In Memoriam Cormac McCarthy

In Memoriam Cormac McCarthy

De Amerikaanse schrijver Cormac McCarthy is afgelopen dinsdag, 13 juni, op 89-jarige leeftijd overleden. Cormac McCarthy werd geboren op 20 juli 1933 in Providence, Rhode Island. Zie ook alle tags voor Cormac McCarthy op dit blog.

Uit: No Country for Old Men

“The deputy’s right carotid artery burst and a jet of blood shot across the room and hit the wall and ran down it. The deputy’s legs slowed and then stopped. He lay jerking. Then he stopped moving altogether. Chigurh lay breathing quietly, holding him. When he got up he took the keys from the deputy’s belt and released himself and put the deputy’s revolver in the waistband of his trousers and went into the bathroom.
He ran cold water over his wrists until they stopped bleeding and he tore strips from a hand towel with his teeth and wrapped his wrists and went back into the office. He sat on the desk and fastened the toweling with tape from a dispenser, studying the dead man gaping up from the floor. When he was done he got the deputy’s wallet out of his pocket and took the money and put it in the pocket of his shirt and dropped the wallet to the floor. Then he picked up his air tank and the stun gun and walked out the door and got into the deputy’s car and started the engine and backed around and pulled out and headed up the road.
On the interstate he picked out a late model Ford sedan with a single driver and turned on the lights and hit the siren briefly. The car pulled onto the shoulder. Chigurh pulled in behind him and shut off the engine and slung the tank across his shoulder and stepped out. The man was watching him in the rearview mirror as he walked up.
What’s the problem, officer? he said.
Sir would you mind stepping out of the vehicle?
The man opened the door and stepped out. What’s this about? he said.
Would you step away from the vehicle please.
The man stepped away from the vehicle. Chigurh could see the doubt come into his eyes at this bloodstained figure before him but it came too late. He placed his hand on the man’s head like a faith healer. The pneumatic hiss and click of the plunger sounded like a door closing. The man slid soundlessly to the ground, a round hole in his forehead from which the blood bubbled and ran down into his eyes carrying with it his slowly uncoupling world visible to see. Chigurh wiped his hand with his handkerchief. I just didn’t want you to get blood on the car, he said.”

 

Cormac McCarthy (20 juli 1933 – 13 juni 2023)

Vivian Gornick

De radicaal feministische Amerikaanse schrijfster en journaliste Vivian Gornick werd geboren op 14 juni 1935 in New York.  Gornick groeide op in The Bronx, als dochter van Oekraïense immigranten. Haar jeugd speelde zich af in een flatgebouw met uitsluitend andere Joodse Amerikaanse gezinnen. Vivians vader werkte in een textielfabriek, die eigendom was van haar ooms. Haar moeder bestierde het huishouden. Beiden waren sympathisanten van de Communistische Partij van de Verenigde Staten. In haar boek “The Romance of American Communism” (1977) beschreef zij, hoe de atmosfeer thuis was: Toen ze 13 jaar oud was overleed haar vader. Haar moeder stortte in, bracht dagen door op de sofa in de woonkamer en weigerde, jarenlang, om op te staan. Gornick behaalde in 1957 haar Bachelor of Arts in Engelse literatuur aan het City College of New York en drie jaar later een Master of arts aan de New York-universiteit. Na haar universitaire studie werkte ze van 1969 tot 1977 als verslaggever bij The Village Voice en publiceerde over de strijd aan het feministisch front. In 1969 schreef Gornick een essay in dit weekblad getiteld The Next Great Moment in History is Theirs, over de Tweede feministische golf. Op haar vijfendertigste keek ze terug op twee huwelijken, die allebei eindigden in een echtscheiding. Haar conclusie was dat ze alle ruimte nodig had om te kunnen schrijven. De liefde stond op het tweede plan.  Haar boek “Approaching Eye Level” (1969) gaat over haar eerste kennismaking met het feminisme in de jaren zeventig en hoe zij door ontmoetingen met voorvechtsters als Kate Millett en Shulamith Firestone leerde om zichzelf als vrouw te waarderen. In 1971 reisde Gornick naar Egypte, waar Anwar Sadat de macht had overgenomen. Zij bracht zes maanden door in Caïro. Ze praat weinig, maar houdt haar oren en ogen gespitst op deze vreemde cultuur. Haar indrukken legde ze vast in haar boek “In Search of Ali Mahmoud”, dat in 1974 op de longlist voor de National Book Award terecht kwam. In 1976 publiceerde Gornick een essay, “The Price of Paying Your Own Way” (De prijs die je betaalt voor je onafhankelijkheid) over vrouwen en geld. In de jaren tachtig heeft Gornick zes boeken uitgebracht, maar haar voornaamste bronnen van inspiratie raken opgedroogd. De tweede feministische golf is tot stilstand gekomen. Haar sympathie voor het communisme raakt bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie bekoeld. In 1987 verscheen “Fierce Attachments”, in het Nederlands vertaald als “Verstrengeld”. Gornick maakte er echt naam mee en voor de eerste keer had zij geen financiële zorgen meer.  In 2001 schreef Gornick “The Situation and the Story”, over de kunst van het schrijven van non-fictie verhalen. Tot op heden is het een standaardwerk dat gebruikt wordt in cursussen Creatief Schrijven. “The Odd Woman and the City” (2015) gaat zowel over haar solitaire bestaan als de onverwachte hartelijkheid die ze tijdens haar wandelingen door de straten van New York tegenkomt. “Unfinished Business: Notes of a Chronic Re-Reader” dateert uit 2020. Gornick verdiept zich opnieuw in het werk van schrijvers, die ze in haar jonge jaren graag las, zoals D.H. Lawrence , Colette en Saul Bellow.

Uit: Verstrengeld (Vertaald door Caroline Meijer)

“Ik ben acht. Mijn moeder en ik verlaten onze woning op de eerste verdieping. Onze buurvrouw, mevrouw Drucker, staat in haar deuropening te roken. Mijn moeder draait onze voordeur op slot en vraagt: ‘Wat sta jij hier te staan?’ Mevrouw Drucker wenkt met haar hoofd naar achteren. ‘Hij wil met me naar bed. Ik heb gezegd dat-ie moet douchen voor-ie me mag aanraken.’ Ik weet dat ze met ‘hij’ haar man bedoelt. Met “hij”wordt altijd de man bedoeld. ‘Hoezo? Is-ie vies?’ vraagt mijn moeder. ‘1k vind hem vies,’ antwoordt ze. ‘Drucker, je bent een hoer,’ zegt mijn moeder. Mevrouw Drucker haalt haar schouders op. ‘Ik ga niet met de metro,’ zegt ze. In de Bronx zei je dat je ‘met de metro ging’ als je werk had.
Tussen mijn zesde en eenentwintigste woonde ik in die huurkazerne. Er waren twintig woningen, vier op elke etage, en als ik eraan terugdenk zie ik een gebouw vol vrouwen voor me. Ik herinner me bijna geen mannen. Het stikte ervan natuurlijk — mannen, vaders, broers — man ik herinner me alleen de vrouwen. En in mijn herinnering zijn ze allemaal al even ongelikt als mevrouw Drucker, of fel als mijn moeder. Ze praatten nooit alsof ze beseften wie ze waren of op wat voor akkoordje ze het met het leven hadden gegooid, man handelden vaak wel zo. Slim, wispelturig, ongeletterd waren ze en ze gedroegen zich als de hoofdrolspeelsters in een melodrama. Er gingen jaren voorbij in ogenschijnlijke rust en dan ineens had je de poppen aan het dansen: twee of drie levens werden beschadigd (misschien zelfs kapotgemaakt) en vervolgens kwam het tumult weer tot bedaren. En dan begon Ales van voren of aan: stuurs zwijgen, erotische apathie, de gebruikelijke dagelijkse ontkenning. En ik — het meisje dat in hun midden opgroeide, naar hun evenbeeld werd gevormd — ik nam de vrouwen in me op zoals je chloroform inademt op zoals je chloroform inademt op een doek tegen je neus. Het heeft me dertig jaar gekost om in te zien hoeveel ik van ze begreep.

*****
Mijn moeder en ik wandelen over straat. Ik vraag haar of ze zich de vrouwen uit ons gebouw in de Bronx nog herinnert. ‘Natuurlijk,’ antwoordt ze. Dan suggereer ik dat het de seksuele driften waren die hen zo gek maakten. ‘Absoluut,’ zegt ze zonder haar pas te vertragen. ‘Herinner je je Drucker nog? Die beweerde altijd dat ze zich het raam uit zou gooien als ze niet kon roken wanneer ze gemeenschap had met haar man.”

 

Vivian Gornick (New York,  14 juni 1935)

Alex Boogers, Silke Scheuermann

De Nederlandse schrijver Alex Boogers werd geboren op 14 juni 1970 in Vlaardingen. Zie ook alle tags voor Alex Boogers op dit blog.

Uit: Wij zijn van diamant

“Het had al twee weken niet geregend toen ze zijn lichaam vonden. Het laatste wat William zich herinnerde was hoe hij hem had vastgehouden, intensief en beknellend, zoals ze zo vaak hadden gevochten. Aan de meeste gevechten had hij geen littekens overgehouden, ondanks het feit dat zijn broer zich in elk gevecht stortte als een doodsverachting. Zo kon hij hem nog omschrijven: als een vechter. Maar hij zei: liefdevolle broer.’
Ach, lieverd, meen je dat?’ vroeg Rena. Een Mexicaanse of Puerto Ricaanse, gokte William. Ze liet een prachtige glimlach zien en deed haar rieten hoed, die bij haar uniform als park ranger hoorde, af. Zweetdruppeltjes parelden op haar gezicht. Ze depte haar voorhoofd met de rug van haar hand, en zette haar hoed weer op.
‘Pas je op, baby! It’s still slippery!’
William zag dat haar robuuste wandelschoenen onder de modder zaten. Ze had een hoge stem, en vertelde dat ze eraan gewend was om met kinderen en jonge mensen om te gaan. Rena was ongetwijfeld een van de vele werkende moeders in de stad en had thuis een paar kinderen die ze ook ‘baby’ noemde. Kinderen die Rosita en Juan heetten, fantaseerde William.
‘Was hij je oudere broer?’ vroeg Rena, die behoedzaam afdaalde tussen de keien.
‘Twee jaar ouder,’ zei William. ‘Drieëntwintig.’
‘Watch out, honey!’
William greep zich vast aan de dunne stam van een conifeer langs het glibberige pad. Het was tropisch warm geworden, maar daarvoor had het weken onafgebroken geregend, het onverharde pad was een glijbaan geworden. Rena trok achteloos een dennennaald uit haar hand, glimlachte en liep verder.
‘En je had nog nooit van Snoqualmie Falls gehoord?’ vroeg ze hijgend en met een licht cynische ondertoon, die niet aan hem voorbijging. William schudde zijn hoofd en dacht terug aan de ontmoeting met de agent en de park ranger in de slecht verlichte lobby van zijn hotel. Door de diepe rimpels in hun gezichten en de groene uniformen leken ze op acteurs uit een film uit de jaren negentig.
‘Snokalmie?’ had William gevraagd toen ze hem uitlegden dat zijn broer was gevonden in het park. Het woord klonk indiaans. Was het indiaans? Het indiaanse bloed zat hier in de grond, had hij in het vliegtuig gelezen. De geesten waarden hier al zo’n vierduizend jaar lang rond, lang voordat de westerse pioniers verschenen. Zijn broer had er ook al over gesproken en had net zo verbaasd opgekeken toen William had gezegd dat hij nog niet naar het park was geweest.
Hij had zijn haar achter zijn oren gestreken en beet op zijn onderlip.
‘Je komt als een toerist naar Seattle, maar je weet niet wat Snoqualmie Falls is?’ had de park ranger gevraagd, die zich had voorgesteld als ‘gewoon Ray’.
‘Ik weet wie Bill Gates is, die komt hier toch vandaan?’

 

Alex Boogers (Vlaardingen, 14 juni 1970)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Silke Scheuermann werd geboren op 15 juni 1973 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Silke Scheuermann op dit blog.

 

Medusa’s kapper

Spraakzaam als een faun valt hij pas
stil in het bijzijn van zijn liefste klant

krabt zuchtend op haar achterhoofd
bedreigt teder met de schaar alle

zwarte slangen en zachtjes sprekend
steekt hij woesch

zijn vingers in de koude schubben
snijdt de uiteinden af haalt ringdikke

plakjes vlees weg Soms legt hij
de schaar weg modelleert en zit vast
Er wordt gezegd zo bedrijft hij ook de liefde: met zijn handen vrij

Hij is nieuw en briljant een kapper voor de vervloekten
Boeddha van de Kammen Held van de Shampoos

Maar als de klant verdwijnt, verandert hij zichzelf
terug in de kromme knipper
eindstation van alle legendes

Dan gooit hij roddels naar het haar
en de grond wemelt
Medusa die is
vroeger een betoverende vrouw geweest

lang voor haar metamorfose
de val uit het laatste hoofdstuk

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Silke Scheuermann (Karlsruhe, 15 juni 1973)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e juni ook mijn blog van 14 juni 2020 en eveneens mijn blog van 14 juni 2019 en ookmijn blog van 14 juni 2015 deel 1 en eveneens deel 2.