Paolo Giordano, Alexander Gumz

De Italiaanse schrijver Paolo Giordano werd geboren in Turijn op 19 december 1982. Zie ook alle tags voor Paolo Giordano op dit blog.

Uit: De hemel verslinden (Vertaald door Mieke Geuzebroek en Pietha de Voogd)

“Later ging ik in de zon liggen, maar het was twee uur ’s middags, de slechtste tijd, dus ik hield het niet lang vol. Ik liep door de tuin en stapte over de stenen die de afscheiding vormden met het open veld. Ik vond de plek waar de jongens over de omheining waren geklommen. Aan de bovenkant was het gaas ingedeukt en daaronder was het vervormd. Aan de andere kant stonden ook bomen, ze waren net iets hoger dan bij ons. Ik keek of ik de masseria kon zien, maar die was te ver weg.
Voordat hij verdween, had Bern me gevraagd of ik bij de begrafenis wilde zijn van de kikkers die zijn schepnet niet hadden overleefd. Na al die uren in de zon was er geen druppel zweet op zijn lijf te zien.
Ik vroeg aan Cosimo of hij de banden van mijn oma’s oude fiets wilde oppompen en even later stond hij klaar, gepoetst en geolied.
‘Waar ga je naartoe?’
‘Een eindje fietsen, hier, op de oprijlaan.’
Ik wachtte tot mijn vader naar zijn vrienden ging en stapte op de fiets.
De toegang tot de masseria bevond zich aan de andere kant van hun terrein, je moest een hele omweg maken om er te komen, als je er tenminste niet voor koos om over het hek te klimmen en dwars over het terrein te lopen, zoals de jongens hadden gedaan. Op de asfaltweg raasden de vrachtwagens langs me heen. Ik had mijn walkman in het fietsmandje gelegd en moest vooroverbuigen omdat de draad van de koptelefoon te kort was.
De masseria had niet echt een hek, alleen een ijzeren slagboom, en die stond open. In het midden van het weidepad stond onkruid en de randen waren niet scherp afgebakend, alsof de auto’s die er-
overheen reden, bepaalden waar het precies liep. Ik stapte af en ging lopend verder. Het kostte me nog vijf minuten om het huis te bereiken.
Ik was al eerder in masseria’s geweest, maar deze was anders. Al- leen het middelste gedeelte was van natuursteen, de rest zat ertegenaan geplakt. Het terras, dat bij ons een gladde stenen vloer had, was hier van beton, met barsten erin.”

 


Paolo Giordano (Turijn, 19 december 1982)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Alexander Gumz werd geboren op 19 december 1974 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Alexander Gunz op dit blog.

 

the answer is: dankjewel

dat alles wat op de grond valt als bellen
weer opstijgt. slechte muziek bijvoorbeeld.

wachten op treinstations bij klote weer,
onverlicht. zeker, dat hebben de schermen zo gewild

ook dank aan de klootzakken die rookpluimen uitblazen
in onze smoelen. zij knorren.

dit is onze toekomst: een remix van beloftes,
die niemand nakomt. volume omlaag! de trein arriveert.

we leggen onze wangen op onze koffers en lijden kou. this is
my heart en dat is niet meer van mij. maakt niet uit.

dankjewel, dat de archieven kleiner worden, dat de kennis
over ons verdwijnt. we denken nog aan verhuizingen,

eenzaamheden, snelle nachten, bier. over hoe ver
we zullen komen als we van deze borstwering springen.

bedankt, beste architecten, dat jullie de vloer
zo ver naar beneden hebben aangebracht. wij zullen erop letten.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Alexander Gumz (Berlijn, 19 december 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e december ook mijn blog van 19 december 2018 en eveneens mijn blog van 19 december 2015 deel 2.

Engelbert Obernosterer, Alexander Gumz

De Oostenrijkse schrijver Engelbert Obernosterer werd geboren op 28 december 1936 in St. Lorenzen im Lesachtal, Kärnten. Zie ook alle tags voor Engelbert Obernosterer op dit blog.

Uit: Auch Krawattenträger sind Naturereignisse

„Bisher habe ich mich mit der Einschätzung meines Aussehens selbstgefälligerweise an den Fotos meiner mittleren Jahre orientiert und bin damit ganz leidlich über die Runden gekommen. Gewiss, es gibt ebenmäßigere, imposantere, sympathischere Anordnungen von Augen, Nase und Mund; im Großen und Ganzen schien aber auch meine Gesichtsausstattung auf einen Menschen hinzuweisen. Gestern habe ich mich davon verabschieden müssen. Ich habe nämlich das Foto eines seriösen Porträtfotografen bekommen: eine detail- und nuancenreiche Aufnahme. Schrecklich! Das ist die Wende, ist der Abschied von der alten Selbsteinschätzung. Wo einmal das Menschliche für einige Zeit seine Zelte aufgeschlagen hatte, da herrscht nun ein Zer-bröseln, Zerklüften und Erodieren von gleicher Sachlichkeit wie auf dem Mauerstein des Hintergrundes. So wie ich beim Blick auf irgendeinen Ausschnitt der nordafrikanischen Wüste nicht sehe, welchem Land dieses Geröll zuzuordnen ist, sehe ich auch in diesem beiläufig herumliegenden Nasentrumm, der seitlich davon abwärts verlaufenden Einfurchung und den umliegenden Buckeln und Mulden nicht, dass das etwas mit meinem Namen zu tun haben sollte. Das Foto lässt mir, wie ich mich bisher selber gesehen habe, keine Chance. Ein kreuz und quer zerfurchtes Gelände, ein ständiges Hoch-Tief als Ergebnis des Geschiebes, das früher einmal mit glatter Haut überspannt war, nun aber die Abdrücke der darunter herrschenden Spannungen ans Tageslicht kommen lässt. Alles zusammen lese ich als eine Dokumentation und Summe dessen, was in mir im Laufe der Jahre vorgegangen sein mag, wovon ich das meiste, um meine Mitmenschen nicht zu erschrecken, unter die Decke einer glatten Visage zu kehren versucht habe. Wie das Foto zeigt, ist mir das nicht gelungen; aus hundert Unebenheiten hebt es nun sein Medusen-haupt aus der Dunkelheit. Schön ist so etwas wahrlich nicht! Aber wahr! In diesem Sinne begrüße ich die Offenlegung meiner bisher notdürftig verdeckten inneren Vorgänge.
Im Ganzen fühle ich mich einigermaßen normal und unauffällig, zumindest war das in den mittleren Jahren der Fall. Kann natürlich sein, dass ich seither es verabsäumt habe, meine Begriffe den laufenden Veränderungen, insbesondere den Folgen des unvermeidlichen Abbaus der Kräfte anzugleichen. Diese Befürchtung befällt mich eines Morgens, als, von den Händen auseinandergehalten, einen Moment lang der geweitete Bund der Hose vor mir aufklafft, in deren Röhren ich hineinsteigen soll. Was für eine befremdend hässliche, unappetitliche, abstoßende Grube dieser Gesäßbehälter, ein unförmiger Krater, den sich die im Laufe der Jahre angefallenen Bestände hier ausgebeult haben! Der Spiegel verschont mich auch nicht vor dem Anblick meines Bauches, dieser hässlich sich nach vorne wölbenden Kalotte. Von ihr aus betrachtet, hockt sie durchaus daseinsfreudig auf meinem Becken und verlangt knurrend und ohne Rücksicht auf das sich bietende Gesamtbild unbarmherzig wieder nach Stärkung, diese selbstsüchtig gewordene Akkumulation.“

 

Engelbert Obernosterer (St. Lorenzen, 28 december 1936)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Alexander Gumz werd geboren op 19 december 1974 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Alexander Gunz op dit blog.

 

Na de free jazz

alleen al de hoge verwachtingen. aan onze voeten
zwarte kliffen. uitgehongerde onderzeeërs.

de vegetatie speelt daarop tegen zichzelf,
tegen de ganzenpas van de foto’s die we van haar maken.

hoe lang duurt het voordat de branding
de kustweg neemt, de eerste tent?

aan de haven gelooft niemand meer in de werking
van free jazz.

tochtoch! wij zweren en deinen
tegen elkaar leunend in de wind,

smeren roest op onze enkels, doen snel
een paar zaken: zeelucht

en vislijn. dan klim jij op mijn schouders,
zingt richting de vissen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Alexander Gumz (Berlijn, 19 december 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e december ook mijn blog van 28 december 2018 en ook mijn blog van 28 december 2015 en eveneens mijn blog van 28 december 2014 deel 2.

Mariella Mehr, Alexander Gumz

De Zwitserse dichteres en schrijfster Mariella Mehr werd geboren op 27 december 1947 in Zürich. Zie ook alle tags voor Mariella Mehr op dit blog.

Uit: Daskind

„Hat keinen Namen, Daskind. Wird Daskind genannt. Oder Kleinerbub, obwohl es ein Mädchen ist. Wenn den Frauen im Dorf danach zumute ist, wird es Kleinerbub genannt, oder Kleinerfratz, zärtlich. Auch Frecherfratz, wenn Daskind Bedürfnisse hat, oder Saumädchen, Härchen, Dreckigerbalg. Hat keinen Namen, Daskind. Darf nicht heißen. Darf niemals heißen, denn dann könnte keine der Frauen im Dorf, der danach zumute ist, Daskind Kleinerbub nennen oder Frecherfratz, zärtlich, gierig. Oder Saumädchen, Hürchen oder Dreckigerbalg, wenn Daskind Bedürfnisse hat. Wer sagt schon Saumarie, Hurenvreni, Dreckrosi. Gewiss könnte man das sagen, aber es ist zu aufwendig, zu umständlich, sich des Namens des Kindes zu erinnern. Also, Daskind. Daskind spricht nicht, hat nie gesprochen. Schweigt düster. Schreit und tobt gelegentlich, anstatt zu sprechen. Hat nur eine Luftsprache, die Dörfler Dörfler nennt oder Frauen, Männer, Näherin, Schwestern, wenn es Nonnen sind, Herrpfarrer, Sigrist. Totengräber, Coiffeur, Polizist, Gemeindepräsident, Abdecker, Pflegevater, Pflegemutter und den Pensionisten im Pflegehaus: Denpensionisten. Ein Knecht. Beim Großbauern ganz in der Nähe verdingt. Mit immergrünem Gesicht im Grünenzimmer, so nennt die Pflegemutter den Raum neben der Kammer des Kindes, weil dort im Winter die Geranien lagern und die Wände des Zimmers lindgrün gestrichen sind. 3 Daskind jetzt auf dem roten Sofa im Wohnzimmer. Über dem Scheitel des Kindes der leidende Christus am Kreuz. Silbern leuchtend auf dunklem Holz. Das lange Silberhaar um den silbernen Kopf und einrahmend das silberne Lächeln, den silbernen Tod. Silberblut quillt aus dem silbernen Herzen, Silberherz stirbt. Stirbt immerzu. Wie kann einer, denkt Daskind, immerzu sterben. Ohne Groll. So ist das Leben des Kindes im Hause Idaho, umsorgt von Derfrau und Demmann — Pflegemutter und Pflegevater —, ein Silbertodimmerzu. Im Beisein der Silbereltern, des Silbervaters, der Silbermutter: Die winken dem Sterben des Kindes zu, lachen es an und strafen es silbern, wenn nicht der Kleinefratz, zärtlich, sondern Daskind, Derfrechefratz, Dassaumädchen, Hürchendreckigerbalg Bedürfnisse äußert, die der Kleinefratz, zärtlich, nicht äußert. Dass zum Beispiel nachts die Tür der Kammer des Kindes offen stehe, damit sich Daskind nicht so ganz alleine fühlt. Dass das Licht brenne im Korridor, bis Daskind schläft. Dass man ihm die Angst nimmt vor der Nacht und dem Immergrünen im Grünenzimmer.“

 

Mariella Mehr (Zürich, 27 december 1947)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Alexander Gumz werd geboren op 19 december 1974 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Alexander Gunz op dit blog.

 

de kerel in het vliegpak

vreest zijn doelen. het is niet duidelijk wie hem opvangt
na de sprong. en wie trekt zijn wenkbrauwen op?

Gevels verdampen voor hem in de mist. ergens
hangt als een naald, een schijnwerper.

het geluid van vuistslagen blijft aan zijn oren plakken,
maakt zich niet druk over de dichtheid van zijn spieren.

Wie op het punt staat te vliegen, hoort hij, moet weten
dat de wind hem kan vergeten.

Gebouwen hebben maar een korte levensduur.
Vinden de wolken boven je geen huis,

dan ze lichten rood op. alleen beveiligingscamera’s
kijk dan nog toe. noem het noodlot,

Noem het zwaartekracht: zijn vleugels worden vandaag
uitgeschakeld. maar wees niet bang.

hij heeft altijd zijn spraakvervormer bij zich,
codeert zelf wat hem verlost.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Alexander Gumz (Berlijn, 19 december 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e december ook mijn blog van 27 december 2018 en ook mijn blog van 27 december 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.

Liu Xiaobo, Alexander Gumz

De Chinese dichter, mensenrechtenactivist en Nobelprijswinnaar Liu Xiaobo werd geboren in Changchun op 28 december 1955. Zie ook alle tags voor Liu Xiaobo op dit blog.

 

Nur einen Brief

Es braucht nur einen Brief
Und ich überwinde alles
Um mit dir zu sprechen

Als der Wind stürmte
Schrieb die Nacht mit ihrem Blut
Nieder ein geheimes Wort
Und gab mir ins Gedächtnis,
Dass jedes Wort das letzte ist

Das Eis in deinem Körper
Schmolz zu einer Feuersage
Den Augen der Henker entgegen
Es versteinerte die Wut

Da überschnitten sich zwei Schienen
Die Motten, sie fliegen ins Licht
In der ewigen Geste
Folgte dein Schatten

 

Vertaald door Monika Rinck

 

Van Gogh and You

Your penmanship puts me to shame
in your letters (each stroke a paragon)
who’d catch the hint of despair?
at the calluses where you grasp the pen
Van Gogh’s sunflowers bloom
How precious that empty chair!
not for reading and writing, but for remembering
each shift of the shoulders calls up another time
you endure the raids with equanimity
and savor Van Gogh’s images alone
With your heart in your mouth
each step may be your last
sensing obstacles ahead, you pick your way
across the opposite of love
and on the other side of death
where Van Gogh’s Sower comes to grief
amid his sprouting seeds
For you, a single room is Heaven
returning home, deliverance
now, when everyone’s become a singer
and there’s none to mourn the dead
you alone keep still
beside that empty chair
Bloody deeds remembered grip the throat
words are salty, voices dim
neither round- the- clock surveillance
nor the watcher in your mind
can snatch away your pen
and the blizzard in the painting
Van Gogh’s severed ear takes flight
seeking the right tint for you
the clumsy stride
of muddy peasant shoes
shall bear you to Jerusalem’s wailing wall

 

Liu Xiaobo (28 december 1955 – 13 juli 2017)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Alexander Gumz werd geboren op 19 december 1974 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Alexander Gunz op dit blog.

 

Wederom slechts zeer weinig tijd

waarom deze basics: zijn er geen andere raadsels
bijvoorbeeld om plattegronden van oude steden te ontcijferen
een overzicht geven (de doelen van de muziek)

op een vergelijkbaar punt zou je ook een rustteken kunnen zetten
de instrumenten laten ademen (vingers glijden
over de toetsen van de telefoon)

een beetje armmoedig klinkt het bij de dienst (deze stem
op de lijn: vermeld a.u.b. de mate van urgentie
iemand moet dit allemaal oplossen)

met welke beloften kun je dan nog leven?
(zoals de muren achter de begraafplaats
een ander decor worden

jij zelf een geloofsbroeder) alleen uitgerust
met voornamen en windstreken
(behoorlijk vettige apparaten)

om uiteindelijk de erfenis van deze passages te verwerpen
(een naïef verlangen: om te weten waarheen
elke taxi rijdt)

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Alexander Gumz (Berlijn, 19 december 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e december ook mijn blog van 28 december 2018 en ook mijn blog van 28 december 2015 en eveneens mijn blog van 28 december 2014 deel 2.

Mariella Mehr, Alexander Gumz

De Zwitserse dichteres en schrijfster Mariella Mehr werd geboren op 27 december 1947 in Zürich. Zie ook alle tags voor Mariella Mehr op dit blog.

Uit: VON MÄUSEN UND MENSCHEN

„Sehr geehrte Damen und Herren Ich begrüsse Sie alle recht herzlich und danke Ihnen, Herr Professor Haumann, für Ihre Einladung. Erlauben Sie mir vorerst, mich mit den Worten An-gehöriger einer anderen akademischen Fachrichtung vorzustellen. Vor Ihnen steht eine «verstimmbare, haltlose, geltungsbedürftige und moralisch schwachsinnige Psychopathin mit neurotischen Zügen und einem starken Hang zur Selbstüberschätzung, was ihr Wunsch, Schriftstellerin zu werden, beweist. In Erwägung ihrer hereditären Belastung — die Probandin gehört zur dritten Generation einer degenerierten Vaganten-familie — kann eine dauernde Einweisung in eine Psychiatrische Klinik nicht ausgeschlossen werden» («Gemeinsame», 196.0. Hier steh ich nun und kann nicht anders. Als Person bin ich, wenn Sie so wollen, eingeladen worden: Leicht verstimmbar, wenn ich solche Ungeheuerlichkeiten wieder lesen muss, haltlos in meinem Zorn und meiner Trauer darüber, impulsiv im steten Bemühen, mich selbst von der Unhaltbarkeit dieser Diagnose zu überzeugen, anmassend im Glauben, dass die Zeit Wunden heilt, und hereditär, mit der Verwundbarkeit meiner Vorfahren belastet also, da schon diese allen Grund hatten, sich vor solchen Werturteilen und deren Kon-sequenzen zu fürchten. Immerhin, Schriftstellerin bin ich geworden, eine, die sich, so gut es eben geht, den Verachteten, Ungeliebten, den Belächelten verschrieben hat, jenen Seil-tänzern wie ich, die es, je nach Erfahrung und Schicksal, oft bis in den Wahnsinn verschlägt, und Wahnsinn steht am Ende fast jeder dieser Wege, so wie an deren Anfang nur allzu oft eine Diagnose steht, die sich buchstäblich selbst vorantreibt und sich, mit etwas praktischer Nachhilfe, in die Seele eines Menschen einmeisselt, bis dieser daran zerbricht. Ja, was geht das Sie an, könnten Sie mich nun fragen. Viel, meine ich, und bitte Sie deshalb, mich für einen Augenblick in den Hörsaal der Kantonalen Heilanstalt St. Urban zu begleiten und sich dort unter das medizinische Pflegepersonal zu mischen, welches diesen Vortrag bereits einmal gehört hat. Sie sind hier Universitätsstudentinnen. Der Bedeutung des Wortes folgend und damit dem Anspruch, allumfassend, uni-versal ausgebildet zu werden, dürfte Ihnen dieser
Schritt nicht schwerfallen. Schliesslich werden Sie sehen, dass der Weg in Ihren Hörsaal und in Ihr Studienfach zurückführt. Meine Damen und Herren, die Verfasser solcher und ähnlicher «Diagnosen» sind öffentliche Personen. Sie lehrten und sie lehren noch immer. Ich nehme mir deshalb die Freiheit, sie etwas genauer zu beschreiben. Der Eine zitierte mich wöchentlich in sein Büro, um meine Intelligenz zu testen, beziehungsweise meine hereditär bedingte Minderwertigkeit zu beweisen. Unter seinen Anweisungen lernte ich Schach spielen. Als ich endlich, nach Wochen, einmal gewann und mich darüber freute, fegte er die Figuren vom Tisch und hiess mich, ausser sich vor Zorn, sein Büro zu ver-lassen. Es war übrigens das einzige Mal in meinem ganzen Leben, dass ich ein Schachspiel gewann. Selbst mein Sohn beherrschte das Spiel mit neun Jahren besser, als ich es je tat.“

 

Mariella Mehr (Zürich, 27 december 1947)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Alexander Gumz werd geboren op 19 december 1974 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Alexander Gunz op dit blog.

 

in real life

we beschouwen het als een kop-staartbotsing, maar niemand lijdt er echt onder.
mijn middelvinger knelt, jouw pupil jeukt.

dagen geleden zouden we onszelf hebben opgeofferd, dappere kerels
in een zwembad, gordels vol munitie.

nu huppel ik over de stoep, verscheurd
tussen een aanloop nemen en ineenstorting.

ga een tijdje in de grond liggen, zeg je, om te oefenen.
bij de afsprong, knik je naar me.

ik maak de strop om mijn nek los. in het echte leven
zouden we voor een kus op het dak zijn geklommen na deze dialoog.

het uitzicht zou meedogenloos zijn: perrons, in een cirkel geplaatst.
zelfmoordenaars wachten, kletsen met voorbijgangers, tot de trein binnenrijdt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Alexander Gumz (Berlijn, 19 december 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e december ook mijn blog van 27 december 2018 en ook mijn blog van 27 december 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.

Burkhard Spinnen, Alexander Gumz

De Duitse schrijver Burkhard Spinnen werd geboren op 28 december 1956 in Mönchengladbach. Zie ook alle tags voor Burkhard Spinnen op dit blog.

Uit: Rückwind

„Späte Pop-Art auf staatseigenen Rädern. Aber ich wette, Trössner, du hast das gemocht. Gib’s zu! Du warst jung, diese Farben waren jung, das passte einfach wunderbar zusammen, ein fantastischer Auftakt für eine Klassenfahrt. Vielleicht nach Berlin? Das wurde doch vor Zeiten einmal staatlich bezuschusst. Womit ich auch ganz zwanglos wieder bei meiner Frage wäre: Warum nach Berlin?
Und wieder keine Antwort.
Dafür ist der Fahrschein gedruckt. Trössner nimmt ihn aus dem Kästchen, in dem ein kleines Licht sehr dringlich flackert. Dergleichen Kommunikation mit der Maschine war zu seinen Klassenfahrtzeiten noch unbekannte Zukunft und wirkt heute schon wieder überkommen. Einszweidrei, im Sauseschritt, läuft die Zeit. Aber jetzt keine Nostalgie. Es muss gefahren werden. Mag der Himmel wissen, warum.
Und warum ausgerechnet nach Berlin!
Aber das wirst du mir noch sagen, Trössner, nicht wahr? Das wirst du doch nicht vor mir verheimlichen, oder?
Und nicht so schnell! Ich komme ja kaum hinterher.
Hier oben auf dem Bahnsteig ist er nicht allein. Hoffentlich verdirbt ihm das nicht die Stimmung. Nach all den Jahren in so aberwitzig viel Gesellschaft ist er mittlerweile wieder ein Profi im Alleinsein, und er scheint es zu schätzen. Allerdings galt es ja nur, alte Fähigkeiten wiederzubeleben. Als Einzelkind und Unternehmersohn in einem noblen Vorort ohne Kindergarten, da lernt man das Alleinsein von der Pike auf.
Er hatte sich sogar ein gewisses Vergnügen daran bewahrt, als es um ihn herum lebhafter wurde. Das hat er in meinem Beisein einem der Therapeuten erzählt. Mit zwölf oder dreizehn besuchte er dieses altmodische Kino am Bahnhof, das damals still vor sich hin starb. Nachmittagsvorstellung, außer ihm vielleicht nur vier, fünf andere im Saal, unerkennbar in der Dunkelheit. Der Film war ihm egal, es ging nur um das Gefühl, so etwas wie der Einzige oder sogar der Letzte zu sein. Wenn einer kam und fragte, ob jemand Eis wolle, sei das wie eine persönliche Botschaft gewesen.
Lange her, Trössner!
Er nickt bloß. Klemmt dabei die Daumen hinter die Tragegurte des neuen Rucksacks und schaut die Schienen entlang. Trete ich also einen Schritt beiseite. Ich will ihm ja seine wertvollen Momente nicht ruinieren.“

 

Burkhard Spinnen (Mönchengladbach, 28 december 1956)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Alexander Gumz werd geboren op 19 december 1974 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Alexander Gunz op dit blog.

 

stukgeslagen nieuwsberichten

ik ben boos op taal, op alles
wat me met krakende jatten aanraakt. maar ik zeg het niet hardop.

stom van afschuw schud ik de vloerplanken,
luister naar klopsignalen. mijn adem, een koppige eenheid,
geherprogrammeerd door toetsingen aan de grondwet.

boven mij ruimt de geheime dienst op. voorbereidingen zijn in volle gang,
om mijn appartement met plankton te bedekken.

een briefje glijdt onder de deur door: maak je geen zorgen om mij.
heb de stemmen in de regenpijpen in detail bestudeerd.
door mijn vleugels af te knippen, word ik onsterfelijk.

ik had me nooit moeten laten overtuigen
al onze eerste borrel: fout. zoals in een western
wilde je mij, pezig en dapper

zoals in een western, liet je me achter toen de sheriff kwam.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Alexander Gumz (Berlijn, 19 december 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e december ook mijn blog van 28 december 2018 en ook mijn blog van 28 december 2015 en eveneens mijn blog van 28 december 2014 deel 2.

Bernard Wesseling, Alexander Gumz

Rectificatie. De Nederlandse dichter en schrijver Bernard Wesseling werd geboren in Amsterdam op 7 december 1978. Zie ook alle tags voor Bernard Wesseling op dit blog.

Uit: Midzomer, stadsmoe

“Ik nader mijn bestemming, steek mijn telefoon weg en zoek de huisnummers af. Een spoedje, las ik in de order. Ik glijd behoedzaam de stoep op, temporiserend, en hang de laatste meters op één pedaal, in de stijl van boodschappende moeders.
Ik werd nageroepen, dat weet ik zeker. Voor ik me om kan draaien heeft een mevrouw van een zekere leeftijd in feite de moeite genomen om me achterlangs voorbij te snellen en voor me te gaan staan en begint me hier uit te foeteren. Aan haar zijde gapen beurtelings drie keffertjes, als een piepklein pijporgeltje.
Wat voor idioot of ik ben, om zomaar ‘het trottoir’ op te rijden! Ze had wel dood kunnen zijn. Welke achterlijke imbeciel het in zijn hoofd haalt zich zo in het verkeer te begeven? Door wie ik ben opgevoed, áls ik al ben opgevoed, en of ik soms een wolfskind ben?
Ondertussen bevingert ze haar kruisje, dat glimmend tussen haar zonverbrande borsten rust.
Ik wijs met een duim naar de tas op mijn rug die aan de oplettende waarnemer verraadt dat ik een fietskoerier ben, een soort postbezorger, en dus werkachtig in de logistiek (getuige het kwartaalkrantje dat ik ontvang, waaruit blijkt dat ik ook collega’s heb onder vrachtwagenchauffeurs). Verkeersregels gelden voor mij als voor ieder ander, zeker, maar ik permitteer me nu en dan, als de kust veilig is, een aanloopje stoep om mijn klant te behagen. Snelle service heet dat. Waarvan akte, tot uw dienst.
De confrontatie verslechtert snel. Waarschijnlijk herinner ik haar aan een lange lijn verlopen liefdes. Of ze heeft een afvallige zoon, hij wil haar geld zonder haar affectie of haar affectie maar dan met geld toe. Als er maar geld loskomt. Dat haar roedel is uitgekeken op de situatie en onrustig om haar heen drentelt, helpt de spanning alleen te verhogen. Je had liever dat ze begonnen te janken.
– Ja, jij denkt laat maar blèren, dat malle mens, het zal mijn tijd wel duren!
– Mevrouw, het spijt me, u hebt gelijk. Maar nu moet ik verder met mijn werk.
De stoep is trouwens zo breed als een boulevard. Er kan nog zeker een Deense dog langs met zijn baas, zo wordt ondertussen bewezen, en nog blijft er armslag over.
Alles aan haar staat me nu tegen: haar verwrongen gezicht, de kakel in haar stem, haar sieraden, haar honden, maar vooral haar blik, die zegt: ik zal je laten boeten voor alles wat ik niet kan bevatten, jongen.
Er is een onontkoombare intimiteit tussen ons ontstaan.”

 

Bernard Wesseling (Amsterdam, 7 december 1978)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Alexander Gumz werd geboren op 19 december 1974 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Alexander Gunz op dit blog.

 

Hopen op de achterhoede

de zomer is afgelast, de houwdegens komen dichterbij
(wie hangen ze vandaag aan de goot) hun strijdkreten
in de tuinen van de kameraden

dat de tijdrekening met elk refrein krommer wordt
(er tussenin een gat: afgedekt met netten
zodat de arbeidsmarkt niets ziet)

Patroonhulzen klikken tussen noodlampen heen en weer
iemand jongleert met grote handen
soms uitvalswegen, soms piratenzenders

(zijn eigen uitsluitingszone) wat was daaraan
even gevaarlijk (herhalingen) oh ja: het onmogelijke
in telbare gestalten

de trailers worden er uitgesneden
of passend bij de aardkromming overgeschilderd (daar alsjeblieft
een ondertitel: gebruik van middelen die men niet begrijpt)

naar lege bibliotheken joggen (wazige blik
op een rivier waarin de bruggen elkaar overtreffen)
in het donker staat het insectenleger

(de argumenten tegen een stap in het water
worden dunner) snel trappelen (de hele tijd
van zijde wisselen) desondanks hardop schreeuwen

en hopen dat het water zal dragen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Alexander Gumz (Berlijn, 19 december 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e december ook mijn blog van 27 december 2018 en ook mijn blog van 27 december 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.

Burkhard Spinnen, Alexander Gumz

De Duitse schrijver Burkhard Spinnen werd geboren op 28 december 1956 in Mönchengladbach. Zie ook alle tags voor Burkhard Spinnen op dit blog.

Uit: Rückwind

‘Trössner, was ist? Stellst du dir vor, du bist derjenige, dessen Namen wir tunlichst vermeiden? Selbst in diesen unbedachten Momenten, wenn man ihn ausspricht, ohne ihn zu meinen. Der, dessen Namen wir unterdrücken, weil wir von seiner Nichtexistenz so tief überzeugt sind. Und das auch, ja, gerade jetzt, da man von Leuten in deiner Situation gerne sagt, sie würden das Beten lernen. Jedenfalls sieht er so aus, Hartmut Trössner, wie er jetzt mit einem langen Finger auf die Bildschirmanzeige des Fahrkartenautomaten zieh. Recht ähnlich dem besagten weißbärtigen Herrn, wie er von seiner Wolke herab so energisch auf seinen Adam zeigt, an dem, wenn man etwas strenger hinschaut, alles ein bisschen schlaff ist, auch der Finger, den er dem Herrn entgegen streckt. Als scheute er die Berührung mit seinem Schöpfer. Du erinnerst dich, Trössner: in Rom, du musstest dir den Kopf verrenken, um das zu sehen, und der Vater las dazu der Mutter aus dem Reiseführer vor. Hätte es damals schon Mobiltelefone gegeben, hätte er daran erinnert, dass man sie an diesem Ort unbedingt ausschalten muss. Schon aus Respekt vor dem da oben. Aber ich schweife ab. Jetzt drückt et Ziemlich kräftig sogar. Warum kräftig, Trössner? Damit da Leben reinkommt? Oder denkst du vielleicht, deine Fingerkuppen könnten zu kalt sein, um den erwünschten Impuls auszulösen? Die Vorstellung passt zwar nicht zur Jahreszeit und dem wunderbaren Wetter, aber zur persönlichen Verfassung. Das hätte eine gewisse Poesie.
Wohin reisen?, fragt der Bildschirm. Nach Berlin. Und wann? Jetzt. Und warum? l)as frage ich. Mit Nachdruck. Zumal, soweit ich weiß, noch gestern überhaupt nicht von Aufbruch oder Reise die Rede war. Ich bekomme allerdings keine Antwort. Der Vorgang wird bearbeitet. Trössner soll seine Karte in den Schlitz stecken und seine Geheimnummer eingeben. Jetzt wird es ernst! Haben sie womöglich sein Privatkonto gesperrt? Dieses antiquarische, besser nostalgische Girokonto, das, wenn ich richtig unterrichtet bin, der Vater für ihn eingerichtet hatte, als ihm sein Taschengeld erstmals überwiesen wurde Und auf dem sich momentan ein Betrag befinden müsste, den Trössner mit fünfzehn ein Vermögen genannt hätte und ab dreißig wieder ein Taschengeld. Er tippt die Geheimzahl. 6369. Geboren auf dem Mond. Eine ausnehmend schöne Eselsbrücke. Umgehend kommt die Meldung, dass alles funktioniert. Bitte die Karte entnehmen. Fällt hier etwa jemandem ein Stein vom Herzen? Fs wird ein Fahrschein gedruckt. Sag mal, Tnössner, bei der Gelegenheit, wann bist du zum ersten Mal Bahn gefahren? Ist das vierzig Jahre her? Würde ich schätzen. Wer in deinen Kopf schauen kann, der sieht darin die Großraumwagen der ersten Intercity-Generation. Gelborange die Wände, die Gepäckablagen und die Sitze, rötlich braun die Stirnwände, und die Reservierungsschildchen neckten hinter verkratztem Plexiglas. Man konnte das grauenhaft finden.“

 

Burkhard Spinnen (Mönchengladbach, 28 december 1956)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Alexander Gumz werd geboren op 19 december 1974 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Alexander Gunz op dit blog.

 

god in korte broek

op de een of andere manier zijn de radio’s op een andere frequentie ingesteld.
specialisten brabbelen. kleine overlapping
met het kloppen van het heden in mijn maag.

ver uit de boeg van een boot leunend,
maakten we ons zorgen over halslijnen.

oordeel zelf: waarom kent de onderbouw ons,
is dat het prinsenpaar dat zich zou hebben opgehangen?
we moeten hoe dan ook niet op retoriek vertrouwen.
beter om over verjaardagskaarten heen te kleuren, schrijf:

lieverds, we hebben sinds vandaag een thuis. jullie kennen het,
achter bergen waar een bad voor ons wordt klaargemaakt,
zo transparant alsof we het verdienden.

we worden nog steeds niet genoeg veracht.

hoe zei god het gisteren op de radio:
iemand zal boeten, zal opstaan van de gedekte tafel,
twee stappen zetten naar de ondergang
en pats, dat was het.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Alexander Gumz (Berlijn, 19 december 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e december ook mijn blog van 28 december 2018 en ook mijn blog van 28 december 2015 en eveneens mijn blog van 28 december 2014 deel 2.

Burkhard Spinnen, Alexander Gumz

De Duitse schrijver Burkhard Spinnen werd geboren op 28 december 1956 in Mönchengladbach. Zie ook alle tags voor Burkhard Spinnen op dit blog.

Uit: Rückwind

‘Trössner, was ist? Stellst du dir vor, du bist derjenige, dessen Namen wir tunlichst vermeiden? Selbst in diesen unbedachten Momenten, wenn man ihn ausspricht, ohne ihn zu meinen. Der, dessen Namen wir unterdrücken, weil wir von seiner Nichtexistenz so tief überzeugt sind. Und das auch, ja, gerade jetzt, da man von Leuten in deiner Situation gerne sagt, sie würden das Beten lernen. Jedenfalls sieht er so aus, Hartmut Trössner, wie er jetzt mit einem langen Finger auf die Bildschirmanzeige des Fahrkartenautomaten zieh. Recht ähnlich dem besagten weißbärtigen Herrn, wie er von seiner Wolke herab so energisch auf seinen Adam zeigt, an dem, wenn man etwas strenger hinschaut, alles ein bisschen schlaff ist, auch der Finger, den er dem Herrn entgegen streckt. Als scheute er die Berührung mit seinem Schöpfer. Du erinnerst dich, Trössner: in Rom, du musstest dir den Kopf verrenken, um das zu sehen, und der Vater las dazu der Mutter aus dem Reiseführer vor. Hätte es damals schon Mobiltelefone gegeben, hätte er daran erinnert, dass man sie an diesem Ort unbedingt ausschalten muss. Schon aus Respekt vor dem da oben. Aber ich schweife ab. Jetzt drückt et Ziemlich kräftig sogar. Warum kräftig, Trössner? Damit da Leben reinkommt? Oder denkst du vielleicht, deine Fingerkuppen könnten zu kalt sein, um den erwünschten Impuls auszulösen? Die Vorstellung passt zwar nicht zur Jahreszeit und dem wunderbaren Wetter, aber zur persönlichen Verfassung. Das hätte eine gewisse Poesie.
Wohin reisen?, fragt der Bildschirm. Nach Berlin. Und wann? Jetzt. Und warum? l)as frage ich. Mit Nachdruck. Zumal, soweit ich weiß, noch gestern überhaupt nicht von Aufbruch oder Reise die Rede war. Ich bekomme allerdings keine Antwort. Der Vorgang wird bearbeitet. Trössner soll seine Karte in den Schlitz stecken und seine Geheimnummer eingeben. Jetzt wird es ernst! Haben sie womöglich sein Privatkonto gesperrt? Dieses antiquarische, besser nostalgische Girokonto, das, wenn ich richtig unterrichtet bin, der Vater für ihn eingerichtet hatte, als ihm sein Taschengeld erstmals überwiesen wurde Und auf dem sich momentan ein Betrag befinden müsste, den Trössner mit fünfzehn ein Vermögen genannt hätte und ab dreißig wieder ein Taschengeld. Er tippt die Geheimzahl. 6369. Geboren auf dem Mond. Eine ausnehmend schöne Eselsbrücke. Umgehend kommt die Meldung, dass alles funktioniert. Bitte die Karte entnehmen. Fällt hier etwa jemandem ein Stein vom Herzen? Fs wird ein Fahrschein gedruckt. Sag mal, Tnössner, bei der Gelegenheit, wann bist du zum ersten Mal Bahn gefahren? Ist das vierzig Jahre her? Würde ich schätzen. Wer in deinen Kopf schauen kann, der sieht darin die Großraumwagen der ersten Intercity-Generation. Gelborange die Wände, die Gepäckablagen und die Sitze, rötlich braun die Stirnwände, und die Reservierungsschildchen neckten hinter verkratztem Plexiglas. Man konnte das grauenhaft finden.“

 

Burkhard Spinnen (Mönchengladbach, 28 december 1956)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Alexander Gumz werd geboren op 19 december 1974 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Alexander Gunz op dit blog.

 

god in korte broek

op de een of andere manier zijn de radio’s op een andere frequentie ingesteld.
specialisten brabbelen. kleine overlapping
met het kloppen van het heden in mijn maag.

ver uit de boeg van een boot leunend,
maakten we ons zorgen over halslijnen.

oordeel zelf: waarom kent de onderbouw ons,
is dat het prinsenpaar dat zich zou hebben opgehangen?
we moeten hoe dan ook niet op retoriek vertrouwen.
beter om over verjaardagskaarten heen te kleuren, schrijf:

lieverds, we hebben sinds vandaag een thuis. jullie kennen het,
achter bergen waar een bad voor ons wordt klaargemaakt,
zo transparant alsof we het verdienden.

we worden nog steeds niet genoeg veracht.

hoe zei god het gisteren op de radio:
iemand zal boeten, zal opstaan van de gedekte tafel,
twee stappen zetten naar de ondergang
en pats, dat was het.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Alexander Gumz (Berlijn, 19 december 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e december ook mijn blog van 28 december 2018 en ook mijn blog van 28 december 2015 en eveneens mijn blog van 28 december 2014 deel 2.

Bernard Wesseling, Alexander Gumz

Rectificatie. De Nederlandse dichter en schrijver Bernard Wesseling werd geboren in Amsterdam op 7 december 1978. Zie ook alle tags voor Bernard Wesseling op dit blog.

Uit: Gezelschapsjongen

“Vijf minuten later kwam ze naar buiten met een gestrikte doos onder haar arm. Ze liep kalmer nu, alsof het leven nieuwe betekenis had gekregen met wat er in die doos zat. Ik dacht een veer in haar verderfelijke stap te zien. Het begin van een ladder in haar panty, boven haar hiel. En toen, bij een zebrapad, keek ze in mijn richting.
Ik dook weg, een portiek in, en riskeerde juist op te vallen door me zo plotseling uit haar gezichtsveld te bewegen.
Stom, stom.
Het volgende moment was ik haar kwijt. Ik bevond me op een drukke winkelstraat. Een broeierige Marokkaanse jongen met zachte ogen, boos om zijn eigen verlegenheid, stootte me aan – liep snel verder. De ruit van een bushok trilde licht in zijn sponningen. Een bus draaide in, de deuren sisten open. Niemand stapte uit of in. Tenzij ik, begreep ik even uit de vorsende blik van de buschauffeur. Deel van de stoep was opgebroken. Een geel gehelmde bouwvakker verdween in een tent in de grond.
De omgeving leek erop uit me oneindig af te leiden. Ik was dan ook bang dat een levend standbeeld waar ik vervolgens langsliep, een slordige Centurion van uitgeslagen koper, een schijnachtervolging zou inzetten – toch bleef hij staan.
Maar, en dit was mijn geluk, niemand kleedde zich op deze verhitte dag in het zwart. Een tweede keer verscheen ze, nu voor een winkel. Daar bekeek ze iets in de etalage: een niemendalletje, een negligé, de mannequin of de man die haar ontkleedde.
Toen pas schoot de term me te binnen die gebruikt wordt om vrouwen zoals zij te beschrijven: schaduwweduwe. En het was even alsof ik vat kreeg op haar wezen.
Bij een drukbezocht stoplicht kwam ik zo dichtbij dat ik, een heerlijk oneerbiedig moment lang, op haar door een muur geknakte slagschaduw stond.
Voor een statig gebouw, uiteindelijk, hief ze een knie waar ze haar schoudertas op rustte en viste haar sleutels te voorschijn, de gebakdoos hing aan het touwtje tussen haar tanden.
Dit was mijn kans.
Maar voordat ik mijn voet in haar deuropening kon steken, voordat ik haar huis binnen kon dringen, werd mij nog één keer de weg versperd door een leeglopende balletschool: balletdanseressen hadden ineens de stoep in beslag genomen, binnen enkele seconden stonden ze tot midden op straat. Overal knotjes en pezige schouders, overal ranke benen en benige armen. Ze hadden zich allemaal gewend tot de artiestenuitgang waar ze net uit kwamen; een zwart vierkant gat naast een opengezwaaide ijzeren deur. Geen van hen leek mij op te merken toen ik ze passeerde, met mijn handen omhoog (om me smal te maken, te laten zien dat ik niets ongepasts deed) terwijl ze toch weken voor mij, een voor een, als wuivend graan. Ik trok een sprint, stopte, wandelde in snel tempo verder en was op tijd – ze schouderde haar tasje, klaar met het bekijken van een behulpzame envelop – om me haar achternaam toe te eigenen.”

 

Bernard Wesseling (Amsterdam, 7 december 1978)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Alexander Gumz werd geboren op 19 december 1974 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Alexander Gunz op dit blog.

 

Op adem komen

zeg je in deze kokende maand
laat de kinderen maar schreeuwen op de binnenplaats

de apparaten uitzetten kaal voor elke blik elk
overvol metrocompartiment dat “s morgens door onze slaap

trekt een tijdje bodemloos zeg je maar dan
vier weken zijn ook maar wat we ‘doorgaan’ noemen

wanneer iemand zijn hand op onze schouder legt
in de overbevolkte omgeving blijft staan

voor jouw kamer tussen ongenode gasten
in mijn hoofd met steeds verder verwijderde zinnen

een nieuw uitgevonden accent in het oor twee tonen
die in jou net als stroom elke paar seconden wisselen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Alexander Gumz (Berlijn, 19 december 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e december ook mijn blog van 27 december 2018 en ook mijn blog van 27 december 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.