Billy Collins

De Amerikaanse dichter en schrijver Billy Collins werd geboren in New York op 22 maart 1941. Zie ook alle tags voor Billy Collins op dit blog.

 

Aristotle

This is the beginning.
Almost anything can happen.
This is where you find
the creation of light, a fish wriggling onto land,
the first word of Paradise Lost on an empty page.
Think of an egg, the letter A,
a woman ironing on a bare stage
as the heavy curtain rises.
This is the very beginning.
The first-person narrator introduces himself,
tells us about his lineage.
The mezzo-soprano stands in the wings.
Here the climbers are studying a map
or pulling on their long woolen socks.
This is early on, years before the Ark, dawn.
The profile of an animal is being smeared
on the wall of a cave,
and you have not yet learned to crawl.
This is the opening, the gambit,

a pawn moving forward an inch.
This is your first night with her,
your first night without her.
This is the first part
where the wheels begin to turn,
where the elevator begins its ascent,
before the doors lurch apart.

This is the middle.
Things have had time to get complicated,
messy, really. Nothing is simple anymore.
Cities have sprouted up along the rivers
teeming with people at cross-purposes—
a million schemes, a million wild looks.
Disappointment unshoulders his knapsack
here and pitches his ragged tent.
This is the sticky part where the plot congeals,
where the action suddenly reverses
or swerves off in an outrageous direction.
Here the narrator devotes a long paragraph
to why Miriam does not want Edward’s child.
Someone hides a letter under a pillow.
Here the aria rises to a pitch,

a song of betrayal, salted with revenge.
And the climbing party is stuck on a ledge
halfway up the mountain.
This is the bridge, the painful modulation.
This is the thick of things.
So much is crowded into the middle—
the guitars of Spain, piles of ripe avocados,
Russian uniforms, noisy parties,
lakeside kisses, arguments heard through a wall—
too much to name, too much to think about.

And this is the end,
the car running out of road,
the river losing its name in an ocean,
the long nose of the photographed horse
touching the white electronic line.
This is the colophon, the last elephant in the parade,
the empty wheelchair,
and pigeons floating down in the evening.
Here the stage is littered with bodies,
the narrator leads the characters to their cells,
and the climbers are in their graves.
It is me hitting the period
and you closing the book.
It is Sylvia Plath in the kitchen
and St. Clement with an anchor around his neck.
This is the final bit
thinning away to nothing.
This is the end, according to Aristotle,
what we have all been waiting for,
what everything comes down to,
the destination we cannot help imagining,
a streak of light in the sky,
a hat on a peg, and outside the cabin, falling leaves.

 

Het draagkoord

Die dag dat ik langzaam terugstuiterde
van de blauwe muren van deze kamer,
botsend van typemachine naar piano
van boekenplank naar een envelop op de grond,
vond ik mezelf terug bij de letter D van het woordenboek,
waar mijn oog viel op het lemma draagkoord.

Geen koekje in de mond van een Franse romancier
kon mij sneller terugbrengen naar het verleden –
een verleden waarin ik op een bank zat in een kamp
bij een diep meer
lerend hoe ik dunne plastic draden kon vlechten
tot een draagkoord, een cadeau voor mijn moeder.

Ik had nooit iemand een draagkoord zien gebruiken
of er een omhebben, als dat was wat je ermee deed,
maar dat weerhield me er niet van
draad over draad te kruisen opnieuw en opnieuw
totdat ik een strak
rood en wit draagkoord had gemaakt voor mijn moeder.

Zij schonk mij leven en melk van haar borsten
en ik gaf haar een draagkoord.
Zij verzorgde mij geregeld als ik ziek was,
bracht theelepels medicijn naar mijn lippen
legde koude washandjes op mijn voorhoofd
en bracht me naar buiten de frisse lucht in

en leerde me lopen en zwemmen
en ik, op mijn beurt schonk haar een draagkoord.
Hier zijn duizenden maaltijden, zei ze
en hier is kleding en een goede opvoeding.
En hier is je draagkoord, antwoordde ik,
dat ik maakte met wat hulp van mijn begeleider.

Hier is een werkend lichaam en een kloppend hart,
sterke benen, botten en tanden,
en twee heldere ogen om de wereld te lezen, fluisterde ze,
en hier zei ik, is het draagkoord dat ik op kamp maakte.
En hier, wil ik nu tegen haar zeggen,
is een kleinere gift – niet de versleten waarheid

dat je nooit je moeder kan terugbetalen,
maar de treurige bekentenis dat toen ze
het tweekleurige draagkoord aannam uit mijn handen,
ik zo zeker was als een jongen kan zijn
dat dit nutteloze, waardeloze ding dat ik vlechtte
uit verveling genoeg was om weer gelijk te staan.

 

Vertaald door Ron Rijghard

 

Billy Collins (New York, 22 maart 1941)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e maart ook mijn blog van 22 maart 2020 en eveneens mijn blog van 22 maart 2019 en ook mijn blog van 22 maart 2016 en mijn blog van 22 maart 2014 deel 1 en eveneens deel 2.