Czeslaw Milosz, Thomas Frahm

De Poolse dichter, schrijver en Nobelprijswinnaar Czesław Miłosz werd geboren in Šeteniai op 30 juni 1911. Zie ook alle tags voor Czeslaw Milosz op dit blog.

 

Theodicy

No, it won’t do, my sweet theologians.
Desire will not save the morality of God.
If he created beings able to choose between good and evil,
And they chose, and the world lies in iniquity,
Nevertheless, there is pain, and the undeserved torture of creatures,
Which would find its explanation only by assuming
The existence of an archetypal Paradise
And a pre-human downfall so grave
That the world of matter received its shape from diabolic power.


Vertaald door Robert Hass en Czeslaw Milosz

 

Een taak

Bang en bevend geloof ik, zou ik mijn leven vervullen
als ik me maar kon brengen tot een publieke bekentenis
die de komedie onthulde, die van mij en mijn tijdperk:
het was ons toegestaan te krijsen in de taal van dwergen
en demonen
maar zuivere en waardige woorden waren verboden
en bedreigd door zulke zware straffen dat degeen die het
waagde er één uit te spreken
zich als een verloren mens beschouwde.

 

Grieks portret

Mijn baard is dik, mijn oogleden liggen half
over mijn ogen, als bij hen die de waarde weten
van zichtbare dingen. Ik houd mij rustig zoals het een man
betaamt die geleerd heeft dat het menselijke hart
meer inhoud heeft dan het gesproken woord. Verlaten heb ik
mijn geboorteland, huis en haard en aanzien.
Niet dat ik zocht naar geld of avontuur.
Ik ben geen vreemdeling aan boord van een schip.
Mijn gewoon gezicht, het gezicht van een ambtenaar,
winkelier of soldaat, maakt me tot een deel der massa.
Ook weiger ik niet de plaatselijke goden
eer te bewijzen. En ik eet wat anderen eten.
Dit moet genoeg zijn over mijzelf.


Vertaald door Bob den Uyl

 

Czeslaw Milosz (30 juni 1911 – 14 augustus 2004)

 

De Duitse dichter, schrijver, uitgever en vertaler Thomas Frahm werd geboren op 29 juni 1961 in Homberg. Zie ook alle tags voor Thomas Frahm op dit blog.

Dichter

Je ruikt uit je mond
naar iets onverteerds.
Zo kan het leven niet worden gekust!

Het zal jou ook niet vertrouwen
als je geloofwaardig verzekert
het niet in lettergrepen te hakken.

Zij het sexappeal van het gewaagde
of walgelijke beledigingen van kleinburgers –
het leven trilt alleen met de schouders
van een of andere pericontinentale ontwrichting,
slikt je scalpels, messen en bijlen in,
springt in de kinderwagen van Sergei Eisenstein
en rolt
ongemonteerd
de trap af.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Thomas Frahm (Homberg, 29 juni 1961)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e mei ook mijn blog van 30 juni 2019 en ook mijn blog van 10 mei 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Maarten Asscher, Thomas Frahm

De Nederlandse dichter, schrijver, vertaler en uitgever Maarten Asscher werd geboren op 29 juni 1957 in Alkmaar. Zie ook alle tags voor Maarten Asscher op dit blog.

Uit: Een huis in Engeland

“Sinds lang ben ik ’s ochtends al vroeg wakker. Te vroeg. Als ik al eens voor de zekerheid een wekker zet, krijgt die nooit de kans te laten horen waarvoor hij bestemd is. Ook wanneer ik in plaats van tegen middernacht pas om een of twee uur naar bed ga, word ik nooit later dan tussen vijf en zes wakker, nog afgezien van de tijd die ik tussendoor wakend heb doorgebracht.
Volgens mijn moeder ben ik een week te laat geboren. Zou het zo zijn dat ik onbewust elke ochtend een stukje van deze aan het begin opgelopen vertraging probeer in te halen? Me dunkt dat die achterstand in de afgelopen decennia dan wel is weggewerkt. Maar hoe leg ik aan mijn lichaam uit dat er heus wel wat langer mag worden doorgeslapen?
Aan het begin van de nacht in slaap vallen kost me over het algemeen niet veel moeite. Dat is een kwestie van enkele minuten stil blijven liggen en hoogstens een of twee keer omdraaien, maar dat geldt dus niet voor doorslapen, laat staan voor uitslapen. Zodra, na maximaal een paar uur, de slaap wijkt en een eventuele droom is vervlogen, is het gedaan met de nachtrust. Op commando slapen? Ik kon het vroeger niet en kan het nog steeds niet. Hoe krijgen veldheren het voor elkaar om even een kwartier onder zeil te gaan, zodat ze vervolgens met opgefriste moed de strijd weer kunnen voortzetten? Ook van sommige diersoorten is bekend dat ze hun noodzakelijke rust in termijnen over de nacht en de dag weten te spreiden.
Wanneer ik op mijn rug lig, is er achter in mijn keel iets wat de gewenste regelmatige en volledig ontspannen ademhaling verhindert. Zou dat operabel zijn? Op mijn zij lukt het letterlijk niet mijn ogen te sluiten. Mijn oogleden blijven bibberend hangen. Pretenderen dat ik volledig in ruste ben heeft geen zin; mijn lichaam laat zich daardoor niet bedriegen. Het knopje waarmee de inslaapfunctie wordt bediend zit er bij mij gewoonweg niet op.
Wat wel af en toe gebeurt is dat ik verkwikt uit een tamelijk diepe slaap wakker word: hèhè, eindelijk is het gelukt. Dan blijkt het bijvoorbeeld kwart over een te zijn en heb ik niet meer dan ongeveer anderhalf uur geslapen. In plaats van een paar keer omdraaien en vanzelf inslapen, zoals bij het naar bed gaan, is er vanaf dat moment sprake van eindeloos woelen, kussen omkeren, stilletjes het onderlaken rechttrekken, nog een keer op de andere zij draaien en weer opnieuw proberen, en dat alles op een manier waar degene die naast mij ligt zo weinig mogelijk last van heeft.”

 

Maarten Asscher (Alkmaar, 29 juni 1957)

 

De Duitse dichter, schrijver, uitgever en vertaler Thomas Frahm werd geboren op 29 juni 1961 in Homberg. Zie ook alle tags voor Thomas Frahm op dit blog.

Duisburg, binnenhaven

De kolenschepen liggen
zachtjes schommelend, maar kalm.
De stoomhamers zijn stil.
Roestige laadkranen
bekijken het schouwspel
van boven.

Als nu nog een zeemeeuw
dicht over dat van zon en machineolie
glanzende water heen
zou glijden,

dan maakte geen enkele ansichtkaart een kans
tegen zoveel idylle.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Thomas Frahm (Homberg, 29 juni 1961)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e juni ook mijn blog van 29 juni 2019 en ook mijn blog van 29 juni 2018 en ook mijn blog an 29 juni 2017 en eveneens mijn blog van 29 juni 2013 deel 2.

Florian Zeller, Thomas Frahm

De Franse schrijver Florian Zeller werd op 28 juni 1979 in Parijs geboren. Zie ook alle tags voor Florian Zeller op dit blog.

Uit: The Father (Vertaald door Christopher Hampton)

“ANDRÉ. Mm? Yes. I…I think so.
He frowns.
ANNE. Dad, you have to understand I can’t come every day. It’s…ANDRÉ. Who’s asking you to?
ANNE. It’s the way it is. I can’t leave you on your own.
ANDRÉ. What are you talking about? You’re just being insulting.
ANNE. No, it’s not insulting. You have to accept the idea that you need someone. If only to do your shopping. Not to mention…the other stuff. I’m not going to be able to do it anymore.
ANDRÉ. Have you been in my cupboard?
ANNE. What?
ANDRÉ. Anne. Tell me the truth. Have you been in my cupboard?
ANNE. No.
ANDRÉ. Then how do you know that… I mean… That I some-times… With my valuables… When I… Yes. How do you know?
ANNE. I can’t remember. I must have opened it by accident.
André looks appalled. He hurries off towards the kitchen.
Where are you going?
He exits.
I didn’t touch anything, Dad. Don’t worry. Can you hear me? Dad? I didn’t touch anything. (Almost to herself.) We can’t go on like this. We just can’t. Not like this… It’s impossible… Why can’t you understand?
He comes back. He’s holding his watch.
You found it?
ANDRÉ. Found what?
ANNE. Your watch.
ANDRÉ. Oh. Yes.
ANNE. You realise Isabelle had nothing to do with it.
ANDRÉ. Only because I hid it. Luckily. Just in time. Otherwise I’d be here talking to you with no means of knowing what time it was. It’s five o’clock, if you’re interested. Myself, I am interested. Pardon me for living. I need to know exactly where I am during the day. I’ve always had this watch, you know. If I were to lose it, I’d never recover.”

 

Florian Zeller (Parijs, 28 juni 1979)

 

De Duitse dichter, schrijver, uitgever en vertaler Thomas Frahm werd geboren op 29 juni 1961 in Homberg. Zie ook alle tags voor Thomas Frahm op dit blog.

Een titel zou betekenen dat er iets was

Ik schreef gedichten
zolang ik dacht dat ik dood zou gaan.
Nu houdt het leven mij in een wurggreep
tussen onverwachte geschenken en schulden,
die ik niet kan afbetalen.

Dankbaarheid en ontzag,
haat en andere openstaande rekeningen
houden me ’s nachts uit de slaap,
en machteloos kijk ik naar
de toename van wensen
na ten minste een middagbeker slaap,
donker en zoet,

ach, en mijn hersenstam wringt
dan toch dit onverteerde stuk liefde tevoorschijn,
een kluwen, walgelijk grijs en rood,
zoals dat gaat wanneer de lust
als een zoutsteen tegen zelf opengekrabde
wonden slaat.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Thomas Frahm (Homberg, 29 juni 1961)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e juni ook mijn blog van 28 juni 2019 en ook mijn blog van 28 juni 2018 en ook mijn blog van 28 juni 2014 deel 2.

Lucille Clifton

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

Poem to My Uterus

You uterus
you have been patient
as a sock
while i have slippered into you
my dead and living children
now
they want to cut you out
stocking i will not need
where i am going
where am i going
old girl
without you
uterus
my bloody print
my estrogen kitchen
my black bag of desire
where can i go
barefoot
without you
where can you go
without me

 

Here Rests

my sister Josephine
born july in ‘29
and dead these 15 years
who carried a book
on every stroll.

when daddy was dying
she left the streets
and moved back home
to tend him.

her pimp came too
her Diamond Dick
and they would take turns
reading

a bible aloud through the house.
when you poem this
and you will she would say
remember the Book of Job.

happy birthday and hope
to you Josephine
one of the easts
most wanted.

may heaven be filled
with literate men
may they bed you
with respect.

 

The Times

it is hard to remain human on a day
when birds perch weeping
in the trees and the squirrel eyes
do not look away but the dog ones do
in pity.
another child has killed a child
and i catch myself relieved that they are
white and i might understand except
that i am tired of understanding.
if this
alphabet could speak its own tongue
it would be all symbol surely;
the cat would hunch across the long table
and that would mean time is catching up,
and the spindle fish would run to ground
and that would mean the end is coming
and the grains of dust would gather themselves
along the streets and spell out:

these too are your children this too is your child

 

De tijden

het is moeilijk om op een dag mens te blijven
wanneer vogels huilend neerstrijken
in de bomen en de eekhoornogen
niet wegkijken, maar de hondenogen wel
vol medelijden.
een ander kind heeft een kind gedood
en ik merk hoe opgelucht ik ben dat ze
wit zijn en ik begrijp het misschien behalve
dat ik het begrijpen beu ben.
als dit
alfabet zijn eigen taal kon spreken
zou het zeker allemaal symbool zijn;
de kat zou zich over de lange tafel buigen
en dat zou betekenen dat de tijd ons inhaalt,
en de bontbaars zou naar de bodem snellen
en dat zou betekenen dat het einde nadert
en de stofkorrels zouden zich verzamelen
langs de straten en spellen:

dit zijn ook jouw kinderen dit is ook jouw kind

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e juni ook mijn blog van 27 juni 2019 en ook mijn blog van 27 juni 2016 en eveneens mijn blog van 27 juni 2015 deel 2.

Elisabeth Büchle, Lucille Clifton

De Duitse schrijfster Elisabeth Büchle werd geboren op 26 juni 1969 in Trossingen, Baden-Württemberg. Zie ook alle tags voor Elisabeth Büchle op dit blog.

Uit: Himmel über fremdem Land

„Erneut winkte Tilla, was Demy veranlasste, trotzig ihre Hände in die noch schmalen Hüften zu stemmen, den Kopf leicht schief zu legen und ihre Schwester herausfordernd anzugrinsen.» Demy, es hat doch keinen Sinn, sich gegen bereits getroffene Abmachungen aufzulehnen. Diese Anstellung bei den Meindorffs ist das Beste, was dir passieren kann. Weshalb nur willst du das nicht einsehen?«, rief Tilla schließlich über das Tosen der Wellen hinweg. »Was soll ich in dieser großen Stadt in einem fremden Land? Nur weil du dort hinziehen und diesen komischen Mann heiraten willst, kannst du nicht von mir verlangen, dass ich mitkomme!«, brüllte Demy zurück, während der Wind kräftig an ihren nassen Kleidern zerrte. »Ich wünsche es aber, und es ist angebracht! Außerdem wurde deine Anstellung im Hause Meindorff bereits vertraglich geregelt.« Tilla sah sie streng an. »Papa ist auch nicht mit deinen Plänen einverstanden!« »Er hat unterschrieben. Das allein zählt!« »Wie ist es dir bloß gelungen, ihn dazu zu überreden? Er hatte mir versprochen, dass ich nicht fortmuss!« Demys Stimme überschlug sich. Ärger und Enttäuschung brodelten in ihr so wild wie die gischtgekrönten Wellen um sie herum. Demy sah, wie Tilla tief durchatmete. Das Gesicht ihrer Schwester hatte eine für sie ungewöhnlich rote Farbe angenommen, und das lag nicht nur am scharfen Wind. »Komm jetzt bitte aus dem Wasser! Ich möchte mich nicht länger brüllend mit dir unterhalten müssen.« Das Mädchen zuckte gleichgültig mit den Schultern. »Dann komm du doch zu mir!«
11Ihre gerunzelte Stirn zeigte überdeutlich Tillas Missbilligung, aber zu Demys Verwunderung bückte sich ihre Halbschwester tatsächlich und schnürte ihre Stiefeletten auf. Nachdem Tilla sich ihrer Schuhe und der Strümpfe entledigt hatte, schaute sie prüfend den menschenleeren Strand entlang, hob ihren im Gegensatz zum eng geschnürten und mit Spitzen besetzten Oberteil weitfließenden Rock samt Unterrock in die Höhe und stapfte in die Wellen. Ihr erschrockener Ausruf, als sie die Kälte des Wassers spürte, drang bis zu Demy herüber, die erstaunt das Tun ihrer sonst so standes-bewussten Schwester beobachtete. Offensichtlich war Tilla die Unterhaltung mit ihr sehr wichtig! »Meine Güte, ist das kalt!«, japste Tilla. Demys Lachen wurde vom Wind davongetragen, während Tilla tapfer zu ihr watete, krampfhaft darum bestrebt, ihren Rock nicht den um ihre schlanken weißen Beine platschenden Wellen auszuliefern. »Demy, vermutlich kannst du heute noch nicht ermessen, wie sehr ich um dein Glück bemüht bin.« »Dann erkläre es mir!« »Du würdest es nicht verstehen!« Tilla versteckte ihre Hilflosigkeit hinter einer autoritären Stimme und bedrohlich zusammengezogenen Augenbrauen. Beides wirkte auf die verstimmte Dreizehn-jährige allerdings wenig einschüchternd. »Verstehst du es denn überhaupt selbst?«, hakte das Mädchen unbarmherzig nach. »Natürlich.« »Ich möchte nicht fort von hier«, verlegte Demy sich nun aufs Flehen und hoffte, dass Tilla ihren Schmerz erkannte und doch noch nachgab. »Ich lebe gern hier am Meer, in unserem Gutshaus, bei Papa, Rika und Feddo.« »Du wirst i in Berlin viel Neues und Aufregendes kennenlernen. Die Stadt entwickelt sich in rasanter Geschwindigkeit zu einer aufregenden Metropole.«

 

Elisabeth Büchle (Trossingen, 26 juni 1969)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

Wensen voor zonen

ik wens ze krampen.
ik wens ze een vreemde stad
en de laatste tampon.
Ik wens ze geen 7-eleven

ik wens ze een week te vroeg
en het dragen van een witte rok.
ik wens ze een week te laat.

later wens ik ze opvliegers
en stolsels zoals je
niet voor mogelijk houdt. laat de
opvliegers komen wanneer ze
een speciaal iemand ontmoeten.
laat de stolsels komen
wanneer ze willen.

laat ze denken dat ze akkoord gaan met
arrogantie in het heelal,
breng ze dan naar gynaecologen
niet anders dan zijzelf.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e juni ook mijn blog van 26 juni 2019 en ook mijn blog van 26 juni 2018 en ook mijn blog van 26 juni 2017 en eveneens mijn blog van 26 juni 2016 deel 2.

Rob van Essen, Lucille Clifton

De Nederlandse schrijver en vertaler Rob van Essen werd op 25 juni 1963 geboren in Amstelveen. Zie ook alle tags voor Rob van Essen op dit blog.

Uit: De goede zoon

“En daarna alles en iedereen doodschieten, te beginnen in de Albert Heijn. Dat zal natuurlijk niet gaan, zoveel munitie heb ik niet, ik heb niet eens een wapen. Ik ben ongewapend. Drie woorden die je de kou om het hart doen slaan. Ik loop al zestig jaar ongewapend op deze planeet rond. Vreedzame jaren grotendeels, ik geef het toe, maar opeens komt het me absurd voor, alsof ik zestig jaar naakt heb rondgelopen en iedereen heb uitgenodigd om zijn gang met mij te gaan. Niet langer! Ik zal pas innerlijke rust vinden als ik me kan bewapenen. Een pistool is genoeg, of een revolver, wat is het verschil ook weer, zie je wel, ik weet niets, en ik weet al helemaal niet hoe je aan zo’n ding komt. Ergens een louche café binnenlopen en dan aan de barman vragen of… Op de een of andere manier gaat dat niet werken, denk ik. Toen ik op het Archief werkte, had ik De Meester om een wapen kunnen vragen, De Meester had contacten, maar dat wisten we toen nog niet, ik niet tenminste, dus dat had ook niet gekund, en hoe lang is dat inmiddels al geleden, veertig jaar, als ik toen een wapen had gekocht was het allang weg geroest op zolder of in de keukenla, dan had ik nu sowieso een nieuwe moeten kopen. En om zomaar ergens iets te bestellen en thuis te laten bezorgen, dat zie ik mezelf ook niet zo gauw doen, als dat al lukt weet je nooit op wat voor lijsten je terechtkomt. En dus zal ik straks weer naakt de straat op gaan, als in een droom waaraan je ’s ochtends met schaamte terugdenkt. Schaamte! Daarvoor heb ik geen dromen nodig, een bezoek aan de Albert Heijn is genoeg.
Toen ik weer thuis was en de boodschappen had opgeruimd ging ik in de stoel van mijn moeder zitten, die sinds een week als een mastodont midden in mijn kamer staat, op de plek waar de mannen hem hebben neergezet, geen goede plek, ik weet nu al dat ik voortdurend over dat snoer ga struikelen, zet daar maar neer heren, zei ik, bedankt, en ik bedenk nu pas dat ik ze een fooi had moeten geven. Daar hebben ze op de terugweg vast nog over gemopperd. Of misschien ook niet, misschien hielden ze zich alleen maar bezig met de vraag waarom die man de oude sta-opstoel van zijn moeder wilde overnemen. Nou heren, ik kan u vertellen, dat weet die man zelf ook niet, zijn zus wilde het ding niet hebben en het verzorgingstehuis ook niet, het leek hem opeens een goed idee toen hij het kamertje van zijn moeder moest leeghalen, en zo werd hij ook hier weer het slachtoffer van zijn quasi-boeddhisme, volg je intuïtie, er zijn diepere bewustzijnslagen aan het werk, dat soort invallen wil iets zeggen, die stoel wil naar jou.”

 

Rob van Essen (Amstelveen, 25 juni 1963)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

1994

ik liet mijn achtenvijftigste jaar achter me
toen een duim van ijs
zich hard in de buurt van mijn hart ramde

je hebt je eigen verhaal
je kent de angsten de tranen
het litteken van ongeloof

je weet dat de treurigste leugens
die zijn die we onszelf vertellen
je weet hoe gevaarlijk het is

geboren te worden met borsten
je weet hoe gevaarlijk het is
om een donkere huid te dragen

ik liet mijn achtenvijftigste jaar achter me
toen ik wakker werd in de winter
van een koud en sterfelijk lichaam

dunne ijspegels hingen er vanaf
die ene gekke tepel huilde

zijn we geen goede kinderen geweest
hebben we de aarde niet geërfd?

maar je weet hier vast alles van
uit je eigen rillende leven

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e juni ook mijn blog van 25 juni 2019 en ook mijn blog van 25 juni 2018 en ook mijn blog van 25 juni 2017 deel 2.

Ernesto Sabato, Lucille Clifton

De Argentijnse schrijver Ernesto Sabato werd op 24 juni 1911 geboren in Rojas, een dorp in de provincie Buenos Aires. Zie ook alle tags voor Ernesto Sabato op dit blog.

Uit: The Resistance (Vertaald door D. Ohmans)

“I cannot but remember that same effect it produces on insects, and even on the large
animals. And then, it is not only difficult to leave it, but we also lose the everyday capacity to look and see. A street with enormous tipa-trees, some innocent eyes in the face of an old woman, the clouds of an afternoon. The flowering of aromas in mid-winter is not noticed by those who do not even enjoy the jacarandás of Buenos Aires. It has often surprised me how we
see the landscapes better in the movies than in reality.
It is urgent to reconnect with the commons spaces that prevent us from being a massified multitude isolatedly watching television. What is paradoxical is that through that screen we seem to be connected with the entire world, when in truth it removes the possibility of humanly cohabiting, and what is equally serious, predisposes us to apathy. I have said ironically in many interviews that “television is the opiate of the people,” modifying Marx’s famous phrase. But I believe it, one becomes lethargic in front of the screen, and while finding nothing of what one seeks, they stay there anyway, incapable of rising and doing something good. It takes away the desire to work on some
artisanry, read a book, fix something in the house while listening to music or drinking maté. Or going to the bar with some friend, or conversing with your own. It is a tedium, a boredom to which we accustom ourselves “for lack of something better.” Being monotonously seated before the television
anesthetizes the senses, makes the mind slow-witted, harms the soul.
The senses of the human being are closing, every time requiring more intensity, like the deaf. We do not see what does not have the illumination of the screen, nor do we hear that which does not come to us charged with decibels, nor do we smell perfumes. Now not even flowers have it.
Something that affects me terribly is noise. There are afternoons when we walk blocks and blocks before finding a place to have a coffee in peace. And it is not that we finally find a quiet bar, but that we resign ourselves to asking, please could they turn off the television, something they do completely willingly for me, yet I ask, what do persons who live in this city of 13 million inhabitants do to find a place to talk to a friend? What I describe happens to everyone, and most especially to true lovers of music, or does one think they prefer to hear it while all talk of different themes and by shouting? In every café there is, either a television, or a musical apparatus at full volume. If everyone complained like me, energetically, things would begin to change. I ask whether the people are aware of the damage it does to the hearing, or is it that they have been convinced how advanced it is to speak in shouts. In many units one hears the neighbor’s television, as if we respect each other so little?”

 

Ernesto Sabato (24 juni 1911 – 30 april 2011)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

Vermaningen

jongens
Ik beloof jullie niets
behalve dit
wat je verpandt
zal ik terugkopen
wat je steelt
zal ik verbergen
mijn persoonlijke stilte
bij jou publieke schuld
is alles wat ik heb

meisjes
de eerste keer dat een blanke man
zijn broek opent
als was het iets goeds
zullen we gewoon lachen
lach heel hard mijn
zwarte vrouwen

kinderen
wanneer ze jullie vragen
waarom is jullie moeder zo grappig
zeg
ze is een dichter
ze heeft geen verstand

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e juni ook mijn blog van 24 juni 2019 en ook mijn blog van 24 juni 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

David Leavitt, Lucille Clifton

De Amerikaanse schrijver David Leavitt werd geboren in Pittsburgh op 23 juni 1961. Zie ook alle tags voor David Leavitt op dit blog.

Uit: The Two Hotel Francforts

“Thanks,” I said. Seeing that the task was more than we could manage, several of the male patrons at the café, as well as several of the waiters, got down on their knees with us. Like commandos, we scrambled to gather up the cards, chasing down the ones that the breeze had batted out of reach, while Julia watched with a sort of paralyzed detachment. Of course, I understood— perhaps I alone understood— how much was at stake. For if four or five of the cards went missing, it would be unfortunate. But if just one went missing, it would be a catastrophe. And miraculously, all of the cards were found— at which all of the men who had participated in the operation burst into spontaneous applause.
“Thanks,” I said to Edward— again.
“Why are you thanking me?” he said. “I’m the one who stepped on your glasses.”
“It wasn’t your fault.”
“No, it was the pigeons,” Iris Freleng said, from two tables away.
“Some fool must have tried to feed them,” Edward said. “They’re ruthless, these birds. Piranhas of the air, the locals call them.”
“Do they?”
“They might as well. The word’s Portuguese.”
“Are they damaged?” Iris asked.
“Not much,” Julia said. “A few of the corners are bent.”
“I meant your husband’s glasses. Even so, I’m glad to hear it. I’ve never seen cards that small.”
“They’re special solitaire cards,” I said. “My wife is something of a connoisseur where solitaire is concerned.”
“I am not a connoisseur,” Julia said.
“The versions she plays require two decks, which is why the cards have to be so small. Otherwise you’d need a dining table to spread them out on.”
“How interesting,” Iris said. “Myself, I’ve never gone in for cards.”
“I am not a connoisseur,” Julia repeated, fitting the cards back into their box, on the alligator- skin surface of which the word patience was picked out in gold.
“Of course, we’ll pay to have them replaced,” Edward said. “The glasses.”

 

David Leavitt (Pittsburgh, 23 juni 1961)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Lucille Clifton werd geboren in New York op 27 juni 1936. Zie ook alle tags voor Lucille Clifton op dit blog.

Geheugen

vraag me om te vertellen hoe het voelt
om je het gezicht van je moeder te herinneren
veranderd in water onder de witte woorden
van de man in de schoenenwinkel. vraag me,
hoewel ze het beter vertelt dan ik,
niet vanwege haar charme
maar omdat het nooit is gebeurd
zegt ze,
geen pesterige verkoper vol branie,
geen woede, geen schaamte, niets ervan
is ooit gebeurd.
Ik herinner me alleen dat ik ze voor jou heb gekocht
je eerste volwassen schoenen
lacht ze. vraag me
hoe het voelt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Lucille Clifton (27 juni 1936 – 13 februari 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e juni ook mijn blog van 23 juni 2019 en ook mijn blog van 23 juni 2018 deel 1 en ook deel 2.

Jaap Robben, Karin Fellner

De Nederlandse dichter, schrijver en theatermaker Jaap Robben werd geboren in Oosterhout op 22 juni 1984. Zie ook alle tags voor Jaap Robben op dit blog.

Eenpersoonslijf

Jij wil vrijen
zoals een vos
een konijn uitkleedt.

Dat helpt niet.

Mijn hart
houdt het jouwe niet bij
en daarnaast
heb ik al te weinig plek voor mijzelf
in dit krap eenpersoonslijf.

Wij begonnen niet
zoals alles altijd
met zomaar twee mensen,
tussen twee momenten.

Wij waren niet
de kans op toeval.

Jij vond ons uit.

 

Verloren liefs

Verloren dingen worden weer van zichzelf.
Kwijtgeraakte knikkers, zonnebrillen in zee
en weggewaaide woorden.

Behalve het liefs
dat ik jou nog nariep,
maar dat je niet meer hoorde
omdat je al bij de brug fietste.

Dat dwaalt met de wind
voor altijd door
eindeloos op zoek
naar jouw oor.

 

Kwijt

Hoe kwijt kan iets zijn
wanneer ik het met dichte ogen
nog steeds kan zien?

 

Jaap Robben (Oosterhout, 22 juni 1984)

 

De Duitse dichteres Karin Fellner werd geboren op 18 juni 1970 in München. Zie ook alle tags voor Karin Fellner op dit blog.

 

Voer XI

in het klooster dwalen ze / rond bedekte bloembedden
verzamelen zon, doden / leven in de mulch
langzaam gaan ze zitten

dit is vasten, ze zeggen / honger is beperkt
in het angelus luiden wacht / een donker brood
van binnen zoet

staren ze verbaasd naar de loze
belofte van amandelbloesem.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Karin Fellner (München, 18 juni 1970)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e juni ook mijn blog van 22 juni 2019 en ook mijn blog van 22 juni 2018 en ook mijn blog van 22 juni 2014 deel 1.

Wijding aan mijn vader (Karel van de Woestijne), Ed Leeflang, Anne Carson

Bij vaderdag

 

Selbstporträt mit Sohn door Hans Northmann, ca. 1930

 

Wijding aan mijn vader

o Gij, die kommrend sterven moest, en Váder waart,
en míj liet leven, en me teder léerde leven
met uw zacht spreken, en uw strelend handen-beven,
en, toen ge stierft, wat late zon op uwe baard;

¬ ik, die thans ben als een die in de avond vaart,
en moe de riemen rusten laat, alleen gedreven
door zoele zomer-winden in de lage reven,
en die soms avond-zoete water-bloemen gaêrt,

en zingt soms, onverschillig; en zijn zangen glijden
wijd-suizend over ’t matte water, en de weiden
zijn luistrend, als naar eigen adem, naar zijn lied…

Zó vaart mij leve’ in vrede en waan van dóod begeren
tot, wijlend in de spiegel-rust van dieper meren,
neigend, naar mijn aangezicht uw aangezichte ziet.

 

Karel van de Woestijne (10 maart 1878 – 24 augustus 1929)
Gent, de geboorteplaats van Karel van de Woestijne

 

De Nederlandse dichter Ed Leeflang werd geboren op 21 juni 1929 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Ed Leeflang op dit blog.

De Weide

Een kalme man brengt mij een bus:
of ik het etiket wil controleren.
Hij vraagt of er dan verder niemand komt.

Na een kwartier zie ik hem terugkeren
in een witte doktersjas. Hij heeft wat zwaars
of lichts onder een zwarte doek maar torst dat
misschien uit eerbied zichtbaar;
een ernstig laborant met veel van een
onbegrepen of van schijn tot wezen
opgeklommen goochelaar.

Wij dalen samen in een afgemeten pas
een lang duinpad af; hij voorop.
Dan meldt hij dat ik op het pad
moet blijven staan; zelf zal hij
een grazig en zeer groen grasveld opgaan.
Er vliegen meeuwen van op en roeken.

Een groot strooivat zwaait hij met kracht,
beloopt het midden van de weide en doet
lichte uitvallen naar de hoeken.

Er staat een bries. Gruizig poeder stuift
me in het gezicht, maar ik doe mijn ogen
opzettelijk niet dicht.

Hij komt me opzoeken en zegt:
uw vader is verstrooid. Hij stelt me voor
om nog wat na te blijven.

Meeuwen en roeken strijken langzaamaan weer neer.
Wij staan daar zwijgende een tijd nog op dat pad.
En dan niet meer.

 

De grote dromen

De kleine dromen gehoorzamen nog,
de grote worden onhandelbaar als ligstoelen
die niet open willen, een reservewiel
dat zich losrukt en wegrolt, mokkende dieren
die om hun temmer sluipen.

Ik heb het verbruid bij de grote dromen.
Omdat ik een dichtgetimmerd kasteel
in een verlaten park heb gezien en het bordes
heb bestegen, weet ik wat dat zeggen wil:
rododendronstruiken forceren de ramen,
niets houdt het liefdeloze van de
losgebroken takken tegen.

En eens wilde je macht over de nachtwind;
dat hij de vogels onder de bruggen geruststelde
en waar het zo uitkwam een dekzeil goed legde
op de voorbijkomende schepen.

De grote ordening wordt verloren,
geen enkele droom zal zich gedragen tenslotte
en zoveel bladeren aan bomen worden geboren
om met de altijd al willoze wind mee te spotten,
dat het inkt en slapeloosheid kost
niet bij de aarde te horen.

 

Stand

Op de brug achteromkijkend in de bus
zie ik hoe het stadje verdwijnt,
een toreneindspel met ongelijke lopers.

Iemand zit daar, denkt en doet geen zet
en laat de stukken jaren staan.

Denken en tijdnood zijn even heilig.
Men komt intussen nergens aan.
Dat is een wet.

 

Ed Leeflang (21 juni 1929 – 17 maart 2008)

 

De Canadese dichteres, essayiste en vertaalster Anne Carson werd geboren op 21 juni 1950 in Toronto. Zie ook alle tags voor Anne Carson op dit blog.

Kort praatje over geisha’s

De kwestie van geisha’s en seks is altijd complex geweest.
Sommigen doen het, anderen niet. In feite waren. zoals u weet, de eerste
geisha’s mannen (narren en drummers). Hun gewaagde
geklets maakte de gasten aan het lachen. Maar tegen 1780 betekende “geisha”
vrouw en de glamoureuze handel van de thee-
huizen was onder controle van de regering gebracht.
Sommige geisha’s waren kunstenaars en noemden zichzelf
“wit”. Andere met bijnamen zoals “kat” en
“tuimelaar” zetten elke avond hutjes op in de wijde
rivierbedding, om bij zonsopgang te verdwijnen. Het belangrijkste
was, iemand om naar te verlangen. Ofwel het
dekbed was lang, of de nacht was te lang, of
je kreeg deze plek om te slapen of die
plek om te slapen, iemand om op te wachten tot
zij langs komt en het gras beweegt,
een tomaat in haar handpalm.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Anne Carson (Toronto, 21 juni 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e juni ook mijn blog van 21 juni 2019 en ook mijn blog van 21 juni 2014 deel 1, en deel 2 en eveneens deel 3.