PRAYER ON ALL SAINTS’ DAY (Malcolm Cowley), Ilse Aichinger

 

 

Kerkhof Allerheiligen door Leo Grewenig, 1929

 

PRAYER ON ALL SAINTS’ DAY

Mother,
lying there in the old Allegheny Cemetery,
last in the family plot—
I stood there on that overcast November day;
I have never gone back.
Craves played no part in our Swedenborgian family,
with my father’s trust in celestial reunions
and my oblivious selfishness.
Now after thirty-eight years I go back in spirit,
I kneel at the graveside, I offer my testimony:
this I have done, Mother, with your gift;
this I have failed to do.

Your hope, all that was left, you placed in me:
I should outshine the neighbors children,
grow up to be admired,
have worldly possessions too.
Those were modest aims you gave me, Mother;
I have achieved them all.

A wife you might have chosen for me,
but I chose her first;
a son to bear my father’s name;
an unmortgaged house and a mowed lawn.
The banker squeezes my hand;
the neighbors beam at me, each knowing
I will not wound his self-esteem.
You would have liked that, Mother.
“0h, Doctor,” you might have said,
we have a good son.”

 

Malcolm Cowley (24 augustus 1898 – 27 maart 1989)
Faith United Methodist Church Cemetery in Belsano, Pennsylvania, de geboorteplaats van Malcolm Cowley

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Sneeuwvolk

Ik meng mij niet zo licht
onder de vreemden van sneeuw
met kolen, bieten, houtwerk,
ik raak ze niet aan,
zolang ze vol vreugde pronken,
sommigen met meer gezichten
dan een.
Als dan de kolen
en de bieten vallen,
knopen, knoopsranden,
de rode liplinten,
zie ook ik dat strak aan
en maak geen geluid,
ik vlieg niet te hulp.
Misschien spreken ze
hun Milanees
mooier dan ik,
dat mag niet aan het licht komen.
En daarom stilte,
totdat dit licht hen licht
opgevat heeft
met alles wat zich daar
tussen Milanees
en Milanees verborgen houdt,
dan ook met mij.

 

Vertaald door Lucas Hüsgen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn blog van 1 november 2018 en ook mijn blog van 1 november 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook mijn blog van 1 november 2009.

A Sonnet for All Saints Day (Malcolm Guite), Ilse Aichinger

 

Bij Allerheiligen

 

De glorie van alle heiligen door Guercino, ca. 1645

 

A Sonnet for All Saints Day

Though Satan breaks our dark glass into shards
Each shard still shines with Christ’s reflected light,
It glances from the eyes, kindles the words
Of all his unknown saints. The dark is bright
With quiet lives and steady lights undimmed,
The witness of the ones we shunned and shamed.
Plain in our sight and far beyond our seeing
He weaves them with us in the web of being
They stand beside us even as we grieve,
The lone and left behind whom no one claimed,
Unnumbered multitudes, he lifts above
The shadow of the gibbet and the grave,
To triumph where all saints are known and named;
The gathered glories of His wounded love.

 

Malcolm Guite (Ibadan, 12 november 1957)
De katholieke Kerk van de Verrijzenis in Ibadan

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Maartwens voor de tuin

Blijf een panter,
zwartling,
gevlekt en hongerig,
naar paasdinsdagen,
regenstrengen,
rozenkranswetten;
ook naar zulke,
die verslappen,
naar de weggegooide winsten,
van kinderloterijen,
de inhoud van
lieve, betekenisloze epistels,
blijf zo,
nat en woedend;
als je nu bent,
klaar om,
vanaf de eerste kittens
tot de wetsteen
en tot de lange grens
allen
en met alle verschillen
te verslinden,
blijf zo,
blijf hongerig
naar ons.

 

Vertaald door Fans Roumen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn blog van 1 november 2018 en ook mijn blog van 1 november 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook mijn blog van 1 november 2009.

All-Saints’ Day 1867 (Ada Cambridge), Ilse Aichinger

 

Bij Allerheiligen

 

Het Landauer-altaarstuk. Allerheiligen door Albrecht Dürer, 1511

 

All-Saints’ Day (1867)

Blessed are they whose baby-souls are bright,
Whose brows are sealèd with the cross of light,
Whom God Himself has deign’d to robe in white-
Blessed are they!

Blessed are they who follow through the wild
His sacred footprints, as a little child;
Who strive to keep their garments undefiled-
Blessed are they!

Blessed are they who commune with the Christ,
Midst holy angels, at the Eucharist-
Who aye seek sunlight through the rain and mist-
Blessed are they!

Blessed are they-the strong in faith and grace-
Who humbly fill their own appointed place;
They who with steadfast patience run the race-
Blessed are they!

Blessed are they who suffer and endure-
They who through thorns and briars walk safe and sure;
Gold in the fire made beautiful and pure!-
Blessed are they!

Blessed are they on whom the angels wait,
To keep them facing the celestial gate,
To help them keep their vows inviolate-
Blessed are they!

Blessed are they to whom, at dead of night,-
In work, in prayer-though veiled from mortal sight,
The great King’s messengers bring love and light-
Blessed are they!

Blessed are they whose labours only cease
When God decrees the quiet, sweet release;
Who lie down calmly in the sleep of peace-
Blessed are they!

Whose dust is angel-guarded, where the flowers
And soft moss cover it, in this earth of ours;
Whose souls are roaming in celestial bowers-
Blessed are they!

Blessed are they-our precious ones-who trod
A pathway for us o’er the rock-strewn sod.
How are they number’d with the saints of God!
Blessed are they!

Blessed are they, elected to sit down
With Christ, in that day of supreme renown,
When His own Bride shall wear her bridal crown-
Blessed are they!

 

Ada Cambridge (21 november 1844 – 19 juli 1926)
St Germans church in Wiggenhall St Germans, de geboorteplaats van Ada Cambridge

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Tijdig advies

Ten eerste
moet je geloven,
dat het dag wordt
als de zon opkomt.
Maar als je het niet gelooft,
zeg ja.
Ten tweede
moet je geloven
en met al je kracht,
dat het nacht wordt,
als de maan opkomt.
Maar als je het niet gelooft,
zeg ja
of knik toegeeflijk met je hoofd,
dat accepteren ze ook.

 

Vertaald door Fans Roumen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn blog van 1 november 2018 en ook mijn blog van 1 november 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook mijn blog van 1 november 2009.

ALL SAINTS’ DAY (Connie Wanek), Ilse Aichinger  

 

Bij Allerheiligen

 

Angels and Saints door Scott Hahn, 2014

 

ALL SAINTS’ DAY

It happens that the world has run out of patience.
Sleet coats a smashed pumpkin,
and the wraith hanging in an immature maple

must be lowered, washed and dried, and spread
again across the child’s bed.
A north wind strips the popple of its costume, and flagellates

its bare limbs. The hills wear coarse gray, for penance,
before they’re cowled in white.
And all the candy energy abroad last night,

the candle flame that lit up a malicious grin,
the brass of car horns,
the pillowcases bulging with extorted chocolates—

all is surrendered. The soul is a cold cell in November,
with one supernal window –
admitting a wan light accessible only to those

who have given up the ghost.

 

Connie Wanek (Madison, 1 juni 1952)
Saint Raphael’s Cathedral in Madison, Wisconsin, de geboorteplaats van Connie Wanek

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Het land uit

Boeken uit vreemde boekerijen,
de aangesterkte duiven.
Kwam het op de oorden aan
die we te verlaten
in staat zijn,
met hun frambozestruiken,
de doeken
die zich in de wind al plooien,
ze veranderen in stilte achter onze rug,
terwijl wij blijven,
op de warme ruggen
van de tuinen, stenig
of van zand.

 

Vertaald door Lucas Hüsgen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn blog van 1 november 2018 en ook mijn blog van 1 november 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook mijn blog van 1 november 2009.

A Poem For All Saints Day (Stephen Spender), Ilse Aichinger

Bij Allerheiligen

 

Glas-in-lood-raam in All Saints’ Church, Stamford, Lincolnshire

 

A Poem For All Saints Day

I think continually of those who were truly great.
Who, from the womb, remembered the soul’s history
Through corridors of light, where the hours are suns,
Endless and singing. Whose lovely ambition
Was that their lips, still touched with fire,
Should tell of the Spirit, clothed from head to foot in song.
And who hoarded from the Spring branches
The desires falling across their bodies like blossoms.

What is precious, is never to forget
The essential delight of the blood drawn from ageless springs
Breaking through rocks in worlds before our earth.
Never to deny its pleasure in the morning simple light
Nor its grave evening demand for love.
Never to allow gradually the traffic to smother
With noise and fog, the flowering of the spirit.

Near the snow, near the sun, in the highest fields,
See how these names are fêted by the waving grass
And by the streamers of white cloud
And whispers of wind in the listening sky.
The names of those who in their lives fought for life,
Who wore at their hearts the fire’s centre.
Born of the sun, they travelled a short while toward the sun
And left the vivid air signed with their honour.

 

Stephen Spender (28 februari 1909 – 16 juli 1995) Interieur van All Saints Church in Londen, de geboorteplaats van Stephen Spender

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Winterantwoord

De wereld is gemaakt uit stof
die overweging vereist:
geen ogen meer
om de witte weiden te zien
geen oren in de takken
om hetgeroezemoes van de vogels te horen.
Grootmoeder, waar zijn je lippen gebleven
om de grassen te proeven
en wie ruikt voor ons de hemel ten einde,
wiens wangen wrijven zich vandaag
nog kapot aan de muren in het dorp?
Is het niet een donker bos,
waar we in zijn geraakt?
Nee, grootmoeder, het is niet donker
Ik weet het, ik woonde lang
bij de kinderen aan de rand,
en het is ook geen bos.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn blog van 1 november 2018 en ook mijn blog van 1 november 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook mijn blog van 1 november 2009.

All Saints’ Day (John Keble)

 

Bij Allerheiligen

 

 
Alle Heiligen door Giovanni del Biondo, 1367

 

All Saints’ Day

Why blow’st thou not, thou wintry wind,
Now every leaf is brown and sere,
And idly droops, to thee resigned,
The fading chaplet of the year?
Yet wears the pure aerial sky
Her summer veil, half drawn on high,
Of silvery haze, and dark and still
The shadows sleep on every slanting hill.

How quiet shews the woodland scene!
Each flower and tree, its duty done,
Reposing in decay serene,
Like weary men when age is won,
Such calm old age as conscience pure
And self-commanding hearts ensure,
Waiting their summons to the sky,
Content to live, but not afraid to die.

Sure if our eyes were purged to trace
God’s unseen armies hovering round,
We should behold by angels’ grace
The four strong winds of Heaven fast bound,
Their downward sweep a moment stayed
On ocean cove and forest glade,
Till the last flower of autumn shed
Her funeral odours on her dying bed.

So in Thine awful armoury, Lord,
The lightnings of the judgment-day
Pause yet awhile, in mercy stored,
Till willing heart swear quite away
Their earthly stains; and spotless shine
On every brow in light divine
The Cross by angel hands impressed,
The seal of glory won and pledge of promised rest.

Little they dream, those haughty souls
Whom empires own with bended knee,
What lowly fate their own controls,
Together linked by Heaven’s decree; —
As bloodhounds hush their baying wild
To wanton with some fearless child,
So Famine waits, and War with greedy eyes,
Till some repenting heart be ready for the skies.

Think ye the spires that glow so bright
In front of yonder setting sun,
Stand by their own unshaken might?
No — where th’upholding grace is won,
We dare not ask, nor Heaven would tell,
But sure from many a hidden dell,
From many a rural nook unthought of there,
Rises for that proud world the saints’ prevailing prayer.

Oh Champions blest, in Jesus’ name,
Short be your strife, your triumph full,
Till every heart have caught your flame,
And, lightened of the world’s misrule,
Ye soar those elder saints to meet,
Gathered long since at Jesus’ feet,
No world of passions to destroy,
Your prayers and struggles o’er, your task all praise and joy.

 


John Keble (25 april 1792 – 29 maart 1866)
Kerk en kerkhof in Fairford, Gloucestershire, de geboorteplaats van John Keble

 

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn vorige blog van vandaag.

Allerheiligen (Norbert Hummelt)

 

Dolce far niente – Bij Allerheiligen

 


Griekse icoon van Alle Heiligen, 18e eeuw

 

Allerheiligen

sie sperren abends lang schon nicht mehr zu; nah den laternen
sieht man, wo man tritt; weil sich die augen rasch gewöhnen
können, wirkt nach u. nach der ganze weg beleuchtet. wann

wenn nicht heute kann man zu so später stunde getrost zu seinen
lieben toten gehen. die lichte leuchten nie so dicht, so traulich
aufgestellt in bodennähe, dass man geführt wird von dem warmen
schein, wenn auch kein lebender mehr unterwegs sein wird. doch
kann ich trotzdem eines nicht verstehen. waren nicht sonst um diese
Jahreszeit die gräber vielfach schon mit torf bestreut? war ich nicht

selber einer, der da streuen ging, bis alle erde zugedeckt erschien?
jetzt liegt die krume unverhüllt; vom torf ist man gemeinhin ab-
gekommen. friert denn die erde winters nicht mehr zu? ist niemand

mehr da unten drin, dem eine warme decke guttun könnte, jetzt, wo
die tage (uhr ist umgestellt) mit einem mal rapide kürzer werden? ist
das organische schon so weit abgebaut, dass man von überresten kaum

mehr reden kann? sind pilze u. bakterien mit ihrer arbeit schon zum
schluss gekommen? das längst; doch bin ich nicht gewohnt, die dinge,
die in rede stehen, auf diese kühle art zu sehen. ist hier doch stets

der ort gewesen, wo ich den toten nahe war, in rufweite zu gott. da gab
es etwas, das durch wolken dringt. ich habe ein dreitagelicht; es ist
fast hell geworden, seit ein vogel singt; urahne, urangst, mutter u. Kind.

 


Norbert Hummelt (Neuss, 30 december 1962)
Neuss, St. Quirinus Münster

 

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn vorige blog van vandaag.

Dolce far niente, Franz Alfred Muth, Job Degenaar, Rudy Kousbroek, Huub Oosterhuis

 

Dolce far niente – Bij Allerheiligen

 

 
Allerheiligen 1 door Wassily Kandinsky, 1911

 

Allerheiligen

Selig, selig sind die Kindlein
Ohne Arg und Falsch, die reinen,
Selig Alle, die noch können
Kindlich jubeln, kindlich weinen,
Selig sind die Kinderherzen,
Ob die Erde auch voll Schmerzen!

Selig, selig alle Herzen
Arm und töricht vor der Erden,
Sie, die lieben Weh und Schmerzen,
Die sich freuen in Beschwerden;
Sel`ge Thorheit vor der Erden,
Ew`ge Weisheit wird dir werden.

Heil`ge Armut, die in Freuden
Alles für den Herrn gegeben,
O was reiche Seligkeiten
Werden dein im andern Leben!
Droben gibt es Edelsteine,
Diese Welt, sie hat ja keine.

Wer verfolgt, gehaßt auf Erden
Um der ew`gen Wahrheit willen,
Selig, selig wird er werden,
Gott wird schon die Tränen stillen.
Wie`s nicht ahnen mag die Erden,
Muß er selig, selig werden.

Alles wird der Herr vergelten,
Was wir litten, was wir stritten,
Seinen Duldern, seinen Helden
In des Himmels ew`gen Hütten:
Wie`s nicht ahnen kann die Erden,
Werden alle selig werden.

Und auch du mußt selig werden,
Ob im Kampfe, ob im Dulden;
Auf das Herz von dieser Erden,
Auf aus deiner Sünden Schulden!
Willst du hoffen, lieben, sehnen,
Selig, selig unter Tränen!

 

 
Franz Alfred Muth (13 juni 1839 – 3 november 1890)
Hadamar met slot. Franz Alfred Muth werd geboren in Hadamar.

Lees verder “Dolce far niente, Franz Alfred Muth, Job Degenaar, Rudy Kousbroek, Huub Oosterhuis”

All-Saints’ Day (Ada Cambridge)

Bij Allerheiligen

 

 
Allerheiligen door Ludovico Brea, 1513

 

All-Saints’ Day
“But they are at peace.”

Never to weary more, nor suffer sorrow,—
Their strife all over, and their work all done:
At peace—and only waiting for the morrow;
Heaven’s rest and rapture even now begun.

So tired once! long fetter’d, sorely burden’d,
Ye struggled hard and well for your release;
Ye fought in faith and love—and ye are guerdon’d,
O happy souls! for now ye are at peace.

No more of pain, no more of bitter weeping!
For us a darkness and an empty place,
Somewhere a little dust—in angels’ keeping—
A blessèd memory of a vanish’d face.

For us the lonely path, the daily toiling,
The din and strife of battle, never still’d;
For us the wounds, the hunger, and the soiling,—
The utter, speechless longing, unfulfill’d.

For us the army camp’d upon the mountains,
Unseen, yet fighting with our Syrian foes,—
The heaven-sent manna and the wayside fountains,
The hope and promise, sweetening our woes.

For them the joyous spirit, freely ranging
Green hills and fields where never mortal trod;
For them the light unfading and unchanging,
The perfect quietness—the peace of God.

For both, a dim, mysterious, distant greeting;
For both, at Jesus’ cross, a drawing near;
At Eucharistic gate a blessed meeting,
When angels and archangels worship here.

For both, God grant, an everlasting union,
When sin shall pass away and tears shall cease;
For both the deep and full and true communion,
For both the happy life that is “at peace.

 

 
Ada Cambridge (21 november 1844 – 19 juli 1926)
St Mary the Virgin’s Church in Wiggenhall, St Germans, de geboorteplaats van Ada Cambridge

 

De Australische dichteres en schrijfster Ada Cambridge werd geboren op 21 november 1844 in St Germans, Norfolk. Zie ook alle tags voor Ada Cambridge op dit blog. 

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn twee vorige blogs van vandaag.

Allerheiligen (Karel van den Oever)

Bij Allerheiligen

 

 
Allerheiligen door Johann König (1596 – 1642)

 

Allerheiligen

In de ochtend-regen,
op de straat,
mijn Engelbewaarder riep:
“Herinner je!”

Ja, het was een avond, zeer laat.
Ik drentelde aan de warme hand van mijn vader.
(Hoe veilig ik naast hem liep!)
Ik zag, voor het eerst, de vergulde straat,
de gloed der ramen, het lantaarnlicht.

O, dat was ’n wonder-nieuw zicht!

Toen plots de “Music Hall”.
Achter een dichte deur:
een gelouterd gezag,
een bestolpte muziek
– als uit een fluweelen behang –
iets ver en nostalgiek.

Een warme zaal-geur
die tochtte uit de spleet der mooie deur.
Ook een heldere luchter-gloor
scheen tusschen de spleet der mooie deur door.
Was hier het feest van een verborgen God
de luister van ’t beginnend leven,
ja, mijn levenslot?

O, achter die dichte deur:
hoe bekoorde dit hemels gezang,
wat ’n brandende gloed, wat ’n eeuwige taal!
Ik hoorde veel menschen in die zaal.

O, daarna, dagen lang:
Ik verlangde bedroefd naar die onbekende zaal
der “Music Hall”.

En nu?

Nu ga ik, verouderd en stram,
in de ochtend vol Allerheiligen-regen.
Langs mij rijdt de electrische tram
zich-zelf tegen.

Maar de stad weet niet,
mijn goede God,
hoe ik dring mijn oor, als een zot,
steeds sterker tegen uw dichte deur,
waarachter de zuivere zaal,
vol zang en Heiligen,
waarbij ik mij angstig wil beveiligen.

Want het leven: lang van duur?
O, wanneer klinkt op des afgronds gonzende schaal
het verrukkelijk uur
dat Iemand de dichte deur ontsluit
en ik mag ingaan tot die klare zaal?

 

 
Karel van den Oever (19 november 1879 – 6 oktober 1926)
Portret door C. van den Oever, 1916

 

De Vlaamse dichter, essayist en en toneelschrijver Karel van den Oever werd geboren in Antwerpen op 19 november 1879. Zie ook alle tags voor Karel van den Oever op dit blog.

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn blog van 1 november 2013 en eveneens mijn blog van 1 november 2011 deel 1 en eveneens deel 2.