Bij Carnaval
Prinz Karneval
Die Fahne hoch in freiem Flug,
Und hinterdrein ein langer Zug
Von lustigen Gesellen!
Prinz Karneval ist eingekehrt,
Die Pritsche ist sein Heldenschwert,
Es klingeln seine Schellen.
Fort alles, was das Herz bedrängt,
Was uns in enge Fesseln zwängt,
Die Heuchelei und Lüge!
Das kühne Wort schlägt zündend ein
Und fegt die dumpfen Lüfte rein
Für freie Atemzüge.
Und des Champagners Glut erhellt
Mit rosigem Schimmer Herz und Welt,
Und Gram und Sorge schwinden,
Und schöne Tage, längst verträumt,
Erstehn zum Leben lichtumsäumt,
Uns neuen Kranz zu winden.
Die Maske vor in Spiel und Scherz,
Die Maske fort von Geist und Herz,
Die wir im Leben tragen!
Heut hat die Narrheit Feiertag
Und ohne jeden Schleier mag
Sie selig sich behagen.
Du Prinz und Herr im Narrenreich,
Du bist beschwingten Faltern gleich,
Die farbenprächtig funkeln –
Doch naht mit seinem Mottenflug
Der Aschermittwoch früh genug,
Dein Leuchten zu verdunkeln.
Bald löscht er aus der Lichter Glanz,
Hat wie gespenstigen Totentanz
Den Maskenscherz vertrieben;
Doch blieb ein Leuchten noch zurück,
Und Funken sind’s von Lust und Glück,
Die aus der Asche stieben.
Onafhankelijk van geboortedata
De Amerikaanse dichter John Hennessy werd geboren in 1965 in New Jersey. Zie ook alle tags voor John Hennessy op dit blog. Zie ook alle tags voor John Hennessy op dit blog.
Half juni
Het is zo donker als je op East Hill Road loopt
Dat we elkaar niet meer zien,
wat maakt het uit? Het silhouet
van bomen die de hemel vullen, mist die daalt,
onze lichamen gehaast, lastig, opnieuw uitgevonden.
Ooit zou ik getrouwd zijn,
Zeg je. Om ons heen dringt geen licht
binnen. Het dennenbos heeft zich
vast zich in zichzelf opgesloten, een water
lichaam wordt dieper. Hij klom net
van het dak af
toen hij viel,
zeg je. Drie verhalen.
Je hand maakt een rechte lijn
in de lucht, hij stopte gewoon met voelen.
Ik herinner me de verborgen weide,
dicht met zwenkgras en torenbloem.
Ik vraag me af of hij je herkende
daarna, als je daar stond en zei
wie ben ik
om je eraan te herinneren? Voel iets.
Waar de weg eindigt, keren we
terug, en voor een keer begrijp ik
het blinde hart dat rondtast, de manier waarop
taal ons gebruikt: vlierbes, vingerhoeds-
kruid, de roze trompetten van de ochtend
weerklinken op het vliegveld.
Er is geen pijn die je niet kunt ontdenken.
Om ons heen steekt een trage wind op.
Hij zal tenminste nooit verdriet voelen,
zeg je, en ik denk dat ik je zie,
je armen zwaaien
langs je lichaam, niet in staat om te kiezen
waar je zonder kunt leven.
Zie voor nog meer schrijvers van de 12e februari ook mijn blog van 12 februari 2023 en ook mijn twee blogs van 12 februari 2022 en ook mijn blog van 12 februari 2019 en ook mijn blog van 12 februari 2017 deel 2 en eveneens deel 3.