Rectificatie. De Nederlandse dichter en schrijver Bernard Wesseling werd geboren in Amsterdam op 7 december 1978. Zie ook alle tags voor Bernard Wesseling op dit blog.
Uit: Midzomer, stadsmoe
“Ik nader mijn bestemming, steek mijn telefoon weg en zoek de huisnummers af. Een spoedje, las ik in de order. Ik glijd behoedzaam de stoep op, temporiserend, en hang de laatste meters op één pedaal, in de stijl van boodschappende moeders.
Ik werd nageroepen, dat weet ik zeker. Voor ik me om kan draaien heeft een mevrouw van een zekere leeftijd in feite de moeite genomen om me achterlangs voorbij te snellen en voor me te gaan staan en begint me hier uit te foeteren. Aan haar zijde gapen beurtelings drie keffertjes, als een piepklein pijporgeltje.
Wat voor idioot of ik ben, om zomaar ‘het trottoir’ op te rijden! Ze had wel dood kunnen zijn. Welke achterlijke imbeciel het in zijn hoofd haalt zich zo in het verkeer te begeven? Door wie ik ben opgevoed, áls ik al ben opgevoed, en of ik soms een wolfskind ben?
Ondertussen bevingert ze haar kruisje, dat glimmend tussen haar zonverbrande borsten rust.
Ik wijs met een duim naar de tas op mijn rug die aan de oplettende waarnemer verraadt dat ik een fietskoerier ben, een soort postbezorger, en dus werkachtig in de logistiek (getuige het kwartaalkrantje dat ik ontvang, waaruit blijkt dat ik ook collega’s heb onder vrachtwagenchauffeurs). Verkeersregels gelden voor mij als voor ieder ander, zeker, maar ik permitteer me nu en dan, als de kust veilig is, een aanloopje stoep om mijn klant te behagen. Snelle service heet dat. Waarvan akte, tot uw dienst.
De confrontatie verslechtert snel. Waarschijnlijk herinner ik haar aan een lange lijn verlopen liefdes. Of ze heeft een afvallige zoon, hij wil haar geld zonder haar affectie of haar affectie maar dan met geld toe. Als er maar geld loskomt. Dat haar roedel is uitgekeken op de situatie en onrustig om haar heen drentelt, helpt de spanning alleen te verhogen. Je had liever dat ze begonnen te janken.
– Ja, jij denkt laat maar blèren, dat malle mens, het zal mijn tijd wel duren!
– Mevrouw, het spijt me, u hebt gelijk. Maar nu moet ik verder met mijn werk.
De stoep is trouwens zo breed als een boulevard. Er kan nog zeker een Deense dog langs met zijn baas, zo wordt ondertussen bewezen, en nog blijft er armslag over.
Alles aan haar staat me nu tegen: haar verwrongen gezicht, de kakel in haar stem, haar sieraden, haar honden, maar vooral haar blik, die zegt: ik zal je laten boeten voor alles wat ik niet kan bevatten, jongen.
Er is een onontkoombare intimiteit tussen ons ontstaan.”
De Duitse dichter, schrijver en vertaler Alexander Gumz werd geboren op 19 december 1974 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Alexander Gunz op dit blog.
Hopen op de achterhoede
de zomer is afgelast, de houwdegens komen dichterbij
(wie hangen ze vandaag aan de goot) hun strijdkreten
in de tuinen van de kameraden
dat de tijdrekening met elk refrein krommer wordt
(er tussenin een gat: afgedekt met netten
zodat de arbeidsmarkt niets ziet)
Patroonhulzen klikken tussen noodlampen heen en weer
iemand jongleert met grote handen
soms uitvalswegen, soms piratenzenders
(zijn eigen uitsluitingszone) wat was daaraan
even gevaarlijk (herhalingen) oh ja: het onmogelijke
in telbare gestalten
de trailers worden er uitgesneden
of passend bij de aardkromming overgeschilderd (daar alsjeblieft
een ondertitel: gebruik van middelen die men niet begrijpt)
naar lege bibliotheken joggen (wazige blik
op een rivier waarin de bruggen elkaar overtreffen)
in het donker staat het insectenleger
(de argumenten tegen een stap in het water
worden dunner) snel trappelen (de hele tijd
van zijde wisselen) desondanks hardop schreeuwen
en hopen dat het water zal dragen
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 27e december ook mijn blog van 27 december 2018 en ook mijn blog van 27 december 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.