Bart Koubaa, Stephen Spender, John Montague, Josef Svatopluk Machar, Luc Dellisse, Marcel Pagnol, Bodo Morshäuser, Martin Suter, Yórgos Seféris

De Vlaamse schrijver Bart Koubaa (pseudoniem van Bart van den Bossche) werd geboren op 28 februari 1968 in Eeklo. Zie ook alle tags voor Bart Koubaa op dit blog.

Uit: Een goede vriend

“Hij leidde me rond, gaf wat uitleg over de wasmachine en de oven en nam uit een la van een zware kast in de woonkamer een kaartje waarop de code voor de wifi stond. Ik zei dat ik geen internet nodig had, dat ik alleen een telefoon zou gebruiken. ‘No internet?’ zei hij bijna verontwaardigd terwijl hij zijn armen licht spreidde, waarop ik glimlachend ook mijn armen spreidde. Ivan bleef even in de gang staan voor hij me de sleutels gaf, de hand schudde en wegging. Vanaf de trap riep hij nog dat ik hem maar moest bellen als er iets was. Toen hoorde ik hem zacht vloeken en keerde hij terug. ‘Coffee,’ zei hij waarna hij zich op het voorhoofd sloeg en hij liep naar de keuken, terwijl hij me wenkte als een kleine jongen die zijn kamer aan een vriendje wil tonen. Hij legde uit hoe de espressomachine naast de koelkast werkte en gaf me twee blauwmetalen capsules. De capsules kon ik in de supermarkt kopen; in de koelkast stond een halve liter verse melk.
Het appartement was veel te groot voor mij alleen: een volledig uitgeruste lange keuken met rechts een balkonnetje dat uitzicht bood op een duistere binnenplaats, en links twee kleine kamertjes, met in het ene schoonmaakartikelen en in het andere een secretaire, een paar kartonnen dozen en een staande lamp. Aangrenzend aan de keuken was een zeer ruime slaapkamer met ertegenover een badkamer met douche, ligbad, bidet en toilet en daarnaast de entree met links ervan een tweede slaapkamer en een royale woonkamer met bank en leeslamp en een tafel met glazen blad waaromheen zes stoelen stonden, alles met elkaar verbonden door een ruime witte gang. De grootste slaapkamer, waarin twee opgemaakte eenpersoonsbedden stonden, had vier hoge ramen die uitkeken op het Moorse kasteel in de bergen en door een klein zijvenstertje kon je de Taag zien. De witgekalkte L-vormige kamer was rondom afgezet met een rand groenachtige bloemmotieftegels die perfect op de warme plankenvloer aansloten en in de vierkante ruimte voor de vier hoge ramen stonden op een Perzisch tapijt twee ligstoelen naast elkaar als in een sanatorium; in de ene lag een zwart schapenvel, in de andere een geelwit. In de kleinste slaapkamer, waarvan de muren waren afgezet met een rand blauwachtige tegels, bevond zich een mahoniehouten bureautje waarop een bankierslamp van groen glas op een bronzen voet naast een leren onderlegger stond.”

 

 
Bart Koubaa (Eeklo, 28 februari 1968)

Lees verder “Bart Koubaa, Stephen Spender, John Montague, Josef Svatopluk Machar, Luc Dellisse, Marcel Pagnol, Bodo Morshäuser, Martin Suter, Yórgos Seféris”

Howard Nemerov, Daniel Handler, Dee Brown, Michel de Montaigne, Marin Sorescu, Saul Williams

De Amerikaanse dichter en literatuurdocent Howard Nemerov werd geboren op 29 februari 1920 in New York. Zie ook alle tags voor Howard Nemerov op dit blog.

 

Witnessing The Launch Of The Shuttle Atlantis

So much of life in the world is waiting, that
This day was no exception, so we waited
All morning long and into the afternoon.
I spent some of the time remembering
Dante, who did the voyage in the mind
Alone, with no more nor heavier machinery
Than the ghost of a girl giving him guidance;
And wondered if much was lost to gain all this
New world of engine and energy, where dream
Translates into deed. But when the thing went up
It was indeed impressive, as if hell
Itself opened to send its emissary
In search of heaven or ’the unpeopled world’
(thus Dante of doomed Ulysses) ‘behind the sun.’
So much of life in the world is memory
That the moment of the happening itself—
So much with noise and smoke and rising clear
To vanish at the limit of our vision
Into the light blue light of afternoon—
Appeared no more, against the void in aim,
Than the flare of a match in sunlight, quickly snuffed.
What yet may come of this? We cannot know.
Great things are promised, as the promised land
Promised to Moses that he would not see
But a distant sight of, though the children would.
The world is made of pictures of the world,
And the pictures change the world into another world
We cannot know, as we knew not this one.

 

 
Howard Nemerov (29 februari 1920 – 5 juli 1991) 
Hier met zijn zoontjes Jeremy en Alexander rond 1967

Lees verder “Howard Nemerov, Daniel Handler, Dee Brown, Michel de Montaigne, Marin Sorescu, Saul Williams”

Sylvie Marie

De Vlaamse dichteres Sylvie Marie (pseudoniem van Sylvie De Coninck) werd geboren in Tielt op 28 februari 1984. Na haar middelbare schooltijd in haar geboorteplaats ging zij naar Gent om er aan de universiteit Politieke en Sociale Wetenschappen te studeren. Het laatste jaar van die studies bracht ze als Erasmusstudente door in Rijsel. Aan de VLEKHO in Brussel voltooide ze haar studententijd met een postgraduaat journalistiek. Marie publiceert sinds 2005 gedichten in literaire tijdschriften. Ze won ook enkele poëziewedstrijden en staat regelmatig op het podium, zoals op het poëziefestival “Onbederf’lijk Vers” in Nijmegen in 2006 en in ‘s-Hertogenbosch in 2009. In 2009 kwam ook haar debuutbundel “Zonder” uit. Twee jaar later verscheen “Toen je me ten huwelijk vroeg”, dat genomineerd werd voor de Herman de Coninckprijs, de J.C. Bloemprijs en de Eline Van Haarenprijs. Voor “Altijd een raam” kreeg zij in 2017 de laatste provinciale prijs Letterkunde van de provincie Oost-Vlaanderen. Tussen november 2009 en juni 2011 schreef Sylvie Marie als huisdichteres regelmatig gedichten voor het weekblad Humo. Vandaag werkt ze als leerkracht literaire creatie aan de academies van Tielt en Ieper en geeft ze regelmatig workshops poëzie.

 

de nacht is een kofferbak waarin ik klaarlicht liggen moet.
het stapelt zich op. etter. builen.
de dood is groot, geen hand strooit zand.

met mijn hoofd in de kom van je oksel zie ik je mond,
die trekt samen soms; snokjes van een hond
aan de leiband.

niet het bed, deze vorm kraakt.
mijn kaak, jouw schouder, mijn heup, je ellepijp,
tandvlees op tandvlees en stilaan prikken vingers,
slaat slaap me in de benen.

maar ik blijf zoeken naar vergeten,
excuseer, vergeven, naar je kijken zonder zwaartekracht
op mijn oogleden, de hoeken van mijn mond.

*

welkom in onze flat
dit huis heeft kelder noch zolder, niemand
die naar boven of benden
vlucht, we verzamelen

ons aan tafel om er steevast
te zitten, oog in oog, tand op tand.

wat op het blad wacht, staat er om te verteren.

en neen, er is geen hond
om stiekem restjes aan te schuiven.

 
Sylvie Marie (Tielt, 28 februari 1984)