Bij de eerste zondag van de Advent (Knecht Ruprecht, Theodor Storm)

 

 Bij de eerste zondag van de Advent

 


 Guido Philipp Schmitt, “Knecht Rupprecht beschenkt Kinder”, tekening, 1907

 

Knecht Ruprecht

Von drauss’ vom Walde komm ich her;
Ich muss euch sagen, es weihnachtet sehr!
Allüberall auf den Tannenspitzen
Sah ich goldene Lichtlein sitzen;
Und droben aus dem Himmelstor
Sah mit großen Augen das Christkind hervor;

Und wie ich so strolcht’ durch den finstern Tann,
Da rief’s mich mit heller Stimme an:
“Knecht Ruprecht”, rief es, “alter Gesell,
Hebe die Beine und spute dich schnell!
Die Kerzen fangen zu brennen an,
Das Himmelstor ist aufgetan,

Alt’ und Junge sollen nun
Von der Jagd des Lebens einmal ruhn;
Und morgen flieg ich hinab zur Erden,
Denn es soll wieder Weihnachten werden!”
Ich sprach: “O lieber Herre Christ,
Meine Reise fast zu Ende ist;

Ich soll nur noch in diese Stadt,
Wo’s eitel gute Kinder hat.”
– “Hast denn das Säcklein auch bei dir?”
Ich sprach: “Das Säcklein, das ist hier:
Denn Äpfel, Nuss und Mandelkern
Fressen fromme Kinder gern.”

– “Hast denn die Rute auch bei dir?”
Ich sprach: “Die Rute, die ist hier;
Doch für die Kinder nur, die schlechten,
Die trifft sie auf den Teil, den rechten.”
Christkindlein sprach:” So ist es recht;
So geh mit Gott, mein treuer Knecht!”

Von drauss’ vom Walde komm ich her;
Ich muss euch sagen, es weihnachtet sehr!
Nun sprecht, wie ich’s hier innen find!
Sind’s gute Kind, sind’s böse Kind?

 

 
Theodor Storm (14 september 1817 – 4 juli 1888)
Storm-Museum, Husum, woonkamer

 

Zie voor de schrijvers van de 1e december ook mijn vorige twee blogs van vandaag.

Daniel Pennac, Tahar Ben Jelloun, Billy Childish, Henry Williamson

De Franse schrijver Daniel Pennac werd geboren in Casablanca op 1 december 1944. Zie ook alle tags voor Daniel Pennac op dit blog.

Uit: Chagrin d’école

“Fin du film.
Générique.
Puis, se tournant lentement vers Bernard, elle demande
– Tu crois qu’il s’en sortira un jour ?
C’est que je fus un mauvais élève et qu’elle ne s’en est jamais tout à fait remise. Aujourd’hui que sa conscience de très vieille dame quitte les plages du présent pour refluer doucement vers les lointains archipels de la mémoire, les premiers récifs à ressurgir lui rappellent cette inquiétude qui la rongea pendant toute ma scolarité.
Elle pose sur moi un regard soucieux et, lentement :
– Qu’est-ce que tu fais, dans la vie ?
Très tôt mon avenir lui parut si compromis qu’elle ne fut jamais tout à fait assurée de mon présent. N’étant pas destiné à devenir, je ne lui paraissais pas armé pour durer. J’étais son enfant précaire. Elle me savait pourtant tiré d’affaire depuis ce mois de septembre 1969 où j’entrai dans ma première classe en qualité de professeur. Mais pendant les décennies qui suivirent (c’est-à-dire pendant la durée de ma vie adulte), son inquiétude résista secrètement à toutes les « preuves de réussite » que lui apportaient mes coups de téléphone, mes lettres, mes visites, la parution de mes livres, les articles de journaux ou mes passages chez Pivot. Ni la stabilité de ma vie professionnelle, ni la reconnaissance de mon travail littéraire, rien de ce qu’elle entendait dire de moi par des tiers ou qu’elle pouvait lire dans la presse ne la rassurait tout à fait. Certes, elle se réjouissait de mes succès, en parlait avec ses amis, convenait que mon père, mort avant de les connaître, en aurait été heureux mais, dans le secret de son cœur demeurait l’anxiété qu’avait fait naître à jamais le mauvais élève du commencement. Ainsi s’exprimait son amour de mère ; quand je la taquinais sur les délices de l’inquiétude maternelle, elle répondait joliment par une blague à la Woody Allen :
– Que veux-tu, toutes les Juives ne sont pas mères, mais toutes les mères sont juives.” 

 


Daniel Pennac (Casablanca, 1 december 1944)

Lees verder “Daniel Pennac, Tahar Ben Jelloun, Billy Childish, Henry Williamson”

Mihály Vörösmarty, Valery Bryusov, Ernst Toller

De Hongaarse dichter Mihály Vörösmarty werd geboren op 1 december 1800 in Puszta-Nyék. Zie ook alle tags voor Mihály Vörösmarty op dit blog.

 

Prologue (Fragment)

It’s winter now and death and snow and stillness,
The earth turned white;
Not hair by hair as happy people do,
It lost its colour all at once, like God,
Who on the sixth day, crowning his creation,
Gave life to man, the godly-beastly mongrel,
And shattered by the grim monstrosity
His sorrow turned Him white and very old.
When spring, the makeup-mistress comes again,
The aged earth may take a periwig
And find a frilly frock of daffodils.
The ice may thaw out on her glassy eyes,
Her perfume-scented, painted-on complexion
Pretending youth and faking happiness;
Ask then the aging, wrinkled prostitute
What has she done to her unhappy sons?

Vertaald door Peter Zollman

 

Vorwort (Fragment)

Jetzt herrschen Winter, Stille, Schnee und Tod.
Die Erde aber ist jählings ergraut;
doch nicht allmählich wie friedliche Menschen,
nein, über Nacht ergraut, wie einstmals Gott,
der, als die Welt er schuf und dann den Menschen,
halb Gott im Wesen und noch halb ein Tier,
erschauderte ob seiner düstren Schöpfung
und vor Entsetzen grau ward, müd und alt.

Bald kommt der Lenz gegangen, ein Barbier,
die graue Erde nimmt dann die Perücke
und legt den Blumen Samt und Seide an.
Von ihren starren Augen taut der Frost,
mit Düften und mit grell geschminkten Wangen,
täuscht Freude sie und frische Jugend vor.
Ihr aber fragt die alte Sünderin:
Wo tat sie die erschlagnen Söhne hin?

 

Vertaald door Günther Deicke

 

 
Mihály Vörösmarty (1 december 1800 – 19 november 1855)
Borstbeeld in Boedapest

Lees verder “Mihály Vörösmarty, Valery Bryusov, Ernst Toller”

Pierre Kemp

De Nederlandse dichter en schilder Pierre Kemp werd geboren in Maastricht op 1 december 1886. Zie ook alle tags voor Pierre Kemp op dit blog.

 

Stadsgezicht

De stad is vol wielen en hoeken
De huizen vol ramen en zoeken –
de mensen gaan heen en weer.
De mensen zijn vol mannen en vrouwen
en om de hoek van gebouwen
kijkt een dame in een heer.

 

Van der Kleuren

De zon begint de plaatjes weer te lezen
op de deuren,
glimlacht om de namen naar hun wezen
en fluistert: hier is er geen.
Maar hier woont Van der Kleuren
en die is nooit alleen.
Doopt hij de kleuren in het water
zij worden nimf en hij is sater.
Houdt hij de kleuren naar het licht,
‘Kets’ zegt de vonk en wordt gedicht.
En slaapt die kleurenzuchtige man?
Van kleuren zonder kleren droomt hij dan!

 

Bloem

Het is een bloem
om er met een vaantje om rond te gaan
en zacht te zingen.
Het is een bloem om niet meer burger te zijn,
maar een broer van een kinderhemdje in zonneschijn.

 

 
Pierre Kemp (1 december 1886 – 21 juli 1967)

Herinnering aan Ramses Shaffy

 

Herinnering aan Ramses Shaffy

Nederlands grootste chansonnier Ramses Shaffy is vandaag precies vier jaar geleden op 76-jarige leeftijd overleden.

De Nederlandse chansonnier en acteur Ramses Shaffy werd op 29 augustus 1933 geboren in de Parijse voorstad Neuilly-sur-Seine als zoon van een Egyptische diplomaat en een Poolse gravin van Russische afkomst. Zie ook alle tags voor Ramses Shaffy op dit blog.

 

Ramses Shaffy (29 augustus 1933 – 1 december 2009)

 

Ik drink

Doe het licht alvast maar uit
Ga naar boven toe en sluit
Je ogen toe en slaap
Ik blijf beneden en verzink
In mijn verleden en ik drink
Op wat ooit was… Ja, ik beloof je niet te veel
Ik hou van je en slaap nu maar

Ik drink op elke vrouw die mij niet mag
Op ieder kind dat ik niet had
En jij die mij zo lang bezat
Ik drink op ieder huis dat ik verliet
Op elke vriend die mij verried
En jij die mij toch binnenliet

Toen die nacht
Vlak voor de bioscoop
Het regende en goot
Langs de stille gracht
Ik voer daar in mijn boot
En toen heel onverwacht
Stond jij daar stil en lachte
En ik zie nog je mond
Je lippen waren rond
Je rode lippen rond

Ik drink
Gelukkig word ik niet gauw dronken
Slaap… ik zie de jaren lonken
Vannacht schrijf ik een boek
Ik zie de beelden die ik zoek
Je krijgt pas laat een overwicht
Pas tegen ’t vallen van de nacht
Het einde van het licht
Slaap maar, wees alleen
Slaap maar door mijn leven heen

Ik drink op elke ongeschreven brief
Op elke schoft, elk negatief
Op elk vergeefs ‘ik heb je lief’
Ik drink op de gedachte die ik had
Op de gevolgen die ‘k vergat
En jij die mij verdedigd had

Toen die dag
Waarop jij zacht in dat café
Vroeg: Mag ik met je mee
En ik die niets verstond
Ik was wat in de war
Mijn ogen stonden star
Maar jij keek daar doorheen
En jij begreep meteen
Daar zit iemand alleen

Ik drink op het gevecht van jou en mij
Op het gevloek en het gevrij
En op het keren van het tij
Ik drink op elke dag die is geweest
Op elke lach op ieder feest
En jij die toevallig leest
Ik drink op elke vrouw die mij niet zag
Op ieder kind dat ik niet had
En jij die mij toch wel bezat
En jij die mij maar niet vergat

 

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=Hb_-a7E9xJs?feature=player_detailpage&w=640&h=360]