De Nederlandse schrijver Arthur Japin werd geboren in Haarlem op 26 juli 1956. Zie ook mijn blog van 26 juli 2008 en ook mijn blog van 26 juli 2009 en ook mijn blog van 26 juli 2010.
Uit: Een schitterend gebrek
„Zo word ik het minst opgemerkt. Ik kan hen echter op mijn gemak bestuderen. Dat deed ik ook die avond, deels voor mijn plezier, deels met het oog op mijn professie.
In de bocht van de Herengracht vielen mij twee heren op. De een was Jan Rijgerbos, een handelaar aan de beurs, die voor mij geen vreemde was. Het is een vriendelijke, welopgevoede weduwnaar, fris en goedgebouwd en niet veeleisend. Zijn metgezel kende ik niet. Die had een donker voorkomen met een opvallend profiel. Het was dat laatste dat mij onmiddellijk trok. Zijn aanblik raakte mij zonder dat ik begreep waarom. Ik vroeg de bootsman sneller te roeien, zodat wij het stel nog even bij konden houden. Ik bestudeerde de onbekende. Hij had een ovaal gelaat en droeg een blonde pruik, die het beter liet uitkomen. Hij was niet bijzonder knap maar wekte dadelijk mijn lust, op een manier die ik van mijzelf niet kende.
Dit ergerde mij.
Ik ben gewend degene te zijn die de lusten wekt.
Hij was me toch te mager, besloot ik. Bovendien ging hij volgens de laatste Parijse mode gekleed in een kniebroek van gele zijde, die zijn kousen bloot liet, wat hem in dit gure weer potsierlijk stond. Ik verloor mijn interesse en keek alweer rond naar andere wandelaars. Terwijl we onder de Leidsebrug door voeren, staken Rijgerbos en zijn vriend die juist over en ik ving alsnog een flard op van hun gesprek. Zij spraken in het Frans, de een moeizaam, de ander vloeiend. De stem van die Fransman stond me aan. Ik liet de bootsman stilhouden onder de bogen van de brug. Daar wachtten wij in de schaduw tot het stel uit het zicht was.
Het is dat mijn decolleté onverantwoord diep was uitgesneden; het is dat ik bepaald niet zonder zonden ben; het is dat mijn gedachten die avond verre van verheven waren; het is dat ik niet het soort vrouw ben aan wie een hogere macht ook maar een kwartiertje van zijn tijd zou verdoen, anders zou je nog denken dat God zelf of anders de duivel voor zijn vermaak in de hele opzet een handje heeft gehad. Een samenloop als deze! Hoe zelden is ons een glimp vergund op het grotere verband waarbinnen de voorvallen uit ons leven een plaats krijgen? „
Arthur Japin (Haarlem, 26 juli 1956)
Lees verder “Arthur Japin, Anne Provoost, Yves Petry, Aldous Huxley, Nicholas Evans, Chairil Anwar”