Hans van de Waarsenburg, Ernest Farrés

De Nederlandse dichter en literatuurcriticus Johannes (Hans) Paul Richard Theodorus van de Waarsenburg werd geboren in Helmond op 21 juli 1943. Zie ook alle tags voor Hans van de Waarsenburg op dit blog.

 

Bahía Blanca (Argentinië)

Je danst om de dorst te behoeden
Het golvend haar en geur die vergaat
Een horizon voor het grijpen
Een hut die kantelt in het hoofd
Ademloos herhaal ik de namen
Van de havensteden als gebeden
Kijk ik over je schouder mee
Het orkest dat speelt, je ogen:
Mijn vader danst een tango

Het was in Bahía op een terras
– een tango danst men niet in Wenen –
De bandoneón, de zon, je werd als was
Het bijschrift is vervaagd, verdwenen

Het ongeluk in je hand, het glas
Dat je hief, je oog dat het poeder
Zag breken, sigarettenrook en lipstick
De voile van het geheugen schudt de muziek:
Mijn vader danst een tango.

 

ik zie haar nog wel eens

ik zie haar nog wel eens
blond en aangepaste lippenstift
verkreukeld perkament van dichtbij

een vrouw met bontjas in een bus
tas dichtbij haar
lippen dicht op elkaar want je weet
nooit wat er kan gebeuren

de ogen vosachtig wantrouwend
achter de kooi van een modieuze bril

dan zit ze op de bank en praat
ratelend uit een oud plakboek
en kijkt me aan

haar buik is leeg
de eierstokken reeds lang verwijderd

een koude oorlog heb ik daar vertoefd
en moet toen reeds, in ’43, afscheid
hebben genomen.

 

Rimpel

Hij pakt zijn oude handen vast. Een rimpel naar de dood.
Nooit meer wordt hij groot. Nooit meer wacht zij om de hoek.
Ieder woord raakt zoek. Alles was, is waar gebleven? Wend
De steven nu voorgoed en paai de gondelier. Drink wijnen.
Slurp het gistend bier. Stil de honger in de maag. Want
Op de
kaaien liggen rood, de taaie haken van de dood.

 

Hans van de Waarsenburg (21 juli 1943 – 15 juni 2015)

 

De Catalaanse dichter Ernest Farrés i Junyent werd in Igualada geboren op 21 juli 1967. Zie ook alle tags voor Ernest Farrés op dit blog.

 

Positieve aspecten aan het verstrijken van de tijd

Door haat hebben we de waardering
geleerd. Door de klappen
leerden we de dialoog.

Door de fouten die we hebben gemaakt
bereikten wij de trefzekerheid, door de onttovering
de vrolijkheid.
De afstand
heeft ons dichter bij elkaar gebracht en de regen
heeft ons in onverschrokken
voetgangers veranderd.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ernest Farrés (Igualada, 21 juli 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e juli ook mijn blog van 21 juli 2022 en ook mijn blog van 21 juli 2020 en eveneens mijn blog van 21 juli 2019 en ook mijn blog van 21 juli 2018 deel 2.

Raoul de Jong

De Nederlandse schrijver, columnist, programmamaker en danser Raoul de Jong werd geboren in Rotterdam op 12 maart 1984. De Jong debuteerde in 2005 met de roman “Het leven is verschrikkulluk!”, dat deels was gebaseerd op zijn leven tijdens zijn eindexamenjaar in Rotterdam. Zijn tweede boek, “Stinknegers”, verscheen in 2006. Voor dit boek reisde hij 4 maanden door West-Afrika in opdracht van Plan Nederland. Met “Stinknegers” won hij de Dick Scherpenzeel Prijs. Kort daarna bracht De Jong “It’s AMAAAZING” uit, over een reis naar New York waar hij onder andere de Italiaanse kunstenaar Gianluca Frantonio ontmoette die nog veelvuldig een rol in zijn oeuvre zou spelen. In 2008 maakten De Jong en Fratantonio samen een reis van Noord naar Zuid Italië, waarover hij het boek “Miracoloso” schreef. In 2013 verscheen het boek “De Grootsheid van het Al”. Dit boek was gebaseerd op zijn wandeltocht van Rotterdam naar Marseille. Het boek kwam voort uit de immense belangstelling voor de columns die De Jong schreef voor nrc.nl tijdens de tocht. Naast zijn werk als auteur, schreef Raoul de Jong als columnist voor Spunk, NRC Handelsblad, nrc.next en Het Parool. In 2008 deed De Jong mee aan het VPRO-programma Café de Liefde. In 2011 schreef en regisseerde hij voor Villa Achterwerk het programma ‘Iedereen kan ‘dansen’. In 2015 was Raoul de Jong genomineerd voor de Esquire’s ‘Best Geklede Man 2015’ award. In 2017 schreef hij samen met schrijfster Sanneke van Hassel de leesvoorstelling “In Suriname”. Het stuk werd geregisseerd door Johan Simons, met onder andere Jörgen Raymann, Noraly Beyer, Pierre Bokma en Karin Amatmoekrim. In 2020 ging het stuk in reprise. In november 2020 verscheen “Jaguarman; mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden.” Raoul de Jong is woon- en werkachtig te Rotterdam en Parijs.

Uit: Jaguarman

“De afgelopen jaren speelde u een spel met mij. U gaf me tekens en ik heb ze gevolgd. Van Rotterdam naar Paramaribo, van Rome naar Recife. Maar telkens als ik op het punt stond op uw staart te trappen, sprintte u door. We kunnen niet eeuwig zo doorgaan, ik denk dat u dat zelf ook wel begrijpt. Het is tijd om de balans op te maken. Om onze kaarten op tafel te leggen. Vooruit, ik begin: dit is geen verhaal over wit of zwart of Nederland of Suriname, het is ook geen verhaal over mijn vader, al spelen al die elementen een rol. Dit is een verhaal over u. Er is mij verteld dat u bovenmenselijke krachten had en dat die krachten iets te maken hebben met mij.
Is dat mogelijk? Is het mogelijk dat mijn leven door uw daden beïnvloed wordt alleen omdat we wat genen delen? Als ik naar mijn vader en mij kijk, dan lijkt het antwoord ‘ja’. Achtentwintig jaar lang was hij geen vader en toch delen we van alles, veel meer dan alleen ons uiterlijk. En als dat zo is, dan is het logisch dat er in mij ook iets van mijn vadersvader zit, en van mijn vaders vadersvader. Eén van die vaders bent u. Volgens mijn vader kon u uzelf veranderen in het sterkste en, volgens sommigen, wreedste dier van het Zuid-Amerikaanse regenwoud, de koning van de Amazone: de jaguar. Hoe deed u dat? Wie was u? Waar kwam u vandaan? Hoe kwam u aan uw krachten? En waarom moet ik die krachten volgens mijn vader met rust laten?
Dit is dag één van een zevendaags ritueel om antwoord te krijgen op mijn vragen, zoals dat mij werd uitgelegd in een klein snoephuisje achter dievenijzers en een rozentuin, in een wijk van Paramaribo genaamd Casabaholo oftewel ‘cassavegat’ door de op dat moment negenenzeventigjarige wintipriesteres Misi Elly Purperhart.
‘Wat mijn vader me verteld heeft, kan dat?’ had ik Misi Elly gevraagd. Misi Elly had naar iets achter mij gekeken – een geest, dacht ik, maar toen ik omkeek zag ik dat er een auto aan de overkant van de straat geparkeerd werd. Ze lachte geheimzinnig en citeerde toen vreemd genoeg de Bijbel: ‘Ik, uw God, ben een ijverige god. Die de misdaad der vaderen bezoekt aan de kinderen, tot aan…’ – bulderend – ‘… het vierde geslacht!’
Ja, dat was dus mogelijk. Volgens het christendom én volgens het wintigeloof.
Ik lachte nerveus: ‘O, dus ik ben vervloekt?’ Dat wist Misi Elly niet, maar ze wist wel hoe ik daarachter kon komen. ‘Ik ga het je zeggen, maar je moet doen wat ik je zeg. Het mag geen
fiasco worden. Je moet echt ernstig zijn.’
Zeven dagen zou ik nodig hebben. Zeven dagen geen sigaretten, geen alcohol, geen vlees, geen zout en geen seks. En ik mocht pas terug in Nederland beginnen, want u, Jaguarman, houdt niet van vliegen.”

 

Raoul de Jong (Rotterdam, 12 maart 1984)