Dolce far niente, William Henry Davies, Reinaldo Arenas

 

Dolce far niente

 

De Rustende Reiziger door Frans van Mieris I, rond 1655

 

Leisure

What is this life if, full of care,
We have no time to stand and stare.

No time to stand beneath the boughs
And stare as long as sheep or cows.

No time to see, when woods we pass,
Where squirrels hide their nuts in grass.

No time to see, in broad daylight,
Streams full of stars, like skies at night.

No time to turn at Beauty’s glance,
And watch her feet, how they can dance.

No time to wait till her mouth can
Enrich that smile her eyes began.

A poor life this is if, full of care,
We have no time to stand and stare.

 

William Henry Davies (3 juli 1871 in – 26 september 1940)
Newport (Wales), Westgate Square,met het Westgate Hotel en Stow Hill
William Henry Davies werd geboren in Newport

 

Lees verder “Dolce far niente, William Henry Davies, Reinaldo Arenas”

In Memoriam Rogi Wieg

 

In Memoriam Rogi Wieg

In zijn woonplaats Amsterdam is woensdagavond de Nederlandse dichter en schrijver Rogi Wieg overleden. Dat heeft zijn vrouw laten weten via Wiegs uitgeverij In de Knipscheer. Rogi Wieg was 52 jaar oud. Zie ook mijn blog van 21 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Rogi Wieg op dit blog.

 

Poëzie

Nu is het dus dat ik niet meer weet
hoe bang zijn was. Ik zal niet langer vijand
zijn van zoveel vormen goedheid. Maar vergeet
niet wat je was: ogen, haar, een hand

om mee te schrijven. En wat moet ik zeggen,
de stadsweg waarover je naar huis toe gaat,
mijn huis zelfs is zo liefdevol voor mij. Verleggen
van dit leven is gewichtig. dat je hier bestaat

alsof je altijd zal bestaan lijkt eigenaardig
– en al die mooie dingen dan –
om alles weg te gooien voor wat poëzie is te lichtvaardig.

Er is te weinig taal in mij om zaken
te omschrijven zoals dit gebrek aan angst;
dus noem ik maar wat afgebroken wordt, om nog iets goed te maken.

 

Als een sonnet van verveling

Vroeger wist ik al dat trage tijd
in mijn leven komen zou, dadenloos omlijnd.
Geboren in een sterrendoek zijn alle dingen toen verleid
tot maan die opkomt, maan die niet verdwijnt.

De stad legt zich in straten aan mij uit;
de nachtlamp brandt, gekletter van bestek.
Hier is men thuis in dat wat sluit
en nooit meer opengaat. Ik weet alleen oneigenlijk vertrek.

Ik deed de tijd af of ik niet bedacht
dat wat voorbij is nooit meer wijkt
en bij me blijft tot kindszijn toe.

Men kleedt zich uit, de klacht is moe
dat tijd veel trager lijkt
en einde weer tot herkomst bracht.

 

I WANT TO TALK ABOUT YOU

God, geef mij nog een laatste
gedicht. In Uw metaforen beveel
ik mijn lichaam en geest.

Laat mijn dood een bloemlezing
zijn van iemand en iets. God,
maak van mijn pijn een bloementrompet
en maak van mij een vuurzee van water.

Zo zal ik niet sterven, maar ga ik
alleen een beetje dood. In mijn
ruggenmerg strooit U confetti
en daaruit zullen vleugels groeien.

Zo zal ik gezelschap voor U zijn
en U vliegensvlug voorlezen uit
oude boeken. Mijn God, ik zal
U niet verlaten.

 

 
Rogi Wieg (21 augustus 1962) – 15 juli 2015)