De Zuidafrikaanse schrijver John Maxwell Coetzee werd geboren op 9 februari 1940 in Kaapstad. Zie ook alle tags voor John Coetzee op dit blog.
Uit: De kinderjaren van Jezus (Vertaald door Peter Bergsma)
“De man bij de poort wijst hen op een laag, vormeloos gebouw halverwege. ‘Als jullie haast maken,’ zegt hij, ‘kunnen jullie je melden voordat ze hun deuren voor de rest van de dag sluiten.’
Ze maken haast. ‘Centro de Reubicación Novilla’ staat er op het bord. Reubicación: wat betekent dat? Geen woord dat hij heeft geleerd.
Het kantoor is groot en leeg. Warm ook – nog warmer dan buiten. Aan de andere kant strekt een houten balie zich uit over de hele breedte van het vertrek, opgedeeld door matglazen ruiten. Tegen de muur een rij archiefladen van gelakt hout.
Boven een van de hokjes tussen glas hangt een bord: Recién Llegados, zwart gesjabloneerde woorden op een rechthoekig stuk karton. De baliebediende, een jonge vrouw, begroet hem met een glimlach.
‘Goedendag,’ zegt hij. ‘Wij zijn nieuwkomers.’ Hij spreekt de woorden langzaam uit, in het Spaans dat hij met moeite onder de knie heeft gekregen. ‘Ik ben op zoek naar werk, ook naar een plek om te wonen.’ Hij pakt de jongen onder zijn oksels en tilt hem op zodat ze hem goed kan zien. ‘Ik heb een kind bij me.’
Het meisje pakt de hand van de jongen. ‘Hallo, jongeman!’ zegt ze. ‘Is hij uw kleinzoon?’
‘Niet mijn kleinzoon, niet mijn zoon, maar ik ben verantwoordelijk voor hem.’
‘Een plek om te wonen.’ Ze werpt een blik op haar papieren. ‘We hebben een kamer vrij hier in het Centrum die u kunt gebruiken terwijl u naar iets beters zoekt. Luxe is het niet, maar dat vindt u misschien niet erg. Wat werk betreft, laten we daar morgenochtend naar kijken – u ziet er moe uit, u wilt vast wel uitrusten. Komt u van ver?’
‘We zijn de hele week onderweg geweest. We komen uit Belstar, uit het kamp. Bent u bekend met Belstar?’
‘Ja, ik ken Belstar goed. Ik ben zelf via Belstar gekomen. Heeft u daar uw Spaans geleerd?’
‘We hebben zes weken lang elke dag les gehad.’
‘Zes weken? Dan boft u. Ik was drie maanden in Belstar. Ik ging er bijna dood van verveling. Het enige wat me op de been hield waren de Spaanse lessen. Had u toevallig les van señora Piñera?’
‘Nee, wij hadden les van een man.’ Hij aarzelt. ‘Mag ik iets anders te berde brengen? Mijn jongen’ – hij werpt een blik op het kind – ‘voelt zich niet goed. Dat komt deels doordat hij van streek is, van streek en in de war, en niet goed gegeten heeft. Hij vond het eten in het kamp vreemd, niet lekker. Kunnen we ergens een fatsoenlijke maaltijd krijgen?’
John Coetzee (Kaapstad, 9 februari 1940)
Cover
De Oostenrijkse schrijver Thomas Bernhard werd geboren op 9 februari 1931 in Heerlen. Zie alle tags voor Thomas Bernhard op dit blog.
Uit: Alte Meister
„Erst für halb zwölf Uhr mit Reger im Kunsthistorischen Museum verabredet, war ich schon um halb elf Uhr dort, um ihn, wie ich mir schon längere Zeit vorgenommen gehabt hatte, einmal von einem möglichst idealen Winkel ausungestört beobachten zu können, schreibt Atzbacher. Da er im sogenannten Bordone-Saal gegenüber Tintorettos Weißbärtigem Mann seinen Vormittagsplatz hat, auf der samtbezogenen Sitzbank, auf welcher er mir gestern nach dem Erläutern der sogenannten Sturmsonate seinen Vortrag über die Kunst der Fuge fortgesetzt hat, von vor Bach bis nach Schumann, wie er es bezeichnet und dabei doch nur immer mehr von Mozart und nicht von Bach zu sprechen in Laune gewesen war, mußte ich im sogenannten Sebastiano-Saal Aufstellung nehmen; ich mußte also, ganz gegen meinen Geschmack, Tizian in Kauf nehmen, um Reger vor dem Weißbärtigen Mann von Tintoretto beobachten zu können und zwar stehend, was kein Nachteil war, denn ich stehe lieber, als daß ich sitze, vor allem in der Menschenbeobachtung und ich beobachte zeitlebens immer stehend besser, als sitzend, und da ich ja aus dem Sebastiano-Saal hinaus- in den Bordone-Saal hineinschauend schließlich unter Anwendung der äußersten Sehschärfe tatsächlich die ganze, nicht einmal durch die Sitzbankrückenlehne beeinträchtigte Seitenansicht Regers, der gestern ohne Zweifel durch den in der vorausgegangenen Nacht eingetretenen Wettersturz arg in Mitleidenschaft gezogen, die ganze Zeit seinen schwarzen Hut auf dem Kopf behalten hat, sehen konnte, also die ganze mir zugewandte linke Seite Regers, war mein Vorhaben, Reger einmal ungestört in Augenschein zu nehmen, geglückt.“
Thomas Bernhard (9 februari 1931 — 12 februari 1989)
Cover
De Ierse dichter en schrijver Brendan Behan werd geboren op 9 februari 1923 in Dublin. Zie ook alle tags voor Brendan Behan op dit blog.
Uit: Overheard in a bookshop
‘”Go ‘way, you dirty low cur,” said I, “to insult a lady. I’m no European, but an Irish girl, bred, born and reared in Donnelly’s Orchard.” ‘
Her young man muttered something fierce, but she waved her hand deprecatingly.
‘That’s all right, Ignayzeous, what you’d a done if you’d a been here, but you’re like the Garda Seo Caughtyeh, never where you’re wanted. Then another fellow comes in and asks me for the new Greene, and I directed him to the top of Grafton Street and said he might do the best he could with the old one, because it was the only one I’d heard of in these parts, unless they’d have a new green in Ballyfermot or Donnycarney, out at the new houses, but I’d not know much about them places — ours is a purchase house, fifty pound down and you own it in 2006, if God spares us.
‘Then there was an old chap in a Teddy Boy suit, velvet collar and all, drainpipes, and I don’t know who he thought he was fooling. Going round in that get-up like a fellow of eighteen and I declare he was seventy if he was an hour, and he tries to get off his mark, if you please, asking me if I liked Kipling.
“How could I know?” I asks, “when I never kippilled, and if I did it would be someone more me equals than you.”
And that put him in his place, I can tell you. He wasn’t long clearing off. And all these dead-and-alive old books, you’d be lost for a bit of a read only I do bring me True Romances with me. I’ll be out of this place after the Christmas rush, anyway. I went back to the fellow in the Labour and he says to me:
“I thought you liked working in a bookshop? You said you worked in one for three years.”
“A bookshop?” says L “I told you I worked in the cookshop, in the biscuit factory, where they fill cakes and biscuits with jam and suchlike when they come out of the bakehouse.”
“Oh, is that so?” says he. “My mistake; well, keep your mouth shut till the first week in January and let on you can read and write.”
Brendan Behan (9 februari 1923 – 20 maart 1964)
Standbeeld in Dublin
De Nederlandse dichter, essayist, historicus en politicus Geerten Gossaert (eig. Frederik Carel Gerretson) werd geboren in Kralingen op 9 februari 1884. Zie ook alle tags voor Geerten Gossaert op dit blog.
Libera nos, Domine!
De wind woei om het eenzaam huis
In ’t laatste avonduur;
Toen lichtte een vreemde de klink der deur
En zat bij ’t open vuur.
Ik dierf niet vragen wie hij was
En hij gaf teken noch taal;
En ik noodde hem niet, maar hij zat aan
Naast mij aan ’t avondmaal.
Mijn lippen trilden en in mijn hart
Laaide hittige haat;
Maar hij glimlachte en hief tot mij
Zijn bitterschoon gelaat.
En ‘k sprak en zei: Ik ken u niet!
Wat, aan mijn haard, zoekt gij?
Doch hij antwoordde niet, maar hief zijn hand
En brak het brood met mij.
En ik herkende …; ’s morgens vroeg
Is hij weer heengegaan…
Maar ’t laatste van dit bitter lied
Zal God alléén verstaan.
Hymne aan de stilte
I
Weer, stijgend door de koele nacht
De bergen op ter eenzaamheid,
Omgordt mij de geheime macht
Die mij tot Uw gemeenschap wijdt;
Der mensen woningen ontvlucht
En hunner woorden vreemd gerucht,
Ver van hun liefde en hunne haat
Tot Ú mijn hoog vertrek en toeverlaat.
Geerten Gossaert (9 februari 1884 – 27 oktober 1958)
In 1917
De Nederlandse dichter en schrijver Herman Pieter de Boer werd geboren op 9 februari 1928 in Rotterdam. Zie ook alle tags voor Herman Pieter de Boer op dit blog.
Uit: Zalig zijn de schelen (Samen met Betty van Garrel)
“Schele mensen! Ik schenk ze mijn liefde en vertrouwen. Hoe kan ik anders? Uit hun ogen straalt een kinderlijke hulpeloosheid, ja een aan verdwazing grenzende verwondering die om tederheid roept. Denk maar eens aan Ben Turpin als hij verbaasd oprijst uit een meelton. of aan een scheel meisje dat in de stadsbus ineens over de rugleuning naar je omkijkt. of denk zomaar aan iemand die scheel is.
Met loense mensen ligt het even anders. Ik kan niet anders dan van ze houden, maar niets is ooit zeker. Ik krijg dikwijls het idee dat de loense mens iets ziet wat ik niet zie: één oog toeft in een andere dimensie. Spannend! Als de loense mens mij plotseling recht (??) aankijkt, gaat de spanning vaak over in aangename verwarring. Zwelt soms aan tot ontroering en opwinding.
Ik weet nog geen raad met het erotische aspect van scheel en loens. Ik weet alleen dat het er is, wat mij aangaat bij vrouwen, en vooral bij de filmster Karen Black.”
Herman Pieter de Boer (9 februari 1928 – 1 januari 2014)
De Amerikaanse schrijfster en feministe Alice Malsenior Walker werd geboren op 9 februari 1944 in Eatonton, Georgia Zie ook alle tags voor Alice Walker op dit blog.
Uit: We are the Ones We Have Been Waiting For
“In fact, the happiness that imbues this kind of friendship, whether for an individual or a country, or an act, is like an inner light, a compass we might steer by as we set out across the lengthening darkness. It comes from the simple belief and understanding that what one is feeling and doing is right. That it is right to protect rather than terrorize others; right to feed people rather than withhold food and medicine; right to want the freedom and joyful existence of all humankind. Right to want this freedom and joy for all creatures that exist already, or that might come into existence. Existence, we are now learning, is not finished! It is a happiness that comes from honoring the peace or the possibility of peace that lives within one’s own heart. A deep knowing that we are the Earth—our separation from Earth perhaps our greatest illusion—and that we stand, with gratitude and love, by our planetary Self.
When you read this book you may not be surprised that many of its “meditations” were delivered as talks. There is a reason for this. Perhaps you already know that many writers write because they secretly believe they cannot talk, or they don’t like to talk, or they feel they have nothing to say. This describes this writer more often than not, in any case. Or did describe me until a year or so ago. Until that time, whenever I accepted an invitation to speak-to a college or high school graduating class, an association of yoga teachers, a gathering of Buddhists-I sat down and wrote what I wished to say, frankly worrying that if I did not write it down I would forget it, memory of the nonfictional not being a strength.”
Alice Walker (Eatonton, 9 februari 1944)
De Nederlandse dichter en schrijver Jacques Schreurs werd geboren in Sittard op 9 februari 1893. Zie ook alle tags voor Jacques Schreurs op dit blog.
God heeft de dichters lief
God heeft de dichters lief
Als eerstgeboren zonen;
Maar waarom weet ik niet.
Soms licht van zin en wild van haar
Berokkenen zij Hem veel ongerief;
En of die God, hoe onberekenbaar
Hij soms zijn mag, ’t kan verschonen
Dat zij – o, ieder dichter is zijn dief –
De schoonste bloemen uit zijn lusthof roven,
Geloof ik niet.
Wat moet ik dán geloven?
Dat God hen gaarne ziet,
Omdat zij anders dan de anderen
En reeds van Henoch af
Op hunne handen naar den hemel wandelen
En op hun voeten naar hun graf?
Ik weet het niet.
Ik weet alleen dat, als God in zijn gram-
schap ooit een dichter liet verdrinken,
Zijn hoofd meteen weer boven kwam
En nóg zijn lied bleef klinken.
Jacques Schreurs (9 februari 1893 – 31 januari 1966)
De Amerikaanse dichteres Amy Lowell werd geboren op 9 februari 1874 in Brookline, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Amy Lowell op dit blog.
A Little Song
When you, my Dear, are away, away,
How wearily goes the creeping day.
A year drags after morning, and night
Starts another year of candle light.
O Pausing Sun and Lingering Moon!
Grant me, I beg of you, this boon.
Whirl round the earth as never sun
Has his diurnal journey run.
And, Moon, slip past the ladders of air
In a single flash, while your streaming hair
Catches the stars and pulls them down
To shine on some slumbering Chinese town.
O Kindly Sun! Understanding Moon!
Bring evening to crowd the footsteps of noon.
But when that long awaited day
Hangs ripe in the heavens, your voyaging stay.
Be morning, O Sun! with the lark in song,
Be afternoon for ages long.
And, Moon, let you and your lesser lights
Watch over a century of nights.
Market Day
The white mares of the moon rush along the sky
Beating their golden hoofs upon the glass Heavens
The white mares are all standing on their hind legs
Pawing at the green porcelain doors of the remote Heavens
Fly, mares!
Strain your utmost
Scatter the milky dust of stars
Or the tigers will leap upon you and destroy you
With one lick of his vermillion tongue.
Amy Lowell (9 februari 1874 – 12 mei 1925)
De Vlaamse schrijver Maurits Sabbe werd op 9 februari 1873 te Brugge geboren. Zie ook alle tags voor Maurits Sabbe op dit blog.
Uit: Hoe Monne en Jean Baptiste hun eerste communie deden
“De glans dier vrome wereld deed de sprookjeswereld verbleeken, waarin hij tot nog toe geleefd had. Vooral het vraagstuk der eeuwigheid bekommerde Manne met bijzondere hardnekkigheid. Waar hij de gelegenheid had Quickelbomeetje te ontmoeten, na school, ’s Zondags na de mis of ook al eens heimelijk over het tuinmuurtje wierp hij die vraag herhaaldelijk op en vernam dan van zijn buurmannetje, dat ook zeer tot dergelijke bespiegelingen geneigd was, allerlei boeiende bijzonderheden.
– De eeuwigheid is lang, niet waar Quickelbomeetje?
– Ja, Mondje, zonder begin en zonder einde…
– Dat is wel duizend keer duizend jaar?
– O, nog meer! Nog veel meer.…
Beiden zwegen daarop een lange poos in diep overwegen en dan vertelde Quickelbomee het exempel van dat klein, klein vogeltje, dat alle duizend jaar eens op een grooten ijzeren bol kwam zitten. Als het door de herhalingen van dat duizendjarig bezoek den bol zou versleten hebben, dan zou er nog maar een seconde van de eeuwigheid vervlogen zijn.
Monne staarde Quickelbomee met bewonderende oogen aan. Die wist wat de eeuwigheid was.
– En op ’t einde van de wereld, Quickelbomeetje, moet alles dan vergaan, al de menschen en de beesten?
– Alles, alles, Mondje…
– En zouden ze dan niet kunnen vluchten?
– Neen, mijn ventje, dan zal alles, aarde en lucht, alles in vuur en vlamme staan….”
Maurits Sabbe (9 februari 1873 – 12 februari 1938)
Zie voor nog meer schrijvers van de 9e februari ook mijn drie blogs van 9 februari 2014.