Patrick deWitt, Gabriel García Márquez, Jeremy Reed, Marijke Hanegraaf, Günter Kunert, Clark Accord

De Canadese schrijver en scenarist Patrick deWitt werd geboren op 6 maart 1975 op Vancouver Island. Zie ook alle tags voor Patrick deWitt op dit blog.

Uit: Undermajordomo Minor

“On the morning of the guests’ arrival, Mr Olderglough had taken Lucy aside and told him, “I will look after the Duke and Duchess, and you will mind the Count and Countess. Is that quite all right with you, boy?”
Lucy answered that it was, but it struck him as curious, for Mr Olderglough had never positioned an instruction in so accommodating a manner before. “May I ask why you prefer the Duke and Duchess to the Count and Countess?” he said.
Here Mr Olderglough nodded, as if he had been found out. “We have been through a good deal together, you and I, and so I feel I can speak to you in confidence, and as a peer. Are you comfortable with that?”
“Of course, sir.”
“Very good. Well, boy, if I’m to address the truth of the matter, none of the coming guests is what might be called desirable company. Actually, I have in the past found them to be distinctly undesirable.”
“In what way, sir?”
“In many ways which you will, I fear, discover for yourself. But your question, if I understand correctly, is to wonder which of the two parties is the worse, isn’t that right?”
“I suppose so, sir.”
“Then I must tell you that the Count and Countess merit that prize, handily. And while I feel on the one hand duty-bound to take the heavier burden unto myself, I must also recognize that I simply haven’t the capacities I once did. To look after people such as those who are coming to stay with us is a young man’s game, and I am not young any longer, and so I take the simpler path, though you may rest assured that when I say simpler, I do not mean simple. The Duke and Duchess are no stroll in the park, and I can attest to that personally, and at length.” Mr Olderglough stepped closer, his eyes filled with ugly memories. “Be on your guard with these people, boy. They answer to no one. They never have, and they never will.”

 

 
 Patrick deWitt (Vancouver Island, 6 maart 1975)

Lees verder “Patrick deWitt, Gabriel García Márquez, Jeremy Reed, Marijke Hanegraaf, Günter Kunert, Clark Accord”

Elizabeth Barrett Browning, Stéphane Hoffmann, Michelangelo, Teru Miyamoto, Nicolas Bouvier, Jan Kjærstad

De Engelse dichteres Elizabeth Barrett Browning werd op 6 maart 1806 geboren in Durham, Engeland. Zie ook alle tags voor Elizabeth Barrett Browning op dit blog.

 

A Dead Rose

O Rose! who dares to name thee?
No longer roseate now, nor soft, nor sweet;
But pale, and hard, and dry, as stubble-wheat,—
Kept seven years in a drawer—thy titles shame thee.

The breeze that used to blow thee
Between the hedgerow thorns, and take away
An odour up the lane to last all day,—
If breathing now,—unsweetened would forego thee.

The sun that used to smite thee,
And mix his glory in thy gorgeous urn,
Till beam appeared to bloom, and flower to burn,—
If shining now,—with not a hue would light thee.

The dew that used to wet thee,
And, white first, grow incarnadined, because
It lay upon thee where the crimson was,—
If dropping now,—would darken where it met thee.

The fly that lit upon thee,
To stretch the tendrils of its tiny feet,
Along thy leaf’s pure edges, after heat,—
If lighting now,—would coldly overrun thee.

The bee that once did suck thee,
And build thy perfumed ambers up his hive,
And swoon in thee for joy, till scarce alive,—
If passing now,—would blindly overlook thee.

The heart doth recognise thee,
Alone, alone! The heart doth smell thee sweet,
Doth view thee fair, doth judge thee most complete,—
Though seeing now those changes that disguise thee.

Yes, and the heart doth owe thee
More love, dead rose! than to such roses bold
As Julia wears at dances, smiling cold!—
Lie still upon this heart—which breaks below thee!

 

 
Elizabeth Barrett Browning (6 maart 1806 – 29 juni 1861)
Elizabeth Barrett Browning en haar cocker spaniel, Flush. Illustratie door James E. McConnell

Lees verder “Elizabeth Barrett Browning, Stéphane Hoffmann, Michelangelo, Teru Miyamoto, Nicolas Bouvier, Jan Kjærstad”

Cyrano de Bergerac, Elisabeth Castonier, Johan Bojer, Stanisław Jerzy Lec , Victoria Benedictsson, Luigi Alamanni

De Franse schrijver Savinien Cyrano de Bergerac werd geboren op 6 maart 1619 in Parijs. Zie ook alle tags voor Cyrano de Bergerac op dit blog.

Uit: Voyage dans la lune

“L’épouvantable horreur dont je fus consterné ne renversa point tellement les facultés de mon âme, que je ne me sois souvenu depuis de tout ce qui m’arriva dans cet instant. Vous saurez donc que la flamme ayant dévoré un rang de fusées (car on les avait disposées six à six, par le moyen d’une amorce qui bordait chaque demi-douzaine) un autre étage s’embrasait, puis un autre, en sorte que le salpêtre embrasé éloignait le péril en le croissant. La matière toutefois étant usée fit que l’artifice manqua ; et lorsque je ne songeais plus qu’à laisser ma tête sur celle de quelque montagne, je sentis (sans que je remuasse aucunement) mon élévation continuer, et ma machine prenant congé de moi, je la vis retomber vers la terre. Cette aventure extraordinaire me gonfla d’une joie si peu commune que, ravi de me voir délivré d’un danger assuré, j’eus l’impudence de philosopher dessus. Comme donc je cherchais des yeux et de la pensée ce qui pouvait être la cause de ce miracle, j’aperçus ma chair boursouflée, et grasse encore de la moelle dont je m’étais enduit pour les meurtrissures de mon trébuchement ; je connus qu’étant alors en décours, et la lune pendant ce quartier ayant accoutumé de sucer la moelle des animaux, elle buvait celle dont je m’étais enduit avec d’autant plus de force que son globe était plus proche de moi, et que l’interposition des nuées n’en affaiblissait point la vigueur.”

 

 
Cyrano de Bergerac (6 maart 1619 – 28 juli 1655)
Standbeeld in Bergerac

Lees verder “Cyrano de Bergerac, Elisabeth Castonier, Johan Bojer, Stanisław Jerzy Lec , Victoria Benedictsson, Luigi Alamanni”

Thomas Acda

De Nederlandse cabaretier, acteur, schrijver en zanger Thomas Acda werd geboren in Amsterdam op 6 maart 1967. Acda groeide op in het Noord-Hollandse dorp De Rijp. Na de havo ging hij eerst naar de toneelacademie, maar hij stapte al snel over naar de Kleinkunstacademie in Amsterdam. Daar maakte hij voor het eerst kennis met Paul de Munnik. Ze studeerden in 1993 af met een gezamenlijke productie waarvoor ze de Pisuisse-aanmoedigingsprijs kregen. Daarna gingen ze eerst weer even ieder hun eigen weg. Acda trad een tijdje op met de band Herman en Ik. In 1995 kwamen Acda en De Munnik weer bij elkaar om samen een theatershow te maken met de naam Zwerf’On. Hun eerste cd ‘Acda & De Munnik´ stond ruim 100 weken in de album top 100. In 2014 maakte het tweetal bekend te stoppen. Acda werd na zijn afstuderen naast zingen ook actief op verschillende andere terreinen. Hij speelde een gastrol in de televisieserie In voor en tegenspoed en zat een tijdje in de cabaretredactie van het programma Spijkers (later: Kopspijkers). Ook was hij tijdens de eerste zes seizoenen te zien in het panel van Dit was het nieuws. In het voorjaar van 2011 nam hij zijn rol als panellid weer op zich. Vanaf 1997 speelde hij in een aantal films, waaronder All stars, The missing link en Lek. De film All Stars was zo’n succes dat de serie All Stars volgde, waarin Acda wederom de rol van keeper Willem speelde. In 2004 speelde hij wederom in een film over voetbal getiteld In Oranje. Hij speelde ook in verschillende afleveringen van Flikken Maastricht. Voor zijn rol in Alles is Liefde uit 2007 ontving hij een Rembrandt in 2008. In 2014 speelde hij de hoofdrol in de televisieserie Jeuk. In 2015 debuteerde Thomas Acda als romanschrijver met het boek “Onderweg met Roadie.”

Uit: Onderweg met Roadie

“Nu ben je een van de twaalf!’ De enorme zwarte vrouw schreeuwt het vanaf haar krukje bij de uitgang tegen iedereen die haar passeert. En dan neem ik voor het gemak aan dat er ergens onder die rollen en bulten een kruk staat, of deze vrouw moet over getrainde buikspieren beschikken.
‘Sorry?’
‘Slechts twaalf mensen zijn op de maan geweest. En jij bent er een van!’ En of ik door wil lopen, maar dat laatste zegt ze met een wenk van haar ogen die mij dwingend naar buiten zwiept. Een grote hoeveelheid lillend vlees schiet langs haar ogen, die even trillend blijft hangen en dan al fibrillerend aan de terugweg begint. Ik heb niks tegen dikke mensen, laat dat duidelijk zijn. Als ik mocht kiezen verbleef ik het liefst in de buurt van Noord-Amerikanen uit de zuidelijke staten. Nu ben ik zelf toevallig slank, of nou, slank-ish, maar ook toen ik met heel mijn 125 kilo in New York van de boot stapte, voelde ik me in vergelijking met die Amerikaanse dikkerds meteen een stuk gezonder. Iedereen is hier gigantisch. Dat krijg je ervan als een paprika hetzelfde kost als zes cheeseburgers. Maar goed, eerst deze over de kruk gezakte appeltaart fileren.
Slechts twaalf mensen? Plus ikzelf dus. Kom ik op dertien, volgens de laatste gangbare telmechanismen. Als een sportman schiet ik in de juiste modus: de bal komt op me af en alles in mij reageert zoals ik het al jaren gewend ben. Ik blijf dramatisch staan en kijk omhoog. Boven de deur staan twaalf namen. Armstrong voorop, uiteraard. Even de lijst scannen, op zo’n manier dat ze mijn ogen gaat volgen… Ik draai me gespeeld teleurgesteld om. Mijn naam staat er niet bij. Dat komt natuurlijk omdat ik niet echt op de maan geweest ben, maar in een soort veredelde schuur sta die ze het New Mexico Museum of Space History durven te noemen. Een donkere hal waarin een hoop zand ligt dat verrassend veel lijkt op het zand buiten waar ik de auto en de hond heb achtergelaten. Bovendien zijn er vandaag al minstens honderddertig bezoekers geweest, die allemaal ‘Nu ben jij een van de twaalf’ uit een spelonk van Jabba de Hutt op zich af hebben horen vuren. Achter mij nog minstens zesentwintig man die eenzelfde lot te wachten staat.”

 
Thomas Acda (Amsterdam, 6 maart 1967)