Easter Monday (Eleanor Farjeon)

Aan alle bezoekers en mede-bloggers een Vrolijk Pasen! 

 

 
Paastafel door Aleksandr Makovsky, 1915-1916

 

Easter Monday

In the last letter that I had from France
You thanked me for the silver Easter egg
Which I had hidden in the box of apples
You like to munch beyond all other fruit.
You found the egg the Monday before Easter,
And said. ‘I will praise Easter Monday now –
It was such a lovely morning’. Then you spoke
Of the coming battle and said, ‘This is the eve.
‘Good-bye. And may I have a letter soon’.

That Easter Monday was a day for praise,
It was such a lovely morning. In our garden
We sowed our earliest seeds, and in the orchard
The apple-bud was ripe. It was the eve,
There are three letters that you will not get.

April 9th, 1917

 

 
Eleanor Farjeon (13 februari 1881 – 5 juni 1965)
De St Sepulchre-without-Newgate kerk in Londen, de geboorteplaats van Eleanor Farjeon

 

Zie voor de schrijvers van de 22e april ook mijn vorige twee blogs van vandaag.

Ivan Krylov, Eleanor Farjeon, Ricardo Güiraldes, Antonia Pozzi, Friedrich Adler

De Russische dichter en schrijver Ivan Andrejevitsj Krylov werd geboren op 13 februari 1769 in Moskou. Zie ook alle tags voor Ivan Krylov op dit blog.

 

Swan, Pike And Crawfish

When partners can’t agree
Their dealings come to naught
And trouble is their labor’s only fruit.
____________

Once Crawfish, Swan and Pike
Set out to pull a loaded cart,
And all together settled in the traces;
They pulled with all their might, but still the cart refused to budge!
The load it seemed was not too much for them:
Yet Crawfish scrambled backwards,
Swan strained up skywards, Pike pulled toward the sea.
Who’s guilty here and who is right is
not for us to say-
But anyway the cart’s still there today.

 

 
Ivan Krylov (13 februari 1769 – 21 november 1844)
Op een Russische postzegel

Lees verder “Ivan Krylov, Eleanor Farjeon, Ricardo Güiraldes, Antonia Pozzi, Friedrich Adler”

Eleanor Farjeon, Ricardo Güiraldes, Antonia Pozzi, Friedrich Adler

De Engelse dichteres en schrijfster Eleanor Farjeon werd geboren op 13 februari 1881 in Londen. Zie ook alle tags voor Eeleanor Farjeonop dit blog.

 

It was long ago


I’ll tell you, shall I, something I remember?
Something that still means a great deal to me.
It was long ago.

A dusty road in summer I remember,
A mountain, and an old house, and a tree
That stood, you know,

Behind the house. An old woman I remember
In a red shawl with a grey cat on her knee
Humming under a tree.

She seemed the oldest thing I can remember.
But then perhaps I was not more than three.
It was long ago.

I dragged on the dusty road, and I remember
How the old woman looked over the fence at me
And seemed to know

How it felt to be three, and called out, I remember
“Do you like bilberries and cream for tea?”
I went under the tree.

And while she hummed, and the cat purred, I remember
How she filled a saucer with berries and cream for me
So long ago.

Such berries and such cream as I remember
I never had seen before, and never see
Today, you know.

And that is almost all I can remember,
The house, the mountain, the gray cat on her knee,
Her red shawl, and the tree,

And the taste of the berries, the feel of the sun I remember,
And the smell of everything that used to be
So long ago,

Till the heat on the road outside again I remember
And how the long dusty road seemed to have for me
No end, you know.

That is the farthest thing I can remember.
It won’t mean much to you. It does to me.
Then I grew up, you see.

 


Eleanor Farjeon (13 februari 1881 – 5 juni 1965)

Lees verder “Eleanor Farjeon, Ricardo Güiraldes, Antonia Pozzi, Friedrich Adler”

Eleanor Farjeon, Ricardo Güiraldes, Antonia Pozzi, Friedrich Adler

De Engelse dichteres en schrijfster Eleanor Farjeon werd geboren op 13 februari 1881 in Londen. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007 en ook mijn blog van 13 februari 2009 en ook mijn blog van 13 februari 2010.

  

A Kitten

 

He’s nothing much but fur
And two round eyes of blue,
He has a giant purr
And a midget mew.

 

He darts and pats the air,
He starts and cocks his ear,
When there is nothing there
For him to see and hear.

 

He runs around in rings,
But why we cannot tell;
With sideways leaps he springs
At things invisible –

 

Then half-way through a leap
His startled eyeballs close,
And he drops off to sleep With one paw on his nose.

 

 

Eleanor Farjeon (13 februari 1881 – 5 juni 1965)

 

 

Lees verder “Eleanor Farjeon, Ricardo Güiraldes, Antonia Pozzi, Friedrich Adler”

Eleanor Farjeon, Ricardo Güiraldes, Antonia Pozzi, Friedrich Adler

De Engelse dichteres en schrijfster Eleanor Farjeon werd geboren op 13 februari 1881 in Londen. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007 en en  ook mijn blog van 13 februari 2009.

 

Easter Monday

 

In the last letter that I had from France

You thanked me for the silver Easter egg

Which I had hidden in the box of apples

You like to munch beyond all other fruit.

You found the egg the Monday before Easter,

And said. ‘I will praise Easter Monday now –

It was such a lovely morning’. Then you spoke

Of the coming battle and said, ‘This is the eve.

‘Good-bye. And may I have a letter soon’.

 

That Easter Monday was a day for praise,

It was such a lovely morning. In our garden

We sowed our earliest seeds, and in the orchard

The apple-bud was ripe. It was the eve,

There are three letters that you will not get. 

 

eleanor-farjeon

Eleanor Farjeon (13 februari 1881 – 5 juni 1965)

 

De Argentijnse schrijver Ricardo Güiraldes werd geboren op 13 februari 1886 in Buenos Aires. Zie ook mijn blog van 13 februari 2009.

 

Uit: Inleiding tot Don Segundo Sombra (J. Slauerhoff, die het werk vertaalde)

 

„De pampa’s in hun oneindigheid, vaak ook golvend en steeds van kleur verschietend, hebben maar één equivalent op aarde, maar niet op de vaste: dat is de oceaan, die ook geen grenzen kent.

Zoo is het dan ook geen toeval, dat er maar één boek bestaat, dat met ‘Don Segundo Sombra’ vergeleken kan worden, en dat is: ‘Moby Dick’, het epos van de walvischvangst.

Evenals daarin: èn de eenzaamheid van de groote Oceaan, èn de onderdeelen van de techniek over de jacht op dit ontzaggelijkst waterwild, vormen een sterksmakende verbinding, waarvan alleen de sterken de dronkenschap kunnen beproeven.

Zoo zijn in ‘Don Segundo Sombra’ de eenzaamheid van de pampa’s èn de vakkundige bijzonderheden van het veehoudersbedrijf ineengesmolten.

De jacht op een walvisch, en een ‘rodeo’: de beschrijving van het ongelooflijk feit dat een twintigtal ruiters zesduizend stuks wild vee uit alle hemelstreken bijeendrijven en vormen tot een kudde, een willooze massa, die gehoorzaamt aan hun wil en gedwee de richting ingaat, die hun paarden aangeven, hetzij de slachtplaats, hetzij de weide of ’t moeras, staan mijns inziens gelijk.

Daarnaast is de walvischjacht een misschien gevaarlijker, maar zeker niet imposanter avontuur.

Men beweert, dat tegenwoordig zou bestaan een weerzin tegen de cultuur, een verlangen naar terugkeer tot primitieve toestanden.

De roep van Rousseau: terug naar de natuur zou weer worden gehoord, met nòg meer klem dan in de 18de eeuw.

Ik heb er niet veel van gemerkt. Men ziet gaarne eilanden in de Zuidzee, hooglanden van Pamir en oerwouden; maar dan in de bioscoop.

De cultuurvliedenden kunnen zich beter laven aan ‘Don Segundo Sombra’. De pampa’s zijn ongerept als het paradijs, ja, als het paradijs vóór Eva’s komst.

Want liever dan een rib vrouwengestalte te zien aannemen, hoe verleidelijk ook, heeft de gaucho, – te zeer geradbraakt door de rit op zijn zadel om erotiek te kunnen apprecieeren, – wanneer hij ’s avonds zit bij het vuur, waarboven aan een ossehoorn de ketel hangt waarin het water voor de maté kookt, de rib van een rund, welks sterk smakend vleesch straks zijn eenig avondmaal zal zijn.“

 

Güiraldes

Ricardo Güiraldes (13 februari 1886 – 8 oktober 1927)
Zelfportret, 1922

 

De Italiaanse dichteres Antonia Pozzi werd geboren op 13 februari 1912 in Milaan. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007 en  ook mijn blog van 13 februari 2009.

 

November

 

And so—if it happens that I go—

something of me

will remain

in this world—

a slight trace of silence

amidst the voices—

a frail breath of white

in the heart of blue.

 

And one evening in November

a slender little girl

on a street corner

will sell many chrysanthemums,

and the stars will be there,

frozen, green, remote.

 

Someone will cry,

somewhere—somewhere—

someone will look for chrysanthemums

for me

in this world

when, with no return, it happens that

I have to go.

 

Vertaald door Nick Benson

 

antonia-pozzi

Antonia Pozzi (13 februari 1912 – 3 december 1938)

 

De Oostenrijkse dichter, schrijver, vertaler en jurist Friedrich Adler werd geboren op 13 februari 1857 in Amschelberg. Zie ook mijn blog van 13 februari 2009.

  

Ade!

 

Ade! Du schreitest zum Altare,

Zu schließen froh das frohe Band,

Und ich, vertraut dir manche Jahre,

Seh’ stumm sich fügen Hand in Hand

Aus meinen Lippen weicht das Blut,

Im Herzen zuckt empor das Weh, –

Sei still da drin … Es ist so gut –

Ade!

 

Es ist so gut. Ob auch mein Streben

Sich nur um deinen Beifall hob,

Ob, was die Muse eingegeben,

Für dein Ohr ich zu Liedern wob.

Das Leben braucht der festen Hand,

Der Weg, den ich, der Träumer geh’,

Trägt Unkraut nur und Flittertand, –

Ade!


Umdunkelt ist mein Weg. Doch deinen

Umfließe hell der Sonne Licht:

Und keine Stunde soll erscheinen,

Da dir das Wort, die Hoffnung bricht.

Die Eintracht kröne deinen Bund,

Und ich, der still im Schatten steh’,

Ich seg’ne dich mit zitterndem Mund …

Ade!

 

Adler_Amschelberg

Friedrich Adler (13 februari 1857 – 2 februari 1938)
Bartholomeuskerk in Amschelberg (Kosova Hora)

Georges Simenon, George Barker, Ivan Krylov, Eleanor Farjeon, Antonia Pozzi, Nynke van Hichtum, Friedrich Adler

De Belgische (Franstalig) schrijver Georges Simenon werd geboren in Luik op 13 februari 1903. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007 en ook mijn blog van 13 februari 2008.

Uit: L’affaire Saint-Fiacre

 

Maigret ne pouvait se tenir debout qu’au centre de la mansarde, à cause de la double pente du toit. Il avait froid. Toute la nuit un filet d’air, dont il n’avait pu repérer l’origine, avait glacé sa nuque. Mais justement cette qualité de froid le troublait en le plongeant dans une ambiance qu’il croyait avoir oubliée.
Le premier coup de la messe… Les cloches sur le village endormi… Quand il était gosse, Maigret ne se levait pas si tôt… Il attendait le deuxième coup, à six heures moins un quart, parce qu’en ce temps-là il n’avait pas besoin de se raser… Est-ce que seulement il se débarbouillait? On ne lui apportait pas d’eau chaude… Il arrivait que l’eau fût gelée dans le broc… Peu après ses souliers sonnaient sur la route durcie… „ 

 

simenon

Georges Simenon (13 februari 1903 – 4 september 1989)

 

De Engelse dichter George Granville Barker werd geboren op 13 februar 1913 in Loughton, Essex. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007 en ook mijn blog van 13 februari 2008.

 

Turn on your side and bear the day to me

  

Turn on your side and bear the day to me

Beloved, sceptre-struck, immured

In the glass wall of sleep. Slowly

Uncloud the borealis of your eye

And show your iceberg secrets, your midnight prizes

To the green-eyed world and to me. Sin

Coils upward into thin air when you awaken

And again morning announces amnesty over

The serpent-kingdomed bed. Your mother

Watched with as dove an eye the unforgivable night

Sigh backward into innocence when you

Set a bright monument in her amorous sea.

Look down, Undine, on the trident that struck

Sons from the rock of vanity. Turn in the world

Sceptre-struck, spellbound, beloved,

Turn in the world and bear the day to me.

 

Barker

George Barker (13 februari 1913 – 27 oktober 1991)

 

De Russische dichter en schrijver Ivan Andrejevitsj Krylov werd geboren op 13 februari 1769 in Moskou. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007.

The kite and the butterfly

 

A kite – the kind held by a string –

Was sailing in the sky,

And looking down, observed a butterfly.

From such a height, its lowly fluttering

Seemed hardly flight at all.

‘I say!’ the insect heard it call,

‘Just look at me, riding so high

That I can hardly see you! I dare say

You can’t help envying the way

I spurn the ground, and wishing you could do the same.’

‘Far from it!’ came

The prompt reply;

For whereas you just dance attendance

On someone else’s idle pleasure,

I fly in perfect independence;

And that’s a blessing beyond measure.

 

 

Vertaald door Gordon Pirie

Ivan_Krylov
Ivan Krylov (13 februari 1769 – 21 november 1844)
Portret door Karl Briullov

 

 

De Engelse dichteres en schrijfster Eleanor Farjeon werd geboren op 13 februari 1881 in Londen. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007.

 

Now That You Too

 

Now that you too must shortly go the way

Which in these bloodshot years uncounted men

Have gone in vanishing armies day by day,

And in their numbers will not come again:

I must not strain the moments of our meeting

Striving for each look, each accent, not to miss,

Or question of our parting and our greeting,

Is this the last of all? is this—or this?

 

Last sight of all it may be with these eyes,

Last touch, last hearing, since eyes, hands, and ears,

Even serving love, are our mortalities,

And cling to what they own in mortal fears:—

But oh, let end what will, I hold you fast

By immortal love, which has no first or last

 

Farjeon

Eleanor Farjeon (13 februari 1881 – 5 juni 1965)

 

De Italiaanse dichteres Antonia Pozzi werd geboren op 13 februari 1912 in Milaan. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007.

Love of Distance

 

I remember that, when I was in the house

of my mother, in the farmland,

I had a window that looked out

onto meadows; a distant wooded border

hid the Ticino and, farther away,

there was a dark strip of hills.

Then, I had seen the sea

just once, but I harbored

the bitter nostalgia of a lover.

Toward evening, I gazed at the horizon;

squinted my eyes; and with my eyelashes,

caressed edges and colors:

the strip of hills turned flat,

trembled, became blue: to me it seemed the sea

and I like it better than the real one.

 

 

 

Vertaald door Nick Benson

 

Pozzi

Antonia Pozzi (13 februari 1912 – 3 december 1938)

 

De Nederlandse schrijfster Nynke van Hichtum (pseudoniem van Sjoukje Troelstra-Bokma de Boer) werd geboren in Nes op 13 februari 1860. Zij is voornamelijk bekend geworden met het boek Afke’s Tiental dat zij in 1902 schreef, en talrijke andere boeken voor de jeugd. Ze was van 1888 tot 1904 getrouwd met Pieter Jelles Troelstra. Over Pieter Jelles Troelstra en Nienke van Hichtum werd in 2001 een Nederlandse bioscoopfilm uitgebracht: Nynke.

 

Uit: Afke’s tiental

 

Nu werd eerst het schone ondergoed te voorschijn gehaald, en de grote verkleedpartij begon. Tot mijn spijt moet ik zeggen dat er geen sprake van was, dat het lichaam van de kinderen gewassen werd. Alleen de voeten werden flink met zeepsop onder handen genomen. Wiepkje hielp de kleintjes en de groteren redden zichzelf. De jongens trokken hun schoon goed aan in de bedstee, en deden daarbij zorgvuldig de deuren dicht. Maar telkens werden die plotseling even opengegoooid, en dan vloog er een vuil kledingstuk door de kamer. Een er van kwam in een tobbetje terecht, waarin Wiepkje juist bezig was, kleine Sietske’s voetjes te wassen. Wiepkje pruttelde even, maar gelukkig niet zo héél erg! Och – ’t waren immers jongens, en gooien was jongensaard!
Eindelijk was ’t kleine goedje onder de wol. Vader ging uit om zich te laten scheren en Eeltje en Jouke zaten te lezen, elk aan een kant van de kachel.
Maar Wiepkje had het druk. Ze goot een ketel kokend water uit in een tobbe, die in ’t portaal stond, en deed er zoveel koud bij, als nodig was. Daarin werden nu de broeken van alle jongens te week gezet; – ook Jouke moest de zijne afstaan; – en meteen alle sokken en kousen.“

 

Hichtum

Nynke van Hichtum (13 februari 1860 – 9 januari 1939)

 

De Oostenrijkse dichter, schrijver, vertaler en jurist Friedrich Adler werd geboren op 13 februari 1857 in Amschelberg.  Hij werkte o.a. als docent Romaanse filologie aan de Duitse universiteit van Praag en onderwees vanaf 1900 ook Spaans aan de Duitse Handelsacademie in dezelfde plaats. Na WO I leidde hij het vertaalbureau van het Tsjechische parlement en was een belangrijke vertegenwoordiger van de Praagse literaire scene rond de eeuwwisseling.

 

Das lesende Kind

 

Auf den Schooß das Buch gebreitet,

Scheinst du nichts um dich zu missen,

Starrst hinein, indeß beflissen

Ueber’s Blatt der Finger gleitet.

 

In das Meer der Zeichen leitet

Dich kein Können noch und Wissen,

Unbeschränkt, in schwanken Rissen

Sich dein junges Sinnen weitet.

 

Süßes Dämmern! Traumumwoben

Schläft das Denken noch im Neste,

Nur das Fühlen schwebt nach oben.

 

Ach, des Lebens trübe Reste

Bleiben, wenn der Flor gehoben –

Das Geheimniß ist das Beste.

 

 

adler2_Kosova Hora

Friedrich Adler (13 februari 1857 – 2 februari 1938)
Kerkje in Amschelberg (Kosova Hora). Geen portret beschikbaar

M. Vasalis, Jan Arends, Friedrich Christian Delius, Katja Lange-Müller, Georges Simenon, George Barker, Ivan Krylov, Eleanor Farjeon, Antonia Pozzi

De Nederlandse dichteres en psychiater M. Vasalis werd geboren in Den Haag op 13 februari 1909. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007.

Angst

Ik ben voor bijna alles bang geweest:
voor ’t donker, voor figuren op het kleed
voor stilte, voor de schorre kreet
van de avondlijke venter, voor een feest,
voor kijken in de tram en voor mezelf.
Dat zijn nu angsten, die ik wel vertrouw

Er is één ding gekomen, dat ik boven alles vrees
en dat mij kan vernietigen; dat ik bedelf
onder een vracht van rede, tot het wederkeert:
dat is het nuchtere gezicht van mijn mevrouw
wanneer zij ’s morgens in de kamer treedt
samen met het ontluisterd licht en dat ik weet
wat ze zal zeggen: nog geen brief, juffrouw.

 

Sotto voce

Zoveel soorten van verdriet,
ik noem ze niet.
Maar één, het afstand doen en scheiden.
En niet het snijden doet zo’n pijn,
maar het afgesneden zijn.

Nog is het mooi, ’t geraamte van een blad,
vlinderlicht rustend op de aarde,
alleen nog maar zijn wezen waard.
Maar tussen de aderen van het lijden
niets meer om u mee te verblijden:
mazen van uw afwezigheid,
bijeengehouden door wat pijn
en groter wordend met de tijd.

Arm en beschaamd zo arm te zijn.

 

Een gedicht

Is het vandaag of gistren, vraagt mijn moeder,
bladstil, gewichtloos drijvend op haar witte bed.
Altijd vandaag, zeg ik. Ze glimlacht vaag
en zegt: zijn we in Roden of Den Haag ?
Wat later: kindje ik word veel te oud.
Ik troost haar, dierbare sneeuwwitte astronaut
zo ver al van de aarde weggedreven,
zo moedig uitgestapt en in de ruimte zwevend
zonder bestek en her en der.
Zij zoekt – het is een s.o.s. –
haar herkomst en haar zijn als kind
en niemand niemand, die haar vindt

zoals zij was. Haar franse les
herhaalt zij: van haar 8e jaar:
‘bijou, chou, croup, trou, clou, pou, òu,
die eerste juffrouw, weet je wel
die valse ouwe mademoiselle
hoe heet ze nou. Ik ben zo moe.’

Had ik je maar als kind gekend,
die nu mijn kind en moeder bent.

Vasalis

M. Vasalis (13 februari 1909 – 6 oktober 1998)

 

De Nederlandse schrijver en dichter Jan Arends werd geboren op 13 februari 1925 in Den Haag. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007.

Vrijgezel op kamers

Ach
er komen
wel weer bloemen.

Heb je ooit
zoveel honger gehad
als nu?

Als er weer bloemen komen
zal het brood zijn.

Dan komen alle dromen
terug.

Boze dromen
van honger
zullen weer terugkomen.

Er komen weer bloemen
van lente
en angst voor de winter.

jan-arends

Jan Arends (13 februari 1925 – 21 januari 1974)

 

De Duitse schrijver Friedrich Christian Delius werd geboren in Rome op 13 februari 1943. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007.

Uit: Amerikahaus

 

“Wie ging man auf die Jagd, wenn man kein Jäger war wie Lutz, der auch die Häßlichen und Dummen nicht ausließ, oder wie Rolf, für den alles eine Frage der Titten und des Fahrgestells war? Seit der Tanzstunde immer das gleiche Spiel, das gleiche Pech, die gleiche Übung: wo ist sie, die eine? Und wenn das Auge die Wahl getroffen hat, wie weiter? Dann sind sie vergeben und versprochen, die Mädchen, oder sie tun so. Die keinen Freund haben, rauschen zu zweit durch die Räume und tuscheln unter sich aus, von wem sie sich ansprechen lassen. Sich zwei Freundinnen zu nähern, erfordert besonderes Geschick, weil oft die eine schüchtern, die andere eroberungslustig auftritt, was meistens täuscht. Frauen ohne Begleitung sind selten, ihr Mut ist verlockend, aber Vorsicht, vielleicht haben die es besonders nötig.
Wo liegt das Geheimnis des Findens, wo das Geheimnis des richtigen Augenblicks? Jede hat den Wunsch, den du auch hast. Besonders nötig! Aber wehe, du sprichst davon. Wie treffen sich die Wünsche? Wie weckst du den Wunsch? Ausgerechnet du mit deinen Hemmungen? Flirten, das Zauberwort, aber wie? Auf welcher Schule lernt man das? Die meisten schaffen es mit Anquatschen, aber das kannst du nicht. Stotterst sowieso, stotterst doppelt, weil du an deine Absichten denkst, die du nicht aussprechen darfst. Und weil dir alles verlogen und blöde vorkommt, sprichst du nicht mal die wenigen Wörter aus, die dir einfallen. Willst Gespräche, aber keine Werbegespräche. Wie schaffen des die Taubstummen? Drei, vier Mädchen hast du gefallen bisher, aber die hast du nicht mit Reden gewonnen, sondern mit Blicken, Tanzen, Briefen.”

 

delius

Friedrich Christian Delius (Rome, 13 februari 1943)

 

De Duitse schrijfster Katja Lange-Müller werd geboren op 13 februari 1951 in Berlijn-Lichtenberg. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007.

Uit: Böse Schafe

 

Wie ferngesteuert erreichte ich die Pallas-Athene-Straße 12, öffnete die Tür zu der Fünfzimmerwohnung im vierten Stock des zweiten Hinterhofs, die sich Christoph mit drei Freunden teilte, und dann, bis zum Anschlag, den breitmäuligen Messinghahn, aus dem das Wasser in disproportional dünnem, unregelmäßigem Strahl hinunterrann auf den Grund der tiefen, sanft gerundeten Badewanne, die mich jedesmal an die Krankenhaus-Nachttöpfe aus meiner Zeit als Hilfspflegerin erinnerte, nicht nur der Form und des Geräusches wegen, sondern auch, weil sie bestenfalls zu einem Drittel gefüllt war, wenn sich der – zum Glück über dem Fußende hängende – schrottreife Dreißig-Liter-Gasboiler nach einer knappen Stunde endlich entleert hatte. Meistens nutzte ich diese Stunde, um mich für das Privileg zu revanchieren, spülte Geschirr, bügelte Hemden oder bereitete die Suppe vor, die ich nach dem Baden gerne kochte, schön langsam; es konnte ja sein, daß Christoph ausnahmsweise mal vor Mitternacht heimkehrte oder wenigstens einer seiner Wohngenossen Anton, Sven und Bruce.

Doch an jenem Freitag legte ich unverzüglich meine Sachen ab und mich fröstelnd auf den rostfleckigen Wannenboden. Aber nicht so, daß der feine, dafür aus beträchtlicher Höhe hinabstürzende Wasserstrahl die leicht manipulierbare Stelle zwischen meinen Beinen traf, denn beinahe mehr als den mechanisch herbeigeführten Orgasmus, den ich mir sonst immer gönnte, genoß ich es, in Eile zu sein.

Kaum richtig trockengerubbelt, setzte ich mich nackt an den Küchentisch, frisierte und schminkte mich vor einem Klappspiegel, den ich im Bad entdeckt hatte – und dorthin zurückzubringen vergaß, weil ich nervös war, so sehr, daß mir der Lidstrich mißriet und mein flüchtig gefönter, toupierter, hochgesteckter, von zuviel Haarspray klebrig-steifer Schopf aussah wie ein aufgeplatzter Polsterstuhl, ein gefrorener Ameisenhaufen, ein verlassenes Krähennest … Ich schlüpfte wieder in den kleinkarierten Sommerhänger, der mir nun lächerlich verfrüht vorkam, fand noch eine blaue Herrenstrickjacke, die Helmut Kohl gepaßt und gestanden hätte, entschuldigte die Leihnahme auf einem Zettel, warf die Tür hinter mir zu – und hatte Zeit, noch fast eine Stunde, in der ich hin und her überlegte, ob ich meine Verabredung mit dir einhalten sollte oder besser nicht.“

 

Lange-Mueller

Katja Lange-Müller (Berlijn, 13 februari 1951)

 

De Belgische (Franstalig) schrijver Georges Simenon werd geboren in Luik op 13 februari 1903. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007.

Uit: Maigret et la vieille dame

 

“Il ne pensait pas du tout. Il la regardait, les yeux un peu troubles, avec du soleil qui jouait entre eux deux. Un vague sourire flottait sur ses lèvres — Mme Maigret aurait dit qu’il était béat — tandis qu’il se demandait sans rien prendre au tragique, comme un jeu, s’il était possible de démonter une femme comme celle-là.
Il prenait son temps, la laissait parler encore, portent parfois à ses lèvres son verre de calvados, et l’odeur fruitée de l’alcool devenait pour lui l’odeur de la maison, avec un fumet de bonne cuisine, une pointe d’encaustique et de «propre». […]
Le jardinier paraissait derrière la porte vitrée et attendait sans bouger, sûr qu’on finirait par le voir.
—Vous m’excusez un instant? Il faut que j’aille lui donner des instructions.
Tiens! Il y avait un tic-tac d’horloge auquel il n’avait pas encore pris garde, et il finit par identifier le bruit régulier qui venait du premier étage: c’était le ronron du chat sans doute couché sur le lit de sa maitresse, qui s’entendait à travers le plafond léger de cette maison-joujou.
Le soleil, que les carreaux découpaient en menus morceaux, dansait sur les bibelots, où il mettait des reflets, et dessinait sur le vernis de la table la forme tres nette d’une feuille de tilleul. Mme Leroy, dans la cuisine, faisait assez de vacarme pour que l’on pût croire qu’elle changeait le mobilier de place. Le grattement reprit dans le jardin.
Maigret eut l’impression de n’avoir pas cessé d’entendre le grattement, et pourtant quand il ouvrit les yeux, il fut surpris de voir le visage de Valentine à un mètre de lui.
Elle s’empressa de lui sourire, pour éviter qu’il se sente mal à l’aise, cependant qu’il murmurait, la bouche pâteuse:
—Je crois que j’ai sommeillé.”

 

Simenon

Georges Simenon  (13 februari 1903 – 4 september 1989

 

De Engelse dichter George Granville Barker werd geboren op 13 februar 1913 in Loughton, Essex. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007.

Summer Song

 

I looked into my heart to write
And found a desert there.
But when I looked again I heard
Howling and proud in every word
The hyena despair.

Great summer sun, great summer sun,
All loss burns in trophies;
And in the cold sheet of the sky
Lifelong the fishlipped lovers lie
Kissing catastrophes.

O loving garden where I lay
When under the breasted tree
My son stood up behind my eyes
And groaned: Remember that the price
Is vinegar for me.

Great summer sun, great summer sun,
Turn back to the designer:
I would not be the one to start
The breaking day and the breaking heart
For all the grief in China.

My one, my one, my only love,
Hide, hide your face in a leaf,
And let the hot tear falling burn
The stupid heart that will not learn
The everywhere of grief.

Great summer sun, great summer sun,
Turn back to the never-never
Cloud-cuckoo, happy, far-off land
Where all the love is true love, and
True love goes on for ever.

 

Barker

George Barker (13 februari 1913 – 27 oktober 1991)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 13 februari 2007.

De Russische schrijver Ivan Andrejevitsj Krylov werd geboren op 13 februari 1769 in Moskou.

De Engelse schrijfster en dichteres Eleanor Farjeon werd geboren op 13 februari 1881 in Londen.

De Italiaanse dichteres Antonia Pozzi werd geboren op 13 februari 1912 in Milaan.

 

 

M. Vasalis, Jan Arends, Ivan Krylov, George Barker, Eleanor Farjeon, Friedrich Christian Delius, Katja Lange-Müller, Antonia Pozzi, Georges Simenon

De Nederlandse dichteres en psychiater M. Vasalis werd geboren in Den Haag op 13 februari 1909. M. Vasalis is het pseudoniem van Margaretha Droogleever Fortuyn-Leenmans. Vasalis is haar gelatiniseerde meisjesnaam. Vasalis studeerde geneeskunde en antropologie aan de Rijksuniversiteit Leiden en vestigde zich in 1939 als psychiater in Amsterdam. Later werkte ze in diezelfde functie in Assen. Vasalis debuteerde in 1940 met de bundel ‘Parken en woestijnen’. Haar andere dichtbundels zijn ‘De vogel Phoenix’ uit 1947 en ‘Vergezichten en gezichten’ uit 1954. Daarnaast schreef Vasalis ook enkele essays en een novelle. Vasalis’ werk is veelvuldig bekroond.

Herfst

Toornige vreugde doet mij rechtop gaan
dwars door de herfstige plantsoenen
waar in het nat verwilderd gras
rillend naast de zwarte plas
een troep verregende kalkoenen
verworpen, onheilspellend staan.

De wind schuift in de glazen wolken
lichtende wakken hemel open
en wervelt glinsterende kolken
omhoog uit gele bladerhopen.
Als gevallen englen hokken
door geen zon meer te verzoenen
in een somber dreigend mokken
daar mijn broeders de kalkoenen.

 

Tijd

Ik droomde, dat ik langzaam leefde ….
langzamer dan de oudste steen.
Het was verschrikkelijk: om mij heen
schoot alles op, schokte of beefde,
wat stil lijkt. ‘k Zag de drang waarmee
de bomen zich uit de aarde wrongen

terwijl ze hees en hortend zongen;
terwijl de jaargetijden vlogen
verkleurende als regenbogen …..
Ik zag de tremor van de zee,
zijn zwellen en weer haastig slinken,
zoals een grote keel kan drinken.
En dag en nacht van korte duur
vlammen en doven: flakkrend vuur.

De wanhoop en welsprekendheid
in de gebaren van de dingen,
die anders star zijn, en hun dringen,
hun ademloze, wrede strijd ….
Hoe kón ik dat niet eerder weten,
niet beter zien in vroeger tijd ?
Hoe moet ik het weer ooit vergeten ?

 

COMA

Een plotselinge tranenvloed
stort uit haar ogen, die niet zien.
Natuurverschijnsel – of verdriet?
O felle hoop van hem, die als een valk
boven haar biddend in dat landschap speurt
of er iets leeft, beweegt, gebeurt.

Maar ’t is er niet.

vasalis

M. Vasalis (13 februari 1909 – 6 oktober 1998)

 

 

De Nederlandse schrijver en dichter Jan Arends werd geboren op 13 februari 1925 in Den Haag. Arends werd in 1972 op slag beroemd door de verhalenbundel Keefman, een onbarmhartige beschrijving van het leven van een man die voortdurend botst met de buitenwereld en behandelende psychiaters. In zekere zin was dit een beschrijving van zijn eigen leven; zeker zeven jaren bracht hij door in klinieken om zich er te laten behandelen voor zijn alcoholverslaving en voor zijn onrustige geest. Arends debuteerde in 1955 in het blad Maatstaf met het verhaal Lente/Herfst, tien jaar later gevolgd door Gedichten, welke bundel werd samengesteld voor Remco Campert. In 1975 verscheen zijn verhalenbundel Ik had een strohoed en een wandelstok. Op de dag dat zijn nieuwe bundel Lunchpauzegedichten verscheen, maakte hij een dodelijke sprong uit het raam van zijn Amsterdamse flat. Voor zijn kleine oeuvre zou hij in 1973 de Multatuliprijs krijgen. Toen Arends het raam uitsprong was het juryrapport nog niet gereed. Aangezien het doel van de prijs was ‘het stimuleren van de scheppende kunst’ , zag men af van een postume uitreiking.

 

Naamloos

Ik

schrijf gedichten

als dunne bomen.

 

Wie

kan zo mager

praten

met de taal

als ik?

 

Misschien

is mijn vader

gierig geweest

met het zaad.

 

Ik heb

hem nooit

gekend

die man.

 

Ik heb

nooit

een echt woord gehoord

of het deed pijn.

 

Om pijn

te schrijven

heb je

weinig woorden

nodig.

 

Arends

Jan Arends (13 februari 1925 – 21 januari 1974)

 

 

De Russische schrijver Ivan Andrejevitsj Krylov werd geboren op 13 februari 1769 in Moskou. Hij was de bekendste fabeldichter uit de Russische literatuur. In het begin leunde zijn werk nog op dat van Aesopus en Jean de La Fontaine, later kwam hij tot eigen creaties. Zijn meer dan 200 fabels verschenen tussen 1809 en 1843. Omdat hij in de Russische omgangstaal schreef die door iedereen verstaan werd zijn een aantal van zijn verzen spreekwoordelijk geworden.

 

Quartet

 

Rascal-Monkey

             Donkey

             Billy Goat

      And klunky Bear

      Set out to play a string Quartet.

 They found some scores, viola, bass, two violins

     And sat down in a lea beneath a linden tree

     To charm the world with art.

 They struck their strings, and sawed with all their heart.

 No luck. “Arrete, my fellows, stop!” shouts Monkey,

                                      “Wait!”

 How can the music play when you’re not sitting straight?

 You, Bearie, opposite viola move your bass,

       As primo, I’ll sit opposite secundo’s face

       And then some music will take place.

       We’ll make the hills and forests dance!”

       They took their seats and started the Quartet,

       And once again it came to nyet.

       “Hold on! I know the secret!”

       Shouts Donkey, “It is bound to come out fine

              If everyone sits in a line.”

 They followed Donkey’s plan and settled in a row;

    But even so, the music would not go.

 More fiercely than before they argued then

                     About

        Who should be sitting where.

A nightingale, in passing, chanced the noise to hear.

At once, they turned to her to solve their problem.

They pleaded, “Please, spare us some time

To make of our quartet a paradigm:

We have our instruments and scores,

                    Just tell us how to sit!”

 “For making music, you must have the knack

        And ears more musical than yours,”

        The nightingale comes back,

        “And you, my friends, no matter your positions,

        Will never be musicians!”

 

Kylov

Ivan Krylov (13 februari 1769  – 21 november 1844)

 

 

De Engelse dichter George Granville Barker werd geboren op 13 februar 1913 in Loughton, Essex. Hij verliet de school toen hij 14 jaar was en oefende allerlei beroepen uit voordat hij voor het schrijven koos. Tot zijn vroege werk behoren: Thirty Preliminary Poems (1933), Poems (1935) en Calamiterror (1937), dat geïnspireerd was door de Spaanse Burgeroorlog. Barker werd uitgegeven door T.S. Eliot bij Faber and Faber, en Eliot bezorgde hem ook een baan als professor voor Engelse literatuur aan de Tohoku universiteit in Japan.

 

Sonnet To My Mother

 

Most near, most dear, most loved, and most far,
Under the huge window where I often found her
Sitting as huge as Asia, seismic with laughter,
Gin and chicken helpless in her Irish hand,
Irresistible as Rabelais but most tender for
The lame dogs and hurt birds that surround her,—
She is a procession no one can follow after
But be like a little dog following a brass band.
She will not glance up at the bomber or condescend
To drop her gin and scuttle to a cellar,
But lean on the mahogany table like a mountain
Whom only faith can move, and so I send
O all her faith and all my love to tell her
That she will move from mourning into morning.

 

Barker2

George Barker (13 februari 1913 – 27 oktober 1991)

 

De Engelse schrijfster en dichteres Eleanor Farjeon werd geboren op 13 februari 1881 in Londen. Zij ging om met heel wat literair talent uit haar tijd, waaronder including D. H. Lawrence, Walter de la Mare and Robert Frost. Ook onderhield zij lange tijd een nauwe vriendschap met de dichter Edward Thomas en diens vrouw. Later beschreef zij hun relatie in Edward Thomas: The Last Four Years (1958. Een van haar beroemdste werken Martin Pippin in the Apple Orchard, werd geschreven als een geschenk voor Victor Haslam, een soldaat met wie zij nauw verbonden was na de dood van Thomas. Het beroemdste van haar werken is tegenwoordig wellicht haar hymne Morning Has Broken, geschreven in 1931 voor een oude Gaelische melodie en in 1971 door Cat Stevens op de plaat gezet en gepopulariseerd.

 

Uit: Martin Pippin in the Apple Orchard

 

“In Adversane in Sussex they still sing the song of The Spring-Green Lady; any fine evening, in the streets or in the meadows, you may come upon a band of children playing the old game that is their heritage, though few of them know its origin, or even that it had one. It is to them as the daisies in the grass and the stars in the sky. Of these things, and such as these, they ask no questions. But there you will still find one child who takes the part of the Emperor’s Daughter, and another who is the Wandering Singer, and the remaining group (there should be no more than six in it) becomes the Spring-Green Lady, the Rose-White Lady, the Apple-Gold Lady, of the three parts of the game. Often there are more than six in the group, for the true number of the damsels who guarded their fellow in her prison is as forgotten as their names: Joscelyn, Jane and Jennifer, Jessica, Joyce and Joan. Forgotten, too, the name of Gillian, the lovely captive. And the Wandering Singer is to them but the Wandering Singer, not Martin Pippin the Minstrel. Worse and worse, he is even presumed to be the captive’s sweetheart, who wheedles the flower, the ring, and the prison-key out of the strict virgins forhis own purposes, and flies with her at last in his shallop across the sea, to live with her happily ever after.”

 
farjeon
Eleanor Farjeon (13 februari 1881 – 5 juni 1965)

 

 

De Duitse schrijver Friedrich Christian Delius werd geboren in Rome op 13 februari 1943. Van 1963 tot 1970 studeerde hij literatuurwetenschap in Berlijn. In 1970 promoveerde hij tot doctor in de filosofie. Daarna werkte hij als lector bij verschillende uitgeverijen. Sinds 1978 is hij zelfstandig schrijver. Van 1978 tot 1980 woonde hij in Nijmegen, sinds 1984 weer in Berlijn. Delius begon in de jaren zestig met maatschappijkritische gedichten en documentaire, vaak satirische teksten. Sinds de jaren zeventig schrijft hij voornamelijk romans, waarin vaak de geschiedenis van de bondsrepubliek centraal staat.

 

Uit: Die Minute mit Paul McCartney (Memo-Arien)

 

“An einem Londoner Samstagnachmittag im Frühjahr, Anfang bis Mitte März 1967, fuhren mein Freund Bruno und ich von unserer Wohnung in der Victoria Road in Kilburn zum Regent‘s Park. Das Auto, einen alten Fiat 500, stellte ich an der östlichen Parkseite ab, Bruno trug den Lederball, und wir liefen zu den Fußballfeldern, mittelgroße Plätze mit einfachen Torstangen ohne Netze. Wir schossen und kickten den Ball hin und her, mal ging der eine ins Tor, mal der andere. Auf einmal kam uns ein Hund dazwischen, ein großes, zotteliges, weißes Vieh, und schnappte nach dem Ball vor meinen Füßen, wollte mitspielen, und ich, kein Freund dieser Tiere, wich zurück, der Hund blieb am Ball. Nun trat ein junger Mann auf zu uns, dessen Mantel ähnlich zottelig war wie das Fell seines Hundes, rief einen Namen und sagte, sich mit einem freundlichen Lächeln entschuldigend, „Don‘t be afraid, she‘s a coward!“ Unsere Sprachkenntnisse waren mäßig, wir verstanden die Bedeutung von „coward“ nicht.
Erst in diesem Augenblick, als er schon abdrehte, erkannte ich das Gesicht, es war Paul McCartney. Auch Bruno hatte den Beatle identifiziert. Aber selbst ihm gelang keine Antwort, nicht einmal ein Gruß oder ein „Good luck, Paul!“. Der hatte es eilig weiterzugehen, der Hund folgte ihm. Denn neben uns, hinter Rhododendronbüschen (oder Haselnussbüschen?), war ein Schwarm junger Mädchen aufgetaucht, die juchzend und kichernd hinter McCartney und seinem Hund herjagten.”

 

Friedrich Christian Delius (Rome, 13 februari 1943)

 

 

De Duitse schrijfster Katja Lange-Müller werd geboren op 13 februari 1951 in Berlijn-Lichtenberg. Vanaf 1979 studeerde zij aan het Literaturinstitut “Johannes R. Becher” in Leipzig. Tegenwoordig woont zij in Berlijn. Katja Lange-Müllers werk bestaat vooral uit verhalen waarin zij haar ervaringen en belevenissen op een humoristische en groteske danwel satirische wijze beschrijft.

Uit: Die Enten, die Frauen und die Wahrheit

„Fan-Sein ist schon eine seltsam selbstentfremdete Existenzform, auch wenn man sie längst durch eine ich-bewußtere ersetzt hat und bloß noch einige – allerdings schwerwiegende – Reste von Erinnerung an das einstige Idol tief im Herzen vergraben mit sich rumschleppt.
Nein, in meiner üblichen »Feuchten Welle« wäre ich ihm sicher nie begegnet, aber in dem schweineteuren Charlottengrader Szenelokal, in dem ich mich mit zwei Kollegen verabredet hatte, da saß er leibhaftig hinter einem sparsam mit Spitzen vom ersten Spargel dekorierten Teller, der Schwarm meiner Kindheits- und Pubertätsjahre: Karel Gott, die goldene Stimme aus Prag. Ganz allein tafelte er vor sich hin, mit dem Rücken zur Wand. – Gut sah er aus, so braun gebrannt und ewig jung; mit einem so feinen, so sympathischen Lächeln führte er sein Glas stillen Wassers zu Munde.”

LANGEMueller
Katja Lange-Müller (Berlijn, 13 februari 1951)

 

 

De Italiaanse dichteres Antonia Pozzi werd geboren op 13 februari 1912 in Milaan. Als dochter van een advocaat had zij een onbezorgde jeugd. Op het gymnasium kreeg zijn een diepgaande liefdesrelatie met haar leraar Latijn en Grieks die grote invloed op haar leven zou hebben. In 1936 haalde zij haar doctorstitel in de filosofie aan de universiteit van Milaan. Zij maakte vele reizen door Europa en had in die tijd veel interesse in de moderne Franse, Duitse en Engelse literatuur. In 1938 pleegde zij zelfmoord. Haar werk werd posthuum uitgegeven.

Zeit

Während du schläfst
ziehen die Jahreszeiten
über  das Gebirge.

Der Schnee in der Höhe
lässt schmilzend
den Wind frei:
hinter dem Haus spricht die Wiese,
das Licht
trinkt die Regenspur auf den Wegen.

Während du schläfst
ziehen Sonnenjahre
zwischen den Wipfeln der Lärchen
und den Wolken.

Pozzi

Antonia Pozzi (13 februari 1912 – 3 december 1938)

 

De Belgische (Franstalig) schrijver Georges Simenon werd geboren in Luik op 13 februari 1903.  Simenon werd bij het grote publiek bekend als de schrijver van 84 boeken over inspecteur Maigret. Volgens de overlevering creëerde Simenon de persoon Maigret in Delfzijl tijdens een van zijn bootreizen in 1929. Volgens de Engelse bibliografie verscheen zijn eerste Maigret in het voorjaar van 1930? (Pietr-le-Letton) en zijn laatste (Maigret et monsieur Charles) in 1972. In totaal 103 titels, romans en korte verhalen.

Sinds 2003, het jaar waarin Simenon 100 jaar zou zijn geworden, worden zijn boeken uitgegeven in de beroemde Pléiade-reeks. Naast de detectives over Maigret schreef Simenon een groot aantal romans. In totaal wordt zijn oeuvre op zo’n 500 boeken geschat. Simenon is tevens een van de de meest gelezen auteurs van de twintigste eeuw en ook een van de meest verfilmde

Uit: Maigret et le clochard

 

« Il y eut un moment, entre le quai des Orfèvres et le pont Marie, où Maigret marqua un temps d’arrêt, si court que Lapointe, qui marchait à son côté, n’y fit pas attention. Et pourtant, pendant quelques secondes, peut-être moins d’une seconde, le commissaire venait de se retrouver à l’âge de son compagnon. Cela tenait sans doute à la qualité de l’air, à sa luminosité, à son odeur, à son goût. Il y avait eu un matin tout pareil, des matins pareils, au temps où, jeune inspecteur fraîchement nommé à la Police Judiciaire que les Parisiens appelaient encore la Sûreté, Maigret appartenait au service de la voie publique et déambulait du matin au soir dans les rues de Paris. »

 

Simenon

Georges Simenon  (13 februari 1903 – 4 september 1989)