Dit Romenu Blog bestaat vandaag precies zes jaar. Dank weer aan alle oude en nieuwe bezoekers voor hun interesse en reacties van het afgelopen jaar. De eerste bijdrage in 2006 ging over de dichter en schrijver Willem de Mérode. Traditiegetrouw, omdat hij aan de wieg stond van dit Blog, ook nu weer een gedicht van hem. Zie ook mijn blog van 2 september 2010 en voor het overige de Willem de Mérode tags op dit blog bij Skynet.
De appelboom
Na warme dagen volgen koude nachten.
Als lakens ligt de dauw op bleek en haag
Versteven naar wat zonneschijn te wachten
En slaat in wolken op en regent traag.
De struiken tinkelen met haarfijn ijzel.
En in de hof, de dragende appelaar
Komt uit de damp reusachtig te verrijzen,
Met ronde konen en veel grijzend haar.
O eedle boom, die, boven alle bomen
Een ogenlust, vanouds de mens verleidt.
Wie, als een vlinder op uw geur gekomen,
Wenst niet een weinig van uw zaligheid!
Men plukt, en gretig slaan de grage tanden
Zich in uw blanke sappig knappend vlees.
Zó overvalt ons onverhoeds de schande,
Als wij genieten wat Gods wet verwees.
Niet gij, maar ons geweten schuldbeladen
Hangt als een boom van kwade vruchten zwaar.
Gij zijt een beeld der hemelse genade,
Die alle mensen weldoet, appelaar.
Uw helder bloeien was ons duistrende ogen
Zo schoon, dat wij gekweld door hoop en vrees,
Ons daaglijks om uw rozenhoed bewogen,
En treurden als uw sneeuw ten gronde rees.
Uw dracht begon, reeds negen uwe toppen.
Wij zagen toe met stijgend ongeduld.
De droge tongen in uw sap te soppen
Was ons begeren, en gij hebt ’t vervuld.
’t Is plukkenstijd; reeds met de tenen manden
Komt men gezeuld, met ladder en met sloof.
En wij? wij voelen zoekend Vaders handen
De vrucht betasten in ons trillend loof.
Willem de Mérode (2 september 1887 – 22 mei 1939)
Lees verder “Willem de Mérode, Hamid Skif, Hubert Fichte, Peter Hacks, Michel Bartosik”