Roos van Rijswijk, Hanane Aad

De Nederlandse schrijfster Roos van Rijswijk werd geboren in Amsterdam op 18 april 1985. Zie ook alle tags voor Roos van Rijswijk op dit blog.

Uit: De Dwaler (Seven Year Itch)

“Of nee, ‘kijken’ is het woord niet. Jopie maakt geen ge­bruik van het beeldscherm, zet nooit het gezicht van zijn vader aan op het eivormige apparaat. Hij luistert met zijn voorhoofd op zijn kunstknieën naar Eds stem. Alleen als hij zijn vader een vraag stelt tilt hij zijn hoofd even op. Als de uSoul aan­staat zonder het oproepen van een gezicht, ver­spreidt het scherm een zwak licht in kleurver­loop, alsof je in een erg langzame trein zit en door je oogharen naar het voorbijschietende land kijkt.  
Hoe ruikt sneeuw  
Wat was de hoofdstad van Amerika  
Soms hoort ze een vraag in het voorbijgaan. Simpele vragen. Vermoedelijk verlopen de ge­sprekken anders als Jopie zeker weet dat ze niet in de buurt is. Ze probeert niet te luisteren, het is iets tussen haar zoon en de uSoul. Ze weigert het programma als ‘Ed’ te beschouwen, al is de gelij­kenis ontstellend. Ze heeft Eds digitale bewust­zijn nooit een vraag gesteld. Voor het eerst voelt ze de behoefte bij de uSoul te rade te gaan. Maar dat kan dus niet. Het ei, dofzwart, is noch met knoppen, noch met bezweringen aan te krijgen. Het enige wat ze kan bedenken is een reset.  
‘Papa,’ legt ze Jopie uit, ‘is dan alles vergeten wat je tegen hem gezegd hebt.’  
Ze weet niet of dat klopt, maar het lijkt haar niet meer dan logisch.  
Jopies knieën zoemen zacht als hij zich op de poef laat zakken. Hij knikt manmoedig, waar­door hij op een of andere manier nog jonger lijkt dan hij is. Volwassen bewegingen passen nog niet bij hem.  
Het vastberadene heeft hij van haar. Ed kon eindeloos dubben. Over wat ze zouden gaan eten, over of hij een bepaald concept op de markt zou brengen; zij was altijd degene die de knoop door­hakte. Alleen bij de uSoul had ze zijn twijfel ge­deeld. Het heeft iets zieks, je eigen bewustzijn uploaden. Maar het idee was te goed. De techno­logie erachter te revolutionair. En nu zijn over de hele wereld de breinen van vooraanstaande wetenschappers, miljonairs en beroemdheden  te raadplegen – soms zelfs terwijl het menselijk brein in kwestie nog in leven is. Mrc LeFaw, on­der Jopie en zijn vriendjes een soort god, voert in een dagelijkse vlog diepzinnige gesprekken met zijn eigen uSoul. Ed heeft nog eens met die jon­gen gedineerd. Amper twintig was de ster toen. Zijn management had uTech een exorbitant be­drag geboden om LeFaw drie maanden alleen­recht op een uSoul te geven. Ans moet een rilling onderdrukken.
Ze denkt vaak aan de uitvinder, wie het ook was, van het buskruit. En aan Robert Oppenhei­mer. Aan Steve Jobs ook, van wie een ingelijste foto achter het bureau van Ed hangt. Ze vraagt zich weleens af of ook zij aan hun voorgangers dachten als ze bijna in slaap vielen. Wie, piekert ze op dat soort momenten, stak het eerste kamp­vuur aan?  
‘Doe het,’ zegt Jopie.”   

 

Roos van Rijswijk (Amsterdam, 18 april 1985)

 

De Libanese dichteres, journaliste en vertaalster Hanane Aad werd geboren op 18 april 1965 in Beiroet. Zie ook alle tags voor Hanane Aad op dit blog.

 

Gekte

De wijzer van de klok,
deze tweede Nero,
beveelt het koninkrijk in brand te steken.
De legioenen zijn verslagen,
ze struikelen over de tranen van de weg.
De draak tijd
verscheurt de onschuld,
hij doodt het blauw.
Op het reine voorhoofd
stort zich de tijd,
rukt er de glans vanaf.
De egoïst gelooft,
dat de Grote God van hem is.
De anderen, alle anderen zijn
ongelovigen,
gekken!
Hij beveelt hun executie.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Hanane Aad (Beiroet, 18 april 1965)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e april ook mijn blog van 18 april 2021 en ook mijn blog van 18 april 2020 en eveneens mijn blog van 18 april 2019 en ook mijn blog van 18 april 2017 en ook mijn blog van 18 april 2015 deel 2.

Bonnie Garmus  

De Amerikaanse schrijfster Bonnie Jean Garmus werd geboren op18 april 1957 in Riverside, Californië. Garmus wilde schrijfster worden en studeerde Engelse literatuur aan de Universiteit van Californië, Santa Cruz. Na haar afstuderen werkte ze lange tijd als redacteur bij een wetenschappelijke uitgeverij. Daarna werd ze copywriter en specialiseerde ze zich in technische en medische onderwerpen. Ze heeft lange tijd in Seattle gewoond. Vanwege het werk van haar man verhuisde ze eerst van Seattle naar Zürich, waar ze werkte als freelance copywriter, en in 2017 naar Londen. In april 2022 verscheen haar debuutroman “Lessons in Chemistry”. Op de eerste digitale Frankfurter Buchmesse in 2020 stond het boek volop in de belangstelling. Aan de veiling voor de rechten namen 16 uitgevers deel. Randomhouse-uitgever Doubleday kocht de rechten voor Groot-Brittannië en de VS. Ze werden verkocht aan 35 landen. Éditions Robert Laffont publiceerde in mei 2022 een Franse vertaling onder de titel “La Brillante destinée d’Elizabeth Zott”. Het boek stond op de shortlist voor de RSL Christopher Bland Prize 2023. Het werd in 2022 door Eefje Bosch in het Nederlands door vertaald als “Lessen in chemie”.

Uit: Lessen in chemie (Vertaald door Eefje Bosch)

In 1961, toen vrouwen hemdjurken droegen en bij tuinclubs gingen en zonder erbij na te denken legioenen kinderen rondreden in auto’s zonder gordels; toen niemand nog wist dat er een jarenzestigbeweging zou komen, laat staan een die in de zestig jaar erna door de deelnemers zou worden opgetekend; toen de wereldoorlogen voorbij waren en de geheime oorlogen net uitbraken en iedereen met een schone lei begon en geloofde dat niets onmogelijk was, stond de dertigjarige moeder van Madeline Zott elke ochtend voor zonsopgang op, en wist ze één ding zeken haar leven was voorbij. Ondanks die overtuiging vond ze haar weg naar het lab om de lunch voor haar dochter in te pakken. Stof tot leren, schreef Elizabeth Zott op een stukje papier, dat ze vervolgens in de broodtrommel van haar dochter deed. Toen stopte ze even, met haar potlood omhoog, alsof ze het heroverwoog. Doe mee aan sport in de pauze maar laat de jongens niét automatisch winnen, schreef ze op een ander stukje. Toen stopte ze weer even en tikte met haar potlood op tafel. Je beeldt het je niet in, schreef ze op een derde. De meeste mensen zijn verschrikkelijk. Ze legde de laatste twee bovenop. De meeste kleine kinderen kunnen niet lezen, en als ze dat wel kunnen, zijn het meestal woordjes als ‘hond’ en ‘ga’. Maar Madeline las al sinds haar derde en nu, op haar vijfde, was ze al bijna helemaal door Dickens heen. Madeline was zo’n typisch kind — zo’n kind dat een Bach-concert kon neuriën maar haar eigen veters niet kon strikken; dat de rotatie van de aarde kon uitleggen maar vastliep bij boter-kaas-en-eieren. En dat was het probleem. Want muzikale wonderkinderen worden altijd opgehemeld, maar vroege lezers niet. En dat komt doordat vroege lezers alleen maar goed zijn in iets waar anderen uiteindelijk ook goed in worden. Daarin de beste zijn is dus niet bijzonder, het is alleen maar irritant. Madeline begreep dat. Daarom maakte ze er iedere ochtend een punt van om – als haar moeder al weg was en haar oppas Harriet, de buurvrouw, druk bezig was met andere dingen – de briefjes uit de lunchtrommel te halen, ze te lezen, en ze vervolgens weg te stoppen bij alle andere briefjes die ze in een schoenendoos achter in haar kast bewaarde. Eenmaal op school deed ze net alsof ze zoals alle andere kinderen was: zo goed als ongeletterd. Het was voor Madeline van groot belang erbij te horen. En daar had ze onomstotelijk bewijs voor: haar moeder had er nooit bij gehoord en moest je zien wat er van haar terecht was gekomen. Daar, in het Zuid-Californische stadje Commons, waar het weer overwegend warm was, maar niet te warm, en de lucht overwegend blauw, maar niet te blauw, en de lucht schoon, gewoon omdat de lucht dat toen was, lag ze in bed met haar ogen dicht te wachten. Ze wist dat ze zo zachtjes op haar voorhoofd zou worden gekust, haar lakens voorzichtig zouden worden ingestopt naast haar schouders, er zachtjes ‘Pluk de dag’ in haar oor zou worden gefluisterd.”

 

Bonnie Garmus  (Riverside, 18 april 1957)