Ingmar Heytze, Elke Erb

De Nederlandse schrijver en dichter Ingmar Heytze werd geboren op 16 februari 1970 in Utrecht. Zie ook alle tags voor Ingmar Heytze op dit blog.

 

Voor de liefste onbekende
Wie van ons twee heeft de ander bedacht?
Paul Eluard

Wat ben ik blij dat ik je nog niet ken.
Ik dank de sterren en de maan
dat iedereen die komt en gaat
de diepste sporen achterlaat, behalve jij,
dat jij mijn deuren, dicht of open,
steeds voorbijgelopen bent.

Het is maar goed dat je me niet herkent.
Kussen onder straatlantaarns
en samen dwalen door de regen,
wéér verliefd zijn, wéér verliezen,
bijna sterven van verdriet –
dat hoeft nu allemaal nog niet.

Ik ben nog niet aan ons gehecht.
Ik kijk bepaald niet naar je uit.
Neem de tijd, als je dat wilt.
Wacht een maand, een jaar,
de eeuwigheid en één seconde meer –
maar kom, voor ik mijn ogen sluit.

 

Geheim gedicht

Vannacht heb ik een zoen begraven.
Hij lag dertien maanden tussen ons in
en jij had al een paar keer gevraagd:
wat ligt daar nou toch steeds.

Toen je eindelijk sliep, drukte ik
de zoen met mijn lippen in een doosje
vol watten en liep naar de tuin. Daar
groef ik een graf van twee monden diep

onder de beuk. De duizend zoenen
die volgend jaar rood en zoet uit de takken
komen waaien, zijn allemaal voor jou.

 

Tegenstemwijzer

Stem wie je wilt. Op de lieve mevrouw
van de overkant, de jongen met de groene
baard, het lekkerste hapje uit de krant,
de salonsocialist, het sprekende weekdier,
het grijze toppunt van onkreukbaarheid.

Stem een regent of opponent of dilettant,
alles is goed, behalve Trots en Vrij – laat
Vreeswijk liggen waar het hoort, ver onder
ons niveau. Geef angst en haat geen stem.
Wees trots op de stad, niet op Nederland.

 

Ingmar Heytze (Utrecht, 16 februari 1970)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Elke Erb werd geboren op 18 februari 1938 in Scherbach in de Eifel. Zie ook alle tags voor Elke Erb op dit blog. Elke Erb is op 22 januari jongstleden op 89-jarige leeftijd overleden.

 

AVONDROOD

De avond draagt het rood van het symbool,
Draag het verder. In de vreemde.

(Ga naar de wind. Vraag de wind.
Ga naar de maan. Vraag de maan.
Ga naar de zon. Vraag haar.)

Wij dragen aan de verte, de vreemde
het rood over van het overgeleverde symbool.

Wij staan op post, als het van eigenaar verandert.
Zijn erfgenaam is het kind. Zijn plaats is de wieg.

O dit woord
peetouders van het ondergeschoven kind.

       – O wij, sprookjesachtig arme,
       in de vreemde gestuurde, verstoten
       moeders van het ondergeschoven kind!

Wij in het vagevuur
van onze ridderlijkheid trouwe
peetouders van het ondergeschoven kind
verlossen onszelf, laten zien wie we zijn, gaan
vreemd.

 

Vertaald door Peter Wessels

 

Elke Erb (18 februari 1938 – 22 januari 2024)

 

Zie voor meer schrijvers van de 16e februari ook mijn blog van 16 februari 2019 en ook mijn blog van 16 februari 2018 en ook mijn blog van 16 februari 2016 en ook mijn blog van 16 februari 2015.

Een vreemde vrijheid (Ingmar Heytze), Roni Margulies

 

Bij Bevrijdingsdag

 

Het bevrijdingsmonument in Venlo

 

Een vreemde vrijheid

Vreemde vrijheid, kun je zeggen, binnen zitten
op verzoek zodat het morgen niet verplicht is, vrij

om te verwelken achter dubbel glas of te verrekken
op ic’s en in verpleegtehuizen, spooksteden vol

geloken luiken, frisse lucht om naar te happen
vanaf je Frans balkon, slapeloos kijken
waar nog licht brandt.

Maar je kunt ook zeggen: vrijheid is meer
dan doen wat je niet laten kunt, iets anders
dan gratis geluk voor iedereen.

Vrijheid, vandaag, is geschiedenis schrijven
door thuis te blijven, indrukwekkend afwezig zijn
om redenen die ons bewegen.
Vrijheid blijkt iets wat je weg kunt geven.

 

Ingmar Heytze (Utrecht, 16 februari 1970)
De Bevrijdingsboom in Utrecht

 

De Turkse schrijver, dichter, vertaler en journalist Roni Margulies werd geboren op 5 mei 1955 in Istanbul. Zie ook alle tags voor Roni Margulies op dit blog.

 

ENKELVOUD

Engels is simpel. Je plakt er een s aan.
Turks is ook makkelijk: ler, lar.
Maar dan de meervoudsuitgangen van het Grieks:
die lijken absoluut niet te leren.

Haven is bijvoorbeeld limani.
Bij meer dan een wordt het limania.
Een brief is een gramma
als ze zich vermenigvuldigen: grammata.

Volkomen onnodig zijn sommige weer anders.
Sommige vrouwelijk, andere mannelijk.
Uiteindelijk laat ik ze ook maar zitten,
al die uitgangen.

Alleen herhaal ik soms,
totaal onnodig, in mijn hoofd
Het enige enkelvoud dat ik ken
Elsa, Elsa, Elsa.

 

Vertaald door Erik-Jan Zürcher

 

Roni Margulies (Istanbul, 5 mei 1955)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e mei ook mijn blog van 5 mei 2020 en eveneens mijn blog van 5 mei 2019.

Ingmar Heytze, Elke Erb

De Nederlandse schrijver en dichter Ingmar Heytze werd geboren op 16 februari 1970 in Utrecht. Zie ook alle tags voor Ingmar Heytze op dit blog.

 

Het kwijt zijn van dingen

Het kwijt zijn van dingen
is een grootse vorm van zelfhaat.

Hoe hard alle andere dingen
ook roepen: ‘Maar wij zijn er toch?’,

je zoekt en zoekt, steeds kleiner,
steeds dieper begraven

onder wat je vond, terwijl het buiten
langzaam donker wordt.

 

Hang- en sluitwerk

Hoeveel manieren van dichten
kent de wereld, of hoe weinig maar:
superieur ingenieurswerk met woorden,
de kosmisch bewogen gevoelige snaar,
de inktvraat van het onttoverd citaat
of schaarse woorden in een wit ravijn.

Men kan ook met minder omhaal.
van de taal een werkplaats maken,
verzen hup in haken hangen,
kloppen aan ritme en vijlen aan klank,
iets fluiten tegen verzwegen pijn,
zo nu en dan gelukkig zijn.

 

De middelen

Natuurlijk missen we het licht, maar nacht
en nevel zijn beter voor radiogolven.

In mijn jaszak dwaalt een zender rond
als tandpijn, zoekt een mast, een satelliet,

een hoofd om ziek te maken en iets hogers
is er niet. Grot, vuur ingewanden,

tempel, kruis, retinascherm. Denk niet
aan de fabrieken. Pixels, steeds meer pixels,

schreef een dichter, geboren voor de revolutie.
Ik zeg: het zijn de middelen die komen, gaan,

de vragen blijven waar ik ben, waar jij,
of iemand zich nog zoekt.

 

Ingmar Heytze (Utrecht, 16 februari 1970)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Elke Erb werd geboren op 18 februari 1938 in Scherbach in de Eifel. Zie ook alle tags voor Elke Erb op dit blog.

 

Onderkomen in een vloed

Als ik bedenk hoe je andere dingen laat wachten
(‘Laat alles staan en liggen en kom!’)
(‘Ga maar rustig, laat alles staan, dat doe ik wel!’),

bijvoorbeeld de huishouding, – zoals ook wij vroeger, als zuigeling,
als kind moesten wachten, de intervallen
moesten doorstaan, –

terwijl een rivier niet wacht,
terwijl uit het in de aderen stromende bloed
een drift opspuit, een tulp-U, een kelk –

als ik dus bedenk hoe wij zo laten wachten
ja, zoals wij gewacht werden, zo laten wachten
later eeuwig in ons eigen rijk

klantenkring lieveling vergeetmijniet
briefwisseling lood om oud ijzer laten we
eerlijk zijn, ontberen –

hoe we de huishouding ooit altijd en eeuwig
wachtend doorbrachten, hoe ons keuken, huis, zelfs tuin
dwongen te wachten –

lood om oud ijzer een halve U
een golf in stilstand – en weer in beweging
een tulp doorgesneden en weer een kelk,

als ik daarover nadenk, tot in zijn essentie,
alleen hier deze middag onder de hemel,
en mijn blik op de breuklijn richt, de overgang,

dan glijdt daar, een antwoord haast, onder mijn ogen,
zodat die alleen nog toe hoeven te kijken,
leerzaam geluidloos maar wonderbaarlijk

een vleugel nabij zoals engelen die hebben
en hecht zich aan een mensenlijf
– en daarna vinden gebreken, tekorten,

intervallen, de tijden van wachten,
de files en de stilstand een onderkomen
in een onophoudelijke golvenvloed.

 

Vertaald door Willem van Toorn

 

Elke Erb (Scherbach, 18 februari 1938)

 

Zie voor meer schrijvers van de 16e februari ook mijn blog van 16 februari 2019 en ook mijn blog van 16 februari 2018 en ook mijn blog van 16 februari 2016 en ook mijn blog van 16 februari 2015.

Ingmar Heytze, Elke Erb

De Nederlandse schrijver en dichter Ingmar Heytze werd geboren op 16 februari 1970 in Utrecht. Zie ook alle tags voor Ingmar Heytze op dit blog.

 

Rorschach

Ik zwoer dat ik je niet zou schrijven.
Toen ik aan een brief begon,
een zware, zwarte brief om ’s nachts
te posten in een regenbui,
liep alles uit tot inktpatronen.

Lange zinnen dreven samen
tot een donkerblauwe brij.
Woorden vielen uit elkaar.
Letters gingen kopje-onder
en verdronken in de kantlijn.

Vlekken stolden tot jouw ogen.
Later kwam je mond omhoog
uit het papier en zei: je moeite
is ontroerend, maar je doet
altijd zo moeilijk, kijk,

de liefde is van brandhout
en een inktvlek is een inktvlek
en voorgoed voorbij.

 

De mimespeler gebaart

Lang geleden staken naalden
in mijn keel als ik wou spreken.
Er was een waslijst met gebreken
waar ik verder over zwijg
want steeds wanneer ik iets
wil zeggen: ja ik wil, pas op
een bus, of dat ik, help, niet
zwemmen kan, wordt mijn tong
een stop van kurk, schieten messen
door mijn huig en trekt mijn strot
het keelgat uit. Ik sta op feesten
en partijen, witgeschminkt en
levensmoe, verscholen achter
glazen wanden die ik aftast
met mijn handen doe ik er
zo goed ik kan voornamelijk
het zwijgen toe.

 

Najaarscollectie

Bij ‘Het wachten’ (1941) van Pyke Koch

De vrouwen die ik liefhad
dragen ijzige rokken van stilte
en kousen zwart rottend staal.

Ik ga gekleed in overjassen
van berouw en zelfbeklag
met afgestikt verleden.

Op de catwalk is het oorlog.
Links en rechts duwt men elkaar
een helse zee van flitslicht in,

stukken harder dan wij waren
en met minder reden.
Zie ons staan, de combinatie

van mijn leven, tijdloos,
winterklaar – wij wachten
op de sneeuw van vorig jaar.

 

Ingmar Heytze (Utrecht, 16 februari 1970)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Elke Erb werd geboren op 18 februari 1938 in Scherbach in de Eifel. Zie ook alle tags voor Elke Erb op dit blog.

 

Oorspronkelijke accumulatie

Mierenstaat: huisvesting. People-verkeer.
En het stiefelt. Vervoert. Nacht-donkere, nacht-lege
arbeiderswijk. Nadelig, gekarteld, in alles.

Ogen: Mary van het land
weet door de eeuwen heen niet
dat ze van het land komt.

Geen op-bouw, geen boven-.
De krekel de viool.

wolk waar je bewolkt bent.
Een glorieuze meidag – in mijn gemoed.

Ogen: Robin van de plantage
is niet meer onder-, maar ook geen inbouw:
Zoals het gaat geeft niets.
Woorden architectuurinfectie zwakke structuurelementen.
Beschaving blanco – het “wezen van de boomgaard”.

De bedoeling om de Moloch te modelleren
(acceptatie en kneden van het probleem)
Verloren. Distels onthoofd.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Elke Erb (Scherbach, 18 februari 1938)

 

Zie voor meer schrijvers van de 16e februari ook mijn blog van 16 februari 2019 en ook mijn blog van 16 februari 2018 en ook mijn blog van 16 februari 2016 en ook mijn blog van 16 februari 2015.

The Country of Marriage (Wendell Berry), Ingmar Heytze, Elisabeth Eybers, Anil Ramdas

 

Dolce far niente – Bij een huwelijksverjaardag

 

 
Soul Mates door Gloria E Barreto-Rodriguez, 2009

 

The Country of Marriage

I.
I dream of you walking at night along the streams
of the country of my birth, warm blooms and the nightsongs
of birds opening around you as you walk.
You are holding in your body the dark seed of my sleep.

II.
This comes after silence. Was it something I said
that bound me to you, some mere promise
or, worse, the fear of loneliness and death?
A man lost in the woods in the dark, I stood
still and said nothing. And then there rose in me,
like the earth’s empowering brew rising
in root and branch, the words of a dream of you
I did not know I had dreamed. I was a wanderer
who feels the solace of his native land
under his feet again and moving in his blood.
I went on, blind and faithful. Where I stepped
my track was there to steady me. It was no abyss
that lay before me, but only the level ground.

III.
Sometimes our life reminds me
of a forest in which there is a graceful clearing
and in that opening a house,
an orchard and garden,
comfortable shades, and flowers
red and yellow in the sun, a pattern
made in the light for the light to return to.
The forest is mostly dark, its ways
to be made anew day after day, the dark
richer than the light and more blessed,
provided we stay brave
enough to keep on going in.

IV.
How many times have I come to you out of my head
with joy, if ever a man was,
for to approach you I have given up the light
and all directions. I come to you
lost, wholly trusting as a man who goes
into the forest unarmed. It is as though I descend
slowly earthward out of the air. I rest in peace
in you, when I arrive at last.

V.
Our bond is no little economy based on the exchange
of my love and work for yours, so much for so much
of an expendable fund. We don’t know what its limits are–
that puts us in the dark. We are more together
than we know, how else could we keep on discovering
we are more together than we thought?
You are the known way leading always to the unknown,
and you are the known place to which the unknown is always
leading me back. More blessed in you than I know,
I possess nothing worthy to give you, nothing
not belittled by my saying that I possess it.
Even an hour of love is a moral predicament, a blessing
a man may be hard up to be worthy of. He can only
accept it, as a plant accepts from all the bounty of the light
enough to live, and then accepts the dark,
passing unencumbered back to the earth, as I
have fallen tine and again from the great strength
of my desire, helpless, into your arms.

VI.
What I am learning to give you is my death
to set you free of me, and me from myself
into the dark and the new light. Like the water
of a deep stream, love is always too much. We
did not make it. Though we drink till we burst
we cannot have it all, or want it all.
In its abundance it survives our thirst.
In the evening we come down to the shore
to drink our fill, and sleep, while it
flows through the regions of the dark.
It does not hold us, except we keep returning
to its rich waters thirsty. We enter,
willing to die, into the commonwealth of its joy.

VII.
I give you what is unbounded, passing from dark to dark,
containing darkness: a night of rain, an early morning.
I give you the life I have let live for the love of you:
a clump of orange-blooming weeds beside the road,
the young orchard waiting in the snow, our own life
that we have planted in the ground, as I
have planted mine in you. I give you my love for all
beautiful and honest women that you gather to yourself
again and again, and satisfy–and this poem,
no more mine than any man’s who has loved a woman.

 

 
Wendell Berry (Henry County, 5 augustus 1934)
Henry County Courthouse in New Castle, Kentucky

 

De Nederlandse schrijver en dichter Ingmar Heytze werd geboren op 16 februari 1970 in Utrecht. Zie ook alle tags voor Ingmar Heytze op dit blog.

 

Lezen

Mijn boeken zijn meer
dan gebundeld papier
zoveel meer
dan een paar glazen inkt
op dood hout

het zijn stemmen
die nimmer
de stilte doorbreken

ruisende werelden,
plaatsen van rust

het zijn bomen
die weer zijn begonnen
te spreken

 

Testpiloot

Het tragische aan ruimtereizen
is dat je nergens komt; een baan
om de aarde, een vlag op de maan.
Aan bestemmingen geen gebrek,

het is alleen zo groot en leeg dat
groot en leeg de woorden niet meer
zijn. Je reist te traag, je leeft te kort,
je bent van stof en niet van licht.

Toch zit ze naast me op de bank,
ze zoekt een man van buiten
met een auto of een brommer,
iedereen hierbinnen is gek.

Ze was op weg, er waren stemmen,
vals en echt, de stad en andere drugs,
ze stak het huis in brand omdat ze
honger had. Ze werd gebruikt

als testpiloot. Het contact met
de basis is verloren, ze reist verder
door behandelkamers, heerlijk nieuwe
werelden, haldol, fluanxol,clozapine.

 

Nocturne

De sterren zijn met veel, vanavond.
Grote ogen in de nacht:
een meisje zwiert haar rok tot bloemen
op een dansfeest aan de gracht.

Een jongen wankelt door de stad.
Zijn benen slepen uit de maat.
De stoep ligt slordig langs de straat.
Hij heeft zijn flessen leeggedacht.

Hij is zijn mooiste woorden kwijt
en niemand die zijn pijn begrijpt;
zij danst met sterren in het haar
en hij – een slechte goochelaar
die stram naar vallend herfstblad grijpt
en briefjes post aan de oneindigheid.

 

 
Ingmar Heytze (Utrecht, 16 februari 1970)

 

De Zuidafrikaanse dichteres Elisabeth Eybers werd geboren op 16 februari 1915 in Klerksdorp. Zie ook alle tags voor Elisabeth Eybers op dit blog.

 

Meisie

Nou is sy dronk en pronkerig,
’n kelk wat om die stamper gloei,
angsvallig voor die wind wegwiel,
verwelkbaar na die son toe keer.

Sy moet nog regop word en dig,
’n boom wat vérgewortel groei,
vir haar behoefte aan klorofiel
én lug én aarde visenteer.

 

Girl

She is an incandescent cup
tilting its pistil dizzily,
wheeling before the wind and still
turning its petals to the glare.

She must contrast and straighten up,
a rooted and far-reaching tree
that for its store of chlorophyll
investigates both earth and air.

 

Nolensvolens

Südafrika, als ich dich verlassen mußte,
nicht deiner Dummheit, sondern eignen Schmerzes wegen
– mit einem Tonfall, der das Land meiner Herkunft verrät –
wußte ich noch nicht, daß ich auch als Gast gelten würde
auf dieser Party, wo sie dich traktieren
mit amtlichem, monomanem Haß.

 

Vertaald door Arno Piechorowski

 

 
Elisabeth Eybers (16 februari 1915 – 1 december 2007)
Impressies van Klerksdorp

 

De Surinaams-Nederlandse schrijver, columnist, essayist, programmamaker en presentator Anil Ramdas werd geboren in Paramaribo op 16 februari 1958. Zie ook alle tags voor Anil Randas op dit blog.

Uit: Badal

“Een paar weken later had hij het paar weer gezien, in dezelfde bus, in de andere richting. Ze zaten op een tweezits bank en hielden elkaars hand vast. S. belde. Badal had eerder op de dag zijn telefoon weer aangezet en zonder te kijken alle berichten met gemiste oproepen gewist. Bij een nieuw begin hoorden geen oude telefoontjes. Waar ben je in godsnaam en waarom was je telefoon al die tijd uitgeschakeld?’ vroeg S. ‘Ik ben in een Italiaans restaurant met een dove Turk. Hij heeft agliolio voor me gemaakt die nergens naar smaakt.’ `En waar is dat restaurant?’ ‘In Zandvoort.’ Waarom in Zandvoort?’ `Omdat hier alleen white trash woont.’ Dat was niet zomaar een waarneming, hij baseerde het op een mathematische theorie. Zwarte mensen hadden geen hond. Enkele creoolse jongens in de Bijlmer daargelaten – die liepen met een pitbull rond om de mensen banger te maken dan zijzelf voor de mensen waren. Blanke mensen uit de middenklasse die wel een hond hadden, lieten hun huisdieren netjes uit in parken waar ze niet aan de lijn hoefden. Een hondenplee, of een losloopgebied, zoals het officieel heette. Of ze ruimden de uitwerpselen keurig op met een zakje. Wie met een hondenpoepzakje of gewoon een boterhamzakje om de hand liep, gaf zijn maatschappelijke status weer. Mensen met tatoeages of een verwaarloosd gebit, mensen die ‘Een beetje verliefd’ van André Hazes meezongen, mensen die op de broodjesafdeling van de Hema in Zandvoort werkten, waardoor je lang op je bestelling moest wachten, mensen die eruitzagen alsof ze hun avonden halfdronken doorkwamen met sas 6 op de flatscreen tv die nog moest worden afbetaald, die mensen lieten hun hond overal uit, vooral op trottoirs met een versmalling, waardoor je er alleen als verspringer overheen kon. In Zandvoort waren er op alle trottoirs hoopjes poep, ondanks de gemeentelijke stoeptegels met een overduidelijke tekening en de overduidelijke tekst ‘Honden in de Goot’. Ergo: hier woonde white trash. Dit kale, neonverlichte restaurant met kunsthouten tafels en sportverslagen op de achtergrond was voor die white trash bedoeld. Hij liet de agliolio staan om zich te concentreren op het telefoongesprek. `Sinds wanneer geef je zo om white trash,’ vroeg S. `Sinds de laatste weken. Kijk, er is veel onderzoek gedaan naar allochtonen, vooral naar Marokkanen. Blanken worden neergezet als slachtoffers die hun mooie arbeidersbuurten in verval zien raken door toedoen van allochtonen. Maar naar white trash wordt niet gekeken.’ ‘En jij gaat naar ze kijken.’ `Het is onontgonnen terrein zeg ik je, een goudmijn.’ `Harry,’ zei ze rustig, ‘waar ben je morgenmiddag, rond twee uur? Geef me een adres.’
Ze droeg een donkerblauwe rok en een rode bloes. Hij had zich gewassen, geschoren en gekamd. Zijn grijze hemd was schoon, maar zijn zwarte broek was aan een wasbeurt toe. Op zwart zie je geen vlekken, zei hij altijd. Op het verwarmde terras legde ze haar tas op een lege stoel, schikte haar haar en bestelde een cappuccino. Hij bestelde een 7-Up. Ze keek naar hem, en toen naar haar horloge. ‘Ik ben gestopt,’ zei hij. Hij keek nonchalant naar de voorbijgangers.”

 


Anil Ramdas (16 februari 1958 – 16 februari 2012)

 

Zie voor meer schrijvers van de 16e februari ook mijn blog van 16 februari 2018 en ook mijn blog van 16 februari 2016 en ook mijn blog van 16 februari 2015.

Ingmar Heytze, Elisabeth Eybers, Anil Ramdas, Iain Banks, Alfred Kolleritsch, Aharon Appelfeld, Iris Kammerer, Annie van Gansewinkel, Richard Ford

De Nederlandse schrijver en dichter Ingmar Heytze werd geboren op 16 februari 1970 in Utrecht. Zie ook alle tags voor Ingmar Heytze op dit blog.

 

 Rietveldzit

Ken je het gevoel dat je gaat zitten
op een stoel die er niet staat

de sensatie dat iets plotseling niet is
waar je het zonder twiijfel had verwacht,
een onzichtbare duw van voren.

Verbaasde berichten naar alle spieren:
Mayday! Mayday! We zweven! We vallen!
Uitklapreflex van beide armen.

Daarom zit de Rietveldstoel zoals hij zit,
zo laag en blauw en rood en goed,

als om er op te wijzen dat men af en toe
eens moet gaan zitten op een stoel
die er niet staat.

 

Denim Blues

Spijkerbroeken vol met meisjes
zweven wiegend door de wereld.
Als de meisjes zijn gaan slapen
– meisjes slapen zacht en rond-
droomt de stof een blauwdruk
van hun billen op de grond.
Was mijn huid van sterk katoen
met platte spijkers in de heupen
en vijf knopen aan het kruis,
dan mochten ze me altijd aan:
niemand zou zo lekker zitten,
niemand zou ze beter staan.

 

Hypochonder

Sinds de dag dat ik uit de hemel
kwam gevallen op mijn achterhoofd,
gaat het niet goed. Mijn bloedbaan
regent in mijn trommelvliezen.
In mijn slaap dansen mijn armen
en benen tegen elkaar in.

Hier staat gelukkig veel tegenover.
Ik bezorg met regelmaat volle bushokjes
de zenuwen door grijnzend mijn hart
omhoog te houden voordat ik het
met zuigend geluid terugstop
in mijn hersenpan. Af en toe lach ik
met tanden van kaas.

Steeds vaker daagt het luxe besef
dat een mens zijn leven voor zich heeft
om het ademen af te leren.

 

 
Ingmar Heytze (Utrecht, 16 februari 1970)

Lees verder “Ingmar Heytze, Elisabeth Eybers, Anil Ramdas, Iain Banks, Alfred Kolleritsch, Aharon Appelfeld, Iris Kammerer, Annie van Gansewinkel, Richard Ford”

Elisabeth Eybers, Anil Ramdas, Ingmar Heytze, Iain Banks, Alfred Kolleritsch, Aharon Appelfeld

De Zuidafrikaanse dichteres Elisabeth Eybers werd geboren op 16 februari 1915 in Klerksdorp. Zie ook alle tags voor Elisabeth Eybers op dit blog.

 

Versinsels

Versinsels is eerstens ’n soort van bedryf
om dingen wat onderling klop op te skryf,
die gees te verhef bo die lydsame lyf:

verzinsels wil graag hul uiterste doen
om liggaam en siel met mekaar te versoen,

nie soseer om die werklikheid te onthul
as om sy tekortkoming aan te vul.

Wat van voortgezette verzinsels nou?
Hoe lank kan jy hulle nog blindelings vertrou
om jou dag na dag op die been te hou?

 

Sterwende

Nou knal die walle van die tyd
voor aantog van die ewigheid
 
en styg die gistende gety
die laaste bakenpen verby.
 
Sy neusvleuels swoeg, nog ongewend
aan hierdie strawwe element,
 
sy oordrom dreun van die rumoer
wat fondamente ruk en roer,
 
sy netvlies krimp, deur slierte lig
geklief. Sy vleeslose gesig
 
is blink gebeitel en geskaaf
tot sidderende seismograaf.

 

Verwyt
 
Woorde wil àl wat uit die duister wel
in hul spitsvondige patroon saamknel.
 
Die flikkering van aksiomas dring
soos angs-oë deur die nag wat ons omring.
 
Woorde wil die Verborgenheid laat swig
voor hul misleidende moerasgaslig.
 
‘Hier is die Wondermiddel wat nooit faal!
Hier is die Waarheid, binne perk en paal!’
 
Kwaksalwerkrete en kermismusiek
laat jou terugkrimp, eensaam en twyfelsiek.
 
Maar ná ’n week in die woestyn – wat bly
nog oor van jou onkreukbaarheid, as jy
 
dit opgesom en vereenvoudig het
tot ’n klein, selfgenoegsame sonnet?

 

 
Elisabeth Eybers (16 februari 1915 – 1 december 2007)
In 1979

Lees verder “Elisabeth Eybers, Anil Ramdas, Ingmar Heytze, Iain Banks, Alfred Kolleritsch, Aharon Appelfeld”

Dolce far niente (Charles Simic), Elisabeth Eybers, Anil Ramdas, Ingmar Heytze

 

Dolce far niente (Bij een huwelijksjubileum)

 

 
De ouderdom door Eduard Adrian Dussek, z.j.

 

Old Couple

They’re waiting to be murdered,  
Or evicted. Soon
They expect to have nothing to eat.  
In the meantime, they sit.

A violent pain is coming, they think.
It will start in the heart
And climb into the mouth.
They’ll be carried off in stretchers, howling.

Tonight they watch the window  
Without exchanging a word.  
It has rained, and now it looks  
Like it’s going to snow a little.

I see him get up to lower the shades.  
If their window stays dark,
I know his hand has reached hers
Just as she was about to turn on the lights.

 

 
Charles Simic (Belgrado, 9 mei 1938)

Lees verder “Dolce far niente (Charles Simic), Elisabeth Eybers, Anil Ramdas, Ingmar Heytze”