Herman Brusselmans, Tadeusz Różewicz, Mário de Andrade, Colin Clark, Victor Klemperer, Marína Tsvetájeva

De Vlaamse schrijver Herman Brusselmans werd geboren in Hamme op 9 oktober 1957. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Herman Brusselmans op dit blog.

Uit: De fouten

“Primo, en dat zei ik al, heette m’n vader Gust en niet Maurice. Het was onze overbuurman die Maurice heette en van z’n achternaam niet Brusselmans maar Van Riet. Secundo‚ m’n vader was veehandelaar.Hij had wel professor in de geschiedenis van de Oude Tijden willen worden. naar werd het niet. Omdat hij maar tot z’n dertiende jaar naar school ging. Vanaf dat levensjaar moest hij z‘n eigen vader, Jef Brusselmans, bijstaan in de veehandel die Jef had in Grembergen. Mensen uit die klasse gingen niet langer dan tot hun dertiende of veertiende iaar naar school. Overbuunnan Maurice Van Riet, die nog ouder was dan Jef Brusselmans, was maar tot z’n tiende jaar naar school geweest, waarna hij door z’n ouders naar een aspergelmer gestuurd werd, om daar voor twintig cent per uur de hele dag asperges ofwel te planten ofwel te rooien. Ook hij had gerust professor in de geschiedenis van de Oude Tijden kunnen worden, en als Maurice bij ons op bezoek was zaten hij en m’n vader bij de winterse gloeiende kachel vaak te praten over geschiedkundige onderwerpen. Dan zei Maurice: ‘De Romeinen waren een taai volk, en stonden aan de wieg van vele uitvindingen die ook in deze tijd nog hun nut bewijzen.’
‘Ja, dat weet ik,’ zei m’n vader, ‘zo zijn ze de uitvinders van de fietsbel.’
‘Dat klopt, Gust,’ zei Maurice, ‘maar omdat de fiets nog niet uitgevonden was konden de Romeinen met de fietsbel aanvankelijk weinig uitvreten.’
‘Toen begonnen ze er voor de gein mee te voetballen,’zei m’n vader, ‘en zo konden de blinden er ook mee spelen‚ want als er op de bel getrapt werd klingelde hij en zo wisten de blinden maar de hal was en sc
Michel en Maurice rookte een pijp. In de biografie van Huyghe heet Maurice verkeerdelijk Roger en is hij een niet-roker. De broer van Maurice heette Roger, maar was net als Maurice wel degelijk een roker, in zijn geval Cogetama-sigaren.”

 

 
Herman Brusselmans (Hamme, 9 oktober 1957)

Lees verder “Herman Brusselmans, Tadeusz Różewicz, Mário de Andrade, Colin Clark, Victor Klemperer, Marína Tsvetájeva”

Léopold Senghor, Ivo Andrić, Jens Bjørneboe, Holger Drachmann, Johannes Theodor Baargeld, Christian Reuter

De Senegalese schrijver Léopold Senghor werd geboren op 9 oktober 1906 in het plaatsje Joal aan de Atlantische kust, zo’n 70 kilometer van de Senegalese hoofdstad Dakar. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Léopold Senghor op dit blog.

In Memoriam

Today is Sunday.
I fear the crowd of my fellows with such faces of stone.
From my glass tower filled with headaches and impatient Ancestors,
I contemplate the roofs and hilltops in the mist.
In the stillness—somber, naked chimneys.
Below them my dead are asleep and my dreams turn to ashes.
All my dreams, blood running freely down the streets
And mixing with blood from the butcher shops.
From this observatory like the outskirts of town
I contemplate my dreams lost along the streets,
Crouched at the foot of the hills like the guides of my race
On the rivers of the Gambia and the Saloum
And now on the Seine at the foot of these hills.
Let me remember my dead!
Yesterday was All Saints’ Day, the solemn anniversary of the Sun,
And I had no dead to honor in any cemetery.
O Forefathers! You who have always refused to die,
Who knew how to resist Death from the Sine to the Seine,
And now in the fragile veins of my indomitable blood,
Guard my dreams as you did your thin-legged migrant sons!
O Ancestors! Defend the roofs of Paris in this dominical fog,
The roofs that protect my dead.
Let me leave this tower so dangerously secure
And descend to the streets, joining my brothers
Who have blue eyes and hard hands.

Vertaald door Melvin Dixon

 
Léopold Sédar Senghor (9 oktober 1906 – 20 december 2001)

Lees verder “Léopold Senghor, Ivo Andrić, Jens Bjørneboe, Holger Drachmann, Johannes Theodor Baargeld, Christian Reuter”

Elaine Goodale Eastman

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Elaine Goodale Eastman werd geboren op 9 oktober 1863 als dochter van Dora Hill Read en Henry Sterling Goodale, een boer en schrijver in Mount Washington, Massachusetts. Tegen de tijd dat ze 18 was, had ze al 3 dichtbundels gepubliceerd en gaf zij een maandelijks tijdschrift uit, genaamd “Child’s Monthly Gem”. Om de opleiding die zij thuis hadden gekregen aan te vullen bezochten Elaine en haar jongere zus Dora twee jaar lang in New York een kostschool. In 1878 werden de gedichten van de twee meisjes gepubliceerd onder de titel “Apple Blossoms: verses of two Children”. Er werden meer dan 10.000 exemplaren van verkocht. In 1879 verscheen de bundel “In Berkshire with the wild flowers” en in 1881 “Verses from Sky Farm”. Elaine publiceerde in 1881 nog een boek, “Journal of a Farmer’s Daughter” Het was in dat jaar dat haar ouders gingen scheiden. Henry verhuisde naar New York toen de scheiding in 1882 definitief was. In 1882 aanvaardde Elaine een baan als leerkracht aan het Hampton Normal and Agricultural Institute in Hampton. In 1893 had zij zich ontwikkeld tot een bekwaam docente en had zij verschillende “kampen” bezocht. Zij werd ook een van de oprichters van de Indian Rights Association (1882). “In Sister to the Sioux” schrijft ze over haar uitstapjes naar het Sioux-reservaat had zij veel dingen over de Sioux-cultuur geleerd, en kreeg zij een contractom voor meerdere kranten te schrijven. Zij werd tevens benoemd tot hoofd van de opleidingen in acht reservaten van de Sioux. Ze leerde vloeiend spreken in alle Sioux dialecten. In 1889 reisde ze naar het oosten, ontmoette witte kolonisten en zag de armoede en de ellende, waarin ook deze leefden Toen zij thuis kwam, vestigde ze zich in Northampton en begon ze voor meerdere kranten te schrijven en werd een betaalde lector voor The Women’s National Indian’s rights Association. Hier ontmoette ze Thomas J. Morgan, die The office of the Supervisor of education of the two Dakotas in het leven riep en Elaine als eerste supervisor benoemde. Zij keerde terug naar Pine Ridge vanwege de Wounded Knee-affaire en ontmoette haar toekomstige echtgenoot Charles Alexander Eastman. Elaine en Charles trouwden in 1891 in New York tot ontsteltenis van haar familie. Het huwelijk zou niet zonder problemen blijven, ondanks triomfen die op literair gebied ook werden gevierd. Elaine redigeerde veel van Charles’s geschriften en werd depressief omdat hij succesvol was en zij haar literaire dromen ondergeschikt maakte aan die van haar man. Zij kregen zes kinderen. Haar man publiceerde 10 boeken. Nog 7 boeken werden er geschreven door Elaine. Het laatste was “Hundred Maples” uit 1935. Het echtpaar scheidde kort nadat hun dochter Irene overleed.

June

For stately trees in rich array,
For sunlight all the happy day,
For blossoms radiant and rare,
For skies when daylight closes,
For joyous, clear, outpouring song
From birds that all the green wood throng,
For all things young, and bright, and fair,
We praise thee, Month of Roses!
For blue, blue skies of summer calm,
For fragrant odors breathing balm,
For quiet, cooling shades where oft
The weary head reposes,
For brooklets babbling thro’ the fields
Where Earth her choicest treasures yields,
For all things tender, sweet and soft,
We love thee, Month of Roses!

 

Baby

Dimpled and flushed and dewy pink he lies,
Crumpled and tossed and lapt in snowy bands;
Aimlessly reaching with his tiny hands,
Lifting in wondering gaze his great blue eyes.

Sweet pouting lips, parted by breathing sighs;
Soft cheeks, warm-tinted as from tropic lands;
Framed with brown hair in shining silken strands,—
All fair, all pure, a sunbeam from the skies!

O perfect innocence! O soul enshrined
In blissful ignorance of good or ill,
By never gale of idle passion crossed!

Although thou art no alien from thy kind,
Though pain and death may take thee captive, still
Through sin, at least, thine Eden is not lost.

 
Elaine Goodale Eastman (9 oktober 1863 – 24 december 1954)