Bij Vaderdag
Mijn vader
Mijn vader
en dan urenlang, dagenlang
niets
en dan mijn moeder, sjokkend, zijn leed torsend,
af en toe iets ervan morsend
(maar met zulke zachte ogen, zij)
en dan mijn broers, boos,
zo boos dat zij dampten,
dikke wolken sloegen van hen af,
en dan weer niet
maanden, jarenlang
en dan weer mijn vader
– ‘waar zijn jullie?’ –
oud en haastig,
niemand naast zich,
achter zich,
niemand meer.
De Nederlandse dichteres en beeldend kunstenares Marije Langelaar werd geboren op 18 juni 1978 in Goes. Zie ook alle tags voor Marije Langelaar op dit blog.
HOUD JE SCHIL VAST
Laat je niet lichten, houd je schil vast
houd je bril vast, laat je billen niet los en houd de hand
van de tijd vast en één twee drie kramp nu
Laat je niet ontkleden houd al je gebeden, hoofdsteden
regels vast, zet je hart in een klem ja zo
bind je hersens vast,
prik wat met je stok
één twee drie kramp nu
ik pas deze jas
Vogel
In de vogel zelf
leek alles even waardeloos
’t kwam eigenaardig overeen met in
een handschoen kruipen
niks van dat heroïsche
welja soms opgetild
en bek gaat open bek gaat dicht
(binnenvallend licht)
herhaaldelijk het volkslied fluiten
(meesterlijke trilling)
(takken vol bronstige jongens)
na een week zweefziek doof van getetter
en murw van het ei dat naast mijn hoofd was
gaan groeien aan de hendel getrokken
het dak op gekwakt
Scène
Ze zien ons aankomen over de pier.
Twee verrukte eenden door de zon beschenen
lekker kwaken hier.
Verder duiken en tegendraads de wind in.
Dan: wolvenschrik!
Wolvenschrik!
Wel iedereen is dier!
De Amerikaanse dichteres Sharon Olds werd geboren op 19 november 1942 in San Francisco. Zie ook alle tags voor Sharon Olds op dit blog.
Zijn stilte
De dokter zei tegen mijn vader: ‘Je hebt me gevraagd
om je te vertellen wanneer er niets meer aan te doen is.
Dat is wat ik je nu vertel. Mijn vader
zat heel stil, zoals hij altijd deed,
vooral zijn ogen bewogen niet. ik had gedacht
dat hij tekeer zou gaan als hij begreep dat hij zou sterven,
met zijn armen zwaaien en het uitschreeuwen. Hij ging rechtop zitten,
mager, en schoon, in zijn schone gewaad,
als een heilige man. De dokter zei,
“Er zijn dingen die we kunnen doen om je nog wat tijd te geven,
maar we kunnen je niet genezen.” Mijn vader zei,
“Dank je.” En hij zat, roerloos, alleen,
met de waardigheid van een buitenlandse leider.
Ik ging naast hem zitten. Dit was mijn vader.
Hij had geweten dat hij sterfelijk was. Ik was bang geweest dat ze
hem vast moesten binden. Ik had er niet aan gedacht
dat hij zich altijd stil had gehouden en kalm was gebleven om dingen te verdragen,
de drank een manier om kalm te blijven. ik had hem niet
gekend. Mijn vader had waardigheid. Aan het
einde van zijn leven begon zijn leven
in mij wakker te worden.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 18e juni ook mijn blog van 18 juni 2020 en eveneens mijn blog van 18 juni 2019 en ook mijn blog van 18 juni 2016 deel 2.