Alle bezoekers en mede-bloggers een prettige jaarwisseling en een gelukkig Nieuwjaar!
Oudejaar
Hoe vaak zijt Gij dit jaar niet tot ons hart gekomen met leed en met geluk met ziekten en met pijn, maar ook: hoe vaak hebt Gij verdriet en kwaal genomen en deed uw stil bezoek ons stil en zalig zijn!
En nu ’t is middernacht! O, mocht de wereld wijken met de omzwaai van de tijd. Daal, hemel, tot ons neer, wij laten de aarde los, om zelf niet te bezwijken. Ontruk ons aan ons zelf en houd ons vast o Heer!
Met wat een stilte eindelijk verschijn je in de vallei je eerste zonlicht dat naar beneden reikt om de toppen van een paar hoge bladeren aan te raken die niet bewegen alsof ze niets gemerkt hebben en je helemaal niet kennen dan roept de stem van een duif van ver weg op zichzelf in de rust van de ochtend
dus dit is het geluid van jou hier en nu, of iedereen dit hoort of niet dit is waar we met ons leven zijn beland onze kennis zoals die is en alles wat we zoal hopen onzichtbaar voor ons onaangeroerd en nog steeds mogelijk
Alle bezoekers en mede-bloggers een prettige jaarwisseling en een gelukkig Nieuwjaar!
Oudjaarsdag
Weer, van een jaar, in ’t veld de laatste schoten weer lijkt er meer voorbij dan komen zal gedachtenissen aan wat was vergroten tot in je dromen het gevoel van val;
je denkt de tijd, ’t moment is je ontschoten je wilde ’t ogenblik, je vindt getal en ook die inzichten, door slaap omsloten oplichtend een bezit dat jou bestal.
Zo bleef dit uitzicht: op dezelfde gronden waarin nu liggen die eens elkaar vonden de erven waar het kind de groten zag
zoals zij na de jacht daar dampend stonden ’t geweer geschouderd, aangelijnd de honden tableau van doodstil kleinwild – oudjaarsdag.
De Deens-Amerikaanse dichter, journalist en sociaal fotograaf Jacob August Riis werd geboren op 3 mei 1849 in Ribe, Denemarken.
Het nieuwe jaar “ingooien”
Het oude jaar vertrok met net zoveel kabaal als we tegenwoordig maken, maar van een heel andere categorie. We hebben het nieuwe jaar niet ingeblazen, we hebben het “ingegooid”. Toen het op oudejaarsavond donker was, gingen we op pad met al het gebarsten en kapotte aardewerk van het jaar dat voor dit doel was opgespaard en, haastten we ons naar de deur van een favoriete buurman, wierpen er potten tegen. Dan renden we weg , maar niet erg ver of erg snel, want het hoorde bij het spel dat als iemand erop betrapt werd, hij zou worden binnengehaald en getrakteerd op hete donuts. Het werpen was een gunstbewijs, en de burger tegen wiens deur de meeste potten waren gebroken, was de populairste man van de stad.
Alle bezoekers en mede-bloggers een prettige jaarwisseling en een gelukkig Nieuwjaar!
Anti-nieuwjaar
Altijd en ergens oudejaarsavond op een ster in een boek of een brief ik vier mijn tijd niet in namen ik hef geen punch op een dief.
Eeuwen zo oud als mijn jaren mijn jaren zo jong als de wind die met datumloze gebaren mij uit de kalenders ontbindt.
Deze avond blijf ik afwezig betrek een aanwezigheid op einders die mij genezen van mijn vergankelijkheid.
Nieuwjaar
Ik laat het stervende jaar achter mij als een sjaal en laat het vallen. Het gehaaste vuurwerk werpt zichzelf tegen de nacht, bloemen van verlangen, liefdes vurigheid. Uit de ruimte om me heen, terwijl ik hier sta, vorm ik jouw afwezige lichaam tegen het mijne. Je raakt me aan als de gevende lucht.
Het meest veraf, meest dichtbij, zijn je armen duisternis, die me vasthoudt, dus ik leun achterover, lip-lees de hemel die doorpraat in het licht, syllabische sterren. Ik zie dat ze eindelijk tot ons bidden. Jouw adem is middernacht, levend, op mijn huid, over de mijlen tussen ons heen, velden en snelwegen en steden, de miljoen verlichte huisjes.
Deze liefde die we hebben, omgekeerd verdriet, vol rijm, verkeerde plaats, verkeerde tijd, zoet werk voor handen, de roeping van ’t hart, vlammen om het nieuwe jaar in te leiden, de dagen en nachten ver in de donkere zee van de lucht. Je mond is nu sneeuw op mijn lippen, koel, intiem, eerste kus, gelofte. Tijd valt en valt door eindeloze ruimte, naar wanneer we zijn.
Brieven verslinden zichzelf in seconden. Berichtjes die vrienden aan de klink vastmaakten, transparant scharlaken papier, sissen als mottenvleugels, trouwen met de lucht.
Zoveel van elk jaar is ontvlambaar, lijsten met groenten, gedichtfragmenten. Oranje wervelende vlam van dagen, zo klein is een steen.
Waar er iets was en ineens niet meer is, roept een afwezigheid, viert feest, laat een ruimte na. Ik begin opnieuw met de kleinste getallen.
Snelle dans, mix van verliezen en blaadjes, alleen de dingen die ik niet deed knetteren nadat het vuur is gestorven.
Alle bezoekers en mede-bloggers een prettige jaarwisseling en een gelukkig Nieuwjaar!
Hollands winterlandschap met schaatsers door Frederik Marinus Kruseman, 1857
Het einde
De scheurkalender op z’n dunst. We ezelen de files in, de winkels uit met mondvoorraad voor tien. De oude kuddegeest drijft ons de laatste avond bij elkaar.
Om samen van alles te nemen, te eten, kwinkslagen te kaatsen en oud zeer te soppen, onze hoofden dik gevoerd met roes. De koelkast zoemt van welbehagen.
Aan alles komt een begin. Klokslag scheurt het jaar zich los, het jongste uur ontfermt zich over ons, zoent zich wijd in. We drommen vrieskou in voor namaaklicht en gierende bewijzen van bestaan.
Veel later krabbelen we zeldzaam traag en zeldzaam langzaam op. We gaan het jaar weer overdoen –
Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945) Alkmaar in de Kersttijd. Inge Boulonois werd geboren in Alkmaar.
Alle bezoekers en mede-bloggers een prettige jaarwisseling en een gelukkig Nieuwjaar!
Wintergezicht op de Singel, Amsterdam door J.C.K. Klinkenberg, eind 19e eeuw
A Farewell
Good-bye, old year, good-bye! Gentle you were to many as to me, And so we, meditating, sigh, Since what hath been will be, That you must die. Hark! In the crumbling grey church tower, Tolls the recording bell The deeply-sounding solemnising knell For your last hour.
How quietly you die! No canonisëd Saint E’er put life by With less of struggle or complaint. You seem to feel nor grief nor pain, No retrospection vain, As if, departing, you would have us know It is not hard to go, Since pang is none, but only peace, in Death, And Life it is that suffereth.
Closer and clearer comes the last slow knell, And on my lip for you awaits That final formula of Fate’s, The low, lamenting, lingering word, Farewell! For you the curved-backed sexton need not stir The mould, for there is nothing to inter, No worn integument to doff, No bodily corruption to put off; Begotten of the earth and sun, And ending spirit-wise as you begun, You pass, a mere memento of the mind, Leaving no lees behind.
Hark! What is that we hear? A quick-jerked, jocund peal, Making the fretted church tower reel, Telling the wakeful of a young New Year, Young, but of lusty birth, To face the masked vicissitudes of earth.
Let us, then, look not back, Though smooth and partial was the track Of the receding Past, But through the vista vast Of unknown Future wend intrepid way, Framed to contend and cope With perils new by vanished yesterday, Whose last bequests to Man are Love, and Faith, and Hope.
Alfred Austin (30 mei 1835 – 2 juni 1913) Leeds Castle. Alfred Austin werd geboren in Leeds
Alle bezoekers en mede-bloggers een prettige jaarwisseling en een gelukkig Nieuwjaar!
Winter met schaatsers, arreslee en koek-en-zopie door Andreas Schelfhout, 1857
De wagen des tijds
Daar kwam er een wagen vol nachten en dagen, vol maanden en uren en stonden gereen, fel trokken en weerden hen’ de edele peerden, die zesmaal vier hoefijzers kletteren deen. Al rijdend, al rotsend, al bokkend en botsend, al piepend en krakend, zo vloog hij door stee; en, als hij was henen en verre verdwenen, toen waren de dagen en maanden ook mee. Het spreken en ’t peinzen, het gaan en het reizen, en al wat wij deden, ’t zij droef, het zij blij; ’t mocht tijlijk of laat zijn, of goed zijn of kwaad zijn, ’t was al op de wagen, ’t was alles voorbij. Toch nimmer vergaat het en altijd bestaat het, wat God door zijn heilige gratie ons geeft, het deugdzame leven dat is ons gebleven, al ’t ander, hoe zoet en hoe schoon, het begeeft. Nooit zal ons de wagen der tijden ontdragen ’t sieraad en de rijkdom der edele ziel; de deugd zal geduren, schoon rotsen en muren en torens en al wat maar vallen kan – viel.
Guido Gezelle (1 mei 1830 – 27 november 1899) Brugge in de kersttijd. Guido Gezelle werd geboren in Brugge
Alle bezoekers en mede-bloggers een prettige jaarwisseling en een gelukkig Nieuwjaar!
Lingerzijde en de Speeltoren in Edam door Oene Romkes de Jongh, rond 1650
A Song for New Year’s Eve
Stay yet, my friends, a moment stay— Stay till the good old year, So long companion of our way, Shakes hands, and leaves us here. Oh stay, oh stay, One little hour, and then away.
The year, whose hopes were high and strong, Has now no hopes to wake; Yet one hour more of jest and song For his familiar sake. Oh stay, oh stay, One mirthful hour, and then away.
The kindly year, his liberal hands Have lavished all his store. And shall we turn from where he stands, Because he gives no more? Oh stay, oh stay, One grateful hour, and then away.
Days brightly came and calmly went, While yet he was our guest; How cheerfully the week was spent! How sweet the seventh day’s rest! Oh stay, oh stay, One golden hour, and then away.
Dear friends were with us, some who sleep Beneath the coffin-lid: What pleasant memories we keep Of all they said and did! Oh stay, oh stay, One tender hour, and then away.
William Cullen Bryant (3 november 1794 – 12 juni 1878) De kerk in Cummington, Massachusetts. William Cullen Bryant werd geboren in Cummington.
Alle bezoekers en mede-bloggers een prettige jaarwisseling en een gelukkig Nieuwjaar!
Delft door Hendrik Gerrit ten Cate, 1818
Ghosts Of The Old Year
The snow has ceased its fluttering flight, The wind sunk to a whisper light, An ominous stillness fills the night, A pause — a hush. At last, a sound that breaks the spell, Loud, clanging mouthings of a bell, That through the silence peal and swell, And roll, and rush.
What does this brazen tongue declare, That falling on the midnight air Brings to my heart a sense of care Akin to fright? ‘Tis telling that the year is dead, The New Year come, the Old Year fled, Another leaf before me spread On which to write.
It tells the deeds that were not done, It tells of races never run, Of victories that were not won, Barriers unleaped. It tells of many a squandered day, Of slighted gems and treasured clay, Of precious stores not laid away, Of fields unreaped.
And so the years go swiftly by, Each, coming, brings ambitions high, And each, departing, leaves a sigh Linked to the past. Large resolutions, little deeds; Thus, filled with aims unreached, life speeds Until the blotted record reads, ‘Failure!’ at last.
James Weldon Johnson (17 juni 1871 – 26 juni 1938) Jacksonville, Kersttijd downtown. James Weldon Johnson werd geboren in Jacksonville.