De Zuidafrikaanse schrijver John Maxwell Coetzee werd geboren op 9 februari 1940 in Kaapstad. Zie ook mijn blog van 9 februari 2007 en ook mijn blog van 9 februari 2008.
Uit: Elizabeth Costello
„We skip. They have reached Williamstown and have been conveyed to their hotel, a surprisingly large building for a small city, a tall hexagon, all dark marble outside and crystal and mirrors inside. In her room a dialogue takes place.
‘Will you be comfortable?’ asks the son.
‘I am sure I will she replies. The room is on the twelfth floor, with a prospect over a golf course and, beyond that, over wooded hills.
‘Then why not have a rest? They are fetching us at six thirty I’ll give you a call a few minutes beforehand.’
He is about to leave. She speaks.
‘John, what exactly do they want from me?’
‘Tonight? Nothing. It’s just a dinner with members of the jury. We won’t let it turn into a long evening. I’ll remind them you are tired.’
‘And tomorrow?’
‘Tomorrow is a different story. You’ll have to gird your loins for tomorrow, I am afraid.’
‘I have forgotten why I agreed to come. It seems a great ordeal to put oneself through, for no good reason. I should have asked them to forget the ceremony and send the cheque in the mail.’
After the long flight, she is looking her age. She has never taken care of her appearance; she used to be able to get away with it; now it shows. Old and tired. ‘It doesn’t work that way, I am afraid, Mother. If you accept the money, you must go through with the show.’
She shakes her head. She is still wearing the old blue raincoat she wore from the airport. Her hair has a greasy, lifeless look. She has made no move to unpack. If he leaves her now, what will she do? Lie down in her raincoat and shoes?“
John Coetzee (Kaapstad, 9 februari 1940)
De Ierse dichter en schrijver Brendan Behan werd geboren op 9 februari 1923 in Dublin. Zie ook mijn blog van 9 februari 2007 en ook mijn blog van 9 februari 2008.
The Dead March Past
Behind the files of Easter Week
And rank, battalioned tread of twenty-one
Close behind the lime-stained dead of twenty-two
Sean Russell* at their head they come.
The two that swung in Birmingham, with ordered step
from off the gallows floor,
Now march beside McGrath and Harte, and the boys blown up at Castlefin,
Its fiery roar lights the wasted flesh of D’Arcy and McNeela,
Kelly, Reynolds, McCafferty made whole again to join in strict array
this dead march past on Easter Day.
Come now the lonely ones, all solitary they pass,
Maurice O’Neill, Dick Goss, George Plant, young Williams, Casey, Glynn, O’Callaghan,
On Jackey Griffith’s right, comes Paddy Dermody,
So quick avenged by one as dear to us – tho’ not as yet departed to the Columns of the Night.
‘Rocky’ Burns rises up from Chapel Lane, Charlie Kerins lives, and laughs again.
Perry and Malone from Parkhurst come to march beside McCaughey and greet the Easter dawn.
Behind the files of Easter Week,
And all the gallant dead of yesteryear they come,
Their step a hope, a dread salute
To you who march their way,
And pledge your word this Easter Day.
Brendan Behan (9 februari 1923 – 20 maart 1964)
Standbeeld in Dublin
De Nederlandse dichter, essayist, historicus en politicus Geerten Gossaert (eig. Frederik Carel Gerretson) werd geboren in Kralingen op 9 februari 1884. Gerretson studeerde sinds september 1906 te Utrecht. Hij volgde er colleges wijsbegeerte. In Utrecht leerde hij P.H. Ritter jr. kennen, met wie hij een levenslange vriendschap zou onderhouden, en Marcellus Emants, met wie hij overwoog samen een roman te schrijven. Van december 1906 tot oktober 1907 verbleef hij in de Verenigde Staten en Mexico, waar hij rondzwierf en lessen Latijn gaf op een Public High School te El Paso (Texas). Na terugkeer naar Europa in oktober 1907 vestigde hij zich te Brussel voor de studie sociologie aan het Institut Solvay.Gerretson reisde in 1919 voor de BPM naar Nederlands-Indië, China, Korea, Japan, Venezuela, Mexico en de Nederlandse Antillen. In 1925 werd hij aan de Rijksuniversiteit Utrecht benoemd tot bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van Nederlandsch-Indië, vergelijkende koloniale geschiedenis en volkenkunde van Nederlandsch-Indië en van 1938 tot 1954 ook als buitengewoon hoogleraar in de constitutionele geschiedenis van het Koninkrijk.Hij behoorde, samen met P.N. van Eyck en Pieter Geyl, tot de redactie van het tijdschrift Leiding (1930-1931). Daarnaast werkte hij mee aan Ons Tijdschrift (1911-1914) en Dietsche Stemmen (1915-1917). Verder was hij in de loop der tijd medewerker van De Beweging, Polemios, Roeping en De Groene Amsterdammer. Als dichter werd hij bekend onder
het pseudoniem Geerten Gossaert met het gedicht “De moeder” uit de bundel Experimenten van 1911.
De Moeder
Hij sprak en zeide
In ’t zaêl zich wendend:
Vaarwel, o moeder,
Nooit keer ik weer…
En door de lanen
Zag zij hem gaan en
Sprak geen vervloeking maar weende zeer.
Sprak geen vervloeking…
Doch, bijna blijde,
Beval de maagden:
Laat immermeer
De zetels staan en
De lampen aan en
De poort geopend, de slotbrug neer.
En toen, na jaren,
Melaats, een zwerver
Ter poorte klaagde:
Uw zóon keert weer…
Zag zij hem aan en
Vond gene tranen,
Voor zoveel vréugde geen tranen meer.
De bloeiende amandeltak
Ik sluimerde in den bloemenhof, in ’t malsche gras gelegen;
Toen wekte mij een zwoele geur de heuchnis van weleer…
En op mijn’ moeden wenkbrauwboog voelde ik, vertroostend, wegen
Een wichtelooze vrouwehand, zacht streelend, héén en wéér.
En ‘k stamelde in mijn droom: Waarom? Gunt gij dan geen vergéten?
Dit weinige, o liefste mijn, is àl wat ik begeer:
Eén uur van ongestoorden slaap uw goedheid niet te wéten,
Eén stonde niet van ú te zijn, o liefde wreed en teer!
Maar als ik mijnen blik ontlook ontwaarde ik slechts een venkel
Bezwangrend met zijn zwoelen geur de broeiende atmosfeer,
En over mijne leedverwoeste trekken wiegelde enkel
Een bloeiende amandeltak zijn schaduw, héén en wéér.
Geerten Gossaert (9 februari 1884 – 27 oktober 1958)
De Duitse dichter, schrijver, vertaler en uitgever Rainer Maria Gerhardt werd geboren op 9 februari 1927 in Karlsruhe. Hij volgde een opleiding bij een verzekeringsbedrijf. Na bij een bombardement in 1942 zijn huis verloren te hebben zette hij de opleiding voort in Wenen. In 1947 bezocht hij lezingen over filosofie aan de universiteit van
Freiburg en probeerde hij aansluiting te vinden bij de moderne Amerikaanse poëzie (Ezra Pound, William Carlos Williams, Charles Olson en Robert Creeley). Samen met zijn vrouw vertaalde hij hun werk ook en publiceerde het in door hem uitgegeven tijdschrift „fragmente“ en in zijn gelijknamige uitgeverij. Hij kreeg wel waardering voor zijn werk: in Duitsland van Ernst Robert Curtius, Alfred Andersch und Hans Magnus Enzensberger, internationaal van William Carlos Williams, André Breton, Max Ernst en Jean Arp, maar niet bij een breder publiek. Dat dreef hem er toe in 1954 een einde aan zijn leven te maken. Naar aanleiding van zijn 80e geboortedag werd in 2007 zijn verzameld werk uitgegeven onder de titel »Umkreisung«.
für renate
der wind bricht auf diese nacht
quirrt weint
habe die nacht gesehen
kann nicht schlafen
der bruder ist fortgegangen
ich höre
die tür hat geknarrt
nun ist sie verschlossen
ich habe fusstapfen gesehen
in frischer erde
CATULLUS
CATULLUS
keine kraft
wenn nicht diese: eine geschichte von dir und mir
keine kraft wenn nicht diese
von dir und mir
hat kein auge sich aufgetan
hat kein vogel berichtet
hat der wind nicht geschrien
keine kraft
wenn nicht du und ich
eine passage
metaphysik oder liebe
CATULLUS
CATULLUs
pauper amavi
CATULLUs.
1. satz: ausfahrt
I
Keinem ist hauch gegeben.
Es schwingen, fallen tauben ins gebreite.
Vergilbter neben kräuselt welke weite,
Und schwarze stümpfe stossen ins gewölk.
Der wunde wald stürzt dunkel hin zum bache,
Und schreiend wälzen sich zur falben flache
Purpurne himmel über rot gebälk.
Die feste stadt streckt kalte schattenarme
zur erzesader und zum vogelschwarme.
Die Fischer aus den faulen flächen fliehn.
Und häuser neben häusern auferstehen
Und fallen nieder und die winde wehen.
Es treibt der blauen tauben flug dahin.
Rainer Maria Gerhardt (9 februari 1927 – 27 juli 1954)
De Amerikaanse dichteres Amy Lowell werd geboren op 9 februari 1874 in Brookline, Massachusetts. Zij stamde uit een voorname familie uit Boston. Haar broer Percival Lowell werd een beroemde astronoom en een andere broer Abbott Lawrence Lowell werd president van Harvard. Zelf studeerde zij niet, maar ontikkelde zij zich door ontzettend veel te lezen. In 1910 werden haar eerste gedichten gepubliceerd in de Atlantic Monthly en in 1912 verscheen haar eerste bundel A Dome of Many-Coloured Glass die tot haar grote teleurstelling maar een bescheiden succes kende. Voor haar bundel What’s O’Clock kreeg zij postuum de Pulitzer Prijs. In 1912 leerde Lowell haar levenspartner da Russell kennen, met wie zij tot aan haar dood samen bleef.
Aubade
As I would free the white almond from the green husk
So I would strip your trappings off,
Beloved.
And fingering the smooth and polished kernel
I should see that in my hands glittered a gem beyond counting.
The Matrix
Goaded and harassed in the factory
That tears our life up into bits of days
Ticked off upon a clock which never stays,
Shredding our portion of Eternity,
We break away at last, and steal the key
Which hides a world empty of hours; ways
Of space unroll, and Heaven overlays
The leafy, sun-lit earth of Fantasy.
Beyond the ilex shadow glares the sun,
Scorching against the blue flame of the sky.
Brown lily-pads lie heavy and supine
Within a granite basin, under one
The bronze-gold glimmer of a carp; and I
Reach out my hand and pluck a nectarine.
The Taxi
When I go away from you
The world beats dead
Like a slackened drum.
I call out for you against the jutted stars
And shout into the ridges of the wind.
Streets coming fast,
One after the other,
Wedge you away from me,
And the lamps of the city prick my eyes
So that I can no longer see your face.
Why should I leave you,
To wound myself upon the sharp edges of the night?
Amy Lowell (9 februari 1874 – 12 mei 1925)
De Oostenrijkse schrijver Thomas Bernhard werd geboren op 9 februari 1931 in Heerlen. Zie ook mijn blog van 9 februari 2007 en ook mijn blog van 9 februari 2008.
Uit: Meine Preise
“„Zur Verleihung des Grillparzerpreises der Akademie der Wissenschaften in Wien mußte ich mir einen Anzug kaufen, denn ich hatte plötzlich zwei Stunden vor dem Festakt eingesehen, daß ich zu dieser zweifellos außerordentlichen Zeremonie nicht in Hose und Pullover erscheinen könne und so hatte ich tatsächlich auf dem sogenannten Graben den Entschluß
gefaßt, auf den Kohlmarkt zu gehen und mich entsprechend feierlich einzukleiden, zu diesem Zwecke suchte ich das mir von mehreren Sockeneinkäufen her bestens bekannte Herrengeschäft mit dem bezeichnenden Titel Sir Anthony
auf, wenn ich mich recht erinnere, war es Dreiviertelzehn, als ich den Salon des Sir Anthony betrat, die Verleihung des Grillparzerpreises sollte um elf stattfinden, ich hatte also noch eine Menge Zeit. Ich hatte die Absicht, mir, wenn schon von der Stange, so doch den besten Reinwollanzug in Anthrazit anzuschaffen, dazu die passenden Socken, eine Krawatte und einHemd von Arrow, ganz fein, graublau gestreift. Die Schwierigkeit, sich in den sogenannten feineren Geschäften gleich verständlich zu machen, ist bekannt, auch wenn der Kunde sofort und auf die präziseste Weise sagt, was er will, wird er zuerst einmal ungläubig angestarrt, bis er seinen Wunsch wiederholt hat. Aber natürlich hat der
angesprochene Verkäufer auch dann noch nicht begriffen”.
Thomas Bernhard (9 februari 1931 — 12 februari 1989)
De Amerikaanse schrijfster en feministe Alice Malsenior Walker werd geboren op 9 februari 1944 in Eatonton, Georgia. Zie ook mijn blog van 9 februari 2008.
Uit: By the Light of My Father’s Smile
“I am a man you can trust, is how my customers view me. Or at least, I’m guessing it is. Why else would they hand me their house keys before they leave for vacation? Why else would they depend on me to clear their attics for them, heave their air conditioners into their windows every spring, lug their excess furniture to their basements? “Mind your step, young fellow; that’s Hepplewhite,” Mrs. Rodney says, and then she goes into her kitchen to brew a pot of tea. I could get up to anything in that basement. I could unlock the outside door so as to slip back in overnight and rummage through all she owns–her Hepplewhite desk and her Japanese lacquer jewelry box and the six potbellied drawers of her dining-room buffet. Not that I would. But she doesn’t know that. She just assumes it. She takes it for granted that I’m a good person.
Come to think of it, I am the one who doesn’t take it for granted.
On the very last day of a bad old year, I was leaning against a pillar in the Baltimore railroad station, waiting to catch the 10:10 a.m. to Philadelphia. Philadelphia’s where my little girl lives. Her mother married a lawyer there after we split up.
Ordinarily I’d have driven, but my car was in the shop and so I’d had to fork over the money for a train ticket.“
Alice Walker (Eatonton, 9 februari 1944)
De Franse schrijfster Alina Reyes (pseudoniem van Aline Patricia Nardone) werd geboren op 9 februari 1956 in Bruges. Zie ook mijn blog van 9 februari 2008.
Uit: La Dameuse
„C’est le caméraman qui est venu la chercher. Il lui a dit que Gilles voulait la voir, que c’était très important, qu’il fallait venir tout de suite car ils reprenaient la route aussitôt après, qu’il n’y en avait que pour quelques minutes. Elle l’a suivi, ils ont pris la petite rue derrière l’église, ils sont descendus au bord du torrent, à l’abri des regards. Personne n’a vu l’homme qui l’attendait la prendre dans ses bras, personne n’a vu la petite Marie se dégager de son étreinte, personne ne l’a entendue crier : Qu’est-ce que c’est que cette histoire ? Personne ne l’a vue envoyer une gifle à cette vedette de télévision locale, personne n’a vu cet homme policé se saisir violemment de la jeune fille, par peur qu’elle n’attire l’attention lui bâillonner la bouche avec sa main, l’entraîner dans la neige“.
Alina Reyes (Bruges, 9 februari 1956)
Zie voor nog meer schrijvers van de 9e februari ook mijn andere blog van vandaag.