De Nederlandse dichter en schrijver Simon Vinkenoog werd op 18 juli 1928 in Amsterdam geboren. Zie ook alle tags voor Simon Vinkenoog op dit blog.
Einde
wat ik aan wind en regen vraag
zal altijd zonder antwoord blijven
en wat de nacht voor mij verborgen houdt
is weerlicht voor de blinden
in mijn ogen
wartaal voor de stomme in mijn stem
straatgeluiden voor de beethoven
in mijn oren
een late straatlantaarn voor de dronkaard
in mij die naar houvast zoekt
anemonen voor de man zonder reukorganen
vrouw als tastplaats
voor de kinderloze zonder zinnen
(voor de tandeloze meeuwen in mijn tong
een valkuil lichtschip regenwolken)
ik drijf altijd naar mijzelf terug
ik kom altijd in mijzelf naar boven
ik vecht altijd met mijn ogen open
plat met de handen gespreid vallend
schaafwonden aan de ellebogen
Vis
Ik heb je ogen
in het zand gevonden
tussen de schelpen van Miro
ik ben de droom
van het blinde kind
waarvan het licht
te vroeg is gestorven
om kleuren
te kunnen herkennen
als kleuren
tastend dans ik
om de zwaarte van mijn lichaam
niet te voelen
rond aan de lange lijn
uitgeslagen
om in het vergeten
beschutting te zoeken
aas voor de meeuwen
die als wekkers
om mijn oren krijsen
Koopman
Ik vent een vracht
vol woorden voor mij uit
door lege zonbedoelde straten
ik heb een schorre stem:
wie koopt van de koude grond?
wie denkt aan een arme blinde?
het is niet zoveel waard
roep ik over de huizen
het kost maar zoveel meer
dan bij ieder ander
ik roep en roep
van vergeefs
de liefde
De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog.
Betontreden, zeeën
Beweging (lucht), zeekleur (groen), een egel (de kunst van een prairiewolf
hem op de rug te draaien) – jouw hart, de nabije haven
breidt zich uit aan de zijden van zijn slaap. Voer in zakken, munitiekisten
de gespleten hoef van een ezel in brak water –
de zee toont je oevers (de grenzen), je slaapt in je rijk
er zijn geheime tekens, torens (uitkijkend over zee), luchtafweer
ingenieurs met vliegenierskap – aan de stranden tel je ze, het zijn gewrichten
en ze verbinden je (als een handschrift) met alle dingen.
Gibraltar
daarheen (Goethe)
Ken je, liefste, de haat,
bomen, de Spaanse muur,
ken je de eilanden, de kruisvaarders
in hun eenmanstorpedo’s –
liefste, vergeef me, ik wilde naar Golgotha
maar in de linnenkast
lag alleen een gele revolver (dus ik ging niet).
Ken je de zee, sporen van vrijpostigheid
in schuim, liefste, in schuim
ken je dat land, zijn verwrongen arm
ligt zwaar in de rondte, onder de hongerige lucht
doelloze wind
sporen van wol, daarin warmte en stof.
Hoe graag zou ik met je vertrekken
met jou, liefste, willen wonen onder citroenen:
als niet Gibraltars elementen
heftig door mijn tragische aderen
vloeiden, en die van iedere spoorloze kaap
manische ogen, zonder oogleden –
mijn hart is een gravin omringd door verplegers
aan de rand van de stad, liefste
blèren de huurpiano’s!
Vertaald door Alfred Schaffer / Gregor Seferens
O olifanten Pan in de porseleinkast van de muzen
O olifanten Pan in de porseleinkast van de muzen
achter de sluiers zoek je naar gezang, oefen je
in gedachten: “We zijn
een gesprek”, zeg je, “we zijn
olifanten ”
en je bent helemaal alleen met deze zinnen
eenzamer dan dialogen, dikhuiden
eenzamer dan de elektrische apparaten van het universum
spaarlampen, warmtepompen
verwaarloosd en hongerig naar liefde duiken ze
aarzelend op uit de oneindige duisternis
tegen je ruimtecapsule, tegen de verborgen tralies
tegen je deskundige handen en knieën
je slapende voeten, je denkbeeldige vleugels
wrijven ze hun huiden uit chroom en plastic…
De aangeleerde hulpeloosheid van objecten
onmogelijkheid van een aanraking
het lied, onder zijn slaapmuts uit sterren
beweegt het de eenzame boiler, de dwalende
ventilator
je dwalende oog
ook
in een nestgemeenschap zonder stroom
zonder gedachten
alleen zwaartekrachtlichamen, hun bijna
staatsvormende paniek voor de winter.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 18e juli ook mijn blog van 18 juli 2019.