Bas Heijne, Benjamin Lebert, Simone de Beauvoir, Theodor Holman, Danny Morrison

De Nederlandse schrijver, essayist, columnist en vertaler Bas Heijne werd geboren op 9 januari 1960 in Nijmegen. Zie ook mijn blog van 9 januari 2008 en ook mijn blog van 9 januari 2009 en ook mijn blog van 9 januari 2010.

Uit: Open brief aan Bas Heijne (Hollandse toestanden)

„Dat laatste literaire genre is anoniem; de briefschrijver zwelgt in zijn onzichtbare macht. De open brief is bij uitstek een celebrity-genre; de schrijver voelt zich te goed voor een eenvoudig stuk op de opiniepagina, of nog erger, de ingezonden-brievenrubriek; hij gaat niet met zijn mening in de rij staan wachten op zijn beurt. Net als die zelfbenoemde denktanks die in het kielzog van Fortuyn overheid en regering bestoken met nota’s, aanbevelingen, opdrachten, manifesten, protocollen, gaat ook de schrijver van de open brief recht op zijn doel af – hij wil meteen de baas zelf spreken, voor minder doet hij het niet.

Ook ik een Zola!

De open brief is een vorm van engagementskitsch. De schrijver ervan waant zich een moedige buitenstaander – joodse intellectuelen in de jaren dertig! – maar hij ademt juist in alles de tijdgeest. Hij is helemaal geen bepalende kracht, hij is een symptoom.

Een symptoom waarvan? Van de hoge toon die ons land in zijn greep heeft, van de neiging om in Nederland alles persoonlijk te maken, van de Hollandse hang om reële sociale en politieke problemen te misbruiken voor persoonlijk melodrama, van de misvatting dat ons land het beste vanaf de zijlijn kan worden bestuurd, en van de inmiddels totale afkeer van de reguliere politieke en maatschappelijke instituties.

Maar vooral is de open brief een symptoom van het ontbreken van een echt debat – ogenschijnlijk gaat de schrijver direct in gesprek met de aangeschrevene, maar dat contact is schijn. Nu iedereen over elkaar heen struikelt om zijn tegenstander of vijand klein te maken door middel van een even vlammend als vernietigend persoonlijk appèl, valt op hoe ijdel het genre eigenlijk is, hoe weinig er werkelijk contact of discussie wordt gezocht. De schrijver van de open brief staat uiteindelijk altijd voor de spiegel.“


Bas Heijne (Nijmegen, 9 januari 1960)

 

 

Lees verder “Bas Heijne, Benjamin Lebert, Simone de Beauvoir, Theodor Holman, Danny Morrison”

Pierre Guyotat, Heiner Müller, Pierre Combescot, Gisbert Haefs, Karel Čapek, Klaus Schlesinger

De Franse schrijver Pierre Guyotat werd geboren op 9 januari 1940 in Bourg-Argental. Zie ook mijn blog van 9 januari 2009 en ook mijn blog van 9 januari 2010.

 

Uit: Eden, éden, éden 

 

”Les soldats, casqués, jambes ouvertes, foulent, muscles retenus, les nouveaux-nés emmaillotés dans les châles écarlates, violets : les bébés roulent hors des bras des femmes accroupies sur les tôles mitraillées des G.M.C. ; le chauffeur repousse avec son poing libre une chèvre projetée dans la cabine ; / au col Ferkous, une section du RIMA traverse la piste ; les soldats sautent hors des camions ; ceux du RIMA se couchent sur la caillasse, la tête appuyée contre les pneus criblés de silex, d’épines, dénudent le haut de leur corps ombragé par le garde-boue ; les femmes bercent les bébés contre leurs seins : le mouvement de bercée remue renforcés par la sueur de l’incendie les parfums dont leurs haillons, leurs poils, leurs chairs sont imprégnés : huile, girofle, henné, beurre, indigo, soufre d’antimoine – au bas du Ferkous, sous l’éperon chargé de cèdres calcinés, orge, blé, ruchers, tombes, buvette, école, gaddous, figuiers, mechtas, murets tapissés d’écoulements de cervelle, vergers rubescents, palmiers, dilatés par le feu, éclatent : fleurs, pollen, épis, brins, papiers, étoffes maculées de lait, de merde, de sang, écorces, plumes, soulevés, ondulent, rejetés de brasier à brasier par le vent qui arrache le feu, de terre ; les soldats assoupis se redressent, hument les pans de la bâche, appuient leurs joues marquées de pleurs séchés contre les ridelles surchauffées, frottent leur sexe aux pneus empoussiérés ; creusant leurs joues, salivent sur le bois peint ; ceux des camions, descendus dans un gué sec, coupent des lauriers-roses, le lait des tiges se mêle sur les lames de leurs couteaux au sang des adolescents éventrés par eux contre la paroi centrale de la carrière

d’onyx …“

 

 

Pierre Guyotat (Bourg-Argental, 9 januari 1940)

In 1984 in het Franse tv-programma „apostophe“

 

Lees verder “Pierre Guyotat, Heiner Müller, Pierre Combescot, Gisbert Haefs, Karel Čapek, Klaus Schlesinger”

Wilbur Smith, Kurt Tucholsky, Brian Friel, August Gailit, Chaim Nachman Bialik

De Zuid-Afrikaanse schrijver Wilbur Addison Smith werd geboren in Broken Hill in Zimbabwe (Rhodesië) op 9 januari 1933. Zie ook mijn blog van 9 januari 2009 en ook mijn blog van 9 januari 2010.

 

Uit: Assegai

 

„AUGUST 9, 1906, was the fourth anniversary of the coronation of Edward VII, King of the United Kingdom and the British Dominions, and Emperor of India. Coincidentally it was also the nineteenth birthday of one of His Majesty’s loyal subjects, Second Lieutenant Leon Courtney of C Company, 3rd Battalion 1st Regiment, The King’s African Rifles, or the KAR, as it was more familiarly known. Leon was spending his birthday hunting Nandi rebels along the escarpment of the Great Rift Valley in the far interior of that jewel of the Empire, British East Africa.

The Nandi were a belligerent people much given to insurrection against authority. They had been in sporadic rebellion for the last ten years, ever since their paramount witch doctor and diviner had prophesied that a great black snake would wind through their tribal lands belching fire and smoke and bringing death and disaster to the tribe. When the British colonial administration began laying the tracks for the railway, which was planned to reach from the port of Mombasa on the Indian Ocean to the shores of Lake Victoria almost six hundred miles inland, the Nandi saw the dread prophecy being fulfilled and the coals of smouldering insurrection flared up again. They burned brighter as the head of the railway reached Nairobi, then started westwards through the Rift Valley and the Nandi tribal lands down towards Lake Victoria. When Colonel Penrod Ballantyne, the officer commanding the KAR regiment, received the despatch from the governor of the colony informing him that the tribe had risen again and were attacking isolated government outposts along the proposed route of the railway he remarked, with exasperation, ‘Well, I suppose we shall just have to give them another good drubbing.’

 

 

Wilbur Smith (Broken Hill, 9 januari 1933)

 

 

Lees verder “Wilbur Smith, Kurt Tucholsky, Brian Friel, August Gailit, Chaim Nachman Bialik”

Anne Rivers Siddons, Giovanni Papini, Lascelles Abercrombie, Pierre Garnier, Thomas Warton

De Amerikaanse schrijfster Anne Rivers Siddons werd geboren op 9 januari 1936 in Atlanta, Georgia. Zie ook mijn blog van 9 januari 2010. 

 

Uit: Low Country

 

„I think I’ll go over to the island for a few days,” I said to my husband at breakfast, and then, when he did not respond, I said, “The light’s beautiful. It can’t last. I hate to waste it. We won’t get this pure gold again until this time next year.”

Clay smiled, but he did not put down his newspaper, and he did not speak. The smile made my stomach dip and rise again, as it has for the past twenty-five years. Clay’s smile is wonderful, slow and unstinting and a bit crooked, and gains much of its power from the surrounding austerity of his sharp, thin face. Over the years I have seen it disarm a legion of people, from two-year-olds in mid-tantrum to Arab sheiks in same. Even though I knew that this smile was little more than a twitch, and with no more perception behind it, I felt my own mouth smiling back. I wondered, as I often do, how he could do that, smile as though you had absolutely delighted him when he had not heard a word you said.

“There is a rabid armadillo approaching you from behind,” I said. “It’s so close I can see the froth. It’s not a pretty sight.”

“I heard you,” he said. “You want to go over to the island because the light’s good. It can’t last.”

I waited, but he did not speak again, or raise his eyes.

Finally I said, “So? Is that okay with you?”

This time he did look up.

“Why do you ask? You don’t need my permission to go over to the island. When did I ever stop you?”
His voice was level and reasonable; it is seldom anything else. I knew that he did not like me to go over to the island alone, though, for a number of reasons that we had discussed and one that we had not, yet.“

 


Anne Rivers Siddons (Atlanta, 9 januari 1936)

 

Lees verder “Anne Rivers Siddons, Giovanni Papini, Lascelles Abercrombie, Pierre Garnier, Thomas Warton”