Ted van Lieshout, Ivan Blatný

De Nederlandse dichter en schrijver Ted van Lieshout werd geboren op 21 december 1955 in Eindhoven. Zie ook alle tags voor Ted van Lieshout op dit blog.

 

Zon-expres

Als deze trein sneller kon hield
de zon hem misschien niet bij.
Dat zou jammer zijn, want
er lekken schitterende lichten
uit de zon en die scheren over
het water in de nauwste sloot.

Glijdt de zon zo zoetjes
mee alleen voor mij?
Omdat ze mij wil blijven zien?
Misschien vindt ze me stiekem
wel een mooi gezicht. Ik glimlach
met mijn ogen bijna dicht.

 

Kerkhof in de regen

Wij gingen naar het kerkhof in de regen.
Ze had gezien dat het zwart
van de letters sleet. Ik durfde
met mijn vinger modder weg te vegen.

Straks ziet alleen de schaduw nog
door uitgehouwen woorden in de steen
dat daar, tussen twee bejaarden in,
mijn broertje ligt, keurig gerangschikt
op data – dat is het gemene van de dood:
niet iedereen krijgt tijd genoeg.

Soms droom ik dat wij allebei nog leven.
Dan pesten wij elkaar gewoon. Dat mis ik
als ik wakker word. In steen herken
ik hem niet meer, alleen zijn naam.

Zelf wil ik later as zijn in de wind
en dwarrelen op de kraag
van mijn zusjes jas.
Bah, zegt zij, een vuiltje
en veegt me weg.
Dan is alles weer normaal.

 

Moeders

Moeders worden vijf keer vierendertig
als het moet, terwijl ik graai
naar elk jaar dat ik te pakken krijg.
Ik maai mij door de tijd.

Moeders willen verjaardagen overslaan
(op cadeautjes na) maar jaren kwijt.
Ik elleboog mij haar voorbij:
dag mam, dag kleine meid.

 

Ted van Lieshout (Eindhoven, 21 december 1955)

 

De Tsjechische dichter Ivan Blatný werd geboren op 21 december 1919 in Brno. Zie ook alle tags voor Ivan Blatnýop dit blog. Zie ook alle tags voor Ivan Blatný op dit blog.

 

Op de Veranda

Op de veranda, in het geritsel van oude bonenpeulen en zaadcatalogi
leest de jonge Everard oude detectiveverhalen
Edgar Wallace Agatha Christie Simenon
Twintigduizend mijlen onder zee
De veranda vaart uit als de zomer de laatste zomer
met kapitein Nemo dood in het zand onder de zee

Was het maar niet de laatste zomer
konden we maar voor altijd blijven
gelukkig in de moederschoot,
in het geritsel van zaadcatalogi.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ivan Blatný (21 december 1919 – 5 augustus 1990)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e december ook mijn blog van 21 september 2018 en ook mijn blog van 21 december 2014 deel 2 en eveneens deel 3.

P. C. Hooftprijs 2024 voor Astrid Lampe

P. C. Hooftprijs 2024 voor Astrid Lampe

De P. C. Hooftprijs 2024 is afgelopen woensdag toegekend aan Nederlandse dichteres en schrijfster Astrid Lampe. De jury roemt Lampe omdat zij “met een diabolische intensiteit” dicht “over het moderne leven, in zinnelijke en ontembare taal die vraagt om herlezing en herbeluistering”. De prestigieuze literatuurprijs wordt afwisselend uitgereikt voor poëzie, verhalend proza en beschouwend proza. Astrid Lampe werd geboren in Tilburg op 22 december 1955. Zie ook alle tags voor Astrid Lampe op dit blog.

 

de grote en de kleine druppels
de aerosolen

de nachtploeg verdrijft het spuug uit de podiumzaal
jaagt narcis
bij de manshoge spiegel vandaan

de nachtploeg boent
de hoogmoed uit het visioen tot het maanverlicht blinkt
de nachtploeg

ploegt

parkeert de schoonmaaktrolley
parkeert de arabische lente
het zuur

brandt
het zuur
vreet zich een weg: berg de bijtende

berg de bijtende licht ontvlambare middelen
veilig op verstop
de bleek
jaag narcis
bij de nachtspiegel vandaan voor de zoveelste keer
verstop de bleek opdat het rif
in bloei zal schieten

opdat het bleke rif opnieuw
in bloei zal schieten
opdat de tijd
dit trauma

heelt

sluit de podiumzaal
af en steek
de sleutel tot de schone oceaan
in je zak

 

Tol

niet zwicht of bezwijkt zij hier
haar zwijm is meer een
ópkrullen
een roezen zacht

een stil zo van gewicht dat is
’t is zo zij dacht
wat ijl van hoofd, bloei
bloesemzacht zo voel ik mij
en vlij mij hier

(schutblad hij/ de koele aarde/ dicht neigen naar een grond)

niet: vallen.
een opbloeien
een bloemen zacht

’t was NIET DAT HIJ haar ontweek in
die hoedanigheid haar slechtsmaar voor
een voetveeg zag
het was meer in

alle talen dat hij zweeg, haar
plette in onstuimigheid
waarmee hij jachtliep op de plek
waar zij zo laatst nog toch zo
vol rechtop naar
hém

mooi rechtuit rechtop gelachen had, ’t was meer in
die hoedanigheid
dat hij haar
hier zo, stil -, zo
héél niet zag, vertreedt, vertrad
zij nimmer opkomt van die plek van

waar zij lag en
tóe hem lachte

 

Astrid Lampe (Tilburg, 22 december 1955)