De Poolse dichter, schrijver en Nobelprijswinnaar Czesław Miłosz werd geboren in Šeteniai op 30 juni 1911. Zie ook alle tags voor Czeslaw Milosz op dit blog.
Uit: Mijn katholieke opvoeding (Vertaald door Gerard Rasch)
“Het biologielokaal dat voorzien was van moderne microscopen, trok me aan, omdat daar die tak van wetenschap zetelde die voor mij het minst abstract was; zij betrof immers mijn bos- en jagerservaringen. We ontleedden bloedzuigers, bekeken het kloppende hart van een opengesneden kikker, met ingehouden adem draaiden we de micrometerschroef om de microscoop scherp in te stellen op een preparaat van plantaardige of dierlijke weefsels. Zoölogie, plantkunde en vervolgens biologie werden gegeven door een docent medicijnen van de plaatselijke universiteit. Hij was gespecialiseerd in de cytologie, de leer van de cellen. Mager en met een gele huidkleur leek hij een brommerige leverpatiënt, maar hij hield van zijn vak en was in staat dat op ons over te brengen. Hij richtte een club voor natuurliefhebbers op, waar ik als een van de enthousiastelingen eerste viool speelde. Ik beperkte me niet tot de lessen en leerboeken, maar gebruikte ook vakliteratuur. Halverwege de school, in de vierde klas, hield ik mijn eerste lezing: over de natuurkeus van de soorten en Darwin. Toen begon juist mijn crisis, al werd deze vertraagd door het vele extra-werk dat mijn koninkrijk van aquaria, glazen en kooien met vogels of witte muizen mij bezorgde. Aan één ding twijfelde ik niet: dat mijn toekomstige beroep al vaststond en dat ik natuurwetenschapper zou worden. Had iemand mij voorspeld, dat ik later mijn roeping zou verraden, dan had het vooruitzicht mij met afgrijzen vervuld.
Ik moet nu even ingaan op de achtergronden voor de ontwikkeling van onze sympathieën en antipathieën. Van alle schreeuwende, onverzorgde gezichten hielden in de ogen van de leraren zeker slechts een paar een toekomstbelofte van individualiteit in. Op dezelfde wijze bestond de Olympus van opvoeders voor ons uit enige protagonisten en een koor. De mindere goden waren opmerkelijk vanwege hun vreemde kuren. Onze leraar aardrijkskunde bijvoorbeeld, bijgenaamd de Gorilla, personifieerde voor ons om de een of andere reden het verleden en was waarschijnlijk ook leraar geweest, toen het gymnasium nog Russisch was. Een boom van een vent, een zwarte smoel, zwarte snor, met een streepjesbroek en een jacquet. Hij liet zich plompverloren op zijn stoel vallen en geeuwde vreselijk. Dan konden we zijn schijnbaar zwarte verhemelte zien; bij honden betekent dit een boosaardig karakter, hetgeen bij hem in ieder geval bleek te kloppen. Hij stak meteen iedereen aan met zijn verveeldheid en dit ontketende een hels lawaai. Omdat hij te lui was woorden te gebruiken beschreef hij, op iemand wijzend, nonchalant een halve cirkel in de lucht. De aangewezene kwam naar voren en ging in de hoek staan. Aan het eind van de les waren de banken bijna ontvolkt. Deze leraar of de historicus grootvader Kalasjeuski, die een sterk Wit-Russisch accent had, werden echter als tweederangsfiguren beschouwd; dergelijke leraren wisselden elkaar snel af.”
De Duitse dichter, schrijver, uitgever en vertaler Thomas Frahm werd geboren op 29 juni 1961 in Homberg. Zie ook alle tags voor Thomas Frahm op dit blog.
Wandeling met kinderen
Aan de fijne takken onder het hart
rijpt de zoete peer van verrukking.
De lucht is blauw. Wij besluiten
om hem met notenbomen te beschilderen,
zodat het eekhoorntje
(dat met de zwarte staart)
erin kan springen en kraken
de harde schil van de sterren.
Jullie zachte handjes
liggen warm in die van mij,
als bebroede eieren.
Binnenkort zullen ze uitkomen,
de kuikens van de verrassing,
pluizig en geel,
en naar sterren scharrelen
als naar gevallen noten.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 10e mei ook mijn blog van 30 juni 2020 en eveneens mijn blog van 30 juni 2019 en ook mijn blog van 10 mei 2018 deel 1 en eveneens deel 2.