De Vlaamse prozaschrijver, dichter en essayist Geert van Istendael werd geboren in Ukkel op 29 maart 1947. Zie ook alle tags voor Geert van Istendael op dit blog.
Kinderen zijn weke diertjes, zout
Kinderen zijn weke diertjes, zout
van snot en tranen, kinderen verduren
het grofste zand, het knarsen en het schuren:
met schuim en branding zijn zij vreemd vertrouwd.
Ze spartelen en komen aangedreven,
uit water losgewoeld, gegooid op land,
tot eb hen terugspoelt naar een overkant:
een onvoorspelbaar tij speelt met hun leven.
Bescherm de weerschijn van hun parelmoer,
het zijn geen schelpjes uit een oude zomer.
Dit zegt de dichter u, die ijle dromer:
zet als het moet de stad in rep en roer,
het gaat om nu, niet om een lief verleden.
Een kind heeft recht op diepe zekerheden.
In Memoriam Matris (Obiit 1.III.95)
Ze was al heel erg oud. Daar riep een meisje:
‘Kijk, oma, het is winter!’ En zij zei:
‘Ik zou zo graag gaan spelen, weer spelen
in de sneeuw.’ De lente kwam, een lente
later zou ze sterven. Maar ze zei:
‘Ik zou zo graag gaan lopen, lopen door
de regen, al die druppels op mijn gezicht.’
De zomer was voorbij, voorbij. Ze zei:
‘Die appeltjes rook ik zo graag, vooral
wat in het gras lag, in de grote tuin van
mijn pa. Dat rook zo goed, zo goed.’ Haar rimpels
betoveren haar glimlach, het verleden
staat op een kier. Heel even kijkt een meisje
naar een oud meisje in een hof van Eden.
Geert van Istendael (Ukkel, 29 maart 1947)