Hugo Claus, Algernon Swinburne, Michael Conrad, Arthur Hailey, Paolo Ferrari, Bora Ćosić, Werner J. Egli

De Vlaamse schrijver Hugo Claus werd in Brugge geboren op 5 april 1929. Zie ook mijn blog van 5 april 2007 , mijn blog van 19 maart 2008 mijn blog van 5 april 2008. en ook mijn blog van 20 maart 2009.

 

Sonnet XIV

 

Als dan het koperen keteltje vol as

van wat ik was wordt leeggeschud

over het geduldig gras,

mijn lief, sta daar niet voor schut

 

en veeg de rimmel van je wangen.

Denk aan de vingers die deze regels schreven

in onze tijd van verlangen

en die je streelden tijdens hun leven.

 

En lach om wat ik was onder meer

het gesnurk in de bioscoop,

de onderbroek die steeds afzakte,

 

de debiele grap en de logge loop

naar jou keer op keer

toen ik je nu warme weelde pakte.

 

 

Ulysses

 

Te veel gevechten heb ik gezien,

te veel gejank van vrijers gehoord,

ik ben altijd te ver gereisd.

 

Een kijkdoos heeft mijn oog vervangen,

Een bromtol mijn oor.

 

Te veel modder,

te veel krengen er in.

Te veel vreugde.

 

Ik verberg mij nu tussen de minnaars,

die bedelaars.

 

 

Rendez-vous

 

De wanhoop met hoge hoed en wit gilet en streepjesbroek

Heb ik daareven ontmoet en niet gegroet

Bij elke nieuwe ontmoeting houdt hij zijn schrammen achter

Maar vroeg of later haalt hij zijn schade in

Maar ik lach die arme Mevrouw Vroeg-of-Later vierkant uit

Want

Nu

Zijn van alle vogels vrij de kinderen van de zomer losgelaten

Het gras beweegt het land in duizend vouwen ligt gereed

De straten deinen

En de trams vol wind zijn alle pijpen uit

En ik noem je mijn bruid van dertien jaar

Mijn adem aan de ruit mijn boot mijn kapersbuit

Ik roep je aan en knoop over de huizen en de steden

En de vogelschrikken heen

Nieuwe valstrikken in je gele haar

En jij je laat begaan

 

Een dezer dagen zal ik aan het Zuidpark

weer uitgeplunderd voor je staan

Wij zullen samen de trappen afdalen

Verblijd de stenen leeuwen strelen

Zeer luid lachen als wij hen zien

Mijnheer de Wanhoop en Mevrouw Vroeg-of-Later

 

En als zij naderen (want Zij zullen naderen)

Zullen wij Hen met nieuwe heftige gebaren bezweren.

 

Hugo_Claus

Hugo Claus (5 april 1929 – 19 maart 2008)

 

 

De Engelse schrijver en dichter Algernon Charles Swinburne werd geboren op 5 april 1837 in Londen. Zie ook mijn blog van 5 april 2007 en ook mijn blog van 5 april 2008.

Hermaphroditus

I.
LIFT up thy lips, turn round, look back for love,
Blind love that comes by night and casts out rest;
Of all things tired thy lips look weariest,
Save the long smile that they are wearied of.
Ah sweet, albeit no love be sweet enough,
Choose of two loves and cleave unto the best;
Two loves at either blossom of thy breast
Strive until one be under and one above.
Their breath is fire upon the amorous air,
Fire in thine eyes
and where thy lips suspire:
And whosoever hath seen thee, being so fair,
Two things turn all his life and blood to fire;
A strong desire begot on great despair,
A great despair cast out by strong desire.

 

Swinburne

Algernon Swinburne (5 april 1837 – 10 april 1909)
Geschilderd door William Bell Scott

 

De Duitse schrijver Michael Georg Conrad werd geboren op 5 april 1846 in Gnodstadt. Zie ook mijn blog van 5 april 2007.

 

Uit: Die bayrische Königstragödie im Bürgerhause

 

Die Abendmahlzeit war still beendet worden; der große eichene Tisch wurde abgeräumt, das Fenster mit den Butzenscheiben im Erker der altdeutschen Speisestube geöffnet, damit erfrischende Luft hereinströme und das Gemach vom letzten Dunst der Speisen reinige. An der dunkeln getäfelten Decke zuckten die Flammen des Lüsterweibchens. Draußen rauschte die Isar und der Regen strömte wie eine Sündflut hernieder, klatschte auf die wildwogenden Gebirgswasser und erfüllte die Straße mit grauen Pfützen. Von der Mariahilfkirche in der Au klangen die Abendglocken herüber, so verweint, so tieftraurig wie ein grauzerwühltes Chopin’sches Notturno…

Schweigend hatte sich die Familie mit den Gästen aus der Provinz, dem fränkischen Deputierten, einem alten Freund des Hauses, dem Schwiegersohne, einem Nürnberger Fabrikanten, dem jugendlichen Reallehrer, einem hoffnungsvollen Verehrer der einzigen Tochter des Hauses, der schönen, blonden, achtzehnjährigen Elsa, ihres Zeichens Musikschülerin – in den Salon zurückgezogen, den nur eine schwere Draperie von der altdeutschen Speisestube trennte. Bloß der Großvater, jetzt noch eine hohe, rüstige Gestalt, einst betriebsamer Bierbrauer von außerordentlicher Geschäftstüchtigkeit, war in der Speisestube zurückgeblieben, um in seinem ledergepolsterten Armstuhle sein gewohntes Dämmerstündchen zu verträumen.“

 

conrad

Michael Conrad (5 april 1846 – 20 december 1927)

 

De  een Brits-Canadees schrijver Arthur Hailey werd geboren in Luton, Bedfordshire, op 5 april 1920. Hij is bekend geworden van zijn boeken Airport en Hotel, die later verfilmd werden. Zijn boeken werden in meer dan 40 landen uitgebracht en wereldwijd werden e
r meer dan 170 miljoen exemplaren verkocht. In de Tweede Wereldoorlog was hij piloot bij de RAF. Na de oorlog emigreerde hij naar Canada, waar hij ging wonen in Toronto. Daar begon hij zijn carrière als schrijver. In 1959 verscheen zijn eerste boek The Final Diagnosis.

Uit: Hotel

„If he had had his way, Peter McDermott thought, he would have fired the chief house detective long ago. But he had not had his way and now, once more, the obese ex-policeman was missing when he was needed most.
McDermott leaned down from his husky six-and-a-half feet and jiggled the desk telephone impatiently. “Fifteen things break loose at once,” he told the girl by the window of the wide, broadloomed office, “and nobody can find him.”
Christine Francis glanced at her wrist watch. It showed a few minutes before eleven P.M. “There’s a bar on Baronne Street you might try.”
Peter McDermott nodded. “The switchboard’s checking Ogilvie’s hangouts.” He opened a desk drawer, took out cigarettes and offered them to Christine.
Coming forward, she accepted a cigarette and McDermott lit it, then did the same for himself. He watched as she inhaled.
Christine Francis had left her own smaller office in the St. Gregory Hotel executive suite a few minutes earlier. She had been working late and was on the point of going home when the light under the assistant general manager’s door had drawn her in.
“Our Mr. Ogilvie makes his own rules,” Christine said. “It’s always been that way. On W. T.’s orders.”
McDermott spoke briefly into the telephone, then waited again. “You’re right,” he acknowledged. “I tried to reorganize our tame detective force once, and my ears were properly pinned back.”

hailey

Arthur Hailey (5 april 1920 – 24 november 2004)

 

De Italiaanse blijspeldichter Paolo Ferrari werd geboren op 5 april 1822 in Modena. Daar studeerde hij ook rechten, maar vooral geschiedenis en literatuur. In 1847 schreef Ferrari zijn eerste komedie “Il codicillo dello zio Venanzio”. Andere volgden zoals “La donna e lo scettico” en “Il codicillo”.

 

Uit: Methods of Making a Living (Signor Lorenzo)

“Gior. (making introduction). My sister Gertrude. My friend Gianni Bartolomeo Senatori.
Gian. Delighted!
Ger. Very pleased! (To GIORGIO). And what next?
Gior. Oh, nothing! I must get the designs ready for my new machine. They are to be submitted to-day, and I must put all the papers and the drawings in proper order. (goes to a table, where he occupies himself in the manner named, making occasional notes).
Gian. (To GERTRUDE.). Yes, to be sure, I am an old friend of his, only we had not seen each other for an age. I find my dear Giorgio rather upset.
Gior. I should like to know what I have to be cheerful about.
Gian. You don’t believe in the proverb: “Heaven helps the cheerful man.”
Gior. I don’t believe in Heaven! Besides, you have not yet proved ——
Gian. How a living can be made? Indeed! Just consider my profession and my social position!
Ger. (To GIANNI ). Have you no employment/
Gian. At your service, madam — none.”

paoloFerrari

Paolo Ferrari (5 april 1822 – 9 maart 1889)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 5 april 2008.

De Servische dichter en schrijver Bora Ćosić werd geboren op 5 april 1932 in Zagreb. Zie ook mijn blog van 5 april 2007.

De Zwitserse schrijver Werner J. Egli werd geboren in Luzern op 5 april 1943.

 

 

Maya Angelou, Marguerite Duras, Edith Södergran, Michiel van Kempen, Robert Schindel, Bettina von Arnim, Wolfgang Windhausen, Paul Gadenne, Michael Schneider, Comte de Lautréamont, Rémy de Gourmont, Thomas Mayne Reid

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Maya Angelou (eig. Margueritte Johnson) werd geboren in Saint Louis, Missouri, op 4 april 1928. Zij maakte naam met haar eerste roman I know why the caged bird sings, waarin ze de traumatische ervaringen van haar jeugd beschrijft. Deze bestseller werd verfilmd. Angelou laat in haar autobiografische romans een energieke, avontuurlijke (opgroeiende) Afrikaans-Amerikaanse vrouw zien die nergens voor terugdeinst. Haar boek Just give me a cool drink of water ‘fore I die werd genomineerd voor de Pulitzer-prijs. Voor het audioboek A song flung up to heaven kreeg Angelou een Grammy in 2003. In 1981 werd Angelou hoogleraar Amerikanistiek in Winston-Salem. Bij de inauguratie van president Clinton las zij een gedicht voor op zijn verzoek.

 

 

I Know Why the Caged Bird Sings

  

The free bird leaps

on the back of the win

and floats downstream

till the current ends

and dips his wings

in the orange sun rays

and dares to claim the sky.

 

But a bird that stalks

down his narrow cage

can seldom see through

his bars of rage

his wings are clipped and

his feet are tied

so he opens his throat to sing.

 

The caged bird sings

with fearful trill

of the things unknown

but longed for still

and is tune is heard

on the distant hillfor the caged bird

sings of freedom

 

The free bird thinks of another breeze

an the trade winds soft through the sighing trees

and the fat worms waiting on a dawn-bright lawn

and he names the sky his own.

 

But a caged bird stands on the grave of dreams

his shadow shouts on a nightmare scream

his wings are clipped and his feet are tied

so he opens his throat to sing

 

The caged bird sings

with a fearful trill

of things unknown

but longed for still

and his tune is heard

on the distant hill

for the caged bird

sings of freedom.

 

angelou

Maya Angelou (Saint Louis, 4 april 1928)

 

De Franse schrijfster Marguerite Duras (pseudoniem van Marguerite Donnadieu) werd geboren op 4 april 1914 in Gia Dinh, Indochina (nu Vietnam). Zie ook mijn blog van 4 april 2007 en ook mijn blog van 4 april 2008,

 

Hiroshima mon amour (Fragment)

 

I

Je te rencontre.

Je me souviens de toi.

Qui est tu ?

Tu me tues.

Tu me fais du bien.

Comment me serais je doutée que cette ville était faite à la taille de l´amour ?

Comment me serais je doutée que tu étais fait à la taille de mon corps même ?

Tu me plais. Quel événement. Tu me plais.

Quelle lenteur tout à coup.

Quelle douceur.

Tu ne peux pas savoir.

Tu me tues.

Tu me fais du bien.

Tu me tues.

Tu me fais du bien.

J´ai le temps.

Je t´en prie.

Dévore-moi.

Déforme-moi jusqu´a la laideur.

Pourquoi pas toi ?

Pourquoi pas toi dans cette ville et dans cette nuit pareille aux autres au point de s´y méprendre ?

Je t´en prie…

 

duras

Marguerite Duras (4 april 1914 – 3 maart 1996)

 

De Fins-Zweedse dichteres Edith Irene Södergran werd geboren in Sint-Petersburg op 4 april 1892. Vanaf 10-jarige leeftijd ging ze naar school aan Die deutsche Hauptschule zu S:t Petriin te Sint-Petersburg, waar ze tot 1909 zou blijven.Twee jaar daarvoor, in 1907, overleed haar vader aan tuberculose en in het jaar daarop werd ook bij haar deze ziekte geconstateerd. Ze werd naar een sanatorium gestuurd, maar daar voelde zij zich niet thuis. Gevoelens van gevangenschap, veroorzaakt door de ziekte en het sanatorium, zijn terugkerende thema’s in haar poëzie. In oktober 1911 reisden Edith en haar moeder naar Arose, te Zwitserland, alwaar zij door verscheidene doktoren werd onderzocht. Na een aantal maanden werd zij naar het Davos-Dorf sanatorium overgeplaatst. In mei 1912 was haar conditie voldoende verbeterd en kon zij weer huiswaarts keren. De ziekte keerde later echter terug, waardoor zij in 1923 kwam te overlijden in haar huis te Raivola. Ze werd slechts 31 jaar oud.  Tijdens haar leven kreeg ze weinig erkenning, maar vandaag de dag wordt zij beschouwd als een van meest vooraanstaande dichters van Finland en een van de belangwekkendste modernistische dichters van Scandinavië. Zij was de eerste Fins-Zweedse modernist en was beïnvloed door het Franse symbolisme, het Duitse expressionisme en het Russische futurisme.

 

Die Sehnsucht der Farben

 

Um meiner eigenen Blässe Willen liebe ich rot, blau und gelb,

das große Weiß ist wehmütig wie die Schneedämmerung

als Schneewittchens Mutter am Fenster saß und sich Schwarz und Rot dazuwünschte.

Die Sehnsucht der Farben ist die des Blutes. Wenn du nach Schönheit dürstest

sollst du die Augen schließen und in dein eigenes Herz blicken.

Doch fürchtet die Schönheit den Tag und allzuviele Blicke,

doch duldet die Schönheit nicht Lärm und allzuviele Bewegungen –

du sollst nicht dein Herz zu deinen Lippen führen,

wir sollen nicht stören des Schweigens und der Einsamkeit vornehme Kreise, –

Wem ist es größer zu begegnen als einem ungelösten Rätsel mit seltsamen Zügen?

Eine Schweigende werde ich sein in meinem ganzen Leben,

eine Redende ist wie der plappernde Bach, der sich selbst verrät;

ein einsamer Baum werde ich sein in der Ebene,

die Bäume im Wald vergehen vor Sehnsucht nach Sturm,

ich werde gesund sein von Kopf bis Fuß mit goldenen Streifen im Blut,

ich werde rein und unschuldig sein wie eine Flamme mit züngelnden Lippen.

 

 

Vertaald door Barbara Schubert

 

 

Der Mond

 

Wie wundersam ist alles Tote

wie unaussprechlich:

ein totes Blatt, ein toter Mensch

des Mondes Scheibe.

Und alle Blumen kennen ein Geheimnis

welches der Wald bewahrt:

des Mondes Kreisumlauf um unsre Erde

ist des Todes Bahn.

Und der Mond spinnt sein Gewebe wundersam

welches die Blumen lieben,

und der Mond spinnt sein Märchennetz

um alles Lebende.

Und des Mondes Sichel mäht Blumen ab

in Spätherbstnächten,

und alle Blumen warten auf des Mondes Kuß

in endlosem Verlangen.

 

Sodergran

Edith Södergran (4 april 1892 – 24 juni 1923)

 

De Nederlandse schrijver, letterkundige en Surinamist Michiel van Kempen werd geboren in Oirschot op 4 april 1957. Zie ook mijn blog van 4 april 2007 en ook mijn blog van 4 april 2008,

Uit: Ik ben een neger’, Poëzie als graf voor Surinaamse demonen

“Het is verleidelijk de dichtende scheepsmarconist Bernardo Ashetu de Surinaamse Slauerhoff te noemen. Het is ook te gemakkelijk. Reizen, continenten, zeeën, ze zijn er volop bij Ashetu, maar uiteindelijk bezingt hij eerst en vooral de uithoeken van zijn eigen complexe verhouding tot leven en dood. Ruimte en tijd zijn niet lineair in zijn poëzie (en zo wordt het al minder erg dat we niet kunnen vaststellen wat hij wanneer schreef). Leven verschuift naar de dood en dood naar het leven, beide liggen evenmin vast als de context en de betekenissen van de taal. Dit alles keert terug in het gedicht ‘Seasong’ uit het ongepubliceerde bundeltje Dat ik zong:

Seasong

De scheepstaal opeens
de taal van de zee.

Olunteling onze stuurman
schiep schuim en een harp.

En IJhuden de jongste
de forse matroos werd golvend
was golvend, werd golf en water.

De verdrinkingsdood van twee zeelieden roept een zeelied op, dat geen elegie is maar de beschrijving van een proces van het opgaan van het ene leven in het andere: uit het schuim van het water rijst de harp al op. Aan de railing van het zeemansgraf, zingt het in het hoofd van de dichter. Zingen en de dood: ze zijn voor bijna alle Surinamers onlosmakelijk met elkaar verbonden.”

Michiel_van_Kempen

Michiel van Kempen (Oirschot, 4 april 1957)

 

De Oostenrijkse schrijver en dichter Robert Schindel werd geboren op 4 april 1944 in Bad Hall. Zie ook mijn blog van 4 april 2007 en ook mijn blog van 4 april 2008,

Wolken

Ich spreche über die Ermordung etlicher Menschen

Da hat der Rauch aus sich eine Wolke gemacht
Darunter die Kälber grasen, bevor man sie isst
Da hat das Kalb aus sich ein Kalb gemacht

Darunter spreche ich über die Ermordung etlicher Menschen
Darüber steht das Wort in seinem Hof
Da hat der Begriff aus sich eine Wolke gemacht

Darunter die Kinder grasen bevor
Seht die Kindeskinder
Da hat das Kind aus sich ein Kind gemacht

Ich sprech über die Wörter in ihren Höfen
Ich spreche über die Zeitung, die mich zerlesen
Da hat die Schwärze aus sich einen Menschen gemacht

Darunter schnürt er die Fesseln
Bevor er geschaut den Winter
Da hat das Kind aus sich ein Kalb gemacht

Darunter spreche ich über die Zeitung, die mich zerlesen
Darüber steht die Ermordung etlicher Worte
Da hat der Begriff aus sich einen Rauch gemacht

Darunter ein Winter
Der schaut seine Kindeskinder
Da hat der Mord aus sich eine Wolke gemacht

Ich spreche über die Ermordung etlicher Menschen

 

schindel

Robert Schindel (Bad Hall,  4 april 1944)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Bettina von Arnim werd op 4 april 1785 geboren in Frankfurt am Main. Zie ook mijn blog van 4 april 2007 en ook mijn blog van 4 april 2008,

 

 

Wer sich der Einsamkeit ergibt

 

»Wer sich der Einsamkeit ergibt,

Ach der ist bald allein;

Ein jeder lebt, ein jeder liebt

Und läßt ihn seiner Pein.«

 

Wer sich dem Weltgewühl ergibt,

Der ist zwar nie allein.

Doch was er lebt und was er liebt,

Es wird wohl nimmer sein.

 

Nur wer der Muse hin sich gibt,

Der weilet gern allein,

Er ahnt, daß sie ihn wieder liebt,

Von ihm geliebt will sein.

 

Sie kränzt den Becher und Altar,

Vergöttlicht Lust und Pein.

Was sie ihm gibt, es ist so wahr,

Gewährt ein ewig Sein.

 

Es blühet hell in seiner Brust

Der Lebensflamme Schein.

Im Himmlischen ist ihm bewußt

Das reine irdsche Sein.

 

VonArnim

Bettina von Arnim (4 april 1785 – 20 januari 1859)

 

De Duitse schrijver, dichter en graficus Wolfgang Windhausen werd geboren op 4 april 1949 in Duderstadt. Zie ook mijn blog van 4 april 2007 en ook mijn blog van 4 april 2008,

 

Uit: Luftspiegelungen (Fragment)

 

Wir haben gepflegt und verwaltet
das Erbe aus vergangener Zeit,
in Jahrhunderten erbaut.
Ewig in das Mondlicht ragend,
das Häusermeer überblickend
der Dom St. Cyriakus
in seinem Schatten der hl. Nepomuk.
Ins Holz der Häuser schnitzten
Meister ihre Figuren, Balken
bemalt und mit Zeichen versehen.
Vom alten Rathaus bis zum
Westertorturm zieht sich
der steinerne Weg
mit der Laternen freundlichem Geleit.
Duderstadt –
Stadt meiner spröden Liebe.

 

Wwindhausen

Wolfgang Windhausen (Duderstadt,  4 april 1949)

 

De Franse schrijver Paul Gadenne werd geboren op 4 april 1907 in Armentieres. Toen hij 11 jaar was trok zijn familie naar Parijs, waar hij zijn schooltijd afsluit aan het Lycee Louis-le-Grand. Vanaf herfst 1932 doceerde Gadenne aan het Lycee Corneille in Elbeuf in Normandië. Een jaar later werd al tbc bij hem vastgesteld. Voor een lange kuur verbleef hij in de Alpen. In 1937 werd zijn rechter nier verwijderd. Van het lesgeven werd hij daarna vrijfgesteld. Tussen 1941 en 1953 publiceerde hij zes romans. De eerste daarvan was „Siloe”.

 

Uit: Scènes dans le château

 

„Phil avait tout vu d’un coup d’œil. Pas un livre dont il n’eût déjà tourné cent fois les pages. Si. Il y avait bien ceux qu’il se réservait pour les jours de grâce. Ceux-là s’accumulaient sur un rayon, tous propres sous leurs couvertures blanches. Mais les jours de grâce ne venaient jamais, il ne se réveillait jamais avec l’âme assez pure pour les lire. Et puis ça le tentait d’aller chez les libraires, les bouquinistes. Acheter des bouquins, chez lui, c’était devenu un vice. Il aurait eu beau posséder tous les livres du monde sur des rayons, c’était toujours d’un autre qu’il avait envie. Les hommes marqués par les passions ont de ces lubies. Il pouvait bien y avoir ce jour-là des livres non coupés dans l’ « armoire », il n’y avait pas celui qu’il voulait lire. Il voulait lire la Baghâvat Gîta . Non. Il voulait lire La Chartreuse de Parme . Qui donc lui avait parlé de La Chartreuse de Parme ? Mais, d’abord, oui en tout premier lieu, il voulait lire Nietzsche : sa curiosité, sa passion étaient depuis quelques jours orientées vers Nietzsche. On lui avait cité, trois jours plus tôt, une phrase du Gai Savoir qui l’avait ébloui. Il voulait retrouver cette phrase, la relire, l’apprendre par cœur. Aujourd’hui même. Toute affaire cessante.“

 

Gadenne

Paul Gadenne (4 april 1907 – 1 mei 1956)

 

De Duitse schrijver Michael Schneider werd geboren op 4 april 1943 in Königsberg. Zie ook mijn blog van 4 april 2007.

 Uit: Ein Tribunal für Zocker und Finanz-Terroristen

“Zumal sie mit ihren „ innovativen Finanzprodukten“, in denen die Ramschhypotheken versteckt wurden, ganze Volkswirtschaften vergiften? Warum geht die Internationale Gemeinschaft gegen die spekulative Piraterie der Hedgefonds nicht ebenso entschlossen vor wie gegen die Piraten auf den Weltmeeren? Ja, warum wird die Spekulation mit Nahrungsmitteln, Rohstoffen und Währungen, d.h. mit den Grundelemen
ten jeglicher
Ökonomie, nicht überhaupt geächtet und durch strikte Gesetze verboten?

Der juristische Katalog der „Verbrechen gegen die Menschlichkeit“ müsste dringend um den Straftatbestand „kriminelle Spekulation mit destruktiven oder mörderischen Folgen für die Allgemeinheit“ erweitert, und dieser von einem Internationalen Gerichtshof mit entsprechender Sanktionsgewalt geahndet werden. Vor allem müssten die Verursacher und Profiteure der Finanzmarktblasen per Gesetz gezwungen werden, mit ihrem eigenen Vermögen für den der Allgemeinheit zugefügten Schaden zu haften. Erst dann könnte man wirklich von einer „neuen Finanzarchitektur“ sprechen!”

Michael-Schneider

Michael Schneider (Königsberg, 4 april 1943)

 

De Franse schrijver Isidore Lucien Ducasse, Comte de Lautréamont, werd geboren op 4 april 1846 in Montevideo. Zie ook mijn blog van 4 april 2007.

Uit:Poésies 1

 

Le désespoir, se nourrissant avec un parti pris, de ses fantasmagories, conduit imperturbablement le littérateur à l’abrogation en masse des lois divines et sociales, et à la méchanceté théorique et pratique. En un mot, fait prédominer le derrière humain dans les raisonnements. Allez, et passez-moi le mot! L’on devient méchant, je le répète, et les yeux prennent la teinte des condamnés à mort. Je ne retirerai pas ce que j’avance. Je veux que ma poésie puisse être lue par une jeune fille de quatorze ans.“

 

„La vraie douleur est incompatible avec l’espoir. Pour si grande que soit cette douleur, l’espoir, de cent coudées, s’élève plus haut encore. Donc, laissez-moi tranquille avec les chercheurs. A bas, les pattes, à bas, chiennes cocasses, faiseurs d’embarras, poseurs! Ce qui souffre, ce qui disseque les mystères qui nous entourent, n’espère pas. La poésie qui discute les vérités nécessaires est moins belle que celle qui ne les discute pas. Indécisions à outrance, talent mal employé, perte de temps: rien ne sera plus facile à vérifier.“

 

isidore-ducasse

Comte de Lautréamont (4 april 1846 – 24 november 1870)

 

De Franse dichter en schrijver Rémy de Gourmont werd geboren op 4 april 1858 in Argentan, Basse-Normandie. Hij was mede-oprichter en medewerker van de »Mercure de France«.Ook was hij een belangrijk theoreticus van het Symbolisme. Hij werd bekend met literaire en filosofische essays, maar schreef ook gedichten, verhalen, romans en toneelstukken. Ook had een beduidende invloed op het werk van Blaise Cendrars.

 

Uit: La Culture des idées

 

« Il  n’est pas probable que de la littérature française du Moyen Âge beaucoup plus de la centième partie ait survécu aux changements de la mode. Presque tout le théâtre a disparu. Le nombre des auteurs devait être immense en un temps où l’écrivain était son propre éditeur, le poète son propre récitateur, le dramaturge son propre acteur. En un certain sens, l’imprimerie fut un obstacle aux lettres ; elle opérait une sélection et jetait le mépris sur les écrits qui n’avaient pu parvenir à passer sous la presse. Cette situation dure encore, mais atténuée par le bas prix de la typographie mécanique. L’invention dont on nous menace, d’un appareil à imprimer chez soi, multiplierait par trois ou quatre le nombre des livres nouveaux ; et nous retrouverions les conditions du Moyen Âge : tous ceux qui ont quelques lettres – et d’autres, comme maintenant – oseraient la petite élucubration qu’on glisse à ses amis avant de l’offrir au public. Tout progrès finit par se nier lui-même ; arrivé à son maximum d’expansion, il tend à rétablir l’état primitif auquel il s’était substitué. »

 

GourmontBancGrd

Rémy de Gourmont (4 april 1858 – 27 september 1915)

 

De Iers-Amerikaanse schrijver Thomas Mayne Reid werd geboren op 4 april 1818 in Ballyroney, Down, Ierland. Hij zou een kerkelijke loopbaan volgen, maar toen hij twintig was vertrok hij naar de VS, op zoek naar avontuur en geluk. Hij maakte kennis met de Missouri, trok door alle staten van de unie, leerde Edgar Allan Poe kennen, werkte als journalist en nam deel aan de oorlog met Mexico. Later vestigde hij zich in Engeland waar zijn literaire lopbaan in 1850 begon met de publicatie van zijn roman The Rifle Rangers.

 

Uit: The Boy Hunters

 

Look at Basil, the oldest of the boys. He is at work fixing some straps to a hunting-saddle, that lies on the grass beside him. Basil is exactly seventeen years of age. He is a fine-looking lad, though not what you might call handsome. His face has a courageous expression, and his form betokens strength. His hair is straight, and black as jet. He is more like an Italian than either of his brothers. He is, in fact, the son of his father—a true Corsican. Basil is a “mighty hunter.” He is more fond of the chase than of aught else. He loves hunting for itself, and delights in its dangers. He has got beyond the age of bird-catching and squirrel shooting. His ambition is not now to be satisfied with anything less exciting than a panther, bear, or buffalo hunt.

How very unlike him is Lucien, the second in age! Unlike in almost everything. Lucien is delicately formed, with a light complexion and very fair hair. He is more like what his mother was, for she was fair-haired and blonde, as are many of her people—the Basques. Lucien is passionately fond of books and study. He is busy with a book just now in the verandah. He is a student of natural history in general, but botany and geology are his favourite sciences, and he has made considerable progress in both.“

 

reid

Thomas Mayne Reid (4 april 1818 – 22 oktober 1883)

Charles Ducal, Frederik van Eeden, Peter Huchel, Adriaan Jaeggi, Edward Everett Hale, George Herbert, Washington Irving, Josef Mühlberger, Friedrich Emil Rittershaus

De Vlaamse dichter en schrijver Charles Ducal (pseudoniem van Frans Dumortier) werd geboren in Leuven op 3 april 1952. Zie ook mijn blog van 3 april 2008.

Lolo

Wij lagen verscholen op zolder
in de ban van haar onwaarschijnlijkheid,
een oerbeeld, buitgemaakt op een foto.
De hele nacht dronken en rookten wij

om denkbaar te blijven in onze verbeelding,
waarin zij als onmogelijk verscheen,
de moeder-godin, als koe bekeken,
de borsten gespannen en ideëel.

Later leerde ik zelf hoe hopeloos
de zuiverheid van deze vorm,
maar toen was ik jong en droomde
ervan iets te schrijven, zo groots

dat het eigenlijk niet kon.

 

Avondgebed

Wind en regen sloten de vensters.
Wij zaten geknield bij de haard
in de godsdienst die wij zouden erven.
De vrouw die ons had gebaard

zei formules om ons te verkleinen.
Haar stem zeurde taai in de nek.
Wij zaten stom, pas ingewijden.
De man die ons had verwekt

hief de hand. Wij boden het hoofd.
Hij prentte zijn duim in de hersens.
Wind en regen bestookten de droom.
Onder bed sliepen wolven en heksen.

Ducal

Charles Ducal (Leuven, 3 april 1952)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Frederik van Eeden werd geboren in Haarlem op 3 april 1860. Zie ook mijn blog van 3 april 2007 en ook mijn blog van 3 april 2008.

 

Kunt Gij nog wreder slaan!

 

Kunt Gij nog wreder slaan! – mijn God! mijn God!

Zie, ik ben sterk en breken zal ik niet,

Maar was er één die Gij zó lijden liet,

Wijl hij U lief had, boven zielsgenot?

 

En nóg zal ik niet vloeken ’t mensbestaan,

En ’t Leven niet, en Uwe naam niet smaden,

Zelfs met dít mateloze Leed beladen,

Neem ik het Leven uit Uw handen aan.

 

Maar schrijf dan ook, ter keerzij mijner schuld,

Dat ééns een menskind, zó diep in ellende,

Zó ver verloren in een nacht van rouw,

 

De maat zijns droeve Levens heeft vervuld,

En schoon hij ’t bitterst dezer wereld kende,

Toch durfde leven en niet sterven wou!

 

 

Schemering in ’t woud

 

Hier moet ik peinzend gaan en stil, –

het afgeleefde loof kwijnt aan de twijgen,

ik voel de lome schemer stijgen –

en stijgen, stil.

 

Wat glanst het bleke Westen koud!

een matte lach uit droeve wolkenbrauwen

doet flauw de teed’re nevel blauwen

in ’t gélend woud. –

 

Ik zie de bleke stervenswenk.

Ik voel het doffe duister in mij dringen

en verre stemmen hoor ik zingen

al wat ik denk. –

 

Waar zijt ge, Dood? – zo gij rondom

op wieken van de schemering komt rijzen,

nu doet uw nadering niet ijzen, –

ik wacht u – kom!

 

VanEeden

Frederik van Eeden (3 april 1860 – 16 juni 1932)

 

De Duitse dichter Peter Huchel werd geboren in Lichterfelde bij Berlijn op 3 april 1903. Zie ook mijn blog van 3 april 2007 en ook mijn blog van 3 april 2008.

 

Abschied

 

Daß du nun willst gehen,

hast du es bedacht,

als du meine H[1]nde

löstest in der Nacht?

Als wir noch im Schlummer

hielten uns vereint –

meinen Namen hauchend,

hast du mich gemeint?

 

War der Mond nicht Zeuge,

silbern überm Haus?

Kam nicht Wind vom Meere,

löschte alles aus?

 

Daß du nun willst gehen,

hast du es bedacht,

als du meine Augen

suchtest in der Nacht?

 

 

Frühe

 

Wenn aus den Eichen

der Tau der Frühe leckt,

knarren die Türen, rädern die Speichen

vom Schrei der Hähne geweckt.

 

Noch unterm Laken

des Mondes schlafen die Wiesen, kühl und hell.

Die Sumpffeuer blaken,

die Frösche rühren ihr Paukenfell.

 

Mondhörnig schüttelt

sein Haupt das Rind

und weidet dunkel am Bach.

 

Der Habicht rüttelt

im stürzenden Wind

die Helle der Lerchen wach.

 

Huchel

Peter Huchel (3 april 1903 – 30 april 1981)

 

De Nederlandse schrijver, dichter en columnist Adriaan Jaeggi werd geboren op 3 april 1963 in Wassenaar. Zie ook mijn blog van 3 april 2008 en ook mijn blog van 10 juni 2008.

 

Wolfgang en ik

 

Ik hoor dat Mozart

is teruggekeerd op aarde

en ik mag hem rondleide
n

Hij schrikt van de auto’s

 

Op straat loopt hij

met zijn handen op zijn oren

We gaan een café in

Ik zeg daar is het stiller

 

We hebben geen geluk

de jukebox gilt en de mensen

Mozart kijkt om zich heen

Waar zit dat orkest

 

In die kast, wijs ik

en leg hem in tien woorden

het principe van de cd

en de laserstraal uit

 

Er komt een meisje naar ons toe

Wie is je vriend, vraagt ze

Wolfgang, dit is

hoe heet je eigenlijk

 

een paar uur later bij haar thuis

sta ik dorstig op van het bed

in de keuken staat Mozart

het licht aan en uit te knippen

 

jaeggi

Adriaan Jaeggi (3 april 1963 – 10 juni 2008)

 

De Amerikaanse schrijver Edward Everett Hale werd geboren op 3 april 1822 in Roxbury, Massachusetts. Als schrijver werd hij bekend toen hij in 1859 in de Atlantic Monthly zijn verhaal “My Double and How He Undid Me” publiceerde. Al gauw verschenen er meer van zijn korte verhalen in dit tijdschrift. Het bekendste daarvan is „The Man Without a Country“ (1863). In het verhaal “The Brick Moon”, geeft hij als eerste een beschrijving van een satelliet.

 

Uit: The man without a country

 

„I cannot give any history of him in order; nobody can now; and, indeed, I am not trying to. These are the traditions, which I sort out, as I believe them, from the myths which have been told about this man for forty years. The lies that have been told about him are legion. The fellows used to say he was the “Iron Mask”; and poor George Pons went to his grave in the belief that this was the author of “Junius,” who was being punished for his celebrated libel on Thomas Jefferson. Pons was not very strong in the historical line. A happier story than either of these I have told is o
f the War. That came along soon after. I have heard this affair told in three or four ways,—and, indeed, it may have happened more than once. But which ship it was on I cannot tell. However, in one, at least, of the great frigate-duels with the English, in which the navy was really baptized, it happened that a round-shot from the enemy entered one of our ports square, and took right down the officer [pg 026] of the gun himself, and almost every man of the gun’s crew. Now you may say what you choose about courage, but that is not a nice thing to see. But, as the men who were not killed picked themselves up, and as they and the surgeon’s people were carrying off the bodies, there appeared Nolan, in his shirt-sleeves, with the rammer in his hand, and, just as if he had been the officer, told them off with authority,—who should go to the cockpit with the wounded men, who should stay with him,—perfectly cheery, and with that way which makes men feel sure all is right and is going to be right. And he finished loading the gun with his own hands, aimed it, and bade the men fire. And there he stayed, captain of that gun, keeping those fellows in spirits, till the enemy struck,—sitting on the carriage while the gun was cooling, though he was exposed all the time,—showing them easier ways to handle heavy shot,—making the raw hands laugh at their own blunders,—and when the gun cooled again, getting it loaded and fired twice as often as any other gun on the ship. The captain walked forward by way of encouraging the men, and Nolan touched his hat and said,—„

 

Hale

Edward Everett Hale (3 april 1822 – 10 juni 1909)

 

De Engelse priester en dichter George Herbert werd op 3 april 1593 geboren, waarschijnlijk te Black Hall  (Wales). Zie ook mijn blog van 3 april 2007 en ook mijn blog van 3 april 2008.

 

Prayer

  

Prayer the Churches banquet, Angels age,

Gods breath in man returning to his birth,

The soul in paraphrase, heart in pilgramage,

The Christian plummet sounding heav’n and earth;

Engine against th’Almightie, sinners towre,

Reversed thunder, Christ-side-piercing spear,

The six-daies world-transposing in an houre,

A kinde of tune, which all things heare and fear;

Softnesse, and peace, and joy, and love, and blisse,

Exalted Manna, gladnesse of the best,

Heaven in ordinarie, man well drest,

The milkie way, the bird of Paradise,

Church-bels beyond the starres heard, the souls bloud,

The land of spices; something understood.

 

Herbert

George Herbert (3 april 1593 – 1 maart 1633)

 

De Amerikaanse schrijver Washington Irving werd geboren op 3 april 1783 in Manhattan, New York. Zie ook mijn blog van 3 april 2007.

 

Uit: A History of New York

 

„Let us suppose, then, that the inhabitants of the moon, by astonishing advancement in science, and by profound insight into that lunar philosophy, the mere flickerings of which have of late years dazzled the feeble optics, and addled the shallow brains of the good people of our globe-let us suppose, I say, that the inhabitants of the moon, by these means, had arrived at such a command of their energies, such an enviable state of perfectibility, as to control the elements, and navigate the boundless regions of space. Let us suppose a roving crew of these soaring philosophers, in the course of an aerial voyage of discovery among the stars, should chance to alight upon this outlandish planet.

And here I beg my readers will not have the uncharitableness to smile, as is too frequently the fault of volatile readers when perusing the grave speculations of philosophers. I am far from indulging in any sportive vein at present; nor is the supposition I have been making so wild as many may deem it. It has long been a very serious and anxious question with me, and many a time and oft, in the course of my overwhelming cares and contrivances for the welfare and protection of this my native planet, have I lain awake whole nights debating in my mind, whether it were most probable we should first discover and civilize the moon, or the moon discover and civilize our globe.”

 

IrvingIrvPl
Washington Irving (3 april 1783 – 28 november 1859)
Buste door Friedrich Beer, 1885, in New York

 

 

De Duitse schrijver Josef Mühlberger werd geboren op 3 april 1903 in Trautenau in Böhmen. Zie ook mijn blog van 3 april 2007.

Uit: Besuch bei Kafka

 “Ich habe Ihren Schatten erkannt”, sagte Kafka, führte mich über den Hof und durch eine schmale türlose Öffnung in dem Mauerwall und lud mich mit dem Worten “Der Heraufstieg wird Sie ermüdet haben” zum Sitzen auf einer Bank ein, die aus herausgefallenen Steinen aufgebaut war. Das Licht war hell, die Stelle, wo wir saßen, schattenlos, die Steine der Bank sonnenwarm. Auf dem Mauerabhang des Walles kletterten und schliefen goldgrün funkelnde Eidechsen.“

 

Mühlberger

Josef Mühlberger (3 april 1903 – 2 juli 1985)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 3 april 2007.

De Duitse koopman en schrijver Friedrich Emil Rittershaus werd geboren op 3 april 1834 in Barmen.

György Konrád, Thomas Glavinic, Émile Zola, Edgar Hilsenrath, Brigitte Struzyk, George Fraser, Anne Waldman, Roberto Arlt, Joanna Chmielewska, Hoffmann von Fallersleben, Casanova, H. C. Andersen, Johann Gleim, Zwier van Haren, Pierre Zaccone, Pietro della Valle

De joods-Hongaarse schrijver György Konrád werd geboren op 2 april 1933 in Berettyóújfalu (bij Debrecen). Zie ook mijn blog van 2 april 2007 en ook mijn blog van 2 april 2008.

 

Uit: The Loser (Vertaald door Ivan Sanders)

 

“The director walks by; he, too, is nervous about his contradictory tasks. For want of something better to do, he sits down next to me-we’ve known each other since childhood. I try to talk his language and find it a strain to reacquaint myself with my delusions. Sit and rest with us for a while, don’t say a word; let’s greet each other with a lazy wink, like cats. It’s true, we inmates cannot buy a pack of cigarettes without attracting attention, and we drag along our queer theater wherever we go; but it would do you no harm to act out your own plays once in a while. Perhaps you would understand why I kept silent for months at state security headquarters, knowing all along that my silence was reason enough for them to prescribe compulsory psychiatric care. It can’t be much fun giving politely phony answers to stupid questions all your life. You think you are watching us; actually, we are taking a good look at you. You are not a bad man; you know well that our differences are relative. You don’t devise any more dirty tricks than are needed to keep others from usurping your job. You are right: we are uncertain when confronted with the norms of daily living; we are much too busy contemplating the twists and turns of our own thoughts. We are not up to mimicking you with parodistic seriousness, just to be able to roam around freely.

But since you happen to be listening, I will say it: In here, it’s us madmen against you idiots. You locked us up and try to refit us, to make us resemble you-with your drugs you befoul our brains. Your psychiatric know-how is but a symptom of your idiocy. Go ahead and be scared of us; defend your disgusting, tidy little commonplaces. There can be no peace between us; it’s not only you who pick our brains, we pick yours, too-we reform you, we corrupt you.”

 

konrad

György Konrád (Berettyóújfalu, 2 april 1933)

 

De Oostenrijkse schrijver Thomas Glavinic werd geboren op 2 april 1972 in Graz. Zie ook mijn blog van 2 april 2007 en ook mijn blog van 2 april 2008.

 

Uit: Wie man leben soll

 

„An dem Abend, an dem drüben in Amerika die Challenger über Cape Canaveral explodiert, liegt man zum erstenmal mit einem Mädchen im Bett. Von dem Unglück ahnt man nichts, man konzentriert sich auf unsittliche Be
rührungen. Aus einem Kassettenrecorder dringt Musik, von der man weiß, daß sie dem Mädchen gefällt. So ist das Objekt der Sehnsucht in der gleichen Stimmung wie man selbst. Auch wenn man das für unmöglich hält.

Berührt man die weibliche Brust, stellt man fest, daß sie sich ähnlich anfühlt wie ein Tafelschwamm.

– Hoppla, Entschuldigung, murmelt man.

Claudia schweigt.

Zweifelhafte Gazetten verbilden Jugendliche und treiben sie scharenweise den Psychoanalytikern in die Arme. Entgegen deren Informationen schätzen es Mädchen nämlich unter bestimmten Umständen, an den Geschlechtsteilen befummelt zu werden, so sehr die Kirche und der bärtige Schularzt, dessen Atem nach Marillenlikör riecht, einem das ausreden wollen. Gottlob sind Neugier und Natur stärker als alle zusammen.

Man schließt die Augen und genießt Claudias Duft. Sie riecht blumig. So frisch, so fremd. Der Geruch eines anderen Menschen, so nah. Ein wunderbares Erlebnis. Man kann kaum glauben, daß es passiert, daß man plötzlich vom Glück verfolgt sein soll. Wenn man Karl Kolostrum heißt und immer schon der dickste der Klasse war, ist man einiges an Spitznamen und Bösartigkeiten gewohnt und in Liebesdingen alles andere als verwöhnt.“

 

Glavinic

Thomas Glavinic (Graz, 2 april 1972)

 

 

De Franse schrijver Émile Zola werd geboren op 2 april 1840 te Parijs. Zie ook mijn blog van 2 april 2007 en ook mijn blog van 2 april 2008.

 

Uit: Nana

 

 Un murmure grandit comme un soupir qui se gonflait. Quelques mains battirent, toutes les jumelles étaient fixées sur Vénus. Peu à peu, Nana avait pris possession du public, et maintenant chaque homme la subissait. Le rut qui montait d’elle, ainsi que d’une bête en folie, s’était épandu toujours davantage, emplissant la salle. À cette heure, ses moindres mouvements soufflaient le désir, elle retournait la chair d’un geste de son petit doigt. Des dos s’arrondissaient, vibrant comme si des archets invisibles se fussent promenés sur les muscles, des nuques montraient des poils follets qui s’envolaient, sous des haleines tièdes et errantes, venues on ne savait de quelle bouche de femme. Fauchery voyait devant lui l’échappé du collège que la passion soulevait de son fauteuil. Il eut la curiosité de regarder le comte de Vandeuvres, très pâle, les lèvres pincées, le gros Steiner, dont la face apoplectique crevait, Labordette lorgnant d’un air étonné de maquignon qui admire une jument parfaite, Daguenet dont les oreilles saignaient et il remuaient de jouissance. Puis, un instinct lui fit jeter un coup d’oeil en arrière, et il resta étonné de ce qu’il aperçut dans la loge des Muffat : derrière la comtesse, blanche et sérieuse, le comte se haussait, béant, la face marbrée de taches rouges; tandis que, près de lui, dans l’ombre, les yeux troubles du marquis de Chouard étaient devenus deux yeux de chat, phosphorescents, pailletés d’or.“

 

Zola

Émile Zola (2 april 1840 – 29 september 1902)

 

 

De Joods-Duitse schrijver Edgar Hilsenrath werd geboren in Leipzig op 2 april 1926. Zie ook mijn blog van 2 april 2007 en ook mijn blog van 2 april 2008.

 

Uit: Der Nazi & der Friseur

 

“Ich bin Max Schulz, unehelicher, wenn auch rein ari­scher Sohn der Minna Schulz … zur Zeit meiner Geburt Dienstmädchen im Hause des jüdischen Pelzhändlers Abramowitz. An meiner rein arischen Herkunft ist nicht zu zweifeln, da der Stammbaum meiner Mutter, also der Minna Schulz, zwar nicht bis zur Schlacht im Teutoburger Walde, aber immerhin bis zu Friedrich dem Großen verfolgt werden kann. Wer mein Vater war, kann ich nicht mit Bestimmtheit sagen, aber er war bestimmt einer von den fünfen: der Fleischer Hubert Nagler, der Schlossermeister Franz Heinrich Wieland, der Maurergehilfe Hans Huber, der Kutscher Wilhelm Hopfenstange oder der Hausdiener Adalbert Henne­mann.

Ich habe die Stammbäume meiner fünf Väter sorg­fältig prüfen lassen, und ich versichere Ihnen, daß die arische Herkunft der fünf einwandfrei festgestellt wurde. Was den Hausdiener Adalbert Hennemann anbetrifft … da kann ich sogar mit Stolz sagen, daß einer seiner Vorfahren den Spitznamen >Hagen der Schlüsselträger< trug, ein Knappe des ruhmreichen Rit­ters Siegismund von der Weide, dem sein Herr und Gebieter als Zeichen seines großen Vertrauens einen bestimmten Schlüssel anvertraute … nämlich: den Schlüssel des Keuschheitsgürtels seiner Frau Gemahlin … ein vergoldeter Keuschheitsgürtel, der später am Hofe des großen Königs berühmt wurde und Ge­schichte machen sollte.”

 

Edgar_Hilsenrath

Edgar Hilsenrath (Leipzig, 2 april 1926)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Brigitte Struzyk (eig. Brigitte Kraft) werd op 2 april 1946 geboren in Steinbach-Hallenberg/Thüringen. Zie ook mijn blog van 2 april 2007 en ook mijn blog van 2 april 2008.

 

Querfeldein

 

Querfeldein

der Hund der Rabe

im Wechselgesang

und im Wasser

das schwankende

     Boot

der Lichtreklame

 

 

Rundgang

 

Ich aber ging

durch den Weinberg

Ich ging

wo die Birnen

am Wegrand

o weh

wo sie lagen

und dachte an ihn

ob er getrunken hat

ob er trunken war

vom Leben vom Tod

halbe/halbe

 

Struzyk

Brigitte Struzyk (Steinbach-Hallenberg, 2 april 1946)

 

De Britse schrijver en scenarioschrijver George MacDonald Fraser werd geboren in Carlisle op 2 april 1925. Een groot deel van zijn jeugd bracht hij in Schotland door.Vanaf 1943 vocht hij in de Tweede Wereldoorlog in het Britse leger. Niet veel later werd MacDonald Fraser in India gestationeerd. Hij is vier keer benoemd tot Lance Corporal, maar die rang raakte hij tot drie keer toe kwijt wegens kleine misstappen. Hij beschreef zijn militaire loopbaan in het autobiografische ‘Quartered Safe Out Here.’

Na de Tweede Wereldoorlog bleef hij het Britse leger dienen, maar dan in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Na zijn militaire loopbaan werd hij journalist en redacteur bij de Schotse krant ‘The Scotsman’. Hij werd daar aan de kant gezet en ging zich toen geheel op het schrijven concentreren.

MacDonald Fraser werd uiteindelijk het bekendst met zijn boeken uit de ‘Flashman’ serie. Dit is een reeks historische romans geschreven onder het pseudoniem Harry Flashman. MacDonald Fraser was ook scenarist. Hij maakte onder andere scenario’s voor de James Bond-film Octopussy.

 

Uit: Flashman and the Tiger

 

“”Search me, old Blowhard,” says I rescuing the bottle. “All I ask is whether you got to grips with that fascinating Balkan bint and her beauteous daughter, and if so, did you tackle ‘em in tandem or one after t’other?” But he was too flown with his fat-headed philosophy to listen.

“I did not slip, me — I could not! I foiled the vengeful monarch’s ruffians — it was inevitable! My gypsy abductors took the road determined by Fate!” He was quite rosy with triumph. “Le destin, my old one — destiny is immutable. We are like the planets, our courses preordained. Some of us,” he admitted, “are comets, vanishing and reappearing, like the geniuses of the past. Thus Moses is reflected in Confucius, Caesar in Napoleon, Attila in Peter the Great, Jeanne d’Arc in . . . in . . .”

“Florence Nightingale. Or does it have to be a Frog? Well, then, Madame du Barry — “

“Jeanne d’Arc is yet to reappear, perhaps. But you are not serious, my boy. You doubt my reason. Oh, yes, you do! But I tell you, everything moves by a fixed law, and those of us who would master our destinies — ” he tapped a fat finger on my knee ” — we learn to divine the intentions of the Supreme Will which directs us.”

 

GeorgeFraser

George MacDonald Fraser (2 april 1925 – 2 januari 2008)

 

De Amerikaanse dichteres Anne Waldman werd geboren op 2 april 1945 in Millville, New Jersey. Zij is een prominente representante van de Beat Generation. Haar performances zijn legendarisch geworden. Zij trad op met Allen Ginsberg, William S. Burroughs en Gregory Corso, maar ook met t Patti Smith, Lou Reed en Bob Dylan.

 

Number Song

 

I’ve multiplied, I’m 2.
He was part of me
he came out of me,
he took a part of me
He took me apart.
I’m 2, he’s my art,
no, he’s separate.
He art one. I’m not
done & I’m still one.
I sing of my son. I’ve
multiplied. My heart’s
in 2, half to him & half
to you,
who are also a part
of him, & you & he
& I make trio of
kind congruity.

 

Waldman

Anne Waldman ( Millville, 2 april 1945)

 

De Argentijnse schrijver Roberto Godofredo Arlt werd geboren op 2 april 1900 in Buenos Aires. Hij werkte eerst als journalist in Córdoba. Zijn gebundelde columns uit El Mundo behoren tot de klassieeken van de Argentijnse literatuur. In 1929 verscheen zijn roman El juguete rabioso, over het opgroeien van jonge mensen in een marginale barrio in Buenos Aires. Verder schreef hij o.a. Los siete locos (De zeven gekken), Los lanzallamas (De vlammenwerpers) en El Amor Brujo. Vanaf de jaren dertig tot zijn dood werkte hijvoornamelijk voor het theater.

 

Uit: Mad Toy (Vertaald door Michele McKay Aynesworth)

 

„At the age of fourteen I was initiated into the thrilling literature of outlaws and bandits by an old Andalusian cobbler whose shoe repair shop stood next to a green-and-white-fronted hardware store in the entryway of an ancient house on Rivadavia Street between the corners of South America and Bolivia.

The colorful title pages of serial novels featuring the adventures of Montbars the Pirate and Wenongo the Mohican decorated the front of that hole-in-the-wall shop. The minute school let out, we boys would head over to admire the prints that hung there in the doorway, faded by the sun.

Sometimes we would venture in to buy half a pack of Barrilete cigarettes, and the man would reluctantly leave his stool to make the sale, grumbling the whole time.

He was stoop-shouldered, gaunt, and bushy-faced, and to top it off, a bit lame, a strange lameness: his foot was round like the hoof of a mule with its heel turned outward.

Every time I saw him, I remembered a proverb my mother liked to repeat: “Beware of those who are marked by God.”

The words would begin to flow when he saw me, and while he held a battered half-boot amid the jumble of lasts and scrolls of leather, he would teach me the sour song of failure, sharing the lore of Spain’s most famous bandits, or singing the praises of an extravagant customer who tipped him twenty centavos for polishinghis shoes.“

 

roberto_arlt_01

Roberto Arlt (2 april 1900 – 26 juli 1942)

 

De Poolse schrijfster Joanna Chmielewska (eig. Irena Kühn) werd geboren op 2 april 1932 in Warschau.Zij studeerde architektuur en werkte daarna bij verschillende bureau’s. In 1958 debuteerde zij met een kort verhaal. Sinds de jaren zeventig is zij in Polen en Rusland een van de meest gelezen schrijfsters van voornamelijk humoristische detectives.

 

Uit: Mord ist Trumpf (Vertaald door Anna Junuszewska)

 

Ich stand im Badezimmer und betrachtete mich im Spiegel:aufmerksam, unerbittlich, leicht angewidert. Ekelhaft. Die Augen nicht wirklich gelungen,die Nase ganz einfach dämlich, die Stirn eines intellektuellen Schwachkopfes, dazu noch irgendwie kahl, um den Mund war es auch nicht besser bestellt, die Ohren … Na ja, gut, die Ohren waren normal, nicht einmal besonders abstehend, aber im Grunde sah man sie nicht. Dafür die Haare, Himmel, wie Heu auf unfruchtbarem Boden … Während ich mein Spiegelbild objektiv und erbarmungslos begutachtete, zog ich die ersten Schlüsse. Die eine Hälfte meines Gehirns war mit der Kontemplation der im Spiegel betrachteten Schönheit beschäftigt, während die andere überlegte, wie zum Teufel sich ein Mann für dergleichen begeistern sollte. Er müsste wohl nicht ganz normal oder sehr kurzsichtig sein. Egal welche Intelligenz, Persönlichkeit oder andere versteckte Tugenden ich ausstrahlen mochte, könnte er sich nicht mal ansatzweise unsterblich in mich verlieben …

Es ist wohl klar, dass der eigentliche Grund dieser schonungslosen Selbstkritik nichts anderes als ein Kerl war, und man musste zugeben, dass es sich dieses Mal um ein besonderes Exemplar handelte. Nicht nur schön, sondern auch mysteriös. Jahrelang versuchte ich ohne Erfolg, ihn zu entschlüsseln, jahrelang stimmte da etwas nicht, und jetzt gab mir meine ganze Lebenserfahrung mit Nachdruck zu verstehen, dass die erwünschte Beziehung in eine kritische Phase kam. Ich sollte mir etwas überlegen, mit meiner Schönheit konnte ich es dem Abgott nicht recht machen, aber mit etwas

anderem vielleicht …”

 

chmielewska

Joanna Chmielewska (Warschau, 2 april 1932)

 

De Duitse schrijver August Heinrich Hoffmann von Fallersleben werd geboren in Fallersleben op 2 april 1798. Zie ook mijn blog van 2 april 2007 en ook mijn blog van 2 april 2008.

 

Haifisch

 

O sage mir, wie heißt das Thier,

das vieles kann vertragen,

das wohl den größten Rachen hat

und auch den größten Magen ?

 

Es ist bekannt in Stadt und Land,

in jedem Ort und Flecken,

und wers einmal gesehen hat,

denkt dran mit Angst und Schrecken.

 

Schlag nach geschwindt, mein liebes Kind,

in Oken´s erstem Bande:

Es heißt Haifisch auf dem Meer

und Fiskus auf dem Lande

 

Fallersleben

Hoffmann von Fallersleben (2 april 1798 – 19 januari 1874)
Portret door Carl Georg Christian Schumacher, 1819

 

De Italiaanse schrijver en avonturier Giacomo Girolamo Casanova werd geboren in Venetië op 2 april 1725. Zie ook mijn blog van 2 april 2007 en ook mijn blog van 2 april 2008.

 

Uit: Ein hilfreiches Gewitter

 

„”Sagen Sie, daß Sie mich lieben”, verlangte ich.
“Nein, denn Sie sind ein gottloser Mensch, und die Hölle erwartet Sie.”
Nachdem ich sie auf ihren Platz zurückgesetzt und das Unwetter sich verzogen hatte, versicherte ich ihr, der Kutscher habe sich nie umgedreht. Unter Scherzen über das Abenteuer und Handküssen sagte ich ihr, ich sei davon überzeugt, daß ich Sie von ihrer Gewitterangst geheilt hätte, daß sie aber niemandem das Geheimnis verraten werde, wem sie diese Heilung verdanke. Sie erwiderte, auf jeden Fall sei sie sicher, daß noch nie eine Frau durch ein solches Mittel geheilt worden sei.
“Das muß im Lauf von tausend Jahren eine Million Male vorgekommen sein”, sagte ich. “Ich gestehe Ihnen sogar, daß ich damit gerechnet hatte, als ich in die Kalesche stieg; denn mir schien es das einzige Mittel zu sein, in Ihren Besitz zu gelangen. Glauben Sie mir, auf der ganzen Welt gibt es keine einzige furchtsame Frau, die in Ihrer Lage zu widerstehen gewagt hätte.”
“Das
mag sein; aber in Zukunft werde ich nur noch mit meinem Mann fahren.”
“Wie ungeschickt von Ihnen; denn Ihrem Mann wird es garnicht einfallen, Sie zu trösten, wie ich es getan habe.”
“Auch das ist wahr. Mit Ihnen gelangt man zu ungewöhnlichen Erkenntnissen; doch verlassen Sie sich darauf, daß ich nie wieder mit Ihnen zusammen reisen werde.”
Unter anregenden Gesprächen langten wir noch vor allen anderen in Pasiano an. Kaum war sie ausgestiegen, lief sie in ihr Zimmer und schloß sich ein, während ich nach einem Scudo für den Kutscher suchte. Der lachte.“

 

Casanova

Giacomo Casanova (2 april 1725 –  4 juni 1798)

 

 

De Deense schrijver en dichter Hans Christian Andersen werd geboren op 2 april 1805 in Odense. Zie ook mijn blog van 2 april 2007 en ook mijn blog van 2 april 2008.

 

Uit: De nieuwe kleren van de keizer

 

In de grote stad waar hij woonde was het leven heel genoeglijk. Iedere dag waren er vreemdelingen en op een dag kwamen er twee bedriegers, die zich voor wevers uitgaven en zeiden dat ze de mooiste stoffen konden weven die je je maar denken kon. Niet alleen de kleuren en het patroon waren ongelooflijk mooi, maar ook hadden de kleren die ervan gemaakt waren, de wonderbaarlijke eigenschap dat ze onzichtbaar waren voor iedereen die niet voor zijn ambt deugde of die onvergeeflijk dom was. Wat een fijne kleren, dacht de keizer. Als ik die aan heb, kan ik erachter komen wie er in mijn rijk niet deugt voor zijn ambt en dan kan ik de knappen van de dommen onderscheiden. Die stof moet ik meteen laten weven! En hij gaf de bedriegers een flink handgeld, zodat ze met hun werk konden beginnen. Ze zetten ook twee weefgetouwen op en deden alsof ze werkten, maar er zat helemaal niets op het weefgetouw. Brutaalweg vroegen ze om de fijnste zijde en het prachtigste goud; dat stopten ze in hun eigen zak en ze werkten aan de lege weefgetouwen, en dat nog wel tot diep in de nacht.“

hans-christian

Hans Christian Andersen (2 april 1805 – 4 augustus 1875)
Standbeeld in Central Park, Manhattan, New York

 

De Duitse dichter en schrijver Johann Wilhelm Ludwig Gleim werd geboren op 2 april 1719 in Ermsleben. Zie ook mijn blog van 2 april 2007.

 

Antwort, auf die Frage: wie geht’s?

1794

 

In meinem Hüttchen geht mirs gut,

Wie kann mirs übel gehn?

Ich hab’ in meinem Hüttchen Muth,

Dem Unglück zu bestehn!

 

Ich kann die halbe Gotteswelt,

Aus meinem Hüttchen sehn,

Weil mirs in ihr so wohl gefällt,

Wie kann mirs übel gehn?

 

Und böte mir der König gleich

Nebst seiner Königspflicht,

Der allzuschweren! ach! sein ganzes Königreich,

Ich nähm’ es für mein Hüttchen nicht!

 

gleim

Johann Gleim (2 april 1719 – 18 februari 1803)

 

De Nederlandse schrijver Onno Zwier van Haren werd geboren in Leeuwarden op 2 april 1713. Zie ook mijn blog van 2 april 2007.

 

Uit: Agon, Sulthan van Bantam

 

Sinan

Uw wil is door myn mond verkondigd aan de Grooten,

 En uw last is gebragt aan d’ eerste Hof genooten:

 Een ieder zal hier zyn, gelyk vereischd syn plicht,

 Op de bestemde tyd, en ’t uur daar toe gericht.

 Schoon deze dag reeds lang voor Bantam was te wagten,

“Wyl gy zoo menigmaal geuit had uw gedagten,

 Heeft elk van haar niet min getoond de droeve smart,

 Die ’t komen van dees’ dag, verspreid in ieders hart.

 

Agon

 Die smart, hoe groot die zy, zal niet veel langer duuren,

 Als tot dat morgen ’t licht beschyne Bantams muuren:

Een oude Vorst verdwynd, gelyk de Maan, voor ’t oog,

 Wanneer de jonge Vorst klimd, als de Son, om hoog.

 

Sinan

 Sy wagten zekerlyk een Heer van uwe handen

 Die ook, gelyk als gy de Vader deezer Landen,

 

ZwierVanHaren

Onno Zwier van Haren (2 april 1713 – 2 september 1779)

 

De Franse schrijver Pierre Zaccone werd geboren op 2 april 1817 in Doaix. Hij begon zijn schrijversloopbaan met novellen en als ongenoemde medewerker aan romans en toneelstukken. Uiteindelijk drong hij met zijn teksten door in de feuilletons van grote kranten. Jarenlang was Zaccone ook secretaris van de Parijse schrijversvereniging.

 

Uit: La Recluse

 

„Gaston observait tout cela, partagé entre mille sensations contraires. L’homme qui l’accompagnait attendait derrière lui, étonné, sans comprendre. Tout à coup, le jeune commandant se retira brusquement de la fenêtre, et gagnant précipitamment la porte. — C’est bien, dit-il au concierge: je retiens, cette chambre; mon domestique viendra, ainsi que je vous l’ai dit, s’y installer dès aujourd’hui, et il paiera le terme d’avance. Puis il descendit les marches quatre à quatre. Il n’avait pas de temps à perdre. Il venait de voir une chose effrayante. Pendant l’entretien du père et de la fille il avait remarqué que les soeurs allaient et venaient très affairées à travers les couloirs, et il n’y avait pas pris garde autrement. Mais bientôt il vit Edmée jeter un voile épais sur ses cheveux, poser sur ses épaules un châle dont M. de Beaufort l’aida à s’envelopper; puis elle prit le bras de son père et quitta le parloir.“

 

Zaccone

Pierre Zaccone (2 april 1817 – † ? 1895)

 

De Italiaanse (reis)schrijver Pietro della Valle werd geboren op 2 april 1586 in Rome als telg van de rijke adelijke Della Valle familie uit Rome. Hij maakte een uitgebreide pelgrimage ‘met een omweg’ naar Jeruzalem. Pietro stond nog met zijn ene been in de middeleeuwse traditie van het pelgrimeren, maar met zijn andere been stond hij al stevig in de nieuwe tijd waarin wetenschappelijke nieuwsgierigheid, verleggen van grenzen, avontuur en kennisvergaring belangrijke elementen waren. Met zijn grote vriend de geleerde Mario Schipano maakte hij een afspraak: Pietro zou hem met zijn brieven op de hoogte houden en Schipano zou deze brieven redigeren en uitgeven. Uiteindelijk werden alle brieven na Pietro’s dood door vier van zijn zonen gepubliceerd. Pietro was een uitstekend waarnemer die zijn bevindingen opschreef met kennis én humor. Hij was kritisch en nieuwsgierig, ging op onderzoek uit en lardeerde zijn reisverslag met persoonlijke gevoelens en referenties naar klassieke auteurs.

 

Uit; The Travels Of Sig. Pietro della Valle (A visit to Giaccama)

 

„As we return’d home at night, we met a woman in the City of Ikkeri, who, her Husband being dead, was resolv’d to burn her self, as ’tis the custom with many Indian Women. She rode on horseback about the city with open [=unveiled] face, holding a looking-glass in one hand, and a lemon in the other, I know not for what purpose; and beholding her self in the glass, with a lamentable tone sufficiently pitiful to hear, went along I know not whither speaking or singing certain words, which I understood not; but they told me, they were a kind of Farewell to the World and her self; and indeed, being utter’d with that passionateness which the case requir’d and might produce, they mov’d pity in all that heard them, even in us who understood not the Language.

She was follow’d by many other women and men on foot, who, perhaps, were her Relations; they carry’d a great Umbrella over her, as all persons of quality in India are wont to have, thereby to keep off the Sun, whose heat is hurtful and troublesome. Before her, certain Drums were sounded, whose noise she never ceas’d to accompany with her sad ditties or songs; yet with a calm and constant countenance, without tears, evidencing more grief for her Husband’s death than her own, and more desire to go to him in the other world than regret for her own departure out of this: a Custom, indeed, cruel and barbarous, but withall, of great generosity and virtue in such Women, and therefore worthy of no small praise. They said, she was to pass in this manner about the City.“

 

delvalle

Pietro della Valle (2 april 1586 – 21 april 1652)

Milan Kundera, Nikolaj Gogol, Urs Allemann, Maria Polydouri, Rolf Hochhuth, Edgar Wallace, Max Nord, Arnold Aletrino, John Wilmot, Carl Sternheim, Friedrich Güll, Antoine Prévos, Armel Guerne, Edmond Rostand, Josep de Maistre

De Tsjechische schrijver Milan Kundera werd geboren in Brno op 1 april 1929. Zie ook mijn blog van 1 april 2007 en ook mijn blog van 1 april 2008.

 Uit: The Unbearable Lightness of Being (Vertaald door Michael Henry Heim)

„If every second of our lives recurs an infinite number of times, we are nailed to eternity as Jesus Christ was nailed to the cross. It is a terrifying prospect. In the world of eternal return the weight of unbearable responsibility lies heavy on every move we make. That is why Nietzsche called the idea of eternal return the heaviest of burdens (das schwerste Gewicht).
If eternal return is the heaviest of burdens, then our lives can stand out against it in all their splendid lightness.
But is heaviness truly deplorable and lightness splendid?
The heaviest of burdens crushes us, we sink beneath it, it pins us to the ground. But in the love poetry of every age, the woman longs to be weighed down by the man’s body. The heaviest of burdens is therefore simultaneously an image of life’s most intense fulfillment. The heavier the burden, the closer our lives come to the earth, the more real and truthful they become.
Conversely, the absolute absence of a burden causes man to be lighter than air, to soar into the heights, take leave of the earth and his earthly being, and become only half real, his movements as free as they are insignificant.
What then shall we choose? Weight or lightness?
Parmenides posed this very question in the sixth century before Christ. He saw the world divided into pairs of opposites: light/darkness, fineness/coarseness, warmth/cold, being/nonbeing. One half of the opposition he called positive (light, fineness, warmth, being), the other negative. We might find this division into positive and negative poles childishly simple except for one difficulty: which one is positive, weight or lightness?
Parmenides responded: lightness is positive, weight negative.
Was he correct or not? That is the question. The only certainty is: the lightness/weight opposition is the most mysterious, most ambiguous of all.“

Kundera

Milan Kundera (Brno, 1 april 1929)

 

De Russische schrijver Nikolaj Vasiljevitsj Gogol werd geboren in Poltawa, Oekraïne, op 1 april 1809. Zie ook mijn blog van 1 april 2007 en ook mijn blog van 1 april 2008.

UitDead Souls  (Vertaald door Bernard Guildert Guerney)

“Eh, thou troika, thou that art a bird! Who conceived thee? Methinks only among a spirited folk that thou could have come into being. In the land that is not fond of doing things by halves, but has evenly and smoothly spread itself out over half the worl
d. Therefore try and count its milestones until they turn to spots before the eyes! Far from cunningly contrived is the vehicle the troika draws; held together with no screws of iron art thou, but hastily, with a slam and a bang, wert thou put together and fitted by some handy Muzhik of Yaroslav, with nothing but an ax and a chisel. No fancy Hessian jack boots does the driver wear. He spots a beard, great gauntlets, and only the devil knows what he sits on for a cushion. Let him rise in his seat, swing his whip back, and strike up a long-drawn song while his steeds are off like a whirlwind. The spokes of each wheel has blended into one unbroken disk; the road merely quivers, and a pedestrian, stopping short, cries out in fright, and the troika is soaring, soaring away! …Now all one can see, already far in the distance, is something raising the dust and swirling through the air.

Thou art not my Russia, soaring along even like a spirited never to be outdistanced troika? The road actually smokes under thee, the bridges thunder, everything falls back and is left behind thee! The witness of thy passing comes to a deep stop, dumbfounded by this God’s wonder! Is it not a streak of lightning cast down from heaven? What signifies this onrush that inspires terror? And what unknown power is contained in these steeds, whose like is not known in this world? Ah, these steeds, these steeds, what steeds they are! Are there whirlwinds perched upon your manes? Is there a sensitive ear, alert as a flame, in your every fiber? You have caught the familiar song coming down to you from above. All as one and all at the same instant, you have strained your brazen chests and almost without touching earth with your hoofs, you have become transformed into straight lines cleaving the air. The troika tears along, inspired by God!”

 

Gogol

Nikolaj Gogol (1 april 1809 – 4 maart 1852)
Stenen gedenkplaat in Sint Petersburg

 

De Zwitserse schrijver en dichter Urs Allemann werd geboren op 1 april 1948 in Schlieren. Zie ook mijn blog van 1 april 2007 en ook mijn blog van 1 april 2008.

 

Sapphisch die siebte

 

Ob vom eignen Herzschlag erschlagen du zu

singen wes und zuckts übern Boden ob du

hinschlugst es vor Augen herauf noch schwarz und

sie es dir abschlug

 

von der Zunge als du sie harrten Steine

aber wes Gebrüll noch im Knochen leise

es davontrug und überm Fleisch der Geier

als es zu schneien

 

noch sich totstellt dass du es zu verschweigen

wär wes Aas vorm Zerrspiegel bräch das Maul wund

Blut zu sagen dass es dich zu zerreissen

rot übers Wort fuhr

 

Alleman

Urs Allemann (Schlieren, 1 april 1948)

 

De Griekse dichteres Maria Polydouri werd geboren op 1 april 1902 in Kalamata. Zie ook mijn blog van 1 april 2007 en ook mijn blog van 1 april 2008.

Come With Me

 

Come with me, for you wished to tread
this distant, otherworldly peak.
Still, nurture no will to steadily descend,
since there is no return for you to seek.

 

And you shall pay for the prevailing dread,
but not in havoc’s discontent, like in times gone.
Now you even set yourself to send
away your ultimate thought forlorn.

 

Our hands shall touch only the hair,
suspending amid blankness vacant
that sweeps away the words we dare
as if it were a barrier blatant.

 

But then the spells shall break ’n’ clear
and wilderness be our sole haunt.
With this and that we’d look like young ’n’ dear,
Appearances would not miss out.

 

 

Vertaald door Evangelos Christopher Typoglou

 

polydouri

Maria Polydouri (1 april 1902 – 30 april 1930)

 

De Duitse dichter en schrijver Rolf Hochhuth werd geboren op 1 april 1931 in Eschwege. Zie bovendien mijn blog van 2 april 2006. en ook mijn blog van 1 april 2007.

‹ Nesthäkchen ›

 

– vor dem Hitler-Fluch das Lieblingsbuch,

zwei Generationen lang, aller Schulmädchen.

Else Ury hieß seine Berliner Dichterin ;

wir schickten sie nach Auschwitz ins Gas.

Neulich fuhr, wie man Troja bereist, eine Schulklasse hin,

die im « Koffer-Lager » Elses Namensschild las.

Länger als Troja bleibt Auschwitz den Menschen im Sinn !

 

 

 

Uit: Der Stellvertreter

 

„Fontana! … Sehen Sie nicht, dass für das christliche Europa die Katastrophe naht, wenn Gott nicht Uns, den Heiligen Stuhl, zum Vermittler macht. Die Stunde ist düster: zwar wissen Wir, den Vatikan rührt man nicht an. Doch Unsere Schiffe draußen, die Wir steuern sollen. Polen, der ganze Balkan, ja Österreich und Bayern noch. In wessen Häfen werden sie geraten. Sie könnten leicht im Sturm zerschellen. Oder sie treiben hilflos an Stalins Küsten.“

 

hochhuth

Rolf Hochhuth (Eschwege, 1 april 1931)   

 

De Engelse journalist en schrijver Edgar Wallace werd geboren in Greenwich op 1 april 1875. Hij begon zijn schrijverscarrière als oorlogscorrespondent voor de Londense krant de Daily Mail in de Boerenoorlog. Daarna legde hij zich toe op misdaadverhalen en dit in een hoog tempo: hij zou in totaal 175 boeken schrijven, naast 24 toneelstukken en een grote hoeveelheid journalistiek werk. Zijn eerste boek was The Four Just Men (1905) dat handelde over een groep mannen die de wet in eigen handen namen. Als publiciteitsstunt verscheen het zonder het einde; de lezers werden verzocht de juiste toedracht zelf te achterhalen en ze konden daarmee een geldprijs winnen. Er waren echter zoveel juiste inzendingen dat Wallace er bijna bankroet aan ging, maar zijn naam was wel gevestigd en dit en vele van zijn latere boeken werden beststellers. Wallace wordt algemeen beschouwd als de “uitvinder” van de moderne thriller; zijn helden zijn over het algemeen politiemensen en geen amateur-detectives zoals de meeste detective-schrijvers toen gebruikten.

 

Uit: The Angel of Terror

 

„The hush of the court, which had been broken when the foreman of the jury returned their verdict, was intensified as the Judge, with a quick glance over his pince-nez at the tall prisoner, marshalled his papers with the precision and method which old men display in tense moments such as these. He gathered them together, white paper and blue and buff and stacked them in a neat heap on a tiny ledge to the left of his desk. Then he took his pen and wrote a few words on a printed paper before him.

Another breathless pause and he groped beneath the desk and brought out a small square of black silk and carefully laid it over his white wig. Then he spoke:

“James Meredith, you have been convicted after a long and patient trial of the awful crime of wilful murder. With the verdict of the jury I am in complete agreement. There is little doubt, after hearing the evidence of the unfortunate lady to whom you were engaged, and whose evidence you [Pg 6]attempted in the most brutal manner to refute, that, instigated by your jealousy, you shot Ferdinand Bulford. The evidence of Miss Briggerland that you had threatened this poor young man, and that you left her presence in a temper, is unshaken. By a terrible coincidence, Mr. Bulford was in the street outside your fiancée’s door when you left, and maddened by your insane jealousy, you shot him dead.“

 

wallace

Edgar Wallace (1 april 1875 – 10 februari 1932)

 

De Nederlandse dichter en journalist Max Nord werd geboren in Gorinchem op 1 april 1916.  Nord studeerde politieke wetenschappen in Parijs en werkte vanaf 1938 als verslaggever bij Het Vaderland. Samen met Menno ter Braak vertaalde hij het boek Gespräche mit Hitler van Hermann Rauschning, wat het duo op een aanklacht wegens ‘belediging van een bevriend staatshoofd’ kwam te staan. Voordat het tot een proces kwam was Nederland al door de Duitsers bezet. Tijdens de bezetting vormde Nord samen met Wim van Norden en Simon Carmiggelt de kern van het illegale Het Parool. Na de oorlog werd Nord kunstredacteur van dezelfde krant. Vervolgens was hij enige tijd plaatsvervangend hoofdredacteur, als vervanger van Gerrit Jan van Heuven Goedhart. Hierna was hij correspondent voor Het Parool te Parijs. In 1987 woonde hij in Lyon het twee maanden durende proces tegen oorlogsmisdadiger Klaus Barbie bij. Nord schreef hierover een reeks artikelen in Vrij Nederland en een boek. Nord schreef boeken over Albert Helman, Alexander Cohen, en Josepha Mendels, voerde voorts de eindredactie van diverse boeken, en vertaalde onder andere verhalen van Luigi Pirandello en gedichten van Cesare Pavese.

 

Soms is ’t genoeg…

 

Soms is ’t genoeg op straat te lopen

Hand in hand met ’t liefste kind,

Dat speelt en lacht en nog kan hopen

Dat ìk de wegen voor haar vind.

 

Dan speel ik aarzlend met haar mee

En kijk naar ’t blinken van haar ogen

– Zij is de vloed, ik de eb der zee –

En ik verzwijg mijn onvermogen.

 

’s Avonds lees ik haar dromend voor

En antwoord op haar kleine vragen,

Het ernstig spel gaat eindloos door

Totdat ik haar naar bed mag dragen.

 

Wel weet ik dat het zo niet blijft:

Eens zal ook zij met angst beminnen

En gaat de onrust, die ons drijft,

Ook in haar hart zijn klop beginnen.

 

Dan zal zij door de straten lopen

Met aan haar hand een spelend kind,

Als ik nu, en vermoeid van hopen

Vragen waar zich de weg bevindt.

 

max_Nord

Max Nord (1 april 1916 –  28 februari 2008)

 

De Nederlandse schrijver Arnold Aletrino werd geboren in Amsterdam op 1 april 1858. Als student medicijnen in Amsterdam kwam hij in aanraking met de Tachtigers, Kloos, Van Deyssel, Van Eeden en anderen. Hij werd medewerker van De Nieuwe Gids en was van 1910-1912 redacteur van het tijdschrift. Hij studeerde af in 1886 en promoveerde in 1889; hij werd gemeentearts en arts van de brandweer in Amsterdam, en kwam zodoende in aanraking met de armste lagen van de bevolking. In 1891 trouwde hij met Rachel Mendes da Costa, die in 1897 zelfmoord pleegde. Een jaar later trouwde hij met Emilie Julia van Stockum. In 1899 kreeg hij een universitaire aanstelling als lector in de criminele antropologie. Door zijn praktische ervaring, studies en voordrachten verrichtte hij baanbrekend werk op medisch-sociaal gebied. Hij was een van de vroegste pleitbezorgers van de homoseksualiteit en stak zijn nek uit voor die verachte groepering in de samenleving op een congres in 1902. Aletrino werd geëerd als een bekwaam en humanitair wetenschapper. In 1903 bezocht hij met Magnus Hirschfeld in Berlijn een aantal locaties waar homoseksuelen voorkwamen; daarvan deed hij verslag in zijn brochure Hermaphrodisie en uranisme (1908). Aletrino was een schrijver van bij uitstek sombere literatuur. Hij werd geïnspireerd door het Franse naturalisme en vond stof in zijn deprimerende artsenpraktijk.

 

Uit: Zondagavond

 

“Toen knauwend in de egaal streelende gelijkvormigheid der weken, brak plotseling bonkend een groote verandering, schroeiend een schrijnende smart in de snelle omkeer van alles, omwroetend zijn èven gelukkige dagen met ver napijnend berouw.

En in de zwaar hangende sleur van de nieuw wennende dagen loomde zijn bestaan verder – donker drukkend zijn gemoed, wild somberend zijn opgeleefd voelen.

Hij herinnerde zich Zondagavonden daarnà, avonden die hij als vroeger ook wegging, van buiten, angstig loopend door de stille, donker-lichtende straten van het kleine dorp waar zijn moeder was gaan wonen. ’t Was nu een andere vrees die zenuwde door hem heen, snel bonkend zijn hart in jachtende stikking.

Achter hem lag zijn studententijd, meêbrekend zijn vreugdelooze jeugd, hem teruglatend in de groote werkelijkheid, die hij lood voelde drukken om zich heen, moegeslagen door de rauwe geesseling die gestriemd had door zijn jonge ziel.

Al lang had hij geweten dat zijn moeder ziek was, al lang had hij gezien de langzame verandering ongemerkt voortgevreten in haar mattend lichaam, al lang had hij ingebeten de vlijmende smart dat ze zou voortzieken moewer en moewer, vroolijk troostend haar smekende klachten, luchtend haar ernstig lijden met vage beloften van beterschap en herstel.”

 

Arnold_Aletrino

Arnold Aletrino (1 april 1858 – 17 januari 1916)

 

De Engelse dichter en schrijver John Wilmot, 2e graaf van Rochester . werd geboren in Ditchley, Oxfordshire, op 1 april 1647. John Wilmot was een zoon van Henry Wilmot, burggraaf Wilmot, die door Karel II wegens verdiensten in 1652 werd verheven tot 1e graaf van Rochester. John erfde de titel bij de dood van zijn vader in 1658. Op 12-jarige leeftijd ging hij naar het Wadham College van de Universiteit van Oxford, waar hij op slechts 14-jarige leeftijd zijn MA verkreeg. Vervolgens ondernam hij, onder begeleiding van een tutor, de grand tour door Frankrijk en Italië. In 1662 keerde hij terug naar Engeland en begaf zich naar het hof, waar hij vanwege zijn knappe voorkomen, humor en scherpe geest de gunst verwierf van Karel II. In 1665 verwierf hij de heldenstatus door zijn optreden tijdens de Slag in de baai van Bergen in de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog. John Wilmot had zich echter al vroeg een nogal vrije levenswijze aangemeten en werd door zijn gedrag diverse malen van het hof verwijderd, maar steeds weer in genade aangenomen.  Op 33-jarige leeftijd liet zijn gezondheid hem inderdaad in de steek als gevolg van geslachtsziekten en overmatig alcoholgebruik.

 

Absent of Thee I Languish Still

  

Absent from thee I languish still;

Then ask me not, when I return?

The straying fool ’twill plainly kill

To wish all day, all night to mourn.

 

Dear! from thine arms then let me fly,

That my fantastic mind may prove

The torments it deserves to try

That tears my fixed heart from my love.

 

When, wearied with a world of woe,

To thy safe bosom I retire

where love and peace and truth does flow,

May I contented there expire,

 

Lest, once more wandering from that heaven,

I fall on some base heart unblest,

Faithless to thee, false, unforgiven,

And lose my everlasting rest.

 

John_Wilmot2

John Wilmot (1 april 1647 – 26 juli 1680)

 

De Duitse schrijver Carl Sternheim werd als zoon van een joodse bankier geboren op 1 april 1878 in Leipzig. Tot 1902 studeerde hij filosofie, psychologie en rechten in München, Göttingen en Leipzig, maar hij maakte de studies niet af.Vanaf 1900 werkte hij als zelfstandig schrijver. In 1908 gaf hij samen met Franz Blei het tijdschrift Hyperion uit. In 1912 trok hij naar België, in 1918 naar St. Moritz en Uttwil 18 in Zwitserland. Van 1930 tot 1934 was hij getrouwd met Pamela Wedekind. In 1935 ging hij in ballingschap naar België. Zijn werk was tijdens het nationaalsocialisme verboden. Na de bezetting van Nederland en België pleegde hij op 3 november 1942 zelfmoord.

 

Uit: Die Hose

 

“Als ich neunzehnhundertundacht ein bürgerliches Lustspiel veröffentlichte, kannte die deutsche Bühne nach Gerhart Hauptmanns Naturalismus nur die Maskerade vom alten Fabelkönig, der jungen Königin, dem famosen Pagen, die unter mannigfaltigen Verkleidungen neuromantisch auftraten; reich kostümiert von Wirklichkeit fort Glanz sprachen, Erhabenheit handelten. In meinem Stück verlor ein Bürgerweib die Hose, von nichts als der banalen Sache sprach in kahlem Deutsch man auf der Szene.

Ob solcher Einfalt fällte Welt das Urteil: wie war das Dichtung? Eine bürgerliche Hose und fünf Spießer, die von ihr räsonierten? Wo blieb gewohnter Glanz (ersatz) wo (Pseudo) Naturalismus? In einer Sprache redeten dazu von der Albernheit die Leute, die in keinem Buch, keiner Zeitung stand, und die kein besserer Bekannter sprach. Der Autor, offenbarer Absicht, ließ der Komödie eine Anzahl anderer folgen, die der ersten wesentlich Neues nicht hinzufügten. Von durchschnittlichen Dingen sprach man weiter, behandelte Beiläufiges mit Emsigkeit und einem Nachdruck, der vorher nicht an bürgerliche Welt gewandt war. Doch diese Welt, die in der Öffentlichkeit keine Rolle spielen mochte, anderen der Verantwortung Ehre und Bürde überließ, blieb, als sie eines neugierigen Auges Scheinwerfer auf sich gerichtet sah, verwirrt und wie ertappt: schrie aus vollem Hals den Friedensstörer an, und die ergebene Presse des Iuste milieu zog blank.”

 

sternheim

Carl Sternheim (1 april 1878 – 3 november 1942)

 

De Duitse dichter Friedrich Güll werd geboren op 1 april 1812 in Ansbach. In 1844 opende hij een school voor meisjes uit de hogere standen en die leidde hij zevenentwintig jaar lang. Later ontving hij van de Beierse koningen Maximilian II en Ludwig II een eregeld. Güll was een dichter uit de Biermeiertijd die vooral voor kinderen en jongeren schreef.

 

Osterhäslein

Drunten an der Gartenmauern
hab’ ich sehn das Häslein lauern.
Eins, zwei, drei –
legt’s ein Ei,
lang wird’s nimmer dauern.

 

Kinder, laßt uns niederducken!
Seht ihr’s ängstlich um sich gucken?
Ei, da hüpft’s,
hei, da schlüpft’s
durch die Mauerlucken.

Und nun sucht in allen Ecken,
wo die schönen Eier stecken,
rot und blau,
grün und grau
und mit Marmelflecken!

guell

Friedrich Güll (1 april 1812 – 24 december 1879)

 

De Franse schrijver Antoine François Prévos werd geboren op 1 april 1697 in Hesdin, Artois. In 1713 werd hij novice bij de Jezuïten, maar hij verliet de orde drie jaar later voor het leger. Onderzoek heeft uitgewezen dat Prévost het gegeven voor zijn roman Manon Lescaut niet verzonnen heeft, maar teruggreep op zijn eigen jeugdervaringen. Net als chevalier Des Grieux werd hij hals over kop verliefd op een mooie jonge vrouw die achter zijn rug om relaties onderhield met andere mannen. Prévost gaf na deze affaire zijn carrière in het leger op en koos voor een loopbaan in de kerk. De verschijning van zijn eerste romans in 1728, die in Parijs nogal wat stof deden opwaaien, noopten hem ertoe in Engeland asiel te zoeken waar hij korte tijd later ontslagen werd als privéleraar na een liefdesaffaire. Prévost zocht zijn heil in Nederland maar vluchtte een paar jaar later weer naar Engeland om aan zijn schuldeisers te ontkomen. Na zijn terugkeer in Frankrijk in 1736 wist hij zich te verzoenen met de katholieke kerk en tot zijn dood in 1763 bekleedde hij de aanzienlijke functie van kamerheer van de prins van Conti.

Uit: Manon Lescaut

“Why did he love her? Curious fool, be still!
Is human love the fruit of human will?
BYRON.

 Just about six months before my departure for Spain, I first met the Chevalier des Grieux. Though I rarely quitted my retreat, still the interest I felt in my child’s welfare induced me occasionally to undertake short journeys, which, however, I took good care to abridge as much as possible.

I was one day returning from Rouen, where I had been, at her request, to attend a cause then pending before the Parliament of Normandy, respecting an inheritance to which I had claims derived from my maternal grandfather. Having taken the road by Evreux, where I slept the first night, I on the following day, about dinner-time, reached Passy, a distance of five or six leagues. I was amazed, on entering this quiet town, to see all the inhabitants in commotion. They were pouring from their houses in crowds, towards the gate of a small inn, immediately before which two covered vans were drawn up. Their horses still in harness, and reeking from fatigue and heat, showed that the cortege had only just arrived. I stopped for a moment to learn the cause of the tumult, but could gain little information from the curious mob as they rushed by, heedless of my enquiries, and hastening impatiently towards the inn in the utmost confusion. At length an archer of the civic guard, wearing his bandolier, and carrying a carbine on his shoulder, appeared at the gate; so, beckoning him towards me, I begged to know the cause of the uproar. “Nothing, sir,” said he, “but a dozen of the frail sisterhood, that I and my comrades are conducting to Havre-de-Grace, whence we are to ship them for America. There are one or two of them pretty enough; and it is that, apparently, which attracts the curiosity of these good people.”

prevos

Antoine Prévos (1 april 1697 – 23 december 1763)

 

 De Zwitserse dichter, schrijver en vertaler Armel Guerne werd geboren in Morges op 1 april 1911. Tijdens WO II staakte hij alle literaire activiteiten om zich aan te sluiten bij het Franse verzet. Na de oorlog vertaalde hij werk van o.a. Novalis, Rilke, Hölderlin, de gebroeders Grimm, Melville, Virginia Woolf, Dürrenmatt, Elias Canetti, Lao Tseu et Kawabata.

Uit: La Nuit veille

« On parle abusivement de conscience claire et d’obscur inconscient ; la vérité veut qu’on renverse l’image : l’inconscience est transparente. Écoutez ce mot : inconscience, et dites-moi s’il peut être obscur, ou même éteint. Plus la conscience est claire, plus les objets s’y appuyent fortement sur leur ombre : ce sont ces ombres qui font juger du relief apparent. Dans l’inconscience, au contraire, c’est la transparence qui règne, une parfaite transparence qui permet tous les échanges, où toutes les lumières peuvent se jouer (sauf la nôtre, toutefois, qui est trop faible et qui vient de trop près) ; c’est sa lumière également diffuse et continue qui nous la rend aussi incompréhensible. Une invincible blancheur où l’on ne peut pas créer à notre propre usage l’ombre ou la nuit qui nous sont nécessaires pour juger de l’éclat. Une lumière où tout est lumière, et qui nous est impénétrable par cette raison que nos lumières s’y baignent et s’y égarent, y disparaissent ainsi que disparaîtrait un rayon qui voudrait remonter à sa source pour en prendre connaissance. »

 

Armel_Guerne

Armel Guerne (1 april 1911 – 9 oktober 1980)

 

De Franse schrijver Edmond Eugène Alexis Rostand werd geboren in Marseille op 1 april 1868. Zie ook mijn blog van 1 april 2007 en ook mijn blog van 1 april 2008.

 

Uit: Cyrano de Bergerac

 

Cyrano, fermant une seconde les yeux.

Attendez!… Je choisis mes rimes… Là, j’y suis.

 

Il fait ce qu’il dit, à mesure.

 

Je jette avec grâce mon feutre,

Je fais lentement l’abandon

Du grand manteau qui me calfeutre,

Et je tire mon espadon;

Élégant comme Céladon,

Agile comme Scaramouche,

Je vous préviens, cher Mirmidon,

Qu’à la fin de l’envoi, je touche!

 

Premier engagement de fer.

 

Vous auriez bien dû rester neutre;

Où vais-je vous larder, dindon?…

Dans le flanc, sous votre maheutre?…

Au coeur, sous votre bleu cordon?…

– Les coquilles tintent, ding-don!

Ma pointe voltige: une mouche!

Décidément… c’est au bedon,

Qu’à la fin de l’envoi, je touche.

 

Il me manque une rime en eutre…

Vous rompez, plus blanc qu’amidon?

C’est pour me fournir le mot pleutre!

– Tac! je pare la pointe dont

Vous espériez me faire don: –

J’ouvre la ligne, – je la bouche…

Tiens bien ta broche, Laridon!

A la fin de l’envoi, je touche.

 

Rostand

Edmond Rostand (1 april 1868 – 2 december 1918)

 

De Franse politicus, schrijver en filosoof Joseph, comte de Maistre werd geboren in Chambéry op 1 april 1753. Zie ook mijn blog van 1 april 2007.

Uit: Lettre à sa fille, 1808

 

„Tu me demandes donc, ma chère enfant, après avoir lu mon sermon sur la science des femmes, d’où vient qu’elles sont condamnées à la médiocrité ? Tu me demandes en cela la raison d’une chose qui n’existe pas et que je n’ai jamais dite. Les femmes ne sont nullement condamnées à la médiocrité ; elles peuvent même prétendre au sublime, mais au sublime féminin. Chaque être doit se tenir à sa place, et ne pas affecter d’autres perfections que celles qui lui appartiennent […] L’erreur de certaines femmes est d’imaginer que, pour être distinguées, elles doivent l’être à la manière des hommes, il n’y a rien de plus faux. Je t’ai fait voir ce que cela vaut. Si une belle dame m’avait demandé, il y a vingt ans : ” Ne croyez-vous pas, monsieur, qu’une dame pourrait-être un grand général comme un homme ?” je n’aurais pas manqué de lui répondre : “Sans doute, Madame. Si vous commandiez une armée, l’ennemi se jetterait à vos genoux , comme j’y suis moi-même ; personne n’oserait tirer, et vous entreriez dans la capitale ennemie au son des violons et des tambourins.” Si elle m’avait dit : “Qui m’empêche en astronomie d’en savoir autant que Newton ?” je lui aurais répondu tout aussi sincèrement : “Rien du tout, ma divine beauté.“

 

JMaistre

Joseph de Maistre (1 april 1753 – 26 februari 1821)