of solemn musing, and of vision wild!
To thee my soul her pensive tribute bears,
And hails thy gradual step, thy influence mild.’

 

 
Ann Radcliffe (9 juli 1764 – 7 februari 1823)
Canaletto, Gezicht op de stad Londen in het midden van de achttiende eeuw, ca. 1746

 

De Engelse schrijver, tekenaar, illustrator en dichter Mervyn Peake werd geboren op 9 juli 1911 in Lushan (Kuling) in Jiangxi, een province in centraal China. Zie ook alle tags voor Mervin Peake op dit blog.

Uit: Gormenghast

“Young Steerpike glued his eye to the hole, keeping the heavy gold frame from swinging back with his shoulder. All at once he found himself contemplating a narrrow-chested man with a shock of grey hair and glasses which magnified his eyes so that they filled the lenses up to their gold rims, when the central door opened, and a dark figure stole forth, closing the door behind him quietly, and with an air of the deepest dejection. Steerpike watched him turn his eyes to the shock-headed man, who inclined his body forward clasping his hands behind him. No notice was taken of this by the other, who began to pace up and down the landing, his dark cloak clasped around him and trailing on the floor at his heels. Each time he passed the doctor, for such it was, that gentleman inclined his body, but as before there was no response, until suddenly, stoppping immediately before the physician in attendance, he drew from his cape a slender rod of silver mounted at the end with a rough globe of black jade that burned around the edges with emerald fire. With this unusual weapon the mournful figure beat sadly at the doctor’s chest as though to inquire whether there was anyone at home.
The doctor coughed. The silver and jade implement was pointed at the floor, and Steerpike was amazed to see the doctor, after hitching his exquisitely creased trousers to a few inches above his ankle, squat down. His great vague eyes swam about beneath the magnifying lenses like a pair of jellyfish seen through a fathom of water. His dark grey hair was brushed out over his eyes like thatch. For all the indignity of his position it was with a great sense of style that he became seated following with his eyes the gentleman who had begun to walk around him slowly.
Doctor Prunesquallor, with his hyena laugh, his bizarre and elegant body, his celluloid face. His main defects? The insufferable pitch of his voice; his maddening laughter and his affected gestures. His cardinal virtue? An undamaged brain.”

 

 
Mervyn Peake (9 juli 1911 – 17 november 1968)
Illustratie: Irma en Alfred Prunesquallor

 

De Tsjechische schrijver en dichter Jan (Nepomuk) Neruda werd op 9 juli 1834 geboren in Praag. Zie ook alle tags voor Jan Neruda op dit blog.

Uit:Die Hunde von Konstantinopel (Reisebilder, vertaald door Christa Rothmeier)

„Man merkt erst hier, um wieviel wir in Österreich gebildeter sind; wir kämen gar nicht auf die
Idee, derart anzugeben.
Ich hätte ihnen die Geschmacklosigkeit erklärt, wären die Bayern nicht so schreckliche Grobiane. Man kann ihnen gar nichts erklären, weil sie einen sofort vor die Tür setzen. Diese Grobheit wird im bayrischen Dialekt »Gemütlichkeit« genannt. Hier ist jeder gemütlich,
derjenige, der einem auf der Straße das Fell über die Ohren zieht, derjenige, bei dem man etwas kauft, und auch der, der einen bedient. Eine Kellnerin, die mir auf einen Gulden herausgab, hatte unterdessen mit dem neben mir sitzenden Gast, der sich mit seinem
Bekannten unterhielt, folgendes Gespräch: »Können Sie nicht das Maul halten, wenn ich rechne? Ich lass’ mich doch nicht von Ihren blöden Reden durcheinanderbringen!
« Ich empfahl mich ihr so unterwürfig wie möglich, erkühnte mich, ihr einen Sechser
Trinkgeld zu geben, und gleich war sie »ungemütlich«; sie öffnete den breiten Mund zu einem Lächeln und sagte zu mir: »Kummen’s boald wieder!« Der Gast dort aber murmelte etwas, was sich ausnahm wie: »Wegen so an lumpigen Ausländer! ’s ischt so a Pollacke!«
Ansonsten ist das Volk gutherzig, redlich und vertrauensselig. In den Kaffeehäusern beispielsweise, sowohl in weniger als auch mehr eleganten, sah ich niemals, daß ein Gast die Kellnerin zum Zahlen gerufen hätte, wenn sie nicht gerade neben ihm stand.“

 

 
Jan Neruda (9 juli 1834 – 22 augustus 1891)
Het huis met de twee zonnen in Praag met links een gedenkplaat voor Jan Neruda

 

De Duitse schrijver, draaiboekauteur en producent Peter Märthesheimer werd geboren op 9 juli 1937 in Kiel. Zie ook alle tags voor Peter Märthesheimer op dit blog.

Uit: Das forschende Kind

„Ein Held, sagte Fassbinder, ist ja dazu da, dass er tut, was der Zuschauer auch gerne tun würden, war zu tun er sich aber nicht traut. Und was die Wirklichkeit angeht, sagte Fassbinder, muss der Held ja nicht wirklich gewinnen, wenn das in der Wirklichkeit nun mal nicht geht. Aber er muss sich Mühe geben und gewinnen, und der Zuschauer muss ihm wünschen, dass er gewinnt, und wenn er dann doch verliert, dann muss der Zuschauer empört darüber sein, dass die Welt ihn nicht hat gewinnen lassen diesmal, aber er wird dran glauben, dass er das nächste Mal auf alle Fälle gewinnen wird. Dazu hat man ja das Kino. Das Fernsehen, sagte ich, aber ich hatte verstanden, dass Fassbinder mit Kino nur etwas meinte, was die Menschen zum Träumen über ihre besseren Möglichkeiten bringen könnte.
Acht Stunden sind kein Tag hat eine sehr einfache Erzählstruktur, eine sehr einfache Erzählweise, sehr einfach zu begreifende Erzählinhalte.
Gerade diese radikalen Vereinfachungen, die das Genre nahelegte, machen diese fünf Filme auch so lehrreich, sie sind doch gleichsam durchsichtig und lassen die Mittel erkennen, die Fassbinder eingesetzt hat, um die erwünschten Wirkungen zu erreichen: Etablierung der Figuren, Exposition des Konflikts, Identifikation mit der Hauptfigur, Identifikation schließlich mit der besonderen Haltung, die die Hauptfigur gegenüber dem Konflikt einnimmt, das klassische dramaturgische Handlungsmuster also. Fassbinder hatte es den einschlägigen Familienserien entliehen, von denen er sich in der Vorbereitungszeit jeden Meter ansah, dessen er nur habhaft werden konnte. Aber das ist doch die Bourgeoisie, sagte ich und wir müssen eine Serie über Arbeiter machen.
Das ist ja der Witz, sagte Fassbinder, dass unsere Arbeiter so tun müssen, als ob sie die Bourgeoisie wären, nämlich frei und selbstbewusst und frech, und nicht so eingeschüchtert und sorgenvoll, wie die Arbeiter in den Arbeiterfilmen immer aussehen. Sollen unsere Filme den Leuten Spaß machen oder Angst? Spaß natürlich, sagte ich, und Mut zum Kämpfen. Aber die Bourgeoisie kämpft nun einmal erfolgreich mit individuellen Strategien, und die Arbeiter können nur als Klasse kämpfen.“

 

 
Peter Märthesheimer (9 juli 1937 – 18 juni 2004)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e juli mijn blog van 9 juli 2017 deel 2.

Gerard Walschap, Tim Hofman, Hans Arnfrid Astel, June Jordan, John Heath-Stubbs, Ann Radcliffe, Mervyn Peake, Jan Neruda, Peter Märthesheimer

De Vlaamse schrijver Gerard Walschap werd geboren op 9 juli 1898 in Londerzeel. Zie ook alle tags voor Gerard Walschap op dit blog.

Uit:Houtekiet

“Met de andere hand grijpt hij haar pols en houdt hem in bedwang. Dat nu kan op de hoeve geen enkel man. Want aangegrepen in stal, schuur of onder de koe, vlucht Lien nooit voor een man en roept ook nooit: één wrong en los is ze, zelfs uit de greep van Leo, die een zak graan op de kar gooit zoals gij en ik een bussel stroo.
‘Merci Mieke,’ zegt Houtekiet.
Zij, ontstemd: ‘Ik heet Lien.’
De koe die, weeral dwars, hem niet naar de wei wil volgen, trekt hij, als wederdienst voor de dronk, eenvoudig bij de horens tot waar ze zijn moet. Ook dat kan niemand anders: geen dier verdraagt dat ge aan zijn horens komt.
Van avond naar avond groeit haar verlangen hem weer te zien. Alsof de dwarse koe het weet, en haar uit Deps wil houden, blijft ze de zevende dag in de wei. Lien gaat nochtans Deps in. Zacht en smekend roept ze er vruchteloos zijn naam. Alsof de oude Mandus ook van haar verlangen weet, vertelt hij nog tergender langzaam dan anders dat hij de boswachter gezien heeft. Als hem de eer te beurt gevallen is de boswachter te zien, deze grote der aarde, heeft de boswachter gewoonlijk Houtekiet gezien en de hoop uitgesproken hem nog deze nacht te kunnen neerschieten en in de grond steken gelijk een hond vol schurft.
Van eindeloos ver vertrekt Mandus’ verhaal. ‘Schoon weer, Mandus, zegt hij zo. Ja, zeg ik, boswachter, als ’t zo maar blijft. ’t Zal zo blijven, Mandus, zegt hij zo. Ik zeg zo, mijn gedacht is van niet, boswachter.’ Plots gilt Lien, nijdig als een spin, dat al dat schoon weer er niet bij te pas komt, zeg wat hij gezegd heeft en daarmee uit. Weer heeft hij gezegd dat Houtekiet er vannacht aan moet. ‘Ik schiet hem neer, Mandus, en ik steek hem in de grond gelijk een hond vol schurft.’ Hij heeft het telkens met dezelfde woorden gezegd.
Na die nacht echter van angstig luisteren naar het schot dat nooit afgaat, kan zij Houtekiet toelachen, breed en zalig, hem de emmer melk aanbieden en hij drinkt hem half leeg. Daarna neemt hij met grote eenvoud haar borsten en ontknoopt haar jak. Het is haar te veel dat zij voortmelkt, zwaar en rood ligt haar hoofd aan de flank van de koe. Als hij het zijne onder haar arm doorsteekt om aan haar harde, witte borst te zuigen, poogt zij nog te gekscheren, dat zij zelf nog geen melk heeft, maar de lach versterft tussen haar trillende lippen en opeenklemmende tanden: hij wringt haar van de driepoot. Als zijn uitgewoede mond op de hare valt, schiet een sterke straal koemelk tussen hun beider lippen: onbewust heeft zij de koedeem geledigd die zij nog in de hand hield. Hoe lachen zij.”

 

 
Gerard Walschap (9 juli 1898 – 25 oktober 1989)
Cover

Lees verder “Gerard Walschap, Tim Hofman, Hans Arnfrid Astel, June Jordan, John Heath-Stubbs, Ann Radcliffe, Mervyn Peake, Jan Neruda, Peter Märthesheimer”

Gerard Walschap, Hans Arnfrid Astel, June Jordan, Mervyn Peake, Ann Radcliffe, John Heath-Stubbs

De Vlaamse schrijver Gerard Walschap werd geboren op 9 juli 1898 in Londerzeel. Zie ook mijn blog van 9 juli 2010 en eveneens alle tags voor Gerard Walschap op dit blog

Uit: Celibaat

“Uit het naamlooze volk, dat toen nog niet zelf zijn naam kon schrijven, werkte zich een man op tot welstand. Dat is lang geleden, niemand onzer heeft er gedenken van. Hij was groot, mager, zwijgzaam en hij kon zijn klak even goed aan zijn neus hangen als aan den kapstok. Een naam in een akt voor doop, huwelijk of dood heeft niets te beteekenen, maar in een koopakt, gepasseerd voor notaris, wordt hij belangrijk. Toen de naam van dezen man keer na keer geschreven werd op notarieele stukken, want hij kocht grond, grond en nog weer grond, bemerkte men dat het een adellijke naam was. Eens bracht de man zelfs adelbrieven mee en de notaris deed bewonderend: hm, sapperloot, man! De man stak ze weer op zak zonder boe of ba. Jaren en jaren had zijn adellijk geslacht in mest en scheeve koterijen zijn kwaad geboet en zijn bloed vernieuwd. Nu trad het uit den donkere en uit de naamloosheid der massa weer naar voren.
De boer had zeven zonen, geen dochters. Zij waren kleiner dan hij, maar breeder gebouwd, met korte nekken en hun neuzen waren dezelfde roofvogelsnavels. Twee ervan trouwden. De anderen begrepen dat het goed niet in zeven stukken mocht verdeeld worden en dat hun bloed te krachtig was voor huiselijke teelt. Zij namen de meiden en alle welstellender boerendochters, die er van droomden een d’Hertenfeldt te trouwen. Het waren cynieke gierige krachtmenschen, die uiterlijk kerk en sacrament erkenden, maar in den grond aan God noch gebod geloofden. Zachte gevoelens kenden zij niet. De meisjes die zij bedrogen, moesten volgens hen maar beter oppassen. Zij hielpen in nood als het hun van nut kon zijn, als zij het zich in het hoofd gezet hadden, als men niet betoogde dat ze het moesten omdat het zooveel als een plicht was, en als men zei dat ze niet durfden.
Tegen die durft ge niets doen, zei een van hun knechten toen de gendarmen hem kwamen halen omdat hij dien nacht gestroopt had. De oudste stond van tafel op, ging in de deur staan, zoodat de gendarmen niet binnen konden, en zei dat het een vergissing was, want de knecht had den heelen nacht met hem gewaakt bij een drachtige vaars.”

 
Gerard Walschap (9 juli 1898 – 25 oktober 1989)

Lees verder “Gerard Walschap, Hans Arnfrid Astel, June Jordan, Mervyn Peake, Ann Radcliffe, John Heath-Stubbs”

Gerard Walschap, Hans Arnfrid Astel, June Jordan, Mervyn Peake, Jan Neruda

De Vlaamse schrijver Gerard Walschap werd geboren op 9 juli 1898 in Londerzeel. Zie ook mijn blog van 9 juli 2010 en eveneens alle tags voor Gerard Walschap op dit blog

Uit: Houtekiet

“Het leven van Houtekiet onzen stamvader begint met zijne ontmoeting van Lien, want van al wat daaraan voorafging weten wij niets. Lien en de andere meid, Liza, molken elken morgen en avond de koeien, ook de eigenzinnige die telkens door het water waadde, waar Deps sinds eeuwen een wildernis was vol kattestaart, brem, heikruid, bramen, struiken, ook wel eens een spar. De oude knecht Mandus, die altijd door het water moest om ze terug te halen, wenschte dat ze mocht het land uitloopen, verdrinken, zich de pooten breken, een hommelzwerm op den snuit krijgen. Hij beweerde dat er ergens een stier moest zitten, vermits er niets te grazen was. Eindelijk vond hij een lange dikke smalle plank, legde die over het water en de melkster moest daar maar over, dat was Lien.
De plank wiegde diep door en wipte haar in ’t water als ze te vlug wilde gaan, maar veel erger was de angst bij valavond. Heel de wildernis leeft, ritselt. Als zij er fijn op let, is het of de grond onder haar voeten meebeweegt. Zij vreest dat een mol onder haar rokken boven grond zal komen. Het zit daar ook vol otters, fluwijnen, fretten en als ge stil zit te melken! Soms springt ze op.
Maar ze durft langen tijd niet eens omzien als Houtekiet haar in den rug nadert, iets groots, ze denkt aan Mandus’ stier. Daar het een mensch is moet het Houtekiet zijn, die sinds eenige dagen weer op Deps zit, zegt men. Maar allen geven hem baard tot aan de oogen, haar tot aan de wenkbrauwen alles pekzwart, armen tot aan de knieën, gestalte een meter vijftig, schouderbreedte wel een meter. Hij loopt hardst op handen en voeten, zegt men, hij bespringt als een weerwolf mensch en beest en bijt ze den nek af, hij kraakt de stroopers in zijn armen, hun ribben doen knap, knap, knap en gedaan is het. Omdat deze man heel anders is en zij hem schoon vindt, oprecht schoon, zegt zij hem dat hij toch heel zeker Houtekiet niet is, maar hij antwoordt van wel.Een zwaarte zinkt in haar beenen, maar geen angst en daar ze nu uitgevraagd is, neemt ze hem nog eens goed op, om Mandus te kunnen uitlachen en allen die beweren Houtekiet zoo dikwijls te hebben gezien. Ze zal nog meer kunnen vertellen dan hoe hij er uit ziet en hoe oud hij moet zijn, want als hij den emmer melk van tusschen haar beenen gepakt heeft en zij aan zijn arm wil trekken omdat er geen eind komt aan zijn drinken, houdt hij met de eene hand den emmer aan zijn mond. Dat kunnen er niet veel.”

 
Gerard Walschap (9 juli 1898 – 25 oktober 1989)

Lees verder “Gerard Walschap, Hans Arnfrid Astel, June Jordan, Mervyn Peake, Jan Neruda”

Thijs Zonneveld, Gerard Walschap, Hans Arnfrid Astel, June Jordan, Mervyn Peake, Jan Neruda

Bij de Tour de France

 

 

 

Wout Poels

 

 

Uit: Hé Woutje (Column)

 

“Ergens ben je het kleine broertje van het hele peloton. Zo’n klein, fragiel, bleu jochie met een zachte g. Toen ik je voor het eerst zag fietsen dacht ik: ach gut. En ik was niet de enige.

Ik weet nog die ene wedstrijd in Spanje, toen je na de finish ruzie kreeg met een doorgesnoven Portugees die je te lijf ging met zijn achterwiel. Voordat die vent zijn wiel op je hoofd had kunnen timmeren stonden we er met tien man tussen. Kom niet aan mijn kleine broertje.

Maar nu lig je in een ziekenhuisbed met een gescheurde nier, een gescheurde milt, gebroken ribben en gekneusde longen. Je bent een ruimteschip van Lego waaraan je maanden hebt gewerkt – en dat je ’s morgens in duizend stukjes op de grond naast je nachtkastje vindt. Zo kapot. Zo oneerlijk kapot.

Dit was jouw Tour, Woutje. De ene waarin je een rit zou winnen, en de bolletjestrui. Het kon zomaar, want dit was de Tour van de Nederlanders. We zouden in totaal achtenvijftig etappes winnen en minstens elf man bij de eerste tien van het klassement wurmen.

Dit was onze Tour. Die waar we al jaren op wachten. Die waarvan we al jaren zeggen dat ie er volgend jaar aan komt. Tien jaar geleden beloofden we elkaar dat we volgend jaar heel goed zouden zijn, vijf jaar geleden deden we hetzelfde; drie jaar geleden, twee jaar geleden en vorig jaar wisten we ook zeker dat het volgend jaar allemaal goed zou komen. Maar hoe zeker we het ook wisten en hoe hard we het ook hoopten, het lukte niet.”

 

 

 

Thijs Zonneveld (Leiden, 28 september 1980)

Lees verder “Thijs Zonneveld, Gerard Walschap, Hans Arnfrid Astel, June Jordan, Mervyn Peake, Jan Neruda”

Gerard Walschap, Hans Arnfrid Astel, June Jordan, Mervyn Peake, Jan Neruda

De Vlaamse schrijver Gerard Walschap werd geboren op 9 juli 1898 in Londerzeel. Zie ook mijn blog van 9 juli 2010 en eveneens alle tags voor Gerard Walschap op dit blog.

 

Uit: Belijdenis

„Heer, alles wat Gij mij liet aandoen door uw tuig, de menschen, en door uw dienaars, de duivelen, is mij ten goede geworden.

Gisteren was het een donkerblauwe avond waarin ik lang gewerkt heb tot het nachtte en ik moe was. Heer, Gij weet hoe moe. Ik doofde mijn licht en stond aan het raam. Ik zag de rustige benedictie van uw weidschen nacht hangen over de dwaze stad die maar niet stil kan worden (alsof onder de rust van uwe nachten haar geweten nog maar pijnlijkst knaagt). En ik dacht hoe soeverein van vrede die nacht wel staan moest over ’t stille dorpke waar mijn gelieven wonen. Vooral dacht ik, Heer, hoe die nacht wel zijn moest nog veel vender, waar zij toen rustte en sliep die ik zeer liefheb.

Het was of ik sinds lang niet meer gebeden had, niet meer gesproken met U. Nu waart Gij opeens mij nabij in de sereenheid van uw koele nachten en het peiselijk licht dat vloeit uit uw goudene sterren. Alsof ik weer, gelijk in dagen van afzondering, voelbaar uw milde handen kon drukken, werd mijn hart opeens van alle weelde warm, en ik leunde moe, met schouder en hoofd, tegen de raamkozijnen, alsof ik aanleunde tegen uw schouder en kon fluisteren aan uw oor veel innigs uit mijn ziel dat ik zelden kan zeggen: mijn eenzaamheid, Heer, en veel snikkend verlangen. Gij zult nog weten dat ik toen vroeg dien nacht zacht te maken en vol zoete vertroosting voor mijn gelieven hier en ginder in het lieve landeke, Vlaanderen, en voor de geliefde gansch bizonder.

Toen stond ik rustiger tegen het raamkozijn. De stad werd niet stil. Rilde rees op de lucht ’t zwartkanten silhouet der kathedraal. In verveling, maar met deernis, bleven de straatlantarens waken, omdat anders de stad met haar slecht geweten te bang zou worden.

Ik heb u bedankt voor de rust die in mij was en omdat Gij mijn avondlange eenzaamheden verlucht met intieme verblijdenissen. Ik heb u nogmaals beloofd wat ik U dikwijls toezeg, vooral als ik moe ben, dat ik me wil afsloven voor U en voor haar.“

 

Gerard Walschap (9 juli 1898 – 25 oktober 1989)

In 1952

Lees verder “Gerard Walschap, Hans Arnfrid Astel, June Jordan, Mervyn Peake, Jan Neruda”

Gerard Walschap, Hans Arnfrid Astel, June Jordan, Mervyn Peake, Jan Neruda, Peter Märthesheimer, Ann Radcliffe

De Vlaamse schrijver Gerard Walschap werd geboren op 9 juli 1898 in Londerzeel. Zie ook mijn blog van 9 juli 2006.

Uit: Ons geluk

 

“Ik zie ‘Frank J.M.L.’ Rottiers nog voor den eersten keer binnenlaveeren bij Door Onckeloms. Niemand heeft ooit van hem gehoord. Hij zit nog niet of heeft al in de gaten dat hij een slag kan slaan. Komt Gemmeke thuis uit het pensionaat, niet onverwacht maar met een tram vroeger dan gezegd. Maar Gemmeke toch, maar zoeteke, kakelt haar moeder, loop, papa is nog in de brouwerij, ga hem verrassen. Het kind weg en de krabber valt de moeder te voet. Hij gaat op één knie zitten. O madam, laat mij dien engel schilderen. Alstublieft madam, alstublieft. Die moeder heeft ook oogen, zij weet zoo goed als een ander dat haar kinderen nog leelijker zijn dan haar man en dat wil wat zeggen, want de Onckeloms’ hebben allemaal een wipneus en smoel: een vooruitspringende kin en opgeblazen kaken. Och meneer Rottiers, zegt ze naief, we hebben juist nog voor ik weet niet hoeveel geld portretten laten maken en er zijn toch zooveel schooner jonge meiskens. Maar hij dweept voort. Dat het kind type heeft, dat hij geen etalagepoppen schildert, dat hij heel zijn leven gedroomd heeft van een schilderij ‘De Zuiverheid’ en dit is nu eindelijk het ideaal model dat hij nooit heeft kunnen vinden. Weersta daaraan als moeder. Onckeloms, die goede stier, is diep ontroerd. Ge ziet dat aan hem als hij gedurig het een been over het ander gooit en zich verschikt, krochend alsof hij telkens op een punaise zit. Ik zwijg, wat gaat het mij aan. En ik wil niet jaloersch schijnen. Nu smeert Rottiers ook mij het gezicht vol honig. Er hangen daar twee teekeningskens van mij en een akwarelleken. Hij vindt die voor een liefhebber oprecht goed, zegt hij, kom maar af, ik zal u les geven, ge zult iets worden. Ik vertik het, ik heb van hem niets noodig. Een maand later komt Onckeloms af met een ‘voorstudie’ voor zijn portret, dat niet zal heeten ‘Portret van Mr. Isid. Onckeloms’ maar ‘De groot-industrieel’. Het gelijkt zooveel op hem als op mij. Tot daar, men kan als princiep stellen dat een portret niet moet gelijken. Maar het is ook leelijk. De brouwer is echter blij als een kind.”

 

 

walschap1939

Gerard Walschap (9 juli 1898 – 25 oktober 1989)

 

De Duitse dichter Hans Arnfrid Astel werd geboren in München op 9 juli 1933.

 

Adieu

ADIEU, Kleiner, am Grab
ließ ich den Maikäfer fliegen,
den ich vom Ostbahnhof
mitgebracht hatte
nach Handschuhsheim.

 

 

 

Berlin Alexanderplatz

 

Schlange stehn zum Essen,

okay, wenn das sein muß,

aber dann, wenn du dran bist,

die Frage, was wolln Sie denn hier,

na, raten Sie mal,

essen natürlich, aber er,

mit den Haaren nich,

bei uns nich – mein Sohn

war auch dabei, ebenfalls

mit langen Haaren, der wär mir

fast ein Kalter Krieger geworden,

also bitte, Genossen,

macht nicht solchen Scheiß.

 

 

 

Liebesanblick

von Dante Gabriel Rossetti

 

Wann sehe ich am besten dich, Geliebte?

Wenn dort im Licht die Geister meiner Augen

Vor deinem Antlitz, ihrem Altar, feiern

Anbetung der durch dich bekannten Liebe?

 

Oder in Dämmerstunden – wir allein –

Wenn nah geküßt, beredte Antwort gebend,

Zwielicht-verborgen dein Gesicht mir schimmert

Und unsre Seelen ganz sich eigen sind?

 

O meine Liebe, wenn ich nicht mehr sähe

Dich selbst, noch auf der Erde deinen Schatten,

Noch deiner Augen Abbild in der Quelle, –

 

Wie tönte dann am dunkeln Lebensabhang

Der Wirbelfall verdorbner Hoffnungsblätter,

Der Wind des unverderblichen Todesflügels?

 

Astel

Hans Arnfrid Astel (München, 9 juli 1933)

 

De Afro-Amerikaanse schrijfster, dichteres en politiek activiste June Jordan werd geboren op 9 juli 1936 in New York.

APRIL 10, 1999

The enemies proliferate
by air
by land
they bomb the cities
they burn the earth
they force the families into miles and miles of violent exile

30 or 40 or 80,000 refugees
just before this
check-point
or who knows where
they disappear

the woman cannot find her brother
the man cannot recall the point of all
the papers somebody took
away from him
the rains fall to purify the river
the darkness does not slow the trembling
message of the tanks

Hundreds of houses on fire and still
the enemies do not seek and find
the enemies

only the ones without water
only the ones without bread
only the ones without guns

There is international TV
There is no news

The enemies proliferate
The homeless multiply
And I
I watch I wait

I am already far
and away
too late

too late

 

Jordan

June Jordan (9 juli 1936 – 14 juni 2002)

 

De Engelse schrijver, tekenaar, illustrator en dichter Mervyn Peake werd geboren op 9 juli 1911 in Lushan (Kuling) in Jiangxi, een province in centraal China.

 

Uit: Lovers: Mervyn and Maeve Peake. A Personal Memoir (door Michael Moorcock)

 

„The Peake parties were lush and rich but never self-conscious. The PreRaphaelite enthusiasms of the 60s, which brought Melvyn Bragg into a room dressed as if for the set of Isodora, which he was then writing, in black velvet, with silver rings, married well with the dark Fitrovian colours of Mervyn’s canvasses, though Peake had no particular enthusiasm for the previous century. His preference was for the present, for Soho and the post-war world of eccentric Londoners whose portraits he collected in what he called his head-hunting sessions. At this stage of his life, however, because it reflected the concerns of his generation, his painting was somewhat out of fashion. England had entered one of her uncertain, self-examining periods of nostalgia, looking back to the fin-de-siecle and Edwardian social certainties.

Mervyn was dramatically handsome and his wife Maeve was dramatically beautiful. They had been a remarkable couple for years, though they had not mixed a great deal with the fashionable bohemians of their day. They had spent quite a lot of time away from London, in Sark in particular. They had come to prefer each other’s company. Although an accomplished painter, she had put aside her own work for the most part, concentrating on her children. He drew her and painted her a lot. She is there in everything he did. He wrote her poems when he was taken into the army during the second world war, he produced fictional versions of her in his Titus Groan, whi
ch he wrote when he was drafted into the army. On leave, he would draw her and the children. He was an inexpert soldier. He had a mild breakdown, which kept him away from overseas conflict. Eventually, he was commissioned as a war artist.“

 

mervyn_peake

Mervyn Peake (9 juli 1911 – 17 november 1968)
Zelfportret

 

De Tsjechische schrijver en dichter Jan (Nepomuk) Neruda werd op 9 juli 1834 geboren in Praag.

Uit: Die Hunde von Konstantinopel (Reisebilder, vertaald door Christa Rothmeier)

 

„Gebäude sind angeblich Hieroglyphen, Denkschriften, die sich die Geschichte selbst in der Sprache

der Steine schreibt. Nun, diese griechischen Bauten in München* kamen mir vor wie eine dekorativ ausgeführte griechische Schrift um das schülermäßige deutsche Kurrent herum. Der Kalligraph war König Ludwig. Er hatte den besten Willen und echten ästhetischen Takt; er hat auch Wunder bewirkt und den raren Reichtum von Kleinodien hierhergeschafft – aber wer ist für die Kurrentschrift verantwortlich!

Ein Florenz wollten sie aus München machen, doch fehlten ihnen dazu ein paar Kleinigkeiten, zum Beispiel das Florenz in seinen nichtkünstlerischen Teilen, die Florentiner Geschichte, der Florentiner

Himmel und das Florentiner Volk. Ludwig hat Wunder bewirkt, und dennoch haftet allem der Charakter

von Gemachtheit an. Ärmere und kleinere bayerische Städte wie Regensburg sind dadurch, daß sie historisch langsam gewachsen sind, schöner.

Der Münchner Himmel hat noch krausere Einfälle als ein Karikaturist der »Humoristischen Blätter«. Im Winter fällt haufenweise Schnee, um sich taschenspielerartig im Nu in originärsten Schlamm zu

verwandeln, und im Sommer scheint die Sonne nur, damit die Leute die Regenschirme zu Hause lassen und die Sonne sie nach einem Regenspritzer selber trocknen kann. Die klimatischen Verhältnisse sind mannigfaltigster Art, ja, man erzählte mir, es wäre im Winter sogar das Wehen des Schirokkos zu spüren.

Landschaftsmaler delektieren sich an den eigenartigen Wolkenformen, dem purpurnen Morgenund

Abendrot. »Der Abschluß der Maximilianstraße durch Maximilian gefällt mir nicht«, sagte ich jemandem, »etwas Offeneres wäre hier passender.« – »Mir hat es auch nicht gefallen«, antwortete er, »solange ich es nicht bei gerötetem Himmel sah.«

 

neruda_1

Jan Neruda (9 juli 1834 – 22 augustus 1891)

 

 

Zie voor de vijf bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 9 juli 2007 en ook mijn blog van 9 juli 2008 en ook mijn blog van 9 juli 2009.

 

 

De Duitse schrijver, draaiboekauteur en producent Peter Märthesheimer werd geboren op 9 juli 1937 in Kiel. Zie ook mijn blog van 9 juli 2009.

 

Uit: Die Ehe der Maria Braun

 

Als ich Die Ehe der Maria Braun schrieb, hatte der deutscheFilm, so scheint es mir heute, gerade seine vielleicht wunderbarste Zeit – so einfach und so leichtsinnig und so unbefangen war damals

alles. Jedermann, der halbwegs wußte, was ein Perforationsloch ist, drehte damals Filme, und die, die es nicht wußten, drehten erst recht Filme. Keinem wurde das Filmedrehen verübelt, sondern alles, was da so überreichlich und quasi naturwüchsig aus den Kameras kam, wurde als aufregend und interessant und irgendwie bedeutsam empfunden, von den wenigen, die den Film gesehen hatten

wie von den vielen, die ihn nicht gesehen hatten und jedenfalls von denen, die ihn gemacht hatten. Es war eine wunderbare Zeit. Klaus Lemke hatte gesagt: Filmen ist leben und leben ist filmen, Fassbinder hatte gesagt: Schlafen kann ich noch, wenn ich tot bin, und die Filme von Wim Wenders waren auch damals schon ehrfurchtgebietend, aber immerhin doch bloß zwölf Minuten lang.“

 

Märthesheimer

Peter Märthesheimer (9 juli 1937 – 18 juni 2004)

 

 

De Engelse dichteres en schrijfster Ann Radcliffe werd geboren op 9 juli 1764 in Londen. Zie ook mijn blog van 9 juli 2007 en ook mijn blog van 9 juli 2008 en ook mijn blog van 9 juli 2009.

 

Sonnet

 

Hail! to the hallow’d hill, the circling lawn.

  The breezy upland, and the mountain stream!

The last tall pine that earliest meets the dawn,

  And glistens latest to the western gleam!

 

Hail! every distant hill, and dowland plain!

  Your dew-hid beauties Fancy oft unveils;

What time to Shepherd’s reed, or Poet’s strain,

  Sorrowing my heart its destin’d woe bewails.

 

Blest are the fairy hour, the twilight shade

  Of Ev’ning wand’ring thro her woodlands dear;

Sweet the still sound that steals along the glade;

  ‘Tis Fancy wafts it, and her vot’ries hear.

 

‘Tis Fancy wafts it!–and how sweet the sound!

  I hear it now the distant hills uplong;

While fairy echoes from their dells around,

  And woods and wilds, the feeble notes prolong!”

 

 

annradcliffe

Ann Radcliffe (9 juli 1764 – 7 februari 1823)

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e juli ook mijn vorige blog van vandaag.

 

 

Gerard Walschap, Mervyn Peake, Jan Neruda, Hans Arnfrid Astel, Peter Märthesheimer, June Jordan, Ann Radcliffe, John Heath-Stubbs, Jean Cassou, Barbara Cartland, Johanna Schopenhauer, Johann Götz, Alexis Piron, Matthew Lewis, Robert Gratzer

De Vlaamse schrijver Gerard Walschap werd geboren op 9 juli 1898 in Londerzeel. Zie ook mijn blog van 9 juli 2006 en ook mijn blog van 9 juli 2007 en ook mijn blog van 9 juli 2008.

Nocturne

Ik waak op in den nacht

voor uw klop aan mijn deur,

wreed leed van veel maanden en jaren,

g’hebt lam Blijdschap geslacht

en zijn bloed blijft een smeur

op uw kleed en uw lang hangende haren.

 

Zoude ik oopnen dees deur

die ‘k op onrusten sloot

voor de rust van bewustlooze nachten,

om geen troostloozen treur,

doch ’t verheugdere rood

van Gods dapperen daagraad te wachten.

 

Oh voor één nacht van hoop

keer uw angstige schrêe,

laat uw treden mijn drempelen duchten,

of de dag misschien droop

van Gods klaarten, Gods vrêe,

of Gods’ vreugde verlichtte al de luchten!

 

Gun me rust nog één nacht

tot den uchtlijken stond;

als God laatste vlam hoop zoude blusschen

kom dan weder, u wacht

open woonst, en mijn mond

wacht uw heetste en uw bitterste kussen.

 

Oh bestendig getok

van verduldig wreed leed

als een snuivende dier rond de muren…

Zie, den slagboom vertrok

ik en ‘k open een spleet,

want uw aandrang, wie kan hem verduren?

 

Maar ik plof op den knie

vóór uw aanschijn bebloed 

en een snik stropt mijn keel tot versmorens,

want uw aangezicht, zie,

is Gods aanschijn en ’t bloed

is het bloed van Gods nagelen en dorens.

 

walschap

Gerard Walschap (9 juli 1898 – 25 oktober 1989)

 

De Engelse schrijver, tekenaar, illustrator en dichter Mervyn Peake werd geboren op 9 juli 1911 in Lushan (Kuling) in Jiangxi, een province in centraal China. Zie ook mijn blog van 9 juli 2007 en ook mijn blog van 9 juli 2008.

 

Uit: Titus Groan

 

„Gormenghast, that is, the main massing of the original stone, taken by itself would have displayed a certain ponderous architectural quality were it possible to have ignored the circumfusion of those mean dwellings that swarmed like an epidemic around its outer walls. They sprawled over the sloping earth, each one half way over its neighbour until, held back by the castle ramparts, the innermost of these hovels laid hold on the great walls, clamping themselves thereto like limpets to a rock. These dwellings, by ancient law, were granted this chill intimacy with the stronghold that loomed above them. Over their irregular roofs would fall throughout the seasons, the shadows of time-eaten buttresses, of broken and lofty turrets, and, most enormous of all, the shadow of the Tower of Flints. This tower, patched unevenly with black ivy, arose like a mutilated finger from among the fists of knuckled masonry and pointed blasphemously at heaven. At night the owls made of it an echoing throat; by day it stood voiceless and cast its long shadow.“

 

mervynpeake

Mervyn Peake (9 juli 1911 – 17 november 1968)

 

De Tsjechische schrijver en dichter Jan (Nepomuk) Neruda werd op 9 juli 1834 geboren in Praag. Zie ook mijn blog van 9 juli 2007 en ook mijn blog van 9 juli 2008.

 

Uit: Die Hunde von Konstantinopel (Reisebilder, vertaald door Christa Rothmeier)

 

Die zwei nackt aussehenden Türme der Frauenkirche, oben in zwei riesigen Birnen endend, und rundherum ein paar nichtssagende Häuser und Häuschen, so zeigt sich München dem Fremden. Und von diesem ersten Eindruck verliert sich wahrlich wenig. Die pfeilschnell fließende Isar verzweigt sich, manchmal allerdings künstlich, in zu viele und zu schwache Arme, als daß die Stadt durch den Anblick eines großen Flusses gewänne. Weit um die Stadt erstreckt sich eine unschöne, unfruchtbare Ebene; erst in den hintersten Nebeln schimmern die schneebedeckten Alpen.

Ich kann nichts dafür, daß mir München nur wie eine Kleinstadt vorkam. Mit Ausnahme einer einzigen, vom schönen, von Bürklein erbauten Bahnhof zur Vorstadt Au führenden Straße sind die übrigen Stadtteile still, einzelne fast tot. Die Geschäfte können sich hinsichtlich Eleganz bei weitem nicht mit den Pragern messen, die Häuser sind vorwiegend häßlich, die Straßen unregelmäßig, schmal, schlecht gepflastert oder ganz ohne Belag. Schön sind nur zwei, die Ludwig- und die Maximilianstraße; doch ist die eine noch unfertig, die andere trotz ihrer Pracht fast zum Gähnen leblos. Hier residiert die österreichische Botschaft, in deren Haus ich – da der »Eintritt in die Kanzlei niemandem gestattet« ist – nur den Herrn Hausmeister und noch irgendeinen ähnlichen Herrn kennenlernte. Die französische Botschaft befindet sich in der lebhafteren Briennerstraße und ist mit sehr höflichen und entgegenkommenden Leuten besetzt, zu denen man sogar direkt in die Kanzlei treten darf.

Um aber zu den Straßen zurückzukehren, ich glaube, die Münchner könnten getrost eines ihrer Siegestore oder die Propyläen oder auch ein Stück der Neuen Pinakothek verkaufen und sich dafür ein bißchen Pflaster, bessere Kanäle und besseres Trinkwasser kaufen. Man würde gar nicht erwarten, hier in einer ansehnlichen Straße mit vielen Palästen nichts als einen Fahrweg vorzufinden, mit Gräben daneben, damit der schöne klebrige Schlamm, sofern er das will, abfließen kann! Mir fielen auf sämtlichen Photographien von München die kotigen Schuhe auf, eine Uniformität, die fast wie ein Nationalkostüm wirkt.“

 

jan_neruda

Jan Neruda (9 juli 1834 – 22 augustus 1891)
Standbeeld in Praag

 

De Duitse dichter Hans Arnfrid Astel werd geboren in München op 9 juli 1933. Zie ook mijn blog van 9 juli 2007 en ook mijn blog van 9 juli 2008.

 

 

Abend

Der Mystiker

schlägt die Augen nieder.

Er sieht den Himmel

durch die kahlen Zweige.

Das ist der Regenbogen-

druck auf den Augen.

 

 

Hafenrundfahrt

Hamburger Hafenrundfahrt.

Pfingsten. China im Bild.

Fünf Chinesen, die zurückwinken,

streicheln ihr Schiff.

 

 

Prosa & Vers

Nach dem Unterschied zwischen

Prosa und Vers befragt, will ich

in prosaischen Versen antworten:

Sprache ist Wasser. Witz, Tau,

etwas durchaus Liquides,

das den Kiesel benetzt,

der leuchtet am Strand –

ein Geburtswasser der Ingestalt,

Hebammenhumor sozusagen,

mit beiden Füßen in der Luft,

nicht mit fünfen auf dem Boden.

Wenn die Politiker stabreimen

in Frieden und Freiheit,

gehen die Dichter freiwillig

ins prosaische Exil.

 

ArnfriedAstel

Hans Arnfrid Astel (München, 9 juli 1933)

 

De Duitse schrijver, draaiboekauteur en producent Peter Märthesheimer werd geboren op 9 juli 1937 in Kiel. Hij studeerde economie en sociologie in Frankfurt am Main. Vanaf 1964 werkte hij tien jaar lang als redacteur en dramaturg bij de WDR, daarna tot 1981 bij de Bavaria Film. In 1994 werd hij hoogleraar draaiboek en dramaturgie aan de Filmakademie Baden-Württemberg. Hij schreef o.a. de draaiboeken mee voor de Fassbinder-films Die Ehe der Maria Braun en Die Sehnsucht der Veronika Voss. Ook bij de tv-series Acht Stunden sind kein Tag en Berlin Alexanderplatz werkte hioj met Fassbinder samen. In 2000 verscheen zijn roman Ich bin die Andere, waarin het gaat om de meervoudige persoonlijkheid.

 

Uit: Das forschende Kind

 

Ich habe von der Erwägung gelesen, ein Denkmal für Fassbinder zu errichten, gegenüber dem Arri-Kino sollte es aufgestellt werden, und abgebildet sollte er sein so wie im Leben. Ich fand spontan, dass das ein schöner Gedanke war – ein Denkmal, ja, das würde seine Bedeutung ein für allemal erhalten und sie jedem Nachkommenden bezeugen. Ein wenig später kamen mir Zweifel an diesem Gedanken. Wie sah er denn aus, im Leben? Das halboffene karierte Hemd über den fetten Bauch hängend, die Zigarette in der einen Hand, den Daumen der anderen Hand in den Gürtel gehakt, die zerrissenen Jeans in die martialischen Stiefel gestopft, die Augen in dem nachlässig rasierten Gesicht mürrisch und skeptisch? Oder im weißen Dinnerjacket, eine Rose im Knopfloch, glänzend die Lackschuhe, frisiert die Haare, freundlich der Blick, soweit man das hinter der dunklen Brille ahnen konnte? Und hätte man gewusst, ob die eine oder die andere Erscheinungsform nun die von einer Pressekonferenz oder einer Premiere oder einer Drehpause war? Und warum sollte das Denkmal vor dem Arri-Kino stehen, wo doch gerade er den deutschen Film aus den Arri-Kinos herausgebracht hatte in die Filmpaläste, Saal A? Oder wie könnte es vor dem Filmpalast stehen, wo doch gerade er noch Filme für die Arri-Kinos gemacht hat, als er bei den Filmpalästen schon längst bekannt und gefragt war, aber trotzdem die Filme machen wollte, die er für richtig hielt? Fassbinders Denkmal, glaube ich, sind die Filme, die er gemacht hat. In ihnen ist alles aufgehoben, was in ihm war und was er zu sagen hatte: seine Angst und seinen Mut, seine Freude und seine Verzweiflung, seine Liebe zu den Menschen und sein Misstrauen gegen die Menschen, seine Zärtlichkeit und seine Aggressivität, seine Eitelkeit und seine Scham, seine Arroganz und seine Demut, seine Sehnsucht und seine Abwehr, sein Glück und seine Trauer. In seinen Filmen ist Fassbinder noch lebendig, und wenn man mit seinen Filmen richtig umgeht, wird er immer lebendig bleiben.”

 

Peter_Märthesheimer

Peter Märthesheimer (9 juli 1937 – 18 juni 2004)

 

De Afro-Amerikaanse schrijfster, dichteres en politiek activiste June Jordan werd geboren op 9 juli 1936 in New York. Zie ook mijn blog van 9 juli 2007 en ook mijn blog van 9 juli 2008.

 

 

Poem for My Love

 

How do we come to be here next to each other

in the night

Where are the stars that show us to our love

inevitable

Outside the leaves flame usual in darkness

and the rain

falls cool and blessed on the holy flesh

the black men waiting on the corner for

a womanly mirage

I am amazed by peace

It is this possibility of you

asleep

and breathing in the quiet air

 

 

July 4, 1974

Washington, D.C.

 

At least it helps me to think about my son

a Leo/born to us

(Aries and Cancer) some

sixteen years ago

in St. John’s Hospital next to the Long Island

Railroad tracks

Atlantic Avenue/Brooklyn

New York

 

at dawn

 

which facts

do not really prepare you

(do they)

 

for him

 

angry

serious

and running through the darkness with his own

 

becoming light

 

junejordan-thesepoems

June Jordan (9 juli 1936 – 14 juni 2002)

 

De Engelse dichteres en schrijfster Ann Radcliffe werd geboren op 9 juli 1764 in Londen. Zie ook mijn blog van 9 juli 2007 en ook mijn blog van 9 juli 2008.

 

Song

 

Life’s a varied, bright illusion,

   Joy and sorrow—light and shade;

Turn from sorrow’s dark suffusion,

   Catch the pleasures ere they fade.

 

Fancy paints with hues unreal,

   Smile of bliss, and sorrow’s mood;

If they both are but ideal,

   Why reject the seeming good?

 

Hence! no more! ’tis Wisdom calls ye,

   Bids ye court Time’s present aid;

The future trust not—Hope enthrals ye,

   ‘Catch the pleasures ere they fade.

 

 

Air

 

Now, at Moonlight’s fairy hour,

   When faintly gleams each dewy steep,

And vale and Mountain, lake and bow’r,

   In solitary grandeur sleep;

 

When slowly sinks the evening breeze,

   That lulls the mind in pensive care,

And Fancy loftier visions sees,

   Bid Music wake the silent air.

 

Bid the merry, merry tabor sound,

   And with the Fays of lawn or glade,

In tripping circlet beat the ground,

   Under the high trees’ trembling shade.

 

“Now, at Moonlight’s fairy hour,”

   Shall Music breathe her dulcet voice,

And o’er the waves, with magic pow’r,

   Call on Echo to rejoice.

 

Ann_Radcliffe

Ann Radcliffe (9 juli 1764 – 7 februari 1823)
Boekomslag The Mysteries of Udolpho

 

De Engelse dichter John Heath-Stubbs werd geboren op 9 juli 1918 in Londen. Zie ook mijn blog van 9 juli 2007 en ook mijn blog van 9 juli 2008.

 

 

A Charm Against The Tooth-Ache

Venerable Mother Toothache

Climb down from your white battlements,

Stop twisting in your yellow fingers

The fourfold rope of nerves;

And tomorrow I will give you a tot of whiskey

 

To hold in your cupped hands,

A garland of anise flowers,

And three cloves like nails.

 

And tell the attendant gnomes

It is time to knock off now,

To shoulder their little pick-axes,

Their cold-chisels and drills.

And you may mount by a silver ladder

Into the sky, to grind

In the cracked polished mortar

Of the hollow moon.

 

By the lapse of warm waters,

And the poppies nodding like red coals,

The paths on the granite mountains,

And the plantation of my dreams.

 

Stubbs

John Heath-Stubbs (9 juli 1918 – 26 december 2006)
Portret door Gordon Stuart, z.j.

 

 

De Franse schrijver, dichter en vertaler Jean Cassou werd geboren op 9 juli 1897 in Deusto bij Bilbao.Zie ook mijn blog van 9 juli 2007.

 

Uit: Trente-trois sonnets composés au secret

 

Les poètes, un jour, reviendront sur la terre.

Ils reverront le lac et la grotte enchantée,

les jeux d´enfants dans les bocages de Cythère,

le vallon des aveux, la maison des péchés,

 

et toutes les amies perdues dans la pensée,

les soeurs plaintives et les femmes étrangères,

le bonheur féerique et la douce fierté

qui posait des baisers à leur front solitaire.

 

Et ils reconnaîtront, sous des masques des folles,

à travers Carnaval, dansant la farandole,

leurs plus beaux vers enfin délivrés du sanglot

qui les fit naître. Alors, satisfait, dans le soir,

ils s´en retourneront en bénissant la gloire,

l´amour perpétuel, le vent, le sang, les flots.

 

jean-cassou

Jean Cassou (9 juli 1897 – 18 januari 1986)

 

De Britse schrijfster Dame Mary Barbara Hamilton Cartland werd geboren in Edgbaston (Birmingham), op 9 juli 1901. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, in mei 1918 in Vlaanderen, sneuvelde haar vader. Haar moeder begon in Londen een kledingzaak om Barbara en haar beide broertjes Ronald en Anthony groot te kunnen brengen. De broers sneuvelden tijdens de Tweede Wereldoorlog bij Duinkerke, een dag na elkaar, op 29 en 30 mei 1940. Haar eerste roman, Jigsaw, werd in 1923 uitgegeven. Van 1927 tot 1932 was Barbara Cartland met Alexander George McCorquodale getrouwd, een voormalige legerofficier. Hij was de erfgenaam van een groot vermogen dat in de drukkerswereld was verdiend. McCorquodale stierf in 1964. Hun dochter Raine, Gravin Spencer, werd in 1947 “Debutante van het Jaar” en in 1976 de stiefmoeder van Diana, prinses van Wales. De omslagen voor haar boeken schilderde Cartland zelf. Haar uitgevers schatten dat ze in totaal 724 boeken schreef. In 2004 werden in haar nalatenschap nog 160 ongepubliceerde romans ontdekt. Wereldwijd zijn er meer dan een miljard boeken van haar verkocht.

 

Uit: Apocalypse of the Heart

 

„Then the Prince said in a deep voice, “What are you wishing for?”

“I suppose I am wishing for happiness like anyone else would,” Alicia replied after a moment’s pause.

“That is what I want,” the Prince said, “but for me it can never come true.”

“Why not?” Alicia asked. As she looked up at the Prince, the words seemed to focus on her lips.

“I love you,” the Prince delcared. “I love you as I have never loved anyone before, and I know that you are who I have been looking for all my life.”

Alicia’s eyes widened but she did not reply. Then he went on, “I have traveled a great deal and I have seen women I thought were beautiful who attracted me. But I have never seen anyone as lovely and as perfect as you.”

Alicia was listening to him as if she were hypnotized. Her eyes were held by his; it was impossible to look away.“

 

cartland

Barbara Cartland (Edgbaston (9 juli 1901 – 21 mei 2000)

 

 

De Duitse schrijfster Johanna Schopenhauer werd geboren in Danzig op 9 juli 1766. Zij verhuisde later naar Weimar waar zij behoorde tot de literaire kring rond Goethe. Ze was de echtgenote van de koopman Heinrich Floris Schopenhauer en de moeder van de filosoof Arthur Schopenhauer. Zij schreef romans, essays, memoires, reisbeschrijvingen en een autobiografie.

 

Uit: Gabriele

 

»Niemand liebt seine Freunde inniger als ich, mein Leben gäbe ich willig für sie hin, aber Unmöglichkeiten darf mir niemand zumuthen.« Mit diesen Worten verließ Gräfin Eugenia ziemlich erhitzt den Salon der Gräfin Rosenberg, in welchem die Hauptprobe einer für den folgenden Abend bestimmten Darstellung von Tableaus so
eben gehalten ward, und rauschte mit einer leichten Verbeugung an der eintretenden Aurelia vorüber. Flammend vor Zorn, blieb die Gräfin Rosenberg auf ihrem königlichen Throne sitzen. Ein reichgestickter Baldachin erhob sich über ihrem Haupte, ein Purpurmantel umwallte in weiten Falten ihre majestätische Gestalt, in ihrem schwarzen Haare funkelte ein Diadem von Brillanten, und ihre Hand hielt das goldne Zepter. Vor ihr stand ein mit reichen Teppichen und Prachtvasen geschmückter Tisch, um sie her waren mehrere Herren und Damen in altrömischer und ägyptischer Kleidung eifrig, aber fruchtlos, bemüht, sie zu beruhigen. Die Scene gieng in einer alkovenartigen, von einem großen goldnen Rahmen umfaßten Vertiefung der Zimmerwand vor, gerade der Thüre gegenüber, verborgne Lampen gossen einen magischen Strom von Licht über sie aus, im Zimmer selbst herrschte tiefe Dämmerung, doch verrieth ein leises Flüstern und Rauschen die Gegenwart mehrerer Personen.

Sprachlos vor Erstaunen über das ihr unbegreifliche, plötzlich hereingebrochne Unheil, blieb Aurelia, die Tochter der Gräfin, in der eben geöffneten Thüre stehen; hinter ihr schmiegte sich furchtsam die sechzehnjährige Gabriele, welche in diesem Moment aus der tiefsten Einsamkeit eines alten Bergschlosses angelangt war, um einige Monate im hause ihrer Tante zuzubringen.“

 

Schopenhauer

Johanna Schopenhauer (9 juli 1766 – 17 april 1838)
Met haar dochter, geschilderd door Caroline Bardua, 1806

 

 

De Duitse dichter, vertaler en geestelijke Johann Nikolaus Götz werd geboren op 9 juli 1721 in Worms. Hij studeerde theologie in Halle, waar hij bevriend raakte met de dichters Johann WL Gleim en Johann Peter Uz. Götz schreef korte gedichten en vertaalde Aanakreon in het Duits. Zijn beroemdste gedicht is Die Madcheninse dat zeer gewaardeerd werd door Frederik de Grote.

 

Die himmlische und irdische Venus

 

Mich ließ Apoll auf Parnaßes Höhen

Die himmlische und ird’sche Venus sehen;

Die ein’ umgab von Tugenden ein Thor:

Ich sah bey ihr die Weisheit selber stehen;

Ihr Finger wieß entfernt des Glückes Thor.

Die zwot’, umhüpft von Scherzen und von Freuden,

Warf Rosen aus, sang Amorn lächelnd vor.

Wähl’, sprach Apoll, die würdigste von beyden! –

Gelehrter Gott, versetzt’ ich demuthsvoll:

Gebiete nicht, daß ich sie trennen soll:

Gewähre mir, dann so nur geh’ ich sicher!

Die für mich selbst, die dort für meine Bücher.

 

goetz

Johann Nikolaus Götz (9 juli 1721 – 4 november 1781)
Standbeeld in Worms

 

De Franse dichter en schrijver Alexis Piron werd geboren op 9 juli 1689 in Dijon. Hij studeerde rechten aan de universiteit van Besançon. Rond 1718 kwam hij in moeilijkheden door de publicatie van een gedicht, Ode à Priape, dat men obsceen vond. Hij vertrok naar Parijs waar hij Denis Diderot en Alain Lesage leerde kennen. Ook kreeg hij de kans voor de Comédie-Française te gaan schrijven. Naast komedies en gedichten werd Pron ook bekend door zijn epigrammen.

 

Sonnet

 

Pour éviter l’ardeur du plus grand jour d’été,

Catin dessus un lit dormait à demi nue ;

Dans un état si beau qu’elle eût même tenté

L’humeur la plus pudique et la plus retenue.

 

Sa jupe permettait de voir en liberté

Ce petit lieu charmant qu’elle cache à la vue,

Le centre de l’amour et de la volupté,

La cause du beau feu qui m’enflamme et me tue…

 

Un si sensible objet, en cette occasion,

Bannissant mon respect et ma discrétion,

Me fit foutre à l’instant cette belle dormeuse

 

Alors elle s’éveilla à cet effort charmant,

Et s’écria aussitôt : Ah ! que je suis heureuse !

Les biens, comme l’on dit, vous viennent en dormant.

 

alexis_piron

Alexis Piron (9 juli 1689 – 21 januari 1773)
De dichter Alexis Prin aan tafel met zijn vrienden Jean Joseph Vade en Charles Colle, geschilder door Etienne Jeaurat

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 9 juli 2007.

 

De Engelse schrijver Matthew Gregory Lewis werd geboren op 9 juli 1775 in Londen.

 

De Oostenrijkse schrijver, journalist, dramaturg en uitgever Robert Gratzer werd geboren op 9 juli 1948 in Mariahof.

 

 

 

 

 

 

 

Gerard Walschap, Mervyn Peake, Ann Radcliffe, Jan Neruda, June Jordan, Hans Arnfrid Astel, John Heath-Stubbs, Matthew Lewis, Robert Gratzer, Jean Cassou

De Vlaamse schrijver Gerard Walschap werd geboren op 9 juli 1898 in Londerzeel. Zie ook mijn blog van 9 juli 2006 en ook mijn blog van 9 juli 2007.

Uit: Xenophobie

 

“Het komt mij voor dat de rassen hunne pretentie van den stamboom zoo stilaan mogen laten varen. De wereld is oud en als men zoo rondkijkt: in de beste families is op dat gebied reeds te eeniger tijd wat geknoeid. Klimaat, traditie, voeding en opvoeding herstellen bestendig dat geknoei en het lijken mij, rassig gesproken, daarom de zwakste volkeren, die vreemde elementen niet weten te assimileeren. Een ras als zoodanig komt mij vitaler voor, naar gelang het sneller vreemdelingen omvormt tot volksgenooten.

Dit overweeg ik, gezeten tegenover een wonderschoone jonge Engelsche. Naast haar zit een Duitscher, naast den Duitscher een Franschman. Tegenover dien Franschman zijn vrouw; naast die vrouw een Zwitsersch officier; naast dien officier schrijver dezes. De trein raast door de bergen.

Die Engelsche is een authentieke madonna van Perugino na één jaar streven naar de slanke lijn. De Duitscher is een perfecte Balkanees, de Franschman een perfecte Pruis en zijn vrouw op geen werelddeel na thuiswijsbaar, want niets is cosmopolieter dan de lijvige huismoeder. De officier is een officier.

Het conflict is alledaagsch. De Duitscher heeft de Engelsche met haar valiezen geholpen en deze boven op de zijne gelegd. De Franschman is in den waan, dat hij slechts met vreemde valiezen gerommeld heeft, om eigen bagage goed te plaatsen. Geërgerd werpt hij veelzeggende blikken naar zijn vrouw: le Boche! Dan sluit de Duitscher met kracht het raam, ter wille van de Engelsche, wier taal hij blijkbaar niet spreekt, doch die er hem met een glimlach, waarvoor men een heelen trein zou sluiten, toe aanzette. De Franschman bemerkt slechts dat hij het coupé naar zijn zin inricht zonder attentie voor de dames en telegrafeert verontwaardiging naar zijn vrouw. De Duitscher haalt nu de twee lijvige bundels boven, die zijn landgenoot Baedeker aan Italië heeft gewijd. De Franschman misprijst met zijdelingschen blik deze ‘Gründlichkeit’. De Duitscher valt oogenblikkelijk in slaap, als ware Baedeker chloroform. Daarop begint de Franschman zich levendig aan het landschap te interesseeren. Hij beweert het voor den twintigsten keer te zien en nog steeds verrukt het hem. Hij wekt lieftallig zijne vrouw op tot aandachtige beschouwing en kan niet begrijpen hoe een mensch voor zooiets onverschillig kan blijven. Met groote vreugde stelt hij vast dat de officier hem begrijpt, hem gelijk geeft en tot teeken daarvan den Germaan aankijkt, die in deze sublieme natuur beestelijk kan liggen slapen. Zwitserland niet meer loslatend, interesseert hij zich reeds aan mij voor een nieuw pact.”

 

walsschap

Gerard Walschap (9 juli 1898 – 25 oktober 1989)

 

 

De Engelse schrijver, tekenaar, illustrator en dichter Mervyn Peake werd geboren op 9 juli 1911 in Lushan (Kuling) in Jiangxi, een province in centraal China. Zie ook mijn blog van 9 juli 2007.

I HAVE MY PRICE

I have my price – it’s rather high
(about the level of your eye)
but if you’re nice to me I’ll try
to lower it for you –
To lower it!

To lower it!
Upon the rope they knit
from yellow grass in Paraguay
where knitting is taboo.

Some knit them purl, some knit them plain
some knit their brows of pearl in vain.
Some are so plain, they try again
to tease the wool of love!
O felony in Paraguay
there’s not a soul in Paraguay who’s worth the dreamingof.
They say,
who’s worth the dreaming of.

 

 

OF PYGMIES, PALMS AND PIRATES

Of pygmies, palms and pirates,
Of islands and lagoons,
Of blood-bespotted frigates,
Of crags and octoroons,
Of whales and broken bottles,
Of quicksands cold and grey,
Of ullages and dottles,
I have no more to say.

Of barley, corn and furrows,
Of farms and turf that heaves
Above such ghostly burrows
As twitch on summer eves
Of fallow-land and pasture,
Of skies both pink and grey,
I made my statement last year
And have no more to say.

 

MervynPeake

Mervyn Peake (9 juli 1911 – 17 november 1968)

 

 

De Engelse schrijfster Ann Radcliffe werd geboren op 9 juli 1764 in Londen. Zie ook mijn blog van 9 juli 2007.

 

Uit: The Italian

 

In descending the last steps of the Terrazzo, however, the foot of the elder lady faltered, and, while Vivaldi hastened to assist her, the breeze from the water caught the veil, which Ellena had no longer a hand sufficiently disengaged to confine, and, wafting it partially aside, disclosed to him a countenance more touchingly beautiful than he h
ad dared to imagine. Her feature were of the Grecian outline, and though they expressed the tranquility of an elegant mind, her dark blue eyes sparkled with intelligence. She was assisting her companion so anxiously, that she did not immediately observe the admiration she had inspired; but the moment she became conscious of their effect, she hastily drew her veil…

Ellena could have endured poverty, but not contempt; and it was to protect herself from this effect of the narrow prejudices of the world around her, that she had so cautiously concealed from it a knowledge of the industry, which did honor to her character. She was not ashamed of poverty, or of the industry which overcame it, but her spirit shrunk from the senseless smile and humiliating condescension, which prosperity sometimes gives to indigence. Her mind was not yet strong enough, or her views sufficiently enlarged, to teach her a contempt of the sneer of vicious folly, and to glory in the dignity of a virtuous independence.”

Radcliff_TheItalian

Ann Radcliffe (9 juli 1764 – 7 februari 1823)
Boekomslag The Italian

 

De Tsjechische schrijver en dichter Jan (Nepomuk) Neruda werd op 9 juli 1834 geboren in Praag. Zie ook mijn blog van 9 juli 2007.

 

Uit: Vampire (Vertaald door Sarka B. Hrbkova)

 

The excursion steamer brought us from Constantinople to the shore of the island of Prinkipo and we disembarked. The number of passengers was not large. There was one Polish family, a father, a mother, a daughter and her bridegroom, and then we two. Oh, yes, I must not forget that when we were already on the wooden bridge which crosses the Golden Horn to Constantinople, a Greek, a rather youthful man, joined us. He was probably an artist, judging by the portfolio he

carried under his arm. Long black locks floated to his shoulders, his face was pale, and his black eyes were deeply set in their sockets.

From the first moment he interested me, especially for his obligingness and for his knowledge of local conditions. But he talked too much, and I then turned away from him.

 

All the more agreeable was the Polish family. The father and mother were good-natured, fine people, the lover a handsome young fellow, of direct and refined manners. They had come to Prinkipo to spend the summer months for the sake of the daughter, who was slightly ailing.

The beautiful pale girl was either just recovering from a severe illness or else a serious disease was just fastening its hold upon her. She leaned upon her lover when she walked and very often sat down to rest, while a frequent dry little cough interrupted her whispers.

Whenever she coughed, her escort would considerately pause in their walk. He always cast upon her a glance of sympathetic suffering and she would look back at him as if she would say: “It is nothing. I am happy!” They believed in health and happiness.”

 

nerudafoto2

Jan Neruda (9 juli 1834 – 22 August 1891)

 

 

De Afro-Amerikaanse schrijfster, dichteres en politiek activiste June Jordan werd geboren op 9 juli 1936 in New York. Zie ook mijn blog van 9 juli 2007.

 

 

Poem for South African Women

 

Our own shadows disappear as the feet of thousands
by the tens of thousands pound the fallow land
into new dust that
rising like a marvelous pollen will be
fertile
even as the first woman whispering
imagination to the trees around her made
for righteous fruit
from such deliberate defense of life
as no other still
will claim inferior to any other safety
in the world

The whispers too they
intimate to the inmost ear of every spirit
now aroused they
carousing in ferocious affirmation
of all peaceable and loving amplitude
sound a certainly unbounded heat
from a baptismal smoke where yes
there will be fire

And the babies cease alarm as mothers
raising arms
and heart high as the stars so far unseen
nevertheless hurl into the universe
a moving force
irreversible as light years
traveling to the open eye

And who will join this standing up
and the ones who stood without sweet company
will sing and sing
back into the mountains and
if necessary
even under the sea:

we are the ones we have been waiting for.

 

Jordan

June Jordan (9 juli 1936 – 14 juni 2002)

 

De Duitse dichter Hans Arnfrid Astel werd geboren in München op 9 juli 1933. Zie ook mijn blog van 9 juli 2007.

LAME DE SILEX

oder: Die Seele des Flint

Lame heißt natürlich die Klinge, die Lamelle,
schön & schnell in ihrer Gestalt
wie eine Stromschnelle, die leuchtet uns ein
wie ein Blitz, meiner Seel, & schlagartig
wissen wir, was falsch war, wird richtig,
lame, das ist die Seele, l’âme de silex,
Donnerwetter, das ist die klingende Seele des Flint.

SCHWALBENSCHWANZ

Das leise Knistern in den Ginsterschoten
über dem Weinberg in der Mittagshitze
weckt Pan in mir. Da fliegt im Hohlweg
ein Schwalbenschwanz vorbei
und läßt mich nackt
zurück in meiner alten Gänsehaut.

OHNE GITARRE

Ich spiele mit meinen Fingern
die Saiten an deinem Puls.
Die Schnecke aus deiner Hand.
Das ist der leiseste Blues

Astel

Hans Arnfrid Astel (München, 9 juli 1933)

 

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 9 juli 2007.

 

De Engelse dichter John Heath-Stubbs werd geboren op 9 juli 1918 in Londen.

 

De Engelse schrijver Matthew Gregory Lewis werd geboren op 9 juli 1775 in Londen.

 

De Oostenrijkse schrijver, journalist, dramaturg en uitgever Robert Gratzer werd geboren op 9 juli 1948 in Mariahof.

De Franse schrijver, dichter en vertaler Jean Cassou werd geboren op 9 juli 1897 in Deusto bij Bilbao.