Bij Maria Boodschap – Aankondiging van de Heer
Verkündigung
Die Worte des Engels
Du bist nicht näher an Gott als wir;
wir sind ihm alle weit.
Aber wunderbar sind dir
die Hände benedeit.
So reifen sie bei keiner Frau,
so schimmernd aus dem Saum:
ich bin der Tag, ich bin der Tau,
du aber bist der Baum.
Ich bin jetzt matt, mein Weg war weit,
vergieb mir, ich vergaß,
was Er, der groß in Goldgeschmeid
wie in der Sonne saß,
dir künden ließ, du Sinnende,
(verwirrt hat mich der Raum).
Sieh: ich bin das Beginnende,
du aber bist der Baum.
Ich spannte meine Schwingen aus
und wurde seltsam weit;
jetzt überfließt dein kleines Haus
von meinem großen Kleid.
Und dennoch bist du so allein
wie nie und schaust mich kaum;
das macht: ich bin ein Hauch im Hain,
du aber bist der Baum.
Die Engel alle bangen so,
lassen einander los:
noch nie war das Verlangen so, so
ungewiss und groß.
Vielleicht, dass Etwas bald geschieht,
das du im Traum begreifst.
Gegrüßt sei, meine Seele sieht:
du bist bereit und reifst.
Du bist ein großes, hohes Tor,
und aufgehn wirst du bald.
Du, meines Liedes liebstes Ohr,
jetzt fühle ich: mein Wort verlor
sich in dir wie im Wald.
So kam ich und vollendete
dir tausendeinen Traum.
Gott sah mich an; er blendete…
Du aber bist der Baum.
De Nederlandse dichter en schrijver Paul Meeuws werd geboren op 25 maart 1947 in Roermond. Zie ook alle tags voor Paul Meeuws op dit blog.
Uit: Heino’s handschrift
“Er was in zijn jonge jaren een Duitse zanger die Heino heette. Een geheimzinnige, tengere gestalte met blonde pruik en zwarte zonnebril maar met een bariton, waarmee hij een veilinghal vol huisvrouwen aan zijn voeten kreeg. Hij zong Schlagers.
Hij was toen op een leeftijd waarop, net als bij de jongeren van nu, je muzikale smaak beslissend was voor het soort gezelschap waar je mee omging. Liefhebbers van Schlagers behoorden tot een ander slag. In zíjn kringen circuleerden geruchten als zou Heino een door platenbonzen in elkaar geflanste, arisch aandoende pop zijn, een wandelend afspeelapparaat, dat de stem liet horen van een glansrijk aan de Kölner Musikhochschule afgestudeerde Namibiër.
De kleine Heino zat linksachter in de klas. Zijn naam leek hem het restant van overjarige dweepzucht, wat hem zijn eigen jeugdjaren weer in herinnering bracht, het hooghartige dwepen met moeilijke muziek en moeilijke boeken.
In niets leek de jongen op zijn wat onwezenlijke naamgenoot, althans niet op het eerste gezicht. Deze Heino was zo levend als het maar zijn kon en erg ongezeglijk. Vaak viel, met onderdrukte weerzin en steeds smekender, zijn naam. Er bestaat, zo leerde hij op deze school, een soort ongehoorzaamheid die niet, zoals de pedagoog het wil, de ongehoorzame maar de gehoorzamen te kijk zet.
Bij Heino brak nood telkens wet. Hij sprak niet, maar riep, ja, zóng bijna. Zijn nog heldere sopraan klonk hoog boven het schorre gekwaak van zijn fysiek wat meer gevorderde klasgenoten uit. De sussende gebaren van zijn leraar kregen iets verontschuldigends, alsof de omvang van zijn volume aan de oren lag en niet aan de stem.
Heino was de Benjamin van de klas. Niemand kon boos op hem worden, niet omdat er geen reden voor was, het was onbegonnen werk. Opgeruimd nam de moeilijk op zijn plaats blijvende jongen elk roer dat hij tegenkwam over, zelfs dat van zijn leraar, toen op een keer de zoveelste poging tot een gepland themagesprek uit de hand liep.
‘De juffrouw gaf altijd een werkstuk,’ zei Heino op bemoedigende toon. ‘Dan was het lekker rustig.’
Een werkstuk, leerde hij van de slimme Heino, was een soort opstel met plaatjes. De jongen rende naar de kast en wees hem onder de plank met ongebruikte exemplaren van de methode ‘DE LEVENDE LAMP’ een doos met in stukken geknipte kranten en weekbladen. Daar greep zijn voorgangster dus naar als het lesgeven niet wilde lukken.”
De Amerikaanse dichteres, schrijfster en hoogleraar transgender-wetenschappen Joy Ladin werd geboren in Rochester, New York, op 24 maart 1961. Zie ook alle tags voor Joy Ladin op dit blog.
De tijd verstrijkt
Ook de tijd is bang om te verstrijken, is doorzeefd met gaten,
waar de tijd zich doorheen voelt lekken.
De tijd zweet midden in de nacht,
wanneer alle andere dimensies slapen.
De tijd heeft elk beeld van zichzelf als kind verloren.
Nu is de tijd oud, leerachtig en traag.
Kan niemand meer besluipen,
Kan zich niet verstoppen in het gras, kan niet rennen, kan niet vangen.
Kan niet bedenken hoe niet te vertrappen
wat hij wil zegenen.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 25e maart ook mijn blog van 25 maart 2021 en ook mijn blog van 25 maart 2020 en eveneens mijn blog van 25 maart 2019 en ook mijn blog van 25 maart 2018 deel 2.