Lauren Groff, Claudia Gabler

De Amerikaanse schrijfster Lauren Groff werd geboren op 23 juli 1978 in Cooperstown, New York. Zie ook alle tags voor Lauren Groff op dit blog.

Uit: Matrix (Vertaald door Lucie Schaap)

“Alleen komt ze het bos uit, te paard, in kil maarts gemiezer. Marie, zeventien jaar, afkomstig uit Frankrijk.
Het is 1158, de wereld vertoont de vermoeide sporen van de aflopende vastentijd. Eerdaags is het Pasen, dat vroeg valt dit jaar. Op de akkers ontrollen de zaadjes in de donkere koude aarde, klaar om door te stoten naar de vrijere lucht. Voor het eerst ziet ze de abdij, die bleek en trots op een heuveltop uitkijkt over het vochtige dal, waar regen uit de wolken opgezogen uit zee gestaag neerslaat tegen de bergen. Het grootste deel van het jaar is dit een oord van smaragd en saffier, berstensvol nattigheid, overal schapen, vinken, salamanders, tere paddenstoelen die uit de vette aarde tevoorschijn piepen, maar nu in het staartje van de winter is alles grijs en beschaduwd.
Haar oude strijdros sjokt chagrijnig voort, in de tenen mand op de kist die achter haar staat vastgesjord rilt een smelleken.

De wind luwt. De bomen suizelen niet meer.
Marie voelt het hele landschap toekijken hoe zij zich erdoor verplaatst.
Ze is groot, een reuzin van een maagd, haar ellebogen en knieën steken onbevallig uit. De motregen vloeit samen in stroompjes die langs haar mantel van zeehondenbont lopen en kleurt haar groene hoofddoek donker. Haar scherp gesneden Angevijnse gelaat bezit geen schoonheid, enkel schranderheid en nog onbeteugelde hartstocht. Het is nat van de regen, niet van tranen. Nog heeft ze niet gehuild dat ze de schop heeft gekregen.
Twee dagen eerder was koningin Eleonora in Maries deuropening verschenen, een en al boezem, gouden lokken, sabelbont in de blauwe mantel, sieraden bungelend aan oren en polsen, glanzende chapelet en parfum sterk genoeg om iemand te laten bezwijmen. Altijd was haar doel ontwapening door overrompeling. Haar dames stonden achter haar, verborgen hun lach. Tussen deze verraadsters bevond zich Maries eigen halfzuster, net als Marie een koninklijke bastaarddochter, een gevolg van plichtvergeten vaderlijke lusten, maar wel wetende hoe populariteit aan het hof werkt was dit onnozele wicht wit weggetrokken en fluks op de vlucht geslagen voor Maries pogingen vriendschap met haar te sluiten. Op een dag zou ze een Welshe prinses zijn.

Marie maakte een onhandige buiging en Eleonora schreed de kamer binnen; haar neusvleugels trilden.
Ze had nieuws, zei de koningin, zulk verrukkelijk nieuws, wat een opluchting, zo-even had ze de pauselijke dispensatie ontvangen, het arme paard was zo vliegensvlug gegaloppeerd om die deze ochtend bij haar te bezorgen dat het zijn hart te barsten had gepompt. Dankzij de inspanningen van haar, de koningin, was de arme onwettig geboren Marie uit ergens nergens in Le Maine eindelijk aangewezen als de priorin van een koninklijke abdij. Was dat niet geweldig. Eindelijk wisten ze nu wat te doen met deze eigenaardige koninklijke halfzuster. Eindelijk hadden ze een nuttige bestemming voor Marie.”

 

Lauren Groff (Cooperstown, 23 juli 1978)

 

De Duitse dichteres Claudia Gabler werd op 28 juli 1970 geboren in Lörrach. Zie ook alle tags voor Claudia Gabler op dit blog.

 

Ben je dol op de microscopisch kleine doses sproeiwater?

Ben je dol op de microscopisch kleine doses sproeiwater,
die voortkomen uit de bloemen van de steden,
die domesticeren
en ons vertellen over bucolische landschappen,
waar ze aan voorbij gekomen zijn tijdens hun kweltochten,
die zich uitspreiden
in onze badkuipen van geluk?

–––
Maar we zijn al lang verhuisd naar de tuinen,
waar monniken graasden
diervriendelijk en hongerig in hun gezang.
Ooit waren we metro-preneurs.
Als wij mensenkinderen nu schoenen aandoen,
vinden we er soms blaren in.

–––
Liefde, zeg je,
is het verkeerde woord.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Claudia Gabler (Lörrach, 28 juli 1970)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e juli ook mijn blog van 23 juli 2020 en eveneens mijn blog van 23 juli 2019 en ook mijn blog van 23 juli 2018 en ook mijn blog van 23 juli 2017 deel 2.

Frank Koenegracht

De Nederlandse dichter en psychiater Frank Koenegracht werd geboren in Rotterdam op 23 juli 1945. Zijn debuut was in 1966 met gedichten in het literaire tijdschrift Maatstaf. Koenegracht debuteerde in 1971 met zijn bundel “Een gekke tweepersoonswesp”. In 2003 verscheen de verzamelbundel “Vroege sneeuw” van meer dan dertig jaar poëzie. Zes gedichten van Koenegracht werden in 2004 opgenomen in Gerrit Komrij’s “De Nederlandse poëzie van de 19de t/m de 21ste eeuw”. Koenegrachts thema’s komen met name uit de wereld van de psychiatrie en de popmuziek. In 2009 ging hij met pensioen. Hierna verscheen “Lekker dood in eigen land” met bijbehorende tekeningen. De poëzie van Koenegracht werd in 1990 bekroond met de Anna Blaman Prijs. In 2001 kreeg hij de Frans Erensprijs voor zijn gehele oeuvre. Koenegracht staat ook bekend als een kenner van de cantates van Johann Sebastian Bach.

 

Alles valt

Verschoor en ik zagen in de winter
een man die de waarheid sprak
door een versterker zo goot

als een klein kacheltje en zei:
‘Wat baat u goud wanneer uw
ziel van ijzer is.’ Alles valt.

Ja alles valt
en er zal menging zijn van avond
in de vestiaire

en buiten, boven de wind
staan alle wolken stil terwijl
moeder staat te schreeuwen

op de grond met een tasje
in haar hand. Alles valt.
En het huis tegenover ons huis

is geen huis en de sterren vallen
maar we zie hen niet. Alles
in het huis tegenover ons is goed

maar er is geen huis want alles valt.
Verschoor was naar de Beroepswedstrijden
van de Zwitserse Gasvereniging geweest

waar overigens alles viel.

 

Negentienvijfenzeventig

Het waren mooie jaren toen
de geest woei op bijeenkomsten
tijdens andermans kantooruren
bij versterkte tot zeer versterkte muziek.

Mooie jaren waarin
de neiging tot speelsheid
der werkende klasse
onomstotelijk werd vastgesteld.

Maar uit de ledige hemel viel
de ontzaggelijke stropdas.

 

Suite

Een jongen die zijn meisje kwijt raakt
davert niet.
En de wereld niet van zijn gedichten.
En de nacht niet van zijn stap.

Met zijn gazelle aan de hand
staat hij terecht
voor een twaalf meter hoge tafel
waarop zij met haar nieuwe vriendje zit

(die haar telkens zit te zoenen
“straks” giechelt ze “eerst dit”)

Ze kijkt hem vreemd ernstig aan
voordat ze dit vonnis spreekt.
-ze lacht niet meer denkt hij
dit heeft ze voor mij over, er is hoop-

Die is er niet
Ze krijgen allemaal een jaar:
Hij zelf, zijn fiets, zijn schaduw en zijn verdriet.

 

Frank Koenegracht (Rotterdam, 23 juli 1945)