In Memoriam Michaël Slory

In Memoriam Michaël Slory

De Surinaamse dichter Michaël Arnoldus Slory is gisteren op 83-jarige leeftijd overleden. Michaël Arnoldus Slory werd geboren in Totness, district Coronie in Suriname, op 4 augustus 1935. Zie ook alle tags voor Michaël Slory op dit blog.

 

Sinaasappel, bitter is je schil

Sinaasappel,
bitter is je schil
maar zoet je orgeade.

Loon naar werken.

Op Afobaka wil ik zijn
als de arbeiders staken,
de morgen zich boort
in de papaya,
het bauxiet woedend zingt
over zoveel misbruik,
zoveel leugens
zoveel misleiding.

 

Aan de eerbiedwaardige lichtekooi van Sartre

De wonde
van de neger
in New York.

Een warme haat.

Schreeuw
die elke stap fijnmaalt.

Een drassig moeras
deze wonde.

 

Brasa mi ori…

Brasa mi ori na ini wan odi, bifosi mi krei.
Brasa mi ori, bikasi tide mi firi taki mi londrei.
A libi na wan steifi, steifi toko?
Brasa mi ori nanga yu lafendra nanga yu spesrei.           

Vertaling:

Groet me met…

Groet me met een omhelzing, dat ik niet ween.
Omhels mij, want vandaag voel ik de leegte.
Is het leven dan een worstelen in de modder?
Omhels me met je geur van lavendel en specerij.

 

slory
Michaël Slory (4 augustus 1935 – 19 december 2018)

In Memoriam Wilhelm Genazino

In Memoriam Wilhelm Genazino

De Duitse schrijver Wilhelm Genazino is gisteren op 75-jarige leeftijd overleden. Wilhelm Genazino werd geboren op 22 januari 1943 in Mannheim. Zie ook alle tags voor Wilhelm Genazino op dit blog.

Uit: Tarzan am Main

“Ich vergesse nicht, wie es war, als ich Anfang der siebziger Jahre nach Frankfurt kam – natürlich aus beruflichen Gründen wie fast alle, die sich in Frankfurt ansiedeln.
Und auf Menschen traf, die, genau wie ich selbst, allesamt Provinzler waren, die ihre Heimat verlassen hatten, um Anschluss »nach oben« zu finden. Erst später habe ich verstanden, dass sich in diesem merkwürdigen Zusammentreffen vieler, ein wenig scheuer Neubürger etwas sehr Frankfurt-Typisches ausdrückte: Die Stadt war und ist bis zur Grenze ihrer Belastbarkeit offen für Fremde und Flüchtlinge aller Art, was ihr oft angekreidet wird; freilich nicht von den Zugewanderten selbst, die die Herbergs- Atmosphäre der Stadt zu schätzen wissen. Vielsprachigkeit und Übernationalität verhindern, dass die dickflüssige lokale Eppelwoi-Welt dominant wird. Stattdessen kann man beobachten, dass auf den Holzbänken der Sachsenhäuser Kneipen inzwischen Deutsch sprechende Amerikaner, Japaner und Koreaner Platz genommen haben und austesten, ob der Eppelwoi vielleicht auch ihr Hausgetränk werden könnte. Das erfreut die Lokalpatrioten; auf den Gedanken, dass sie, die Einheimischen, inzwischen selbst die Exoten geworden sind, können sie (oder dürfen sie) nicht kommen. Das wiederum fällt anderen, nicht zufällig ausländischen Beobachtern auf, zum Beispiel der türkischen Soziologin und Islamkritikerin Necla Kelek. Sie hat sich mit dem Integrationskonzept der Stadt beschäftigt, das am 30. September 2010 in der Stadtverordnetenversammlung verabschiedet wurde. Frau Kelek zählt Frankfurt zu den Gemeinden, die »einen besonders hohen Bevölkerungsanteil mit Migrationshintergrund« haben. Und: »In einigen Stadtteilen Frankfurts ist absehbar, dass die autochthone deutsche Bevölkerung zukünftig in der Minderheit sein wird.« Das war neu: Inzwischen machen sich Ausländer darüber Sorgen, dass es zu viele Ausländer in der Stadt gibt. Frau Kelek hat ausgerechnet, dass »von den mehr als 670 000 Einwohnern mehr als ein Drittel, etwa 200 000, einen Migrationshintergrund haben. Bei den Vierzehn- bis Achtzehnjährigen bereits jeder Zweite«. Sie verbindet ihre Beobachtungen mit dem Vorwurf an die deutschen Verwaltungen, diese sähen das Immigrationsdefizit ausschließlich als »Bringschuld« der deutschen Behörden – und versäumten, die Ausländer selbst zu fordern. Die Deutschen, so Frau Kelek (in der FAZ), »formulieren Erwartungen an die deutsche Gesellschaft; Erwartungen an die Migranten, ein Teil Deutschlands zu werden, gibt es nicht«. Und: »Migranten sind keine Mündel, wir müssen sie fordern. Sie sind auch keine Kinder, die vor Überforderung geschützt werden müssen.”


Wilhelm Genazino (22 januari 1943 – 12 december 2018)

P. C. Hooftprijs 2019 voor Marga Minco

De Nederlandse schrijfster Marga Minco krijgt de P.C. Hooftprijs 2019. De 98-jarige Minco had onder meer succes met haar boek “Het bittere kruid”, dat in meerdere talen is verschenen. Gezien de leeftijd en gezondheid van Minco zal de prijs bij haar thuis uitgereikt worden. Dit gebeurt in januari. De prijs is toegekend op voordracht van een jury die bestaat uit Gustaaf Peek, Mathijs Sanders, Daniëlle Serdijn, Vamba Sherif en Franca Treur. Marga Minco ontving in 2005 al een andere, belangrijke onderscheiding voor haar oeuvre: de Constantijn Huygensprijs. Marga Minco, pseudoniem van Sara Minco, werd geboren in Ginneken op 31 maart 1920. Zie ook alle tags voor Marga Minco op dit blog.

Uit: Het bittere kruid. Zes fragmenten uit een kleine kroniek

“Vanuit het raam van mijn kamer zag ik in de verte mijn vader aankomen. Sinds enige weken was ik uit het ziekenhuis. Wel moest ik nog een paar uur per dag rusten, maar ik was geheel hersteld.
Meer dan deze straat kende ik van Amersfoort nog niet. Het was een stille buitenwijk met nieuwe, twee aan twee gebouwde huizen, omringd door tuinen. Mijn vader liep met korte, stevige passen en nam met een zwierig gebaar zijn hoed af voor een vrouw, die in haar voortuin bloemen stond te plukken. Zij scheen iets tegen hem te zeggen, want hij hield even zijn pas in. Toen hij al vlak bij huis was zag ik dat hij een pakje in zijn hand hield. Een bruin pakje. Ik ging naar beneden, stak mijn hoofd om de huiskamerdeur en riep:
‘Daar komt vader met een pakje’.
‘Wat zit er in?’ vroeg ik bij de voordeur.
‘Waarin?’, vroeg mijn vader, die rustig jas en hoed ophing. Hij had het pakje even op de kapstok gelegd.
‘Nou’, zei ik ongeduldig, ‘in dat pakje, dat je bij je hebt?’.
‘Je zult het wel zien’, zei hij. ‘Kom maar’.
Ik volgde hem naar binnen. Daar legde hij het pakje op tafel, terwijl iedereen er nieuwsgierig naar keek. Er zat een touwtje omheen, waarvan hij eerst geduldig de knopen lospeuterde. Daarna vouwde hij het papier open. Het waren de sterren.
‘Ik heb er voor ons allemaal wat meegebracht’, zei hij, ‘dan kunnen jullie ze op al je jassen naaien’.
Mijn moeder nam er een uit het pakje en bekeek die aandachtig. ‘Ik zal eens zien of ik gele zij in huis heb’, zei ze. ‘’t Is oranje’, zei ik, ‘je moet er oranje garen voor gebruiken’.
‘Het lijkt mij beter’, zei Lotte, de vrouw van mijn broer, ‘om garen in de kleur van je mantel te nemen’.
‘Het zal afschuwelijk staan op mijn rode jasje’, zei Bettie. Ze was uit Amsterdam overgekomen en bleef een paar dagen logeren.
‘Zien jullie maar hoe je het doet’, zei mijn vader. ‘Als je er maar aan denkt dat ze aan de linkerkant op borsthoogte moeten zitten’.
‘Hoe weet je dat?’, vroeg mijn moeder.
‘Het stond toch in de krant?’, zei mijn vader. ‘Heb je dat niet gelezen? Ze moeten duidelijk zichtbaar zijn’
‘Wat heb je er veel meegebracht’, zei mijn moeder, die aan ieder van ons een paar sterren uitdeelde. ‘Kon je er zoveel krijgen?’
‘O ja’, zei mijn vader, ‘zoveel ik maar wou’
‘Het is wel gemakkelijk’, zei ze. ‘Nu kunnen we er wat in reserve houden voor het zomergoed’.
We haalden de jassen van de kapstok en gingen de sterren er op naaien. Bettie deed het heel nauwkeurig, met kleine onzichtbare steken. ‘Je moet ze zomen’, zei ze tegen mij, toen ze zag hoe ik de ster met grote, slordige steken op mijn mantel zette, ‘dat staat veel netter’.

 
Marga Minco (Ginneken, 31 maart 1920)

BookSpot Literatuurprijs 2018 voor Tommy Wieringa

BookSpot Literatuurprijs 2018 voor Tommy Wieringa

De Nederlandse schrijver Tommy Wieringa heeft voor zijn boek “De heilige Rita” de BookSpot Literatuurprijs 2018 gekregen. Dat heeft de jury donderdagavond laten weten. Bij de prijs, die eerder ECI Literatuurprijs en AKO Literatuurprijs heette, hoort een geldbedrag van 50.000 euro en een sculptuur. Eerder op donderdag kreeg Wieringa’s “De heilige Rita” ook al de lezersprijs. Voor deze publieksprijs krijgt hij nog eens 10.000 euro. Tommy Wieringa werd geboren in Goor op 20 mei 1967. Zie ook alle tags voor Tommy Wieringa op dit blog.

Uit: De heilige Rita

“Paul trok zijn benen binnenboord, deed het portier dicht en reed naar het dorp.
Bij Shu Dynasty, voorheen Bar-Feestzaal Kottink, stond Laurens Steggink met een onbekende man bij het biljart.
‘Mannen,’ groette Steggink.
Paul ging zitten aan de kopse kant van de bar, in de nis van schrootjes. Hij was graag gedekt in de rug, als een cowboy, zodat hij iedereen kon zien binnenkomen. Hedwiges schoof op de kruk naast hem. De radio stond op een halve zender, op golven van ruis klonk Die Sonne geht unter in Texas.
Mama Shu zei ‘hai Paul’ en ‘hai Hedwig’, en zette een flesje Grolsch voor Paul neer en een glas cola voor Hedwiges. De piraat bedankte cafetaria’s, loonbedrijven, houtzagerijen en sloperijen voor hun steun aan de zender. Paul wist hem te zitten, in een schuur achter aan de Tien Ellenweg; soms was de doffe basdreun tot in de wijde omtrek te horen.
Steggink boog voorover en spiedde langs zijn keu. Hij nam de tijd. Hij kon goed biljarten. In dienst geleerd tijdens de lange, lege uren in de onderdeelsbar in Seedorf.
Paul Krüzen had met Hedwiges Geerdink en Laurens Steggink in de klas gezeten.
Met Steggink had hij op een dag een ondergrondse hut gebouwd in het bos. Ze zouden er slapen. Ze roosterden bevroren frikadellen boven een rokerig vuurtje en rolden hun slaapzak uit, maar toen het donker werd schrok Paul terug voor een nacht in het hol tussen de spinnen en de pissebedden en fietste naar huis terug. Steggink bleef alleen achter. Hij was niet bang voor het donker.
De vriendschap was voorbijgegaan; Paul had steeds meer een afkeer gekregen van zijn streken en verhalen, alsmede van het vettige paardenstaartje in zijn nek. Op Theo Abbinks drieëntwintigste verjaardag had Steggink drie kittens van Theo’s vriendin de nek omgedraaid en in het weiland gegooid. Zijn verweer: hij was dronken en had een hekel aan katten.
De stilte tussen hen had zo’n twintig jaar geduurd.
Toen Steggink op een dag werd veroordeeld voor een wietplantage bij de ouders van zijn verloofde in de schuur en valse zaken op Marktplaats, was Paul niet verbaasd geweest. Niemand eigenlijk. Je zag het aankomen. Laurens Steggink had geen biografie maar een strafblad. Zijn ex deed het nog altijd in haar broek voor hem.
Toen hij vrijkwam had hij zijn zaken naar de overzijde van de grens verplaatst. In een voormalige drukkerij op een armetierig industrieterrein buiten Stattau bestierde hij een bordeel met meisjes uit de hele wereld. In Club Pacha zat hij met zijn lange lijf op een barkruk met een frisje voor zich en een telefoon aan het oor. Hem ontging niets. Maar vandaag was het maandag en op maandag was de club gesloten.”


Tommy Wieringa (Goor, 20 mei 1967)

Eline van Haarenprijs 2018 voor Mieke van Zonneveld

Eline van Haarenprijs 2018 voor Mieke van Zonneveld

De Nederlandse dichteres en schrijfster Mieke van Zonneveld heeft de Eline van Haarenprijs 2018 gewonnen. Ze ontving de onderscheiding voor de beste dichteres onder de 35 jaar voor haar bundel “Leger”. De Eline van Haarenprijs, vernoemd naar de dichteres Eline van Haaren, wordt iedere vijf jaar door uitgeverij Conserve toegekend aan de beste bundel van een dichteres onder de 35 jaar. Mieke van Zonneveld werd op 5 april 1989 geboren in Hilversum. Zie ook alle tags voor Mieke van Zonneveld op dit blog.

 

Dagboek van een lentemeisje

ik wilde wel vergaan
in ’t licht te loore
(Gorter)

I

Er was in mijn ogen de glinstering van één
die verlangend uit wandelen ging, het zonlicht
wenkte hoog en ver, ik wilde nooit meer
bij hem weg, er waren ook vogels en ergens
een vos, ik kon bij mijn leven niet meer
van hem los, de vogels waren opgestegen
ik kwam hem in hun hoogvlucht tegen,
de vos was in een struik gekropen
ik ben er rond om heen gelopen
de wind deed als devote zang
door heel de wereld ommegang

Alle dingen zijn zo vol verwachting en
mijn handen nog verlangensleeg
zo open vergeefs.

Hij had ook hele blauwe ogen die mij
aanblikten van boven en zijn aanraking
was zacht. Toen wilde ik verdwijnen in
de opbloeiende lentepracht.

 

 
Mieke van Zonneveld (Hilversum, 5 april 1989)

Man Booker Prize 2018 voor Anna Burns

Man Booker Prize voor Anna Burns

De Man Booker Prize, de belangrijkste prijs voor Engelstalige literatuur, gaat dit jaar naar de Noord-Ierse schrijfster Anna Burns. Ze krijgt de onderscheiding voor haar roman “Milkman”, die speelt in het Noord-Ierland van de jaren 70. Zie ook alle tags voor Anna Burns op dit blog.

Uit: Milkman

“Third time of the millanan was when he appeared not long after my adult evening French class. This dass was downtown and it had surprising things. Often these would not be French things. Often too, there would be more of Litern than would be the French things. At this latest lesson, which took place on Wednes-day evening, teacher was reading from a book. This was a French book, a proper French book — one that native speakers cottld read without considering it beneath them — and wacher said she was reading from it to get us used to what authentic French sounded like when strung together in Full-on passages — in this rase, a lit-erary passage. Thing was though, the sky in this passage she was reading from wasn’t blue. Eventually she got interrupted because someone in the dass — spokesperson for the test of us — naturally couldn’t stand it. Something was wrong and he had a need, for the sake of all things generic, to point it out. ‘1’m confused,’ he said. ‘1s that passage akut the sky? lf it is about the sky then why doesn’t the writer just say so? Why is he complicating things with fang footwork when all he need say is that the sky is blue?’ ‘Hear! Hear!’ cried us oti if some of us, like me, didn’t cry it, certainly we agreed in sentiment. ‘Le ciel est bleu! Le ciel est bleu!’ shouted many of the others. ‘That would have deared matten. Why didn’t he just put that?’ We were disturbed, and not a little, but wacher, she laughed which was something she did a lot. She did this because she had an unnerving amount of humour — another thing which ruffled us as well. Whenever she laughed, we weren’t sure whether to laugh along with her to be curious and engaged and to ask why she was laughing, or to be sulky and offended and seriously up in ums. This time, as usual, we opted for up in arms. ‘What a waste of time and a confusion of subjects; complained a woman. ‘That writer ought not to be featuring in a French lesson even if he is French if he’s not doing anything about teaching it. This is”learning a foreign language” dass, not a dass on burdening us with taking things apart which are in the saure language to find out if they’re a poem or something. If we wanted figttres of speech and rhetorical flourishes, with one thing representing another thing when the represented thing could easily have been itself in the first place, then we’d have gone to English Literature with Chose weirdos down the hall.”Yeah!’ cried us and also we cried, ‘A spade’s a spade!’, also the popular ‘JA ciel est Neurand ‘What’s ihe point? There’s no point!’ continued to come out of us. Everyone was nodding and slapping desks and murmuring and acclaiming. And now it was time, we thought, to give our spokespeople and ourselves a jolly good round of applause. ‘So, dass,’ said wacher after this applause had diel down, ‘is it that you think the sky can only be blue?’ The sky is blue,’ warne us. ‘What colour eise can it be?’

 
Anna Burns (Belfast, 1962)

In Memoriam Neil Simon

In Memoriam Neil Simon

De Amerikaanse toneelschrijver Neil Simon is zondag op 91-jarige leeftijd in New York overleden. ​Neil Simon werd op 4 juli 1927 geboren in New York. Zie ook alle tags voor Neil Simon op dit blog.

Uit: The Odd Couple

« OSCAR. What do you mean you didn’t take anything? What did you take?
FELIX. (Sitting on couch.) Nothing! Nothing! I didn’t take anything. .. . Don’t tell Frances what I did, please! . . . Oohh, my stomach.
MURRAY. He took something! I’m telling you he took something.
OSCAR. What, Felix? What?? Feta Nothing! I didn’t take anything.
OSCAR. Pills? Did you take pills?
FELIX. No! No! OSCAR. (Grabbing FELIX.) Don’t lie to me, Felix. Did you take pills?
FELIX. No, I didn’t. I didn’t take anything.
MURRAY. Thank God, he didn’t take pills. (ALL relax and take a breath of relief.)
FELIX. Just a few, that’s all. (ALL react in alarm and concern over the pills.)
OSCAR. He took pills.
MURRAY. How many pills?
OSCAR. What kind of pills? Feta I don’t know what kind. Little green ones. I just grabbed anything out of her medicine cabinet… . I must have been crazy.
OSCAR. Didn’t you look? Didn’t you see what kind?
FELIX. I couldn’t see. The light’s broken. Don’t call Frances. Don’t tell her. I’m so ashamed. So ashamed.

 
Jack Klugman (Oscar) en Tony Randall (Felix) in de tv-serie (1970 – 1975)

 

OSCAR. Felix, how-many-pills-did-you-take?
FELIX. I don’t know. I can’t remember.
OSCAR. I’m calling Frances.
FELIX. (Grabs him.) No! Don’t call her. Don’t call her. If she hears I took a whole bottle of pills . .
OSCAR. (To MURRAY.) You don’t even know what kind/
MURRAY. What’s the difference? He took-a-whole-bottle!
OSCAR. Maybe they were vitamins. He could be the healthiest one in the room! . . . Take it easy, will you?
FELIX. Don’t call Frances. Promise me you won’t call Frances.
MURRAY. Open his collar. Open the window. Give him some air.
SPEED. Walk him around. Don’t let him go to sleep. (SPEED and MURRAY pick FELIX up and walk him around, while ROY rubs his wrists.) Roy. Rub his wrists. Keep his circulation going.
VINNIE. (Running to bathroom to get a compress.) A cold compress. Put a cold compress on his neck. (They sit FELIX in the armchair, still chattering in alarm.)
OSCAR. One doctor at a time, heh? All the interns shut the hell up!
FELIX. I’m all right. I’ll be all right. . . . (To OSCAR urgently.) You didn’t call Frances, did you?“

 


Neil Simon (4 juli 1927 – 26 augustus 2018)

In Memoriam V. S. Naipaul

 

In Memoriam V. S. Naipaul

De Britse schrijver Sir Vidiadhar Surajprasad Naipaul, beter bekend als V.S. Naipaul, is gisteren op 85-jarige leeftijd in Londen overleden. Sir Vidiadhar Surajprasad Naipaul werd geboren op 17 augustus 1932 in Chaguanas, Trinidad en Tobago. Zie ook alle tags voor V. S. Naipaul op dit blog evenals de oudere berichten.

Uit: A House for Mr. Biswas

„That will be easy,’ Bissoondaye said, speaking with emotion for the first time.
‘On the twenty-first day the father must see the boy.
But not in the flesh.’
‘In a mirror, pundit?’
‘I would consider that ill-advised. Use a brass plate. Scour it well.’
‘Of course.’
‘You must fill this brass plate with coconut oil–which, by the way, you must make yourself from coconuts you have collected with your own hands–and in the reflection on this oil the father must see his son’s face.’
He tied the almanac together and rolled it in the red cotton wrapper which was also spattered with sandalwood paste. ‘I believe that is all.’
‘We forgot one thing, punditji. The name.’
‘I can’t help you completely there. But it seems to me that a perfectly safe prefix would be Mo. It is up to you to think of something to add to that.’
‘Oh, punditji, you must help me. I can only think of hun.’
The pundit was surprised and genuinely pleased. ‘But that is excellent. Excellent. Mohun. I couldn’t have chosen better myself. For Mohun, as you know, means the beloved, and was the name given by the milkmaids to Lord Krishna.’ His eyes softened at the thought of the legend and for a moment he appeared to forget Bissoondaye and Mr Biswas.
From the knot at the end of her veil Bissoondaye took out a florin and offered it to the pundit, mumbling her regret that she could not give more. The pundit said that she had done her best and was not to worry. In fact he was pleased; he had expected less.
Mr Biswas lost his sixth finger before he was nine days old. It simply came off one night and Bipti had an unpleasant turn when, shaking out the sheets one morning, she saw this tiny finger tumble to the ground. Bissoondaye thought this an excellent sign and buried the finger behind the cowpen at the back of the house, not far from where she had buried Mr Biswas’s navel-string.
In the days that followed Mr Biswas was treated with attention and respect. His brothers and sisters were slapped if they disturbed his sleep, and the flexibility of his limbs was regarded as a matter of importance. Morning and evening he was massaged with coconut oil. All his joints were exercised; his arms and legs were folded diagonally across his red shining body; the big toe of his right foot was made to touch his left shoulder, the big toe of his left foot was made to touch his right shoulder, and both toes were made to touch his nose; finally, all his limbs were bunched together over his belly and then, with a clap and a laugh, released.”

 
V. S. Naipaul (17 augustus 1932 –11 augustus 2018)

C. Buddingh’-prijs voor Radna Fabias

 C. Buddingh’-prijs voor Radna Fabias

De Nederlandse dichteres Radna Fabias heeft de C. Buddingh’-prijs 2018 gekregen voor de bundel “Habitus”. De prijs voor het beste poëziedebuut werd uitgereikt op het festival Poetry International in Rotterdam. Aan de prijs is een bedrag van 1.200 euro verbonden. Radna Fabias werd geboren in Curaçao in 1983 en groeide op op de Nederlandse Antillen. Ze studeerde aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en de Universiteit van Amsterdam. Eerder won ze de poëzieprijs van de stad Oostende. In februari 2018 debuteert ze als dichteres met de bundel “Habitus”  bij uitgeverij De Arbeiderspers.

 

richtlijnen voor vergelding

noem het ding bij de naam: beest
draag je kroon

leer alles over dwangvoer
draag je kroon

maak een voodoopop
geef hem drie poten
zie hem hinkelen
draag je kroon

laat minstens tien jaar lang de woede
aankoeken de nagels groeien
slik veel calcium
verlaat de toren

vijl de nagels elke nacht bij het ontwaken – kalm – tot scherpe harken
draag je kroon

Snijd de draak open met je harken
(puntig sexy scherp en vinnig)
draag je glitterende feestjurk

zeg
‘maar je hebt woorden, beest, gebruik ze’
draag je kroon

laat het hurken laat het
hoesten tot het teruggeeft
wat niet van hem was

 

adam spoelt aan

op zondagochtend op het kerkplein
in de stad – het is herfst er ligt blad
het toeval is van overheidswege
afgeschaft – ik raap hem op ik dep hem
droog ik houd hem om hem om hem
heen schrijf ik een zin waarin zijn knapzak past

adam rekt zich uit de verdrinking
heeft hem goed gedaan wat is hij
schoon hij heeft zes maskers hij
draagt er één dat heeft hij mee
uit de woestijn waar hij alleen was toen
intact nog en droog

 


Radna Fabias (Curaçao, 1983)

In Memoriam Philip Roth

In Memoriam Philip Roth

De Amerikaanse schrijver Philip Roth is op 85-jarige leeftijd overleden. Philip Roth werd geboren op 19 maart 1933 in Newark.en gold als een van de grootste Amerikaanse schrijvers en won talrijke literaire prijzen, waaronder een Pulitzer in 1998. Zie ook alle tags voor Philip Roth op dit blog.

Uit: American Pastoral

“But wit or irony is like a hitch in his swing for a kid like the Swede, irony being a human consolation and beside the point if you’re getting your way as a god. Either there was a whole side to his personality that he was suppressing or that was as yet asleep or, more likely, there wasn’t. His aloofness, his seeming passivity as the desired object of all this asexual lovemaking, made him appear, if not divine, a distinguished cut above the more primordial humanity of just about everybody else at the school. He was fettered to history, an instrument of history, esteemed with a passion that might never have been if he’d broken the Weequahic basketball record – by scoring twenty-seven points against Barringer – on a day other than the sad, sad day in 1943 when fifty-eight Flying Fortresses were shot down by Luftwaffe fighter planes, two fell victim to flak, and five more crashed after crossing the English coast on their way back from bombing Germany.
The Swede’s younger brother was my classmate, Jerry Levov, a scrawny, small-headed, oddly overflexible boy built along the lines of a licorice stick, something of a mathematical wizard, and the January 1950 valedictorian. Though Jerry never really had a friendship with anyone, in his imperious, irascible way, he took an interest in me over the years, and that was how I wound up, from the age of ten, regularly getting beaten by him at Ping-Pong in the finished basement of the Levovs’ one-family house, on the corner of Wyndmoor and Keer – the word “finished” indicating that it was paneled in knotty pine, domesticated, and not, as Jerry seemed to think, that the basement was the perfect place for finishing off another kid.
The explosiveness of Jerry’s aggression at a Ping-Pong table exceeded his brother’s in any sport. A Ping-Pong ball is, brilliantly, sized and shaped so that it cannot take out your eye. I would not otherwise have played in Jerry Levov’s basement. If it weren’t for the opportunity to tell people that I knew my way around Swede Levov’s house, nobody could have got me down into that basement, defenseless but for a small wooden paddle. Nothing that weighs as little as a Ping-Pong ball can be lethal, yet when Jerry whacked that thing murder couldn’t have been far from his mind. It never occurred to me that this violent display might have something to do with what it was like for him to be the kid brother of Swede Levov. Since I couldn’t imagine anything better than being the Swede’s brother – short of being the Swede himself – I failed to understand that for Jerry it might be difficult to imagine anything worse.
The Swede’s bedroom – which I never dared enter but would pause to gaze into when I used the toilet outside Jerry’s room – was tucked under the eaves at the back of the house. With its slanted ceiling and dormer windows and Weequahic pennants on the walls, it looked like what I thought of as a real boy’s room. From the two windows that opened out over the back lawn you could see the roof of the Levovs’ garage, where the Swede as a grade school kid practiced hitting in the wintertime by swinging at a baseball taped to a cord hung from a rafter – an idea he might have got from a baseball novel by John R. Tunis called The Kid from Tomkinsville. I came to that book and to other of Tunis’s baseball books – Iron Duke, The Duke Decides, Champion’s Choice, Keystone Kids, Rookie of the Year – by spotting them on the built-in shelf beside the Swede’s bed, all lined up alphabetically between two solid bronze bookends that had been a bar mitzvah gift, miniaturized replicas of Rodin’s “The Thinker.”

 
Philip Roth (19 maart 1933 – 22 mei 2018)