November Sun (Derek Walcott)

 

Dolce far niente

 

 
November Sun Hardwoods door John Olin Gardner, z.j.

 

November Sun

In our treacherous
seasonless climate’s
dry heat or muggy heat or rain
I’m measuring winter by this November sun’s
diagonals shafting the window pane,
by my crouched shadow’s
embryo on the morning study floor. Once

I wallowed in ignorance
of change, of windfall, snowfall,
skull-cracking heat, sea-threshing hurricane.
Now I’d prefer to know.
We age desiring
these icy intuitions
that seasons bring.

Look, they’ll be pierced with knowledge
as with light! One boy, nine years in age
who vaults and tumbles, squirrelling
in his perpetual spring,
that ten-month, cautious totterer
my daughter.
I rarely let them in.

This is a sort of
death cell
where knowledge of our fatality is hidden.
I trace here, like a bent astronomer

the circle of the year,
nurturing its inner seasons’
mulch, drench, fire, ash.
In my son’s
restless gaze
I am time-ridden,
the sedentary dial of his days.
Our shadows point one way,
even their brief shadows on the cropped morning grass.

I am pierced with this. I cannot look away.
Ah Christ, how cruelly the needles race!

 


Derek Walcott (23 januari 1930 – 17 maart 2017))
St. Lucia, de geboorteplaats van Derek Walcott

 

Zie voor de schrijvers van de 4e november ook mijn vorige blog van vandaag.

P. F. Thomése, Wouter van Heiningen, Stendhal, Derek Walcott, Françoise Dorin, Gerald Jatzek, João Ubaldo Ribeiro, Michel Droit, Fatma Aydemir

De Nederlandse schrijver Pieter Frans Thomése werd geboren in Doetinchem op 23 januari 1958. Zie ook alle tags voor P. F. Thomése op dit blog.

Uit: Grillroom Jeruzalem

“Het zijn de donkere dagen voor Kerst, en we zullen overnachten in Bethlehem. Dat is in het Palestijnse gebied. Aan de andere kant van de grens.
Die grens blijkt, als we arriveren, een muur te zijn van negen meter hoog. Van de ene op de andere straat is-ie er ineens. Baf. Midden in de bebouwde kom. Grijze betonnen platen, bekend uit de gevangenisarchitectuur. Wie zoiets neerzet, wil datgene wat daarachter is nooit meer terug hoeven zien. De utilitaire vormgeving detoneert nogal in het Bijbelse landschap. Wie hier wil dromen van het kindeke Jezus en de os en de ezel en de wijzen uit het Oosten, moet danig zijn fantasie aanspreken. Ons hotel heet overigens gewoon, alsof er niets aan de hand is, het Bethlehem Star Hotel, en de desbetreffende ster straalt ons in haar vuile neon zwakjes tegemoet.
Hier lagen ze dus, de herdertjes, hier lagen zij bij nacht bij het vuur. En daar hoorden zij engelen zingen. Ik probeer me een beetje te oriënteren, maar erg goed lukt dat nog niet.
Onze reisleidster, de Palestijnse Ghada uit Gouda, zegt dat het al laat is en dat we maar beter meteen kunnen gaan slapen.
Op mijn kamer, met de vertrouwde lekkende kraan en het leeslampje dat alleen aangaat als je het draadje op een bepaalde manier vasthoudt, lig ik op bed en probeer ik me thuis te voelen in dit beloofde land waar zovelen zoveel eeuwen naar gehunkerd hebben, waar zovelen met onbegrijpelijke graagte hun bloed voor hebben gegeven (en al hunkerend nog steeds willen geven). Kijkend naar het plafond luister ik naar mijn van thuis meegebrachte muziek: Bar Kochba, de ‘radicale joodse jazz’ van de New Yorker John Zorn, en Old Testaments & New Revelations, melancholisch absurdisme van ‘de eerste joodse countryster’ Kinky Friedman and his Texas Jewboys (‘They ain’t making Jews like Jesus anymore’). Maar ik geloof nog steeds niet helemaal dat ik hier ben. In het Heilige Land, sprookjesland der gelovigen. Het is allemaal zo… gewoon. Het zou net zo goed een hotelkamer kunnen zijn in Emmen of Terneuzen waar ik na mijn lezing uit eigen werk door de liefhebbende organisatie ben ondergebracht.
Om wat meer in de stemming te komen ga ik verder in Edgar Hilsenraths magnum opus Nacht, schitterende schelmenroman uit de sjoah, die ik elke keer moeilijk weg kan leggen, zo verslavend is deze beklemmende overlevingsgeschiedenis. Het verhaal speelt zich af in een ten dode opgeschreven joods getto aan de Dnjestr, ergens in de duistere krochten van oostelijk Europa, waar de grenzen met iedere oorlog veranderden tot niemand meer wist wie in welk land thuishoorde.”

 

 
P. F. Thomése (Doetinchem, 23 januari 1958)

Lees verder “P. F. Thomése, Wouter van Heiningen, Stendhal, Derek Walcott, Françoise Dorin, Gerald Jatzek, João Ubaldo Ribeiro, Michel Droit, Fatma Aydemir”

P. F. Thomése, Wouter van Heiningen, Stendhal, Derek Walcott, Françoise Dorin, Gerald Jatzek, Friedrich von Matthisson, João Ubaldo Ribeiro, Franz Rieger

De Nederlandse schrijver Pieter Frans Thomése werd geboren in Doetinchem op 23 januari 1958. Zie ook alle tags voor P. F. Thomése op dit blog.

Uit Greatest hits

“We gingen eigenlijk voor de namen, de namen van het Oude Zuiden die zingen als oude tunes: swingend als Chattanooga, Opelousa, Bogalusa of Pascagoula, statig als Beaumont, Baton Rouge of Lafayette, exotisch als Cocodrie en ronduit bekend als Nashville alias Music City USA, Memphis, the home of the blues, en the big easy New Orleans – en tussen al die namen stroomt lazy de Mississippi, die zo oud en moe is dat hij ook Ole Man River wordt genoemd.
We vermoedden geloof ik wel dat de werkelijkheid naargeestiger zou zijn, grauw als krantenstukken over armoede, achterstand en algehele achterlijkheid, toch zochten wij wat zou beantwoorden aan de zang van die namen: witte zuilen van mansions als in Gone with the wind, witte houten kerkjes waar op zondag de gelovigen de hemel dankten dat zij mogen wonen in God’s own country, stoffige wegen en broeierige plaatsjes zoals in de romans van William Faulkner, op zonnige dagen als Huckleberry Finn met een stok aan de waterkant zitten, en in de verte zingende negers op de velden.
Een verkeerde instelling, dat zeker, maar reizen heeft alles te maken met misverstand, en per slot van rekening heeft ook Columbus Amerika per ongeluk ontdekt.
De Amerikanen spreken zelf van het Oude of Diepe Zuiden – ze bedoelen daarmee dat het ver verwijderd ligt, in afstand, maar vooral in tijd, van de dynamische, van voorwaarts vervulde wereld die in de reclame zo brutaal wordt voorgesteld als the choice of the new generation.
Terwijl de rest van Amerika steeds opnieuw last frontiers bereikt, verlangen ze in het Zuiden terug naar de antieke grens van 1863, toen de Confederate States of America op het slagveld bij Gettysburg de vooruitgang nog dachten te kunnen tegenhouden. En alsof in de slagen bij Gettysburg en Vicksburg de Burgeroorlog niet verloren is en de Mason-Dixon-grens nog bestaat, wapperen in old Dixie meer stars and bars dan nationale stars and stripes.
De vlag van de Confederates, hij wappert vooral in het achterland, langs de backroads van het Zuiden, op de lege pleinen van vergeten stadjes, waar het stof neerdaalt op de magnolia’s en waar oude mannetjes zitten te dammen in de koffiehuizen en negers op de zanderige paadjes van het getto quarters & dimes inzetten op de snelste kakkerlak van de buurt.”

 

 
P. F. Thomése (Doetinchem, 23 januari 1958)

Lees verder “P. F. Thomése, Wouter van Heiningen, Stendhal, Derek Walcott, Françoise Dorin, Gerald Jatzek, Friedrich von Matthisson, João Ubaldo Ribeiro, Franz Rieger”

P. F. Thomése, Wouter van Heiningen, Stendhal, Derek Walcott, Françoise Dorin

De Nederlandse schrijver Pieter Frans Thomése werd geboren in Doetinchem op 23 januari 1958. Zie ook alle tags voor P. F. Thomése op dit blog.

Uit: De onderwaterzwemmer

„De vader en de zoon komen tevoorschijn uit het rijshout en laten hun bleke, met reuzel ingevette lichamen stil als zilvervissen in het duistere water glijden. Stroomopwaarts, in de verte, wordt de onderkant van de nacht al blauw, ze mogen wel opschieten. Hun bundel kleren hebben ze met hun koppelriem op het hoofd gebonden, hun klompen drijvend aan een touwtje achter zich aan. De vader verdwijnt meteen; zonder eerst te waarschuwen laat hij zich opslokken door de rivier. De jongen wil het uitschreeuwen van de kou, die zich met vissentandjes in hem vastbijt, vermant zich bijtijds en laat zich verdoofd door de stroming meevoeren. Zodra ze iets horen, weet hij, richten ze op het geluid. En als er een begint te schieten, gaan ze allemaal los. Ook aan de overkant, waar de bevrijders zitten. Dan ontstaat er een kruisvuur. Vlakbij (maar waar?) hoort hij zijn vader. Hij hoort hijgen – toch? Hij ziet hem niet meer, hij ziet helemaal niets meer. Het kan evengoed zijn eigen hijgen zijn waar hij naar luistert. Het is de eerste keer dat hij mee mag naar de overzijde.
De opdracht, zíjn opdracht. Het gefluister op zijn zolderkamer voor het slapengaan, het oefenen met de bundel kleren, de klompen. En nu gebeurt het echt. De kou snijdt zijn adem af. Hij weet niet zeker of hij zijn lichaam nog voelt. Van steen lijkt hij geworden. Er is een zwaarte die hem naar beneden trekt. Kon hij maar op zijn rug drijven, dan hield hij het langer vol. Drijven en dromen van de overkant. Hij is bang dat hij kopjeonder gaat. Zijn kleren mogen niet nat worden; als dat gebeurt, is hij nog verder van huis. Zwemmen is de enige manier, zegt papa. Roeiboten vallen tegenwoordig veel te gauw op; laatst is er nog eentje onder vuur genomen. Mensen die hij niet kende, vluchtelingen uit de stad. Verzwolgen door de stroom, werd er gezegd. Verder was er niets over bekend. Hij moet het ook leren, de rivier oversteken. Voor het geval dat. Zijn vader vindt hem nu oud genoeg. Voor wat? Om te sterven? Hij hoort hem niet meer, trouwens. Hij is al ver vooruit zeker, het diepste duister in. De zoon moet het nu alleen kunnen. Tussen hem en de bodem is niets. Niets wat hem kan behoeden. Hij weet al niet meer of hij zich boven of onder water bevindt. De klompen, die hij aan een touwtje tussen zijn tanden met zich meetrekt, klotsebotsen steeds tegen zijn hoofd. Boven water dus. Hij hoort ze bonken, voelt ze niet. Hij voelt niets meer. De kou heeft zijn lichaam van hem afgenomen. Het is verleidelijk om je af te laten glijden, weg te zinken in deze ijzige slaap.“

 

 
P. F. Thomése (Doetinchem, 23 januari 1958)

Lees verder “P. F. Thomése, Wouter van Heiningen, Stendhal, Derek Walcott, Françoise Dorin”

Wouter van Heiningen, Stendhal, Derek Walcott, Françoise Dorin, Gerald Jatzek, Friedrich von Matthisson

De Nederlandse dichter Wouter van Heiningen werd geboren op 23 januari 1963 in Leidschendam. Zie ook alle tags voor Wouter van Heiningen op dit blog.

Mus

Ook als je echt zo heet
vergeet ik nooit je naam

hoe je wegdook
na een zachte streling van je wang
de rode blos tot diep
in je hals

je voorzichtige lach
die de ochtend deed smelten
tot een zee van tijd

de dagen dat ik je zocht
in veel te volle straten
en altijd weerkeerde
tot het plaats delict

je naam nog korter
dan mijn liefde was gegeven

als je echt zo heet

 

Polder

De lucht ligt hier stil, roerloos
tussen het riet, niet gezien
door mensenogen

de waterjuffer kruipt op het blad
van een waterplant, waant zich ongezien

het land waait met de trekvogels mee
golvend als een groene zee
slechts onderbroken door bomen
en opdringend struikgewas

tijd bestaat hier uit kleuren
van blauwgrijze seconden tot
rood doortrokken uren

waar het licht de lengte van het gras bepaalt
gaan seizoenen voorbij,
volgen denkbeeldige wijzers
de energie van het land

 
Wouter van Heiningen (Leidschendam, 23 januari 1963)

Lees verder “Wouter van Heiningen, Stendhal, Derek Walcott, Françoise Dorin, Gerald Jatzek, Friedrich von Matthisson”

Wouter van Heiningen, Stendhal, Derek Walcott, Françoise Dorin, Gerald Jatzek

De Nederlandse dichter Wouter van Heiningen werd geboren op 23 januari 1963 in Leidschendam. Zie ook alle tags voor Wouter van Heiningen op dit blog.

Het houdt niet op

De vragen kwamen later
nadat je al weg was
vergeten waren al je verhalen
en zelfs je stoel
zat anders

Het water stroomt  altijd
naar zee, zei mijn moeder
Wees een berg,
schud het van je af, laat
het stromen

Mijn natte voeten voelen
nog je handen, stijf
en onbeholpen
niet in staat om de kilte
weg te nemen

Ik ben geen kind meer
niet meer nu
en antwoorden zijn slechts
daar te vinden
waar je nog niet zoekt

 

Lofrede of klaagzang?

Ik beklaag de dagen die komen
ze zijn leeg en lijken zo
zinloos zonder
jouw woorden ontroeren mijn
kijk op dingen en
zalven de manier
waarop ik het leven bekijk
en levend in een breed
perspectief lijkt het
voor niets, wat mij nu rest
zijn vergeten woorden
herinneringen aan
helderheid en een zon
die dooft in een oceaan
van leegheid
geen bloemen alstublieft
acquisities worden niet
op prijs gesteld

 
Wouter van Heiningen (Leidschendam, 23 januari 1963)

Lees verder “Wouter van Heiningen, Stendhal, Derek Walcott, Françoise Dorin, Gerald Jatzek”

Wouter van Heiningen, Stendhal, Derek Walcott, Françoise Dorin, João Ubaldo Ribeiro

De Nederlandse dichter Wouter van Heiningen werd geboren op 23 januari 1963 in Leidschendam. Zie ook alle tags voor Wouter van Heiningen op dit blog.

Voor mijn vader

In de herfst van je leven
doe je warme schoenen aan
en een stevige jas
tegen het guur

Je trekt nog eenmaal
een beschutting op
in oude woorden
om vroegere dromen

Zilverwit blad dwarrelt
oneindig langzaam
maar onvermijdelijk
naar de koude harde grond

Je merkt de zachte
landing op
en beseft
dat in berusting
waarheid wordt gevonden

 

Schaakmeisje

Vlindervlug vloog je mijn verhalen binnen
Je dienaren nederig in je verblindende nabijheid
Je nam bloemen mee en honing
Waarmee je mij de mond snoerde

Je bracht je legers onder bij vrienden
Liet ze jagen op onooglijke vijanden
Tegenstanders van schoonheid en jeugd
Maar mij had je al ingelijfd

Je groeide door naar grote hoogten
Wurmde je los uit zoveel geschiedenis
Zocht je geluk en vond het in een ander gevecht
En liet mij achter, dankbaar en geïnspireerd

Eens was je een schaakmeisje
Onschuldig en zoekend naar de prins
Niet het paard, maar nu, zoveel later
Toon je mij een ware koningin

Wouter van Heiningen (Leidschendam, 23 januari 1963)

Lees verder “Wouter van Heiningen, Stendhal, Derek Walcott, Françoise Dorin, João Ubaldo Ribeiro”

Derek Walcott, Adriaan Bontebal, Leo Pleysier, Frank Schätzing, Maeve Binchy

Prettige Pinksterdagen!

 



De Nederdaling van de Heilige Geest

Ikoon uit de Noordrussische School

 

 

 

Pentecost

Better a jungle in the head
than rootless concrete.
Better to stand bewildered
by the fireflies’ crooked street;

winter lamps do not show
where the sidewalk is lost,
nor can these tongues of snow
speak for the Holy Ghost;

the self-increasing silence
of words dropped from a roof
points along iron railings,
direction, in not proof.

But best is this night surf
with slow scriptures of sand,
that sends, not quite a seraph,
but a late cormorant,

whose fading cry propels
through phosphorescent shoal
what, in my childhood gospels,
used to be called the Soul.

 

 

Derek Walcott (St. Lucia, 23 januari 1930)

Lees verder “Derek Walcott, Adriaan Bontebal, Leo Pleysier, Frank Schätzing, Maeve Binchy”

Stendhal, Wouter van Heiningen, Christina Viragh, Derek Walcott, João Ubaldo Ribeiro

De Franse schrijver Stendhal werd op 23 januari 1783 in Grenoble geboren als Henri Beyle. Zie ook alle tags voor Stendhal op dit blog.

Uit: The Red and the Black (Vertaald door Burton Raffel)

“The little town of Verrières might be one of the prettiest in all Franche-Comté. Its white houses with their sharp-pointed roofs of red tile stretch down a hillside, every faint ripple in the long slope marked by thick clusters of chestnut trees. A few hundred feet below the ruins of the ancient fortress, built by the Spanish, runs the River Doubs.
To the north, Verrières is sheltered by a great mountain, part of the Jura range. The first frosts of October cover these jagged peaks with snow. A stream that rushes down from the mountains, crossing through Verrières and then pouring itself into the Doubs, powers a good many sawmills—an immensely simple industry that provides a modest living for most of the inhabitants, more peasant than bourgeois. But the sawmills are not what brought prosperity to the little town. It was the production of printed calico cloth, known as “Mulhouse,” which ever since the fall of Napoleon has created widespread comfort and led to the refinishing of virtually every house in Verrières. Just inside the town, there is a stunning roar from a machine of frightful appearance. Twenty ponderous hammers, falling over and over with a crash that makes the ground tremble, are lifted by a wheel that the stream keeps in motion. Every one of these hammers, each and every day, turns out I don’t know how many thousands of nails. And it’s pretty, smooth-cheeked young girls who offer pieces of iron to these enormous hammers, which quickly transform them into nails. This operation, visibly harsh and violent, is one of the things that most astonishes a first-time traveler, poking his way into the mountains separating France and Switzerland. And if the traveler, entering Verrières, asks who owns this noble nail-making factory, deafening everyone who walks along the main street, he’ll be told, in the drawling accent of the region, “Ah—it belongs to His Honor the Mayor.”

Stendhal (23 januari 1783 – 23 maart 1842)

Op een t-shirt

Lees verder “Stendhal, Wouter van Heiningen, Christina Viragh, Derek Walcott, João Ubaldo Ribeiro”

Derek Walcott, Friedrich von Matthisson, Françoise Dorin, Michel Droit, Jesse Thoor

De Westindische dichter en schrijver Derek Walcott werd geboren op 23 januari 1930 op St. Lucia, een van de kleine Bovenwindse Eilanden. Zie ook mijn blog van 23 januari 2007 en ook mijn blog van 23 januari 2008 en ook mijn blog van 23 januari 2009 en ook mijn blog van 23 januari 2010.

 

Dark August 

 

So much rain, so much life like the swollen sky

of this black August. My sister, the sun,

broods in her yellow room and won’t come out.

 

Everything goes to hell; the mountains fume

like a kettle, rivers overrun; still,

she will not rise and turn off the rain.

 

She is in her room, fondling old things,

my poems, turning her album. Even if thunder falls

like a crash of plates from the sky,

 

she does not come out.

Don’t you know I love you but am hopeless

at fixing the rain ? But I am learning slowly

 

to love the dark days, the steaming hills,

the air with gossiping mosquitoes,

and to sip the medicine of bitterness,

 

so that when you emerge, my sister,

parting the beads of the rain,

with your forehead of flowers and eyes of forgiveness,

 

all with not be as it was, but it will be true

(you see they will not let me love

as I want), because, my sister, then

 

I would have learnt to love black days like bright ones,

The black rain, the white hills, when once

I loved only my happiness and you.

 

 

Derek Walcott (St. Lucia, 23 januari 1930)

 

 

Lees verder “Derek Walcott, Friedrich von Matthisson, Françoise Dorin, Michel Droit, Jesse Thoor”