Hugo Claus, Algernon Swinburne, Bora Ćosić, Werner J. Egli, Mieke van Zonneveld, Michael Georg Conrad, Arthur Hailey, Paolo Ferrari, Marente de Moor

De Vlaamse schrijver Hugo Claus werd in Brugge geboren op 5 april 1929. Zie ook alle tags voor Hugo Claus op dit blog.

Uit:Het verdriet van België

“Met zijn door de Kei zo zijdelings fnuikend nonchalant aangevochten vriend Maurice de Potter (eerste in latijn en wiskunde, hoe kan het anders als je vier-vijf lessen leert vóór dat de klas er aan toe is en als je alles onthoudt?) belde Louis aan bij Marnix – Commissielid voor Herstelbetaling – de Puydt. Louis had de drukproef bij zich van een strooibiljet. In rondo cursief bovenaan in corps 8 tussen aanhalingstekens: ‘Mij worgt mijn wijdheid, ik stik van eindeloosheid, Cyriel Verschaeve.’ In het midden, in de gerekte Hidalgo met forse voet: Vlaanderen, werkelijkheid en oerbeeld. In de Egmont daaronder: Voordracht door de heer M. de Puydt, dichter en toneelauteur. Onderaan, in Rondo cursief corps 12: Ingang vrij. Zaal Groeninghe, Wannegem. De datum had Papa vergeten te noteren.
De dichter gleed hen vóór op de roodleren slofjes zonder hiel, hij knoopte de gevlochten ceintuur van zijn kamerjas goed vast, schikte zijn haar.
De eetkamer hing vol met portretten van bejaarden met baarden en brillen, zij leken op elkaar, weldoorvoed, borstelige wenkbrauwen, peinzend. Louis herkende Ernest Claes. En Stijn Streuvels uiteraard, die hing ook bij Papa in het atelier. (Want het geheim van Papa is dat hij Boer Vermeulen, de nukkige grimmige grijsaard uit De Vlaschaard, nadoet, die rots van boerentrots, doorploegd door de storm van het leven als een akker, enzovoort.)
‘Dat zijn allemaal Vlaamse Koppen, hé, Meneer de Puydt?’
‘Aan wie zegt ge het?’ Hij stak een stenen pijp tussen zijn natte smakkende lippen. ‘Ik heb gelukkig de gave van bewondering. In dit land bewondert men niet genoeg. Kenmerk van een klein land.
Daarom is de titel van Verschaeve zo verheffend, Uren Bewondering.’
Zijn kuiten waren haarloos en papierwit, de enkels hadden een violetachtige gloed. Hij hield de drukproef vlak tegen zijn neus.
‘Uitstekende arbeid, uw vader is een begenadigd artiest, in de lijn van onze grote drukkers die helaas in onze rampzalige Spaanse tijd naar Holland zijn getrokken.’

 
Hugo Claus (5 april 1929 – 19 maart 2008)
Scene uit de gelijknamige tv-miniserie uit 1995

Lees verder “Hugo Claus, Algernon Swinburne, Bora Ćosić, Werner J. Egli, Mieke van Zonneveld, Michael Georg Conrad, Arthur Hailey, Paolo Ferrari, Marente de Moor”

Hugo Claus, Mieke van Zonneveld, Algernon Swinburne, Bora Ćosić, Werner J. Egli, Michael Georg Conrad, Arthur Hailey, Paolo Ferrari

De Vlaamse schrijver Hugo Claus werd in Brugge geboren op 5 april 1929. Zie ook alle tags voor Hugo Claus op dit blog.

Verdwaald liedje

De mens dat arme beest
hij is er en hij is er geweest
Hij rent door alle landen
tot hij geen asem heeft
En als hij neervalt is hij bang
en bidt en blaft en beeft

Daarom heeft hij de goden uitgevonden
daarom heeft hij torens opgericht
waar de goden mogen wonen
in een eeuwig licht

De mens dat arme beest
dat vraagt en vrijt en vreest
in de schaduw van de torens
En ik ben de kleine bruid
van het goede en het broze
Ik maai het onkuid
en ik maai de rozen

Ik hoor de mensen dromen
Amaai zijn dat seringen die ik ruik
of groeit het gras al op mijn buik?

En ik, godin van de nacht
omhels het jonge kind en de oude kraai
zeer zacht onder de torens
amaai amaai amaai.

 

Zomer

Ineens die drie maanden
met alleen maar droogte.

De cipressen met hun rosse borstels.
De witte schorpioen zonder venijn.

Een zomer van verbrand papier.
De natuur blijft snateren
terwijl ik rot.

Toen kwam jij
en sindsdien kom ik
handen en ogen tekort
met mijn mond vol tanden.

 

Een slakkenspoor

Een slakkenspoor. Meer is er niet om te vertellen
dan dat ik langs gekomen ben, een woensdag.
Je hoeft jezelf niet te vergeten,
men vergeet voor jou.

En toch: zo donker als het in mijn varens was,
zo wit als ik ooit de zee heb gezien,
zo laf als ik stierf en zo vaak
kan er niet een geweest zijn.
Zag je mij dan niet?

Wie hoest? Het is mijn keel, niets anders.
Echt niet. – Jou heb ik nooit gezien.

 
Hugo Claus (5 april 1929 – 19 maart 2008)

Lees verder “Hugo Claus, Mieke van Zonneveld, Algernon Swinburne, Bora Ćosić, Werner J. Egli, Michael Georg Conrad, Arthur Hailey, Paolo Ferrari”

Hugo Claus, Algernon Swinburne, Bora Ćosić, Werner J. Egli, Michael Georg Conrad, Arthur Hailey, Paolo Ferrari

De Vlaamse schrijver Hugo Claus werd in Brugge geboren op 5 april 1929. Zie ook alle tags voor Hugo Claus op dit blog.

Ansichtkaart

Lief, ik zit aan de oever van de Taag
te zingen. Het is hier vrij goed toeven.
Alsof de meeste dingen niet meer hoeven.
Althans niet meer vandaag.
Wel verga ik hier van de schrik, o,
vraag me niet waarvoor, voor
het riet langs de stroom of voor
de gemelijke geest van El Greco.
Wat doe ik hier? Ik eet boekweit
en af en toe een varkensnier.
Mijn Spaans verdriet raak ik voorlopig niet
in jou of in een boek kwijt.

 

Om jou

Het kind wurgt een kauw
Vingers zijn er om te graaien
Het puin glinstert van de dauw
Het duin staat in lichtelaaie
De uren jagen op elkaar
De dagen korten in elk seizoen
De weken halen elkaar in
De maanden verwelken
Het jaar is minder dan een vlinder
Minder dan de spin die ’s avonds
Hoop geeft en ’s ochtends rouw

Alom dit alles alleen om jou.

 

De aarde danst op haar wolken

De aarde danst op haar wolken
met het geroezemoes van de middenstand
Ultragolven bereiken mij niet meer
ook niet die van het erbarmen.

Kan een gedicht denken?
In welke zin?
De aarde is er
voor het koesteren van klei, voor
het boetseren van gedachten
Kijk in mijn ogen!
Blijf niet wachten en verachten!

Door louter makelij
Kan de dichter zijn vel redden.

Het vers zwelt, bloeit, spat

 
Hugo Claus (5 april 1929 – 19 maart 2008)
Rond 1955

Lees verder “Hugo Claus, Algernon Swinburne, Bora Ćosić, Werner J. Egli, Michael Georg Conrad, Arthur Hailey, Paolo Ferrari”

Hugo Claus, Algernon Swinburne, Bora Ćosić, Werner J. Egli, Michael Georg Conrad, Arthur Hailey, Paolo Ferrari

De Vlaamse schrijver Hugo Claus werd in Brugge geboren op 5 april 1929. Zie ook alle tags voor Hugo Claus op dit blog.

 

Uit: The Sorrow Of Belgium (Vertaald door Arnold J. Pomerans)

“It was sister Imelda who was sitting in Louis’s room, because although her face had been replaced by a featureless, pumicelike tumor, he recognized her peasant bosom, her smell of nature. She spread her knees, and from between the black billows she carefully pulled a skinned rabbit, or was it a cat? Unfortunately he couldn’t see the skull properly, she stroked the naked, blood-spattered carcass to which tufts of fur still clung, the pupils were not slit-shaped but round, like little pink pills.

He was woken by the siren, the antiaircraft guns and Papa calling him. Papa always called him, vigilant watchman of the night, even though he knew that Louis would still not follow him and Mama down to the air raid shelter with its crowds of quaking, praying neighbors.”

(…)

“He was sitting on a train, and for the first time in his life it occurred to him that a train, more so than the idea of a train, was a box so many feet high, so many feet long, so many feet wide, a fragile, futile, and above all simple thing on wheels. I could touch the ceiling of this carriage – who would have thought it? Only a moment ago I was in the playground, in the shadow of my grandfather, who is now lying on his deathbed.”

(…)

“My brother died in a concentration camp,” said Louis. “He was an intellectual working for the Underground, and he never tasted the fruits of his clandestine labours.”

“Is this entry about his experience?”

“His own experience, yes, of course.”

“Het Laatste Nieuws would certainly be interested in that.”

“It doesn’t deal directly with the concentration camp. It’s rather…”

“Which concentration camp?”

“…symbolic. Uh, Neuengamme.” (I’ll be struck down for that. Till the blood runs. Terminal cancer. Starting with the intestines. Then it spreads all over.)

“It’s a good subject. The Belgian people are going to have to learn the facts. From the source.”

“He handed me the text before he was taken away. In a cattle truck. ‘Take good care of it, Louis,’ he said.”

“I thought his name was Louis.”

“He asked me to adopt his name. So as to save his life’s work after his death, to continue it. My real name is Maurice.”

 

Hugo Claus (5 april 1929 – 19 maart 2008)

Lees verder “Hugo Claus, Algernon Swinburne, Bora Ćosić, Werner J. Egli, Michael Georg Conrad, Arthur Hailey, Paolo Ferrari”

Werner J. Egli, Michael Georg Conrad, Arthur Hailey, Paolo Ferrari

De Zwitserse schrijver Werner J. Egli werd geboren in Luzern op 5 april 1943. Zie ook alle tags voor Werner J. Egli op dit blog.

 

Uit: Dream Road

Eine Welt ohne Krieg wäre eine Welt ohne Menschen, dachte er. Es würde still sein.
Und in dieser Stille würde ein Baby zur Welt kommen.
Es wäre der erste friedfertige Mensch sein, nachdem die Menschen sich gegenseitig fast ausgerottet hatten.
Noch lag die Welt in Trümmern. Noch schien die Sonne wie durch einen schmutzigen Nebel.
Es war kalt und es schneite schmutzigen Schnee. An der Oberfläche des Sees trieben tote Fische mit weiss schimmernden Bäuchen.
In der Nähe lag der Kadaver eines Rehs. Julia kauerte in eine Decke gehüllt in der Ruine eines Hauses und stillte das Baby. Am Boden lagen Geldstücke herum, aber sie waren wertlos.
Mika kam mit einem Armvoll Holz zurück und entfachte ein Feuer.
Es war das einzige Feuer weit und breit.
Nach und nach näherten sich Menschen dem Feuerschein, setzten sich auf die Trümmer und begannen in ihren Habseligkeiten herumzukramen.
Keiner besass viel, aber was er besass, teilte er mit den anderen.
Und sie begannen über die Zukunft zu reden.“

 


Werner J. Egli (Luzern, 5 april 1943)

Lees verder “Werner J. Egli, Michael Georg Conrad, Arthur Hailey, Paolo Ferrari”

Werner J. Egli, Michael Georg Conrad, Arthur Hailey, Paolo Ferrari

De Zwitserse schrijver Werner J. Egli werd geboren in Luzern op 5 april 1943. Zie ook mijn blog van 5 april 2008 en ook mijn blog van 5 april 2009 en ook mijn blog van 5 april 2010.

 

Uit: Aus den Augen, voll im Sinn

 

„Ich knallte ihm eine. Nicht sofort, weil ich zuerst sichergehen wollte, dass ich es nicht bloß mit einem Anfänger zu tun hatte, der keine Ahnung von der Anatomie eines Mädchens hatte. Aber als ich merkte, dass er wirklich nur seinem Trieb folgte und keinen Respekt vor mir hatte, sagte ich: »Scusi, ich will nicht, dass du das tust.« Da er nicht aufhörte, knallte ich ihm eine. Einfach so. Das machte ihm

einen Moment lang zu schaffen. War ihm wahrscheinlich noch nie passiert. Nicht bei einem Mädchen aus dem hohen Norden, das nur nach Rimini kam, um sein Herz zu verschenken. Hatte wohl zu viele deutsche und italienische Schnulzenschlager gehört, von Liebe und Meer und Sonnenschein und so. Hatte wahrscheinlich echt keine Ahnung von nichts, dieses südländische Wunderwerk der Natur.

»Ninabambina, lass es geschehen«, stöhnte er mir in wundervoll gebrochenem Deutsch in das Ohr, an dem er eben noch herumgeknabbert hatte. »Du wirst es nicht bereuen, das verspreche ich dir. Ich bin voller Liebe für dich, kleine Nina.«

Ach, wie schön. Hatte mir Philipp noch nie gesagt. Ich bin voller Liebe für dich, kleine Nina. Konnte er auch nicht, weil ich nämlich fast fünf Zentimeter größer war als er. Außerdem war er kein Quatschkopf, schon gar nicht, wenn es um unsere Liebe ging.

Auf jeden Fall waren meine um mich besorgten Eltern ziemlich enttäuscht, als ich ihnen beim späten Frühstück auf der Hotelterrasse sagte, dass ich Nando den Laufpass gegeben hatte. Völlig perplex verzichtete mein Vater sogar darauf, seinen Vitaminsaft zu trinken, latschte zum Strand hinunter und

ließ sich im warmen Sand eingraben, weil das gut gegen Gicht und andere altersbedingte Gelenkschmerzen sein soll.“

 

wegli_jpg.jpg

Werner J. Egli (Luzern, 5 april 1943)

 

Lees verder “Werner J. Egli, Michael Georg Conrad, Arthur Hailey, Paolo Ferrari”

W. B. Yeats, Hugo Claus, Algernon Swinburne, Michael Conrad, Arthur Hailey, Paolo Ferrari, Bora Ćosić, Werner J. Egli

Alle bezoekers en mede-bloggers een Vrolijk Pasen!

 

icoon
Verrijzenis, Russisch Icoon, 18e eeuw

 

 

Easter, 1916

I HAVE met them at close of day
Coming with vivid faces
From counter or desk among grey
Eighteenth-century houses.
I have passed with a nod of the head
Or polite meaningless words,
Or have lingered awhile and said
Polite meaningless words,
And thought before I had done
Of a mocking tale or a gibe
To please a companion
Around the fire at the club,
Being certain that they and I
But lived where motley is worn:
All changed, changed utterly:
A terrible beauty is born.

That woman’s days were spent
In ignorant good-will,
Her nights in argument
Until her voice grew shrill.
What voice more sweet than hers
When, young and beautiful,
She rode to harriers?
This man had kept a school
And rode our winged horse;
This other his helper and friend
Was coming into his force;
He might have won fame in the end,
So sensitive his nature seemed,
So daring and sweet his thought.
This other man I had dreamed
A drunken, vainglorious lout.
He had done most bitter wrong
To some who are near my heart,
Yet I number him in the song;
He, too, has resigned his part
In the casual comedy;
He, too, has been changed in his turn,
Transformed utterly:
A terrible beauty is born.

Hearts with one purpose alone
Through summer and winter seem
Enchanted to a stone
To trouble the living stream.
The horse that comes from the road.
The rider, the birds that range
From cloud to tumbling cloud,
Minute by minute they change;
A shadow of cloud on the stream
Changes minute by minute;
A horse-hoof slides on the brim,
And a horse plashes within it;
The long-legged moor-hens dive,
And hens to moor-cocks call;
Minute by minute they live:
The stone’s in the midst of all.

Too long a sacrifice
Can make a stone of the heart.
O when may it suffice?
That is Heaven’s part, our part
To murmur name upon name,
As a mother names her child
When sleep at last has come
On limbs that had run wild.
What is it but nightfall?
No, no, not night but death;
Was it needless death after all?
For England may keep faith
For all that is done and said.
We know their dream; enough
To know they dreamed and are dead;
And what if excess of love
Bewildered them till they died?
I write it out in a verse –
MacDonagh and MacBride
And Connolly and Pearse
Now and in time to be,
Wherever green is worn,
Are changed, changed utterly:
A terrible beauty is born.

 

JYeats_WBYeats

W. B. Yeats (13 juni 1865 – 28 januari 1939)

 

De Vlaamse schrijver Hugo Claus werd in Brugge geboren op 5 april 1929. Zie ook mijn blog van 5 april 2007 , mijn blog van 19 maart 2008 mijn blog van 5 april 2008. en ook mijn blog van 20 maart 2009. en mijn blog van 5 april 2009.

ENVOI

Mijn verzen staan nog wat te gapen.
Ik word dit nooit gewoon. Zij hebben hier lang
genoeg gewoond.
Genoeg. Ik stuur ze ’t huis uit. ik wil niet wachten
tot hun tenen koud zijn.
Ongehinderd door hun onhelder misbaar
wil ik het gegons van de zon horen
of dat van mijn hart, die verraderlijke spons die verhardt.
Mijn verzen neuken niet klassiek,
zij brabbelen ordinair of brallen al te nobel.
In de winter springen hun lippen,
in de lente liggen zij plat bij de eerste warmte,
zij verzieken mijn zomer
en in de herfst ruiken zij naar vrouwen.
Genoeg. Nog twaalf regels lang op dit blad
hou ik ze de hand boven het hoofd
en dan krijgen zij een schop in hun gat.
Ga elders drammen, rijmen van een cent,
elders beven voor twaalf lezers
en een snurkende recensent.
Ga nu, verzen, op jullie lichte voeten,
jullie hebben niet hard getrapt op de oude aarde
waar de graven lachen als zij hun gasten zien,
het ene lijk gestapeld op het andere.
Ga nu en wankel naar haar
die ik niet ken.

 

In Flanders fields

De grond is hier het vetst.
Zelfs na al die jaren zonder mest
zou je hier een dodenprei kunnen kweken
die alle markten tart.
De Engelse veteranen worden schaars.
Elk jaar wijzen zij aan hun schaarse vrienden:
Hill Sixty, Hill Sixty One, Poelkapelle.
In Flanders Fields rijden de maaldorsers
steeds dichtere kringen rond de kronkelgangen
van verharde zandzakken, de darmen van de dood.
De boter van de streek
smaakt naar klaprozen.

 

Op Thomas zijn vierde verjaardag

Later, mijn jongetje, word je een man,
Later reikhals je als een giraffe naar het hoe en het waarom.
Men zal je stempelen als bagage.
Men zal je kwetsen om je wens en je droom.
En jij zal trachten eens en voorgoed te fotograferen
het hoe en waarom van de vrouw
die kantelt in je lakens
die zingt naarmate je ontdubbelt in haar vel.
En nog later, jongetje, wordt
je leven een plakboek.
Maar nog lange niet, nog lange niet.

claus_gent_bridge

Hugo Claus (5 april 1929 – 19 maart 2008)
Hugo Claus in Gent. 1958

 

De Engelse schrijver en dichter Algernon Charles Swinburne werd geboren op 5 april 1837 in Londen. Zie ook mijn blog van 5 april 2007 en ook mijn blog van 5 april 2008  en ook mijn blog van 5 april 2009.

Envoi

Fly, white butterflies, out to sea,
Frail pale wings for the winds to try,
Small white wings that we scarce can see
Fly.
Here and there may a chance-caught eye
Note in a score of you twain or three
Brighter or darker of tinge or dye.
Some fly light as a laugh of glee,
Some fly soft as a low long sigh:
All to the haven where each would be
Fly.
Benediction
Blest in death and life beyond man’s guessing
Little children live and die, possest
Still of grace that keeps them past expressing
Blest.
Each least chirp that rings from every nest,
Each least touch of flower-soft fingers pressing
Aught that yearns and trembles to be prest,
Each least glance, gives gifts of grace, redressing
Grief’s worst wrongs: each mother’s nurturing breast
Feeds a flower of bliss, beyond all blessing
Blest.

 

Love and Sleep

Lying asleep between the strokes of night
I saw my love lean over my sad bed,
Pale as the duskiest lily’s leaf or head,
Smooth-skinned and dark, with bare throat made to bite,
Too wan for blushing and too warm for white,
But perfect-coloured without white or red.
And her lips opened amorously, and said –
I wist not what, saving one word – Delight.

And all her face was honey to my mouth,
And all her body pasture to mine eyes;
The long lithe arms and hotter hands than fire
The quivering flanks, hair smelling of the south,
The bright light feet, the splendid supple thighs
And glittering eyelids of my soul’s desire.

Algernon_Charles_Swinburne_sketch

Algernon Swinburne (5 april 1837 – 10 april 1909)
Getekend door Dante Gabriel Rossetti, 1860

 

De Servische dichter en schrijver Bora Ćosić werd geboren op 5 april 1932 in Zagreb. Zie ookmijn blog van 5 april 2007 en ookmijn blog van 5 april 2008

Uit: Vogelklasse (Vertaald door Katharina Wolf-Grießhaber)

Als wäre diese Klasse das Ergebnis irgendeiner Razzia. Bei der meine Generation auf der Straße aufgegriffen und in diesen einer Polizeiwache ähnlichen Raumgebracht worden wäre. Dort dauert die Befragung über unsere persönlichen Daten und unser vorheriges Leben an, als stünden wir unter dem

Verdacht, in einer terroristischen Vereinigung mitzumischen.

Das tun wir natürlich, wie alle anderen Leute, die möglicherweise beschuldigt werden müssen, die Zersetzung des Lebens, vor allem des eigenen, vorzubereiten. Dann sehen wir einander an den ersten Tagen dieses Ereignisses sehr vorsichtig an, geradeso wie sich Leute, zusammengedrängt in einem Polizeiauto, zusammen aufgelesen aufgrund des Zufalls, daß sie an derselben Straßenecke

gewesen sind, betrachten. Das verläßt mich auch später nicht, weil ich meine „Kollegen“ in jenem Raum nicht als mir nahestehende Menschen ansehe, in nichts. Darin bin ich bis ans Ende hart geblieben und habe mich gegen jede Nähe zu mir unsympathischen und in jeder Frage widerwärtigen Personen gewehrt, deren widerwärtiges und unsympathisches Wesen der Umstand, daß wir unsere Zeit in unmittelbarer Nähe zueinander verbracht haben, nicht beseitigt hat. Ich habe diese kleinen Leute nicht als meine Leute akzeptiert, sondern sie sind mir fremd vorgekommen. Hätte ich die Rolle eines düsteren Russen übernommen, der einem Mädchen aus der Provinz schreibt, hätte ich wie er geschrieben, daß ich unter fremden Menschen bin, die mich nicht interessieren und die mir auf die Nerven gehen.

Denen gegenüber ich nicht einmal das Mitgefühl habe, das die Leute für ihren Leidensgenossen bei dieser Polizeirazzia oder in irgendeinem unglücklichen Verbanntenschiff empfinden.Und so habe ich sie abwesend und dumpf beobachtet, aber das hat ein unangenehmes Gefühl bei diesen Zwergen hervorgerufen, was mich jahrelang begleitet hat. Deshalb habe ich ein klein wenig Nähe eher zu unseren „Wiederholern“ empfunden, wie der Mensch, der sich mit anderen in einer Zelle befindet, doch Respekt hat vor Personen, vor dort angetroffenen mit einer gewissen Erfahrung in diesem Zellenunglück, während diejenigen, die mit mir gekommen waren, genausowenig wie ich selbst

wußten, was sie mit sich anfangen sollten und wie sie ihren Körper und ihre Seele dort unterbringen sollten. Ich empfinde von jeher Abscheu vorNeulingen, obwohl ich mich selbst manchmal unter ihnen befunden habe.“

 

Cosic

Bora Ćosić (Zagreb, 5 april 1932)

 

Zie voor de drie onderstaande schrijvers ook mijn blog van 5 april 2009.

 

De Duitse schrijver Michael Georg Conrad werd geboren op 5 april 1846 in Gnodstadt. Zie ook mijn blog van 5 april 2007 en ookmijn blog van 5 april 2008

 

Uit: Majestät

Der König hatte sich seit Tagen nicht mehr vom Bett erhoben. Er war krank von der Reise heimgekommen.

Wer sein Wesen kannte, wußte, daß es ein Schlimmes sein mußte, das ihn danieder hielt. Ganz fein empfindende Zuschauer, mit sicherer Witterung in tiefen Seelengründen – gewöhnlich gibt’s die nicht unter den Hofleuten – hätten deutliche Zeichen gehabt, daß seit langem nur noch Lebensschein vorhanden, Nachglanz eines verflackerten Lichts.

Nun lag der König wirklich im Sterben. Selbst die stumpfesten Oberflächenmenschen begannen es zu merken, daß es wie Sensenschwingen unheimlich über dem Bette des Königs leuchte.

Eigentlich hatte es nichts von einem Kampf, nichts von heroischem Ringen um den letzten Rest eines Königslebens. Auf keiner Seite stand ein Held. Der herrische Tod hatte es nicht auf ein großes Kampfspiel mit diesem schlichten, geduldigen König angelegt. Ein geringer Leib, ohne heftige Lebensinstinkte, ohne starke Säfte und Triebe – ein verarmtes Blut.

Eine tückisch schleichende Krankheit, die schon früh eingesetzt, diskret, mit einer gewissen höfischen Verbindlichkeit in der Verschleierung der mörderischen Absicht. Das waren die Partner.

Die Seele des Königs wußte wenig dreinzureden. Sie war von je zur Friedfertigkeit gestimmt und nicht auf Gewaltsamkeiten eingeübt. Sie war allerwege für konstitutionelle Ordnung und gestattete sich keine persönlichen Übergriffe.

Was sie in diesem Falle auch gesagt hätte, es wäre für den Ausgang so belanglos gewesen, wie die Praktiken der Heilkünstler und die wortreichen, schön gesetzten Wundergebete der Priester. Ein mittlerer Wille, der nie auf hohe Lebenspolitik im Heldenmaß lossteuerte, eine verschüchterte Daseinskraft lag von der Krankheit hingestreckt und atmete sich aus in kurzen, zaghaften Zügen. Was dem Vorgange des Ablebens seinen besonderen Stempel gab, war die Auffassung, daß der Sterbende einen König darstellte, einen verfassungsmäßigen Monarchen über ein kleines altes Reich, das in gewohnter Treue zu seinem Fürstenhause hielt und diesem König vor allen seine Sympathien widmete als einem braven, rechtlichen Manne, der nie die bürgerliche Sitte gekränkt, nie der untertänigen Gesinnung eine schwere Stunde bereitet.“

 

michael_conrad

Michael Conrad (5 april 1846 – 20 december 1927)

 

De  een Brits-Canadees schrijver Arthur Hailey werd geboren in Luton, Bedfordshire, op 5 april 1920.

 

Uit: Airport

„An airliner in a terminal was like a dependent relative, subject to the whims and succor of its family. Such life as it had was never independent. Its identiy was blurred; supply lines hobbled it; strangers, who would never join its airborne component, moved in and out.
But when the doors were sealed as the airplane prepared for takeoff, it became once more an entity. Crew members were most keenly aware of the change; they were returned to the familiar, self-contained environment in which they could function with skill and independence for which they had been trained. No one impeded them; nothing was underfoot, except what they were used to and at home with. Their tools and equipment were the finest; their resources and limitations were inventoried and known. Self-reliance returned. The camaraderie of the air – intangible, yet read to all who shared it – was theirs once more.
Even passengers – the more sensitive ones – were attuned to a mental transformation and, once in the air, awareness of the change increased. At high altitude, looking down, concerns of the everyday world seemed less important. Some, more analytical than others, saw the new perspective as a shedding of the pettiness of the earth.“

 

arthur_hailey

Arthur Hailey (5 april 1920 – 24 november 2004)

 

De Italiaanse blijspeldichter Paolo Ferrari werd geboren op 5 april 1822 in Modena.

 

Uit: Methods of Making a Living (Signor Lorenzo)

Ger.  Then you have some pension or allowance?

Gian.  None.

Ger.  None?

Gian.  Yours to command. All I can do is to manufacture bad verse, and I have a certain fluency of tongue, and that is how I make my way. But there are no dramas, no tragedies. Comedy — it’s all comedy — funny, you know.

Ger.  Well, but what do you do for a living? Pardon me if I am indiscreet.

Gian.  Quite the contrary, let me assure you! I go about it in this way: I have divided the city into twelve districts, or sections, whichever you like to call them. Each month I travel one of my districts. This month it happens to be this one.

Ger.  Not very rich, this section! Noen but poor people live here.

Gian.  At your service, madam.

Gior.  The rich people are less charitable than the poor.

Gian.  Very true. What a pity that it’s the poor people who are not rich! But they have an advantage — they are not so suspicious; and another — they don’t let you wait about in the hall; you go straight in. In the houses of the wealthy it’s maddening: porters, butlers, servants — everybody used to judging one by one’s appearance.

Ger.  And to showing one th
e door without ceremony.

Gian.  Yours to command.

Ger.  But tell me what you do.

Gian.  I have several systems. One is to provide poetry. Supposing, for instance, there is a wedding, or a new graduate, or a dancer who has made a tremendous hit, or a celebrated preacher, or a newly elected deputy. I have a sonnet that suits them all. It is sufficient to change the last triplet. I have six variations made up for that triplet. It is a six-barreled-revolver sonnet, and can be shot off six times. Now, observe. Both the quatrains consist of philosophical reflections on the sorrows and joys of life; they answer very well for anybody. In the first triplet I come down to particulars. “And thou!” I begin, without mentioning names. “Thou,” may belong to any sex or condition: “thou” is equally good for a man and a woman, for old people and young, for a nobleman or a shopkeeper.“

 

Paolo_Ferrari

Paolo Ferrari (5 april 1822 – 9 maart 1889)

 

De Zwitserse schrijver Werner J. Egli werd geboren in Luzern op 5 april 1943. Zie ookmijn blog van 5 april 2008

 

Uit: Der letzte Kampf des Tigers

Ich schrak aus dem Tiefschlaf, als der Schuss krachte. Im ersten Moment wusste ich gar nicht, was geschehen war. Wie versteinert saß ich in meinem Schlafsack. Erst nach einigen Sekunden wurde mir klar, dass es ein Schuss gewesen war, den ich gehört hatte. In den Widerhall des Schusses fiel das wütende Gebell Laikas. Da realisierte ich, dass ich allein im Zelt war. Kein Wladimir, der schnarchend neben mir lag. Keine Laika.

Draußen schien die Hölle los zu sein. Ich packte das Gewehr meines Vaters und stürzte aus dem Zelt. Nicht weit entfernt jagte Laika kläffend durch den Wald. Dann sah ich den Tiger.

Er hatte Wladimir mit seinen Reißzähnen gepackt und schleifte ihn einen leicht ansteigenden Hang hinauf, der mit Ulmen und Pappeln bewaldet war. Im Mondlicht konnte ich ihn ziemlich gut sehen, obwohl die Bäume lange Schatten in den Schnee warfen.

Ich sah auch, dass Wladimir sich wehrte und sich loszureißen versuchte, aber der Tiger schleuderte ihn mit einer schnellen, ruckartigen Bewegung des Kopfes herum und versetzte ihm gleichzeitig einen gewaltigen Prankenhieb. Ich riss das Gewehr an die Schulter, legte auf den Tiger an, aber noch bevor ich meinen Finger an den Abzug legte, wusste ich, dass ich nicht auf den Tiger schießen durfte, weil meine Kugel den alten Wildhüter hätte treffen können. So schoss ich in die Luft.“

 

Egli

Werner J. Egli (Luzern, 5 april 1943)

Hugo Claus, Algernon Swinburne, Michael Conrad, Arthur Hailey, Paolo Ferrari, Bora Ćosić, Werner J. Egli

De Vlaamse schrijver Hugo Claus werd in Brugge geboren op 5 april 1929. Zie ook mijn blog van 5 april 2007 , mijn blog van 19 maart 2008 mijn blog van 5 april 2008. en ook mijn blog van 20 maart 2009.

 

Sonnet XIV

 

Als dan het koperen keteltje vol as

van wat ik was wordt leeggeschud

over het geduldig gras,

mijn lief, sta daar niet voor schut

 

en veeg de rimmel van je wangen.

Denk aan de vingers die deze regels schreven

in onze tijd van verlangen

en die je streelden tijdens hun leven.

 

En lach om wat ik was onder meer

het gesnurk in de bioscoop,

de onderbroek die steeds afzakte,

 

de debiele grap en de logge loop

naar jou keer op keer

toen ik je nu warme weelde pakte.

 

 

Ulysses

 

Te veel gevechten heb ik gezien,

te veel gejank van vrijers gehoord,

ik ben altijd te ver gereisd.

 

Een kijkdoos heeft mijn oog vervangen,

Een bromtol mijn oor.

 

Te veel modder,

te veel krengen er in.

Te veel vreugde.

 

Ik verberg mij nu tussen de minnaars,

die bedelaars.

 

 

Rendez-vous

 

De wanhoop met hoge hoed en wit gilet en streepjesbroek

Heb ik daareven ontmoet en niet gegroet

Bij elke nieuwe ontmoeting houdt hij zijn schrammen achter

Maar vroeg of later haalt hij zijn schade in

Maar ik lach die arme Mevrouw Vroeg-of-Later vierkant uit

Want

Nu

Zijn van alle vogels vrij de kinderen van de zomer losgelaten

Het gras beweegt het land in duizend vouwen ligt gereed

De straten deinen

En de trams vol wind zijn alle pijpen uit

En ik noem je mijn bruid van dertien jaar

Mijn adem aan de ruit mijn boot mijn kapersbuit

Ik roep je aan en knoop over de huizen en de steden

En de vogelschrikken heen

Nieuwe valstrikken in je gele haar

En jij je laat begaan

 

Een dezer dagen zal ik aan het Zuidpark

weer uitgeplunderd voor je staan

Wij zullen samen de trappen afdalen

Verblijd de stenen leeuwen strelen

Zeer luid lachen als wij hen zien

Mijnheer de Wanhoop en Mevrouw Vroeg-of-Later

 

En als zij naderen (want Zij zullen naderen)

Zullen wij Hen met nieuwe heftige gebaren bezweren.

 

Hugo_Claus

Hugo Claus (5 april 1929 – 19 maart 2008)

 

 

De Engelse schrijver en dichter Algernon Charles Swinburne werd geboren op 5 april 1837 in Londen. Zie ook mijn blog van 5 april 2007 en ook mijn blog van 5 april 2008.

Hermaphroditus

I.
LIFT up thy lips, turn round, look back for love,
Blind love that comes by night and casts out rest;
Of all things tired thy lips look weariest,
Save the long smile that they are wearied of.
Ah sweet, albeit no love be sweet enough,
Choose of two loves and cleave unto the best;
Two loves at either blossom of thy breast
Strive until one be under and one above.
Their breath is fire upon the amorous air,
Fire in thine eyes
and where thy lips suspire:
And whosoever hath seen thee, being so fair,
Two things turn all his life and blood to fire;
A strong desire begot on great despair,
A great despair cast out by strong desire.

 

Swinburne

Algernon Swinburne (5 april 1837 – 10 april 1909)
Geschilderd door William Bell Scott

 

De Duitse schrijver Michael Georg Conrad werd geboren op 5 april 1846 in Gnodstadt. Zie ook mijn blog van 5 april 2007.

 

Uit: Die bayrische Königstragödie im Bürgerhause

 

Die Abendmahlzeit war still beendet worden; der große eichene Tisch wurde abgeräumt, das Fenster mit den Butzenscheiben im Erker der altdeutschen Speisestube geöffnet, damit erfrischende Luft hereinströme und das Gemach vom letzten Dunst der Speisen reinige. An der dunkeln getäfelten Decke zuckten die Flammen des Lüsterweibchens. Draußen rauschte die Isar und der Regen strömte wie eine Sündflut hernieder, klatschte auf die wildwogenden Gebirgswasser und erfüllte die Straße mit grauen Pfützen. Von der Mariahilfkirche in der Au klangen die Abendglocken herüber, so verweint, so tieftraurig wie ein grauzerwühltes Chopin’sches Notturno…

Schweigend hatte sich die Familie mit den Gästen aus der Provinz, dem fränkischen Deputierten, einem alten Freund des Hauses, dem Schwiegersohne, einem Nürnberger Fabrikanten, dem jugendlichen Reallehrer, einem hoffnungsvollen Verehrer der einzigen Tochter des Hauses, der schönen, blonden, achtzehnjährigen Elsa, ihres Zeichens Musikschülerin – in den Salon zurückgezogen, den nur eine schwere Draperie von der altdeutschen Speisestube trennte. Bloß der Großvater, jetzt noch eine hohe, rüstige Gestalt, einst betriebsamer Bierbrauer von außerordentlicher Geschäftstüchtigkeit, war in der Speisestube zurückgeblieben, um in seinem ledergepolsterten Armstuhle sein gewohntes Dämmerstündchen zu verträumen.“

 

conrad

Michael Conrad (5 april 1846 – 20 december 1927)

 

De  een Brits-Canadees schrijver Arthur Hailey werd geboren in Luton, Bedfordshire, op 5 april 1920. Hij is bekend geworden van zijn boeken Airport en Hotel, die later verfilmd werden. Zijn boeken werden in meer dan 40 landen uitgebracht en wereldwijd werden e
r meer dan 170 miljoen exemplaren verkocht. In de Tweede Wereldoorlog was hij piloot bij de RAF. Na de oorlog emigreerde hij naar Canada, waar hij ging wonen in Toronto. Daar begon hij zijn carrière als schrijver. In 1959 verscheen zijn eerste boek The Final Diagnosis.

Uit: Hotel

„If he had had his way, Peter McDermott thought, he would have fired the chief house detective long ago. But he had not had his way and now, once more, the obese ex-policeman was missing when he was needed most.
McDermott leaned down from his husky six-and-a-half feet and jiggled the desk telephone impatiently. “Fifteen things break loose at once,” he told the girl by the window of the wide, broadloomed office, “and nobody can find him.”
Christine Francis glanced at her wrist watch. It showed a few minutes before eleven P.M. “There’s a bar on Baronne Street you might try.”
Peter McDermott nodded. “The switchboard’s checking Ogilvie’s hangouts.” He opened a desk drawer, took out cigarettes and offered them to Christine.
Coming forward, she accepted a cigarette and McDermott lit it, then did the same for himself. He watched as she inhaled.
Christine Francis had left her own smaller office in the St. Gregory Hotel executive suite a few minutes earlier. She had been working late and was on the point of going home when the light under the assistant general manager’s door had drawn her in.
“Our Mr. Ogilvie makes his own rules,” Christine said. “It’s always been that way. On W. T.’s orders.”
McDermott spoke briefly into the telephone, then waited again. “You’re right,” he acknowledged. “I tried to reorganize our tame detective force once, and my ears were properly pinned back.”

hailey

Arthur Hailey (5 april 1920 – 24 november 2004)

 

De Italiaanse blijspeldichter Paolo Ferrari werd geboren op 5 april 1822 in Modena. Daar studeerde hij ook rechten, maar vooral geschiedenis en literatuur. In 1847 schreef Ferrari zijn eerste komedie “Il codicillo dello zio Venanzio”. Andere volgden zoals “La donna e lo scettico” en “Il codicillo”.

 

Uit: Methods of Making a Living (Signor Lorenzo)

“Gior. (making introduction). My sister Gertrude. My friend Gianni Bartolomeo Senatori.
Gian. Delighted!
Ger. Very pleased! (To GIORGIO). And what next?
Gior. Oh, nothing! I must get the designs ready for my new machine. They are to be submitted to-day, and I must put all the papers and the drawings in proper order. (goes to a table, where he occupies himself in the manner named, making occasional notes).
Gian. (To GERTRUDE.). Yes, to be sure, I am an old friend of his, only we had not seen each other for an age. I find my dear Giorgio rather upset.
Gior. I should like to know what I have to be cheerful about.
Gian. You don’t believe in the proverb: “Heaven helps the cheerful man.”
Gior. I don’t believe in Heaven! Besides, you have not yet proved ——
Gian. How a living can be made? Indeed! Just consider my profession and my social position!
Ger. (To GIANNI ). Have you no employment/
Gian. At your service, madam — none.”

paoloFerrari

Paolo Ferrari (5 april 1822 – 9 maart 1889)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 5 april 2008.

De Servische dichter en schrijver Bora Ćosić werd geboren op 5 april 1932 in Zagreb. Zie ook mijn blog van 5 april 2007.

De Zwitserse schrijver Werner J. Egli werd geboren in Luzern op 5 april 1943.