De Nederlandse dichter Hans Lodeizen werd geboren op 20 juli 1924 in Naarden. Zie ook mijn blog van 20 juli 2010 en eveneens alle tags voor Hans Lodeizen op dit blog.
je hebt me alleen gelaten
je hebt me alleen gelaten
maar ik heb het je al vergeven
want ik weet dat je nog ergens bent
vannacht nog, toen ik door de stad
dwaalde, zag ik je silhouet in het glas
van een badkamer
en gisteren hoorde ik je in het bos lachen
zie je, ik weet dat je er nog bent
laatst reed je me voorbij met vier
andere mensen in een oude auto
en ofschoon jij de enige was die
niet omkeek, wist ik toch dat jij
de enige was die mij herkende de enige die
zonder mij niet kan leven
en ik heb geglimlacht
ik was zeker dat je me niet verlaten zou
morgen misschien zul je terugkomen
of anders overmorgen of wie weet wel nooit
maar je kunt me niet verlaten
ik wou dat ik je ergens vinden kon
ik wou dat ik je ergens vinden kon
de nacht is uitgegaan als een kaars
de wind heeft haar uitgeblazen
waar komt de muziek vandaan?
de wereld heeft haar versierselen afgedaan
er is een kaal huis, red mij, kom;
ik wil niet alleen zijn
maar ik weet dat je nergens bent
alleen zal ik leven
alleen doodgaan.
Hij die de wind
Hij die de wind
had na willen bootsen in haar
meest intieme bewegingen;
nu ligt hij als een steen
in de beek, zwijgend in het
spelende water.
Hij die zijn hand
wou laten regeren over de
dingen is moe, en een klacht
draagt hij op zijn hoofd als
een doornenkroon, maar hij lacht
in de herfstzon.
Hans Lodeizen (20 juli 1924 – 26 juli 1950)
Hier met zijn vader