Fastnacht (Achim von Arnim)

Bij Carnaval

 

 
Großer Karneval door Karl Hofer, 1928

 

Fastnacht

Die Fastnacht bringt uns Freuden zwar
Vielmehr denn sonst ein ganzes halbes Jahr,
Ich macht mich auf und thät spazieren gehen,
An einen Tanz,
Mir ward ein Kranz
Von Blümlein Glanz,
Des erfreut ich mich gar sehr.

Ich bot der Jungfrau meinen Gruß,
Ganz freundlich trat sie mir auf meinen Fuß,
Sie sprach: “Gut Gesell, wenn ich dir sagen sollt,
Wenn du nur wollst,
Ich wär dir hold.
Kein Silber und Gold
Ist meiner Lieb ein Sold.

Hinter meins Vaters Hof steht ein Thür,
Da ist weder Schloß noch Riegel dafür,
Da geh hinein, daß man dich nicht seh noch spür,
Sie ist geschmiert,
Daß sie nicht klirrt,
Kein Mensch dich irrt,
Tritt fröhlich hinein zu mir.”

Des Nachts hob sich ein Wetter groß,
Das über Berg und tiefe Thal herfloß,
Desselben Wegs mich nie keinmahl verdroß;
Ich stahl mich aus,
Still wie ein Maus,
Und kam ins Haus,
Und lebt im Saus,
Mit der Lieben die ganze Nacht.

 

 
Achim von Arnim (26 januari 1781 – 21 januari 1831)
Berlijn, Nikolaiviertel. Achim von Arnim werd geboren in Berlijn

 

Zie voor de schrijvers van de 26e februari ook mijn twee vorige blogs van vandaag.

Michel Houellebecq, Victor Hugo, Adama van Scheltema, George Barker, Hermann Lenz, Antonin Sova, Jean Teulé

De Franse dichter en schrijver Michel Houellebecq werd geboren in Réunion op 26 februari 1956. Zie ook alle tags voor Michel Houellebecq op dit blog.

Uit: De kaart en het gebied (Vertaald door Martin de Haan)

“Op het schilderij staat Houellebecq tegenover een bureau bezaaid met beschreven of halfbeschreven vellen papier. Achter hem, op een afstand die naar schatting vijf meter bedraagt, is de witte muur volledig behangen met naadloos tegen elkaar geplakte, met de hand beschreven vellen. Ironisch genoeg, zo benadrukken de kunsthistorici, lijkt Jed Martin in zijn werkwijze bijzonder veel belang aan de tekst te hechten, zich volledig op de tekst te concentreren, zonder enige verwijzing naar de werkelijkheid. Alle literatuurhistorici bevestigen evenwel dat Houellebecq in de loop van zijn werkfase weliswaar graag de muren van zijn kamer volhing met allerhande documenten, maar dat het meestal foto’s betrof, afbeeldingen van de plaatsen waar hij de scènes van zijn romans situeerde; en zelden geschreven of halfgeschreven scènes. Toch, hoewel hij hem afbeeldt te midden van een wereld van papier, heeft Jed Martin waarschijnlijk geen standpunt willen innemen omtrent het vraagstuk van het realisme in de literatuur; evenmin heeft hij getracht Houellebecq in verband te brengen met een formalistisch standpunt, dat de schrijver trouwens expliciet had verworpen. Waarschijnlijk is de waarheid veel eenvoudiger en heeft hij zich laten meeslepen door een zuiver plastische fascinatie voor het beeld van die vertakte, onderling verbonden tekstblokken, die elkaar voortbrengen als een gigantische poliep.
Hoe dan ook besteedden weinig mensen bij de presentatie van het schilderij aandacht aan de achtergrond, die in de schaduw werd gesteld door de ongelofelijke expressiviteit van het personage. De schrijver, vereeuwigd op het moment dat hij net een door te voeren correctie heeft aangegeven op een van de vellen op het bureau vóór hem, lijkt in een trancetoestand te verkeren, bezeten van een furie die sommigen niet geschroomd hebben als demonisch te betitelen; zijn hand met de corrigerende pen, behandeld met een lichte bewegingsonscherpte, werpt zich op het vel ‘met de snelheid van een cobra die zich ontspant om toe te happen,’ zoals Wong Fu Xin het beeldend formuleert, waarschijnlijk met een ironische knipoog naar de clichés van metaforische overdaad die traditioneel met auteurs uit het Verre Oosten worden geassocieerd (Wong Fu Xin zag zichzelf in de eerste plaats als dichter; maar zijn gedichten worden nauwelijks meer gelezen en zijn zelfs niet eenvoudig meer te verkrijgen; terwijl zijn essays over het werk van Martin in kunsthistorische kringen nog altijd als een onontkoombare referentie gelden).”

 

 
Michel Houellebecq (Réunion, 26 februari 1958)

Lees verder “Michel Houellebecq, Victor Hugo, Adama van Scheltema, George Barker, Hermann Lenz, Antonin Sova, Jean Teulé”

Ulrike Syha, Elias Annes Borger, Vercors, Pierre Mac Orlan, Janus Djurhuus, Johann Lauremberg, August Thieme

De Duitse schrijfster en vertaalster Ulrike Syha werd geboren op 26 februari 1976 in Wiesbaden. Zie ook alle tags voor Ulrike Syha op dit blog.

Uit: Herr Schuster kauft eine Straße

„In einem linksliberalen Garten mit Au-pair1 und Teich. Auf dem Gartentisch: ein Monopoly-Spiel. Neben dem Teich: ein roter Spielzeugtraktor. Um den Tisch herum: die Familie.
HERR SCHUSTER
Im Jahre 1934 –
Am Ende des Tisches thront der Patriarch.3 Der Patriarch hat die Spielanleitung in der Hand und den Laden fest im Griff.
HERR SCHUSTER
– führte der Amerikaner Charles B. Darrow aus Pennsylvania der Geschäftsleitung der Firma Parker Brothers ein Spiel namens Monopoly vor.
Die Ehefrau gähnt hinter vorgehaltener Hand.
DIE SCHWIEGERMUTTER
Der kommt doch eh nicht.
HERR SCHUSTER
Obwohl es dort wegen 52 Spielfehlern abgelehnt wurde, gab Darrow seine Idee nicht auf. Wie viele andere Amerikaner war auch er zu dieser Zeit arbeitslos –
DIE SCHWIEGERMUTTER
Nie im Leben schleppt der seine alten Knochen hierher.
Die Schwiegermutter drückt vehement eine ihrer selbstgedrehten Zigaretten im Aschenbecher4 aus. Die Ehefrau lässt ihren Blick lange auf der ausgedrückten Zigarette ruhen.
HERR SCHUSTER
– und so beschloss er, das aufregende Spiel um Handel und Besitz auf eigene Faust zu produzieren. Wer sagt’s denn: Zum Einstieg was fürs Gemüt. Eine Erfolgsgeschichte aus den Sternstunden des Kapitalismus.“

 

 
Ulrike Syha (Wiesbaden, 26 februari 1976)

Lees verder “Ulrike Syha, Elias Annes Borger, Vercors, Pierre Mac Orlan, Janus Djurhuus, Johann Lauremberg, August Thieme”