Marieke Rijneveld

De Nederlandse dichteres en schrijfster Marieke Rijneveld  werd geboren in Nieuwendijk op 20 april 1991. Sinds 2015 redacteur van literair tijdschrift De Revisor. Werk van haar is gepubliceerd in o.a. de VPRO gids, Das Magazin, TerrasDe Revisor, Hard//Hoofd, Passionate Platform, Het Liegend Konijn, De Poëziekrant, DW B, Deus ex Machina en in Het Hollands Maandblad. Ze won de Hollands Maandblad Aanmoedigingsbeurs 2014/2015 en de C.C.S Crone Stipendium literatuurbeurs 2015.  In Juni 2015 verscheen haar debuutdichtbundel ‘KALFSVLIES’ bij AtlasContact. Door de Volkskrant werd ze uitgeroepen tot literair talent van 2016.

Het ligt niet aan jou maar aan het huis

Ik denk aan deuren die harder dichtvallen als iemand voor het laatst
het huis verlaat, aan hoeken van kamers die eigenlijk oksels zijn en
angstzweet verspreiden, lekkages. Er hangt geen ongemakkelijke sfeer,
het zijn de ramen die bibberen als iemand weggaat

Zoals verdriet vergelijkbaar is met het vuilnis buitenzetten
niemand zie je het doen en toch staat het op maandagochtend aan de straat
sommige dingen doe je alleen in bed als de nacht in een zeil verandert
waar sterren vanaf tuimelen, op het dak vallen als knalerwten.

In de verte staan twee fabrieken met elkaar te roken
toen de deur achter je dichtviel, heb ik uit het raam gehangen
zij stonden daar veilig onder het afdak van wat grijze wolken

en ik riep je na terwijl zij de volgende opstaken, het over ons hadden
rokers staan zelf eeuwig in de mist, kijken daarom altijd naar de ander
dus schreeuwde ik naar je waardoor het behang zich losrukte van de muren
want we bellen ook al knippen ze de lijnen door als navelstrengen

sturen brieven met parfum en inktvlekken als tegenstellingen
om te verdoezelen dat we misschien wel te veel van elkaar houden
gooien flessenpost met gedachten en zorgen om onze hoofden
boven water te houden. Zetten het huis op een ansichtkaart.

 
Marieke Rijneveld  (Nieuwendijk, 20 april 1991)

Martinus Nijhoff, Jan Cremer, Jean Pierre Rawie, Sebastian Faulks, Jozef Deleu, Steve Erickson, Arto Paasilinna

De Nederlandse dichter, toneelschrijver en essayist Martinus Nijhoff werd geboren in Den Haag op 20 april 1894. Zie ook alle tags voor Martinus Nijhoff op dit blog.

 

Het uur U (Fragment)

Een traag wolkje, als een eilandje in
de heldere hemel ontplooid,
beduidde het nu of nooit
ophanden zijnd offensief.
Al wie zijn kijker ophief
zag op de zee van azuur
een slagschip, klaar voor vuur.
Was het vriend of vijand?
Niet uit te maken, want
het schip voerde geen vlag.
Zoals ook de man die men zag
het minste niet droeg dat een man
van een man onderscheiden kan.
En ook de muziek zong door,
werd een groot, onzichtbaar koor.
Want sedert water en gas
en het zoemen hoorbaar was
van de elektrische stroom,
hadden ook hartklop, en droom,
en geeuw, en bloedsomloop,
en wanhoop, en stille hoop,
kortom al wat nooit stem werd,
zich gemengd in het ver concert
dat tegen wil en dank
steeds duidelijker van klank
uit de stilte kwam opgeweld.
Verlangen, doodgekneld,
een kind vermoord in een put,
riep, eensklaps wakker geschud,
om speelgoed en speelgenoot.

 

Het kind en ik

Ik zou een dag uit vissen,
ik voelde mij moedeloos.
Ik maakte tussen de lissen
met de hand een wak in het kroos.

Er steeg licht op van beneden
uit de zwarte spiegelgrond.
Ik zag een tuin onbetreden
en een kind dat daar stond.

Het stond aan zijn schrijftafel
te schrijven op een lei.
Het woord onder de griffel,
herkende ik, was van mij.

En toen heeft het geschreven,
zonder haast en zonder schroom,
al wat ik van mijn leven
nog ooit te schrijven droom.

En telkens als ik even
knikte dat ik het wist,
liet hij het water beven
en het werd uitgewist.

 

 
Martinus Nijhoff (20 april 1894 – 26 januari 1953)

Lees verder “Martinus Nijhoff, Jan Cremer, Jean Pierre Rawie, Sebastian Faulks, Jozef Deleu, Steve Erickson, Arto Paasilinna”

Marjoleine de Vos, Manuel Bandeira, n. c. kaser, Veniamin Kaverin, Louis Amédée Achard, Werner Rohner

De Nederlandse dichteres en schrijfster Marjoleine de Vos werd geboren in Oosterbeek op 19 april 1957. Zie ook alle tags voor Marjoleine de Vos op dit blog.

 

Ruimtevrees

Achter eilanden, daar weer achter
dijken, zee en Zweden. Waar zou je heen?
De blik verliest je met zichzelf in ruimte
waar aankomst ver en ver te zoeken is.
Niet voor de woerd die plotseling en onbedaarlijk
groen het zonlicht en je oog inzwemt.
Kijk bij je voet, maant hij, waar speenkruid
bloeit, de lucht gespiegeld blauw is in het diep.
Voel warmte op je neus, zie ’t vroege blad
van vlier. Je keek te ver. Wat je zoekt is hier.

 

Kooklust

Met gretige borsten staat begeerte aan het aanrecht
zoent het zaad uit tomaten, kijkt naar het zwellen
van beslag onder vochtige doek. Haar hand liefkoost
de haas van een jonge stier, zijn zoekende tong
is gemaakt voor de hare, verzaligd streelt ze
zijn ballen de pan in. Hartstocht
is een keukenprinses met aanraakbare huid,
donzig als deeg, geurig als boter, een weerloze
van bot bevrijde eend die naakt wil zijn
als een olijf in olie, een perzik op sap.
Ze wil zich ontleden op het hakblok, betast worden
door gulzige vingers en gloeiend verslonden.
Een vis zijn, zwemmend in roomsaus
gewiegd, gekend, begeerd, genoten.

 

 
Marjoleine de Vos (Oosterbeek, 19 april 1957)

Lees verder “Marjoleine de Vos, Manuel Bandeira, n. c. kaser, Veniamin Kaverin, Louis Amédée Achard, Werner Rohner”

Martin Michael Driessen

De Nederlandse schrijver, vertaler en regisseur Martin Michael Driessen werd geboren op 19 april 1954 in Bloemendaal. Hij volgde de HBS, later het Atheneum aan het Montfortcollege in Rotterdam. In de periode 1974-1978 studeerde hij Sankskriet en geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, met als bijvak dramaturgie. Deze studies maakte hij echter niet af. Eind jaren zeventig studeerde Driessens theaterwetenschap in München. Hij liep stage bij het Residenztheater van Zweedse toneel- en filmregisseur Ingmar Bergman. Sinds 1982 werkt hij als theaterregisseur in met name Duitsland, Frankrijk en Nederland. Hij debuteerde in 1999 met de roman “Gars”. In 2012 volgde “Vader van God” en in 2013 “Een ware held”, alle door de pers bejubeld en voor literaire prijzen genomineerd. Zijn werk is vertaald in het Italiaans, Duits en Hongaars. In 2015 verscheen de omvangrijke roman “Lizzie”, geschreven in samenwerking met de dichteres Liesbeth Lagemaat. Zelf vertaalde Driessens werk van o.a. Vondels Lucifer, de complete dramatische werken van John Millington Synge, en stukken van Sean O’Casey, Oscar Wilde, Sebastian Barry, Michael West en Enda Walsh.

Uit: Lizzie

“De zee strekte zich voor hen uit tot in de oneindigheid van een blauwgrijze hemel, haast zonder tussenkomst van een horizon. De witte schuimstrepen van de branding verdwenen, de gekromde kustlijn volgend, naar links in een wazige verte die Saltelton aan het oog onttrok, en naar rechts rond de landtong die tussen hen en Exmouth lag. Rij na rij, als slaglinies die het land belegerden, voortdurend in beweging maar in een onveranderde formatie op steeds dezelfde afstand van het strand.
Op de vlakte van Sandy Beach werd het blauw van de hemel weerspiegeld in een mozaïek van plassen en kreken, in beide richtingen in de verte perspectivisch verdicht tot blinkende luchtspiegelingen.
Er woei een harde zilte westenwind, en de twee mannen op het duin hadden moeite hun overjassen en hoeden in bedwang te houden. De jongere klemde zijn hoed onder zijn arm zodat de wind zijn blonde haren zo plat blies dat het leek alsof hij net uit de zee was opgedoken waarnaar hij nu met een weids gebaar wees: ‘Te groot om te schilderen!’
De ander knikte instemmend, een vuist aan de rand van zijn hoed, als een ridder die naar zijn vizier grijpt en zich gereedmaakt voor de strijd. Tegelijk hield hij zijn stok vast en de pelerine van zijn jas, die
telkens over zijn hoofd dreigde te slaan. ‘Het heeft geen menselijke maat,’ riep hij.
‘Wat zeg je?’ riep de ander.
‘Geen menselijke maat,’ herhaalde Rossetti, terwijl hij zijn grote hazelnootbruine ogen over het tafereel aan hun voeten liet dwalen.
Het was niet wat ze zochten.
‘In zo’n woestenij kun je geen mensen schilderen!’ riep Deverell.
‘Die zwarte moddervlakten langs de Exe waar we met het bootje langskwamen… net zoiets! Prachtig, al die spiegelingen, die kleurschakeringen… maar wat zou een personage van Shakespeare in dat slik te zoeken hebben?’
Hoezo Shakespeare, dacht Rossetti. Zou zijn vriend met een nieuw doek begonnen zijn? Hij zou het hem later vragen. Afgezien daarvan speelden ook koning Lear en Macbeth op de heide, en in de wildernis.
De prepleistoceense Mens was voortdurend misselijk, en het observeren van een staftop die heen en weer zwaaide met elke ondulatie van de deegachtige wereld, tegen een achtergrond van krioelende meteorieten, maakte de zaak er niet beter op.
De oudste druïde antwoordde onthecht: ‘Dat ligt nog verborgen, in de schoot van de tijd.’

 
Martin Michael Driessen (Bloemendaal, 19 april 1954)

 

Bas Belleman, Wam de Moor, Clara Eggink, Kathy Acker, Joy Davidman, Katharina Schwanbeck

De Nederlandse dichter en vertaler Bas Belleman werd in Alkmaar geboren “op een heldere ochtend in april” (Rottend Staal) van het jaar 1978. Zie ook alle tags voor Bas Belleman op dit blog.

 

Filmhuis

Het filmhuis toont films die op feesten
als pochet kunnen dienen.
Heb ik gezien.
Die regisseur, hoe heet-ie?

Het meisje aan de bar is in de war
met een andere die ze – dacht ze –
gezien had op Duitsland,
nagesynchroniseerd.

Na ge syn chro. Wat?
Niks, ik ken dit gesprek als een echo.

Het zal een andere
zijn geweest en ze plet
met haar tong mijn gehemelte.

 

Propagandist

ik geef haar toch een hand?
ze stemt blanco.
en mager dat ze wordt.
ze kickbokst veel te fanatiek.
ze raakt kreupel.
kan haar niet schelen, ze blijft maar trainen.
in de metro schopt ze een stang krom.
kan ik de conducteurs weer uitleggen
hoe ze bewakingscamera’s moeten afplakken,
vertrouwensband zelfregulering gedragscode.
– eet eens wat meer!
– trap me wat harder!
al at ze maar een klein elleboogje pasta,
een klein boogje maar. heus, het hoeft niet eens te dampen,
een klein zacht hol boogje pasta.
ze zwijgt haar keuzes dood.
ik weet wel, men heeft het recht zichzelf te verzwijgen,
men doet dat graag.
maar dat voetenwerk.
eet ze soms als ik niet kijk? hoe blijft ze op de been?

 

 
Bas Belleman (Alkmaar, april 1978)

Lees verder “Bas Belleman, Wam de Moor, Clara Eggink, Kathy Acker, Joy Davidman, Katharina Schwanbeck”

Roos van Rijswijk

De Nederlandse schrijfster Roos van Rijswijk werd geboren in Amsterdam op 18 april 1985. Zij groeide op in Amsterdam Zuid-Oost en woonde daarna in bijna alle hoeken van de stad. Van Rijswijk studeerde Nederlands en literatuurwetenschap. Ze werkt als columniste en journaliste. In diverse literaire tijdschriften (DeRevisor, Tirade, SLANG, hard//hoofd en Das Magazin) publiceerde zij korte verhalen en in 2014 was zij een van de initiatiefnemers van de J.M.A. Biesheuvelprijs voor de beste korteverhalenbundel. Ze schreef toneel voor Theatergroep Thomas. Zij is redacteur van het literaire tijdschrift Tirade.

Uit: Onheilig

“Leeg, mijn huis voelt leeg, of misschien ben ik het zelf, want hier is niets veranderd. En dat terwijl ik steeds voller word, een lijf gevuld met zwarte stippen, hoewel ik niet zeker weet of die erbij komen of dat die stippen andere dingen opeten. Ik probeer de gezwellen toe te spreken ’s nachts, ik zeg: kunnen jullie niet gewoon naast wat er al was bestaan, naast mijn ingewanden, mijn botten, ik draag jullie, jullie zijn mij, ik ben jullie. Waarom dat eindige, bedoel ik. Maar tijdens het preken tegen mijn lijf dwaal ik af. Of ik val in slaap, op slechte dagen val ik in slaap. Later worden dat de goede dagen, later is over een maand, twee maanden, wie zal het zeggen.
Ik woon niet hoog genoeg om me uit het raam te laten vallen. Zelfs als ik uit het zolderraam op het dak klim is de val te kort om zeker te weten dat ik doodga.
Er zouden ongezonde ledematen knakken en ze zouden me in het ziekenhuis in leven houden terwijl dat geen zin heeft omdat het toch allemaal zal stoppen, ze zouden op de gebroken botten dingen zien zitten die er niet horen, het is walgelijk, ik ben de ziekte.
Die ben ik altijd al geweest, in zekere zin, het zit in je DNA zei de arts, maar ze zei ook dat mijn levensstijl me niet geholpen heeft. Ze zei dat alsof het een keuze was, zoals sommige mensen zich identificeren met hun motor, of met het feit dat ze veel sporten, zoals de naturisten die in mijn jeugd ook de hele tijd verkondigden dat ze het liefst vrij waren.
Dat is een naturist, zei mijn vader over een van zijn werknemers, die gaat in het weekend in zijn blootje badmintonnen. Een levensstijl dus, ik was iemand met een levensstijl.
Bij alles wat ik zie denk ik dat het misschien wel de laatste keer is dat ik het zie. Feit is dat die dingen er hetzelfde uitzien als ze eruitzagen voordat het de laatste keer was, en ook dat al die laatste keren nog weken (maanden? jaren?) verder kunnen liggen. Zomerregen, rode auto’s, het wuivende park, een onooglijk klein hondje met een jasje aan. Gisteren slenterde er een uitgeblust straatorkest onder mijn raam langs, de instrumenten sleepten bijna over de grond en de muzikanten zeiden helemaal niets, ze waren van de metro onderweg naar de markt en natuurlijk regende het, de zomer is herfstig.”

 
Roos van Rijswijk (Amsterdam, 18 april 1985)

Antoon Coolen, Ida Boy-Ed, Nick Hornby, Vincent Corjanus, Thornton Wilder, Karen Blixen, David Wagner, R.J. Pineiro

De Nederlandse schrijver Antoon Coolen werd geboren in Wijlre in Zuid-Limburg op 17 april 1897. Zie ook alle tags voor Antoon Coolen op dit blog.

Uit: Dorp aan de rivier

“Hij had een slecht gehoor, dat was waar, maar hij had ook nog een hulpmiddel in de fijnheid van zijn andere zintuigen. Hij kon kilometers wijd zeer scherp zien en onderscheiden. Hij kon een haas in het vizier krijgen als geen ander. Hij kende ieder spoor van het wild in het gras en in de rogge. Als hij ’s nachts op de grond lag uitgestrekt, omdat zijn hondje zo onrustig was gaan kwispelen en met zijn voorpootjes tegen zijn broek krabbelde, dan voelde Cis in het trillen van zijn wang, waarvandaan de dreigende voetstappen kwamen en hoe hun richting was. En ook bij de eendenkooien loerde Cis, als de wilde eenden kwamen en het lokeendje vlijtig ronddreef. Dan kon zijn schot klinken en hij haalde er een neer uit de vlucht, die met trage vlerk neergleed in het riet.
Wij hadden ook Brammetje Peccator, in zijn huis tegen de dijk buiten het dorp, de voormuur van het huis lag op de dijk, maar de achtermuur lag zo diep in de dijkhelling, tegen die blinde achtermuur kon de storm waaien, het water kon er tegen opstijgen en de stenen waren door het hoog water getekend, dat kon Brammetje Peccator niet deren. Hoe kwam Brammetje aan zijn naam. Hij had zich verstoken van de sacramenten onzer moeder de heilige kerk, ‘ik heb een zonde gedaan,’ zei Brammetje, ‘die geen biechtvader in de wereld kent.’ ‘Wat is dat voor een zonde, Brammetje?’ ‘Dat zal ik u wijsmaken,’ zei Brammetje, ‘als de professors in de moraal die zonde niet eens kennen!’ Hij was met zijn zonde in ‘s-Hertogenbosch in de Sint-Jan geweest. Hij was met het bootje over de Maas weggevaren naar Kevelaer. In ‘s-Hertogenbosch en in Kevelaer kenden ze zijn zonde niet. Eens was hij naar Rome geweest, toen was hij wel een jaar lang weggebleven. Hij kwam terug, mager en afgevast, neen, de paus kende zijn zonde niet. ‘Wat heeft de paus dan gezegd, Brammetje?’ ‘De paus heeft gezegd: “Non novi”,’ zei Brammetje. ‘O,’ zei hij, ‘maar ge hebt alzeleven gehoord, dat de paus een gevangene van het Vaticaan is?
Ik dacht, dat hij in een kelder zou liggen met een ketting aan zijn been. Maar ik weet nou, dat er geen mens op de hele wereld zo schoon en zo rijk zit te wonen als (de paus, hij zit helemaal niet in de gevangenis.’ Hoe kwam Brammetje aan zijn ‘non novi’. Brammetje was pienter genoeg, hij kon verrassen met de dingen die hij wist. Hij naderde niet tot de heilige sacramenten, maar hij ging naar de kerk en hij luisterde naar de tekstwoorden, waarmee de pastoor de lijdensmeditatie begon: ‘non novi hominem’. Ik ken die mens niet. En dan deed Brammetje nog, of hij helemaal niet extra luisterde.”

 

 
Antoon Coolen (17 april 1897 – 9 november 1961)

Lees verder “Antoon Coolen, Ida Boy-Ed, Nick Hornby, Vincent Corjanus, Thornton Wilder, Karen Blixen, David Wagner, R.J. Pineiro”

Anton Wildgans, Rolf Schneider, Cynthia Ozick, Helen Meier, Rolf Kalmuczak, Karl Henckell, Henry Vaughan, John Ford

De Oostenrijkse dichter en schrijver Anton Wildgans werd geboren op 17 april 1881 in Wenen. Zie ook alle tags voor Anton Wildgans op dit blog.

 

Abend über der Stadt

Noch zeichnen sich die Türme in die Schicht
grau-finstern Qualms, in den die Stadt versunken.
Nun schwinden sie, bald ist das letzte Licht
von all den vielen Augen aufgetrunken.

Hier oben, wo die letzten Häuser sind,
neigt sich der Tag noch zögernd in die Beete
dunkelnder Gärten, manchmal harft der Wind
im Saitenspiel der Telegraphendrähte.

Ein tiefes Dröhnen pulst von unten her
wie ein gewaltig-dumpfes Ohrensausen,
wenn über Eisenbrücken eisenschwer
die späten Züge ins Gelände brausen.

Da – eine Kuppel, die in Flammen steht –
wölbt purpurn sich der Mond aus Häusermassen,
nun schwebt er auf und steigt wie ein Gebet,
um hoch im Äther silbern zu verblassen.

Jetzt geben in der Stadt die Glocken Laut
gleich Hunden, die im Schlaf den Mond anwimmern,
und, wie aus bläulichem Metall gebaut,
glimmern die Dächer – Lichterreihen schimmern!

 

Einem, der ein Dichter ist

Ich bin ein Kind der Stadt. Von Häuserquadern
Ist mir der Blick in Straßen eingeengt.
Schwer, wie sich Volk des Abends heimwärtsdrängt,
Rinnt mir ein dunkler Blutstrom durch die Adern.

Mit Gott und mit der Welt und mir zu hadern,
Nach Not zu spüren, dies ist mir verhängt,
Doch nicht zu heilen, wo ein Leid bezwängt,
Nein, nur mit Worten dran herumzuhadern.

Du aber spendest mit berauschtem Tun
Aus dieser Erde königlicher Fülle.
Da sinkt von uns die graue Bettlerhülle,

Und Flügel wachsen unsern Alltagsschuhen.
Die tragen uns in eine stille Stille,
Wo Lächeln ist und träumerisches Ruhn.

 

 
Anton Wildgans (17 april 1881 – 3 mei 1932)

Lees verder “Anton Wildgans, Rolf Schneider, Cynthia Ozick, Helen Meier, Rolf Kalmuczak, Karl Henckell, Henry Vaughan, John Ford”

Sarah Kirsch, Kingsley Amis, Patricia De Martelaere, Tristan Tzara, Ewald Vanvugt, Sibylle Lewitscharoff, Jan Luyken

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

Fahrt II

3
Arme Erde rußschwarz und mehlig
Schöne Gegenfarbe von Schwertlilien, die blau
Und mit seidig geäderten Blüten
In letzter Sonne stehn, das geht vorbei
Neue Bilder drehn sich der Zug ist so langsam
Daß ich die Pflanzen benennen kann
Jetzt die Robinien Weißes und Grünes Duft
Oder liegt auf den Pfennigblättern
Geriesel vom Kalkwerk

4
Die Fahrt wird schneller dem Rand meines Lands zu
Ich komme dem Meer entgegen den Bergen oder
Nur ritzendem Draht der durch Wald zieht, dahinter
Sprechen die Menschen wohl meine Sprache, kennen
Die Klagen des Gryphius wie ich
Haben die gleichen Bilder im Fernsehgerät
Doch die Worte
Die sie hörn die sie lesen, die gleichen Bilder
Werden den meinen entgegen sein, ich weiß und seh
Keinen Weg der meinen schnaufenden Zug
Durch den Draht führt
Ganz vorn die blaue Diesellok

 

Ausflug

Ach Vogel, fremde Pfeifente, verirrt im Springbrunnenteich, sag nicht
Daß ich das nicht kann:
Nachts besteig ich den Nylonmantel, bezahl
Die Helfer im voraus mit Knöpfen, flieg einfach los
Nicht schlechter als du, Graufedrige
Die Sterne, Poren in meinen Flügeln
Umtanzen den kleinen Mond in der Tasche
Wind in den Ä
rmeln hebt mich in maßlosen Schornsteinruß
Ich häng überm Land, seh nichts vor Nebel und Rauch
Fort reißts mich über den F
luß, die aufrechten Bäume, den Tagebau
Hier werf ich scheppernd Ersatzteile ab – bloß so, die
Brauchen sie immer, du, Vogel, pfeif nicht, ich singe, da trägts mich
Schwarz von der Arbeit des Fliegens bis in die Vorstadt
Durchs Fenster fall ich in weiße Decken
Kissen gefüllt mit Entendaunen (hüte dich, fremder Vogel)
Und mein Freund, der Schmied aus dem Rauchkombinat
Gibt mir ein duftendes Seifenstück

 

 
Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

Lees verder “Sarah Kirsch, Kingsley Amis, Patricia De Martelaere, Tristan Tzara, Ewald Vanvugt, Sibylle Lewitscharoff, Jan Luyken”

Rolf-Dieter Brinkmann, Anatole France, Eberhard Panitz, Spike Milligan, John Millington Synge, Konstantin Vaginov

De Duitse dichter en schrijver Rolf-Dieter Brinkmann werd geboren op 16 april 1940 in Vechta. Zie ook alle tags voor Rolf-Dieter Brinkmann op dit blog.

 

EINEN JENER KLASSISCHEN

schwarzen Tangos in Köln, Ende des
Monats August, da der Sommer schon

ganz verstaubt ist, kurz nach Laden
Schluß aus der offenen Tür einer

dunklen Wirtschaft, die einem
Griechen gehört, hören, ist beinahe

ein Wunder: für einen Moment eine
Überraschung, für einen Moment

Aufatmen, für einen Moment
eine Pause in dieser Straße,

die niemand liebt und atemlos
macht, beim Hindurchgehen. Ich

schrieb das schnell auf, bevor
der Moment in der verfluchten

dunstigen Abgestorbenheit Kölns
wieder erlosch.

 

 
Rolf-Dieter Brinkmann (16 april 1940 – 23 april 1975)

Lees verder “Rolf-Dieter Brinkmann, Anatole France, Eberhard Panitz, Spike Milligan, John Millington Synge, Konstantin Vaginov”