25th High School Reunion (Linda Pastan), Chimamanda Ngozi Adichie, William Carlos Williams

 

 

Bisschoppelijk College Schöndeln, Roermond

 

25th High School Reunion

We come to hear the endings
of all the stories
in our anthology
of false starts:
how the girl who seemed
as hard as nails
was hammered
into shape;
how the athletes ran
out of races;
how under the skin
our skulls rise
to the surface
like rocks in the bed
of a drying stream.
Look! We have all
turned into
ourselves.

 

Linda Pastan (27 mei 1932 – 30 januari 2023) 

 

De Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie werd geboren op 15 september 1977 in Enugu. Zie ook alle tags voor Chimamanda Ngozi Adichie op dit blog.

Uit: Het ding om je hals (Vertaald door Hie-n Monijn)

“De eerste keer dat er bij ons werd ingebroken, was het onze buurjongen Osita: hij klom via het raam van de eetkamer naar binnen en pikte onze televisie, onze videorecorder en de videobanden Purple Rain en Thriller die mijn vader uit Amerika had meegebracht. De tweede keer dat er werd ingebroken was het mijn broer Nnamabia: hij fingeerde een inbraak en stal de juwelen van mijn moeder. Het gebeurde op een zondag. Mijn ouders waren naar onze geboorteplaats Mbaise gereisd voor een bezoek aan onze grootouders, dus gingen Nnamabia en ik alleen naar de kerk. Hij reed de groene Peugeot 504 van mijn moeder. In de kerk zaten we als gewoonlijk naast elkaar, maar zonder elkaar aan te stoten en onderdrukt te giechelen om een of andere afschuwelijke hoed of tot op de draad versleten kaftan, omdat Nnamabia na ongeveer tien minuten zonder iets te zeggen weg was gegaan. Hij kwam terug net voordat de priester zei: ‘De mis is gezegd. Gaat heen in vrede.’ Ik had er nogal de pest over in. Ik veronderstelde dat hij was gaan roken en een afspraakje met een of ander meisje had, omdat hij deze ene keer de auto voor zichzelf had, maar hij had me ten minste kunnen zeggen waar hij heen ging. We reden zwijgend naar huis en toen hij op onze lange oprit parkeerde, bleef ik staan om een paar bloemen van de ixora te plukken terwijl Nnamabia de voordeur opendeed. Ik ging naar binnen en trof hem midden in de zitkamer aan. `Er is ingebroken,’ zei hij in het Engels. Het duurde even voordat ik de overhoopgehaalde kamer echt zag en tot me door liet dringen. Zelfs toen had ik het gevoel dat er iets theatraals zat in de manier waarop de laden waren opengetrokken, alsof het gedaan was door iemand die indruk had willen maken op degenen die de ontdekking zouden doen. Of misschien kwam het gewoon omdat ik mijn broer zo goed kende. Later, toen mijn ouders thuiskwamen en buren binnenstroomden om ndo te zeggen en met hun vingers te knippen en hun schouders op te halen, zat ik in mijn eentje boven in mijn kamer en besefte wat het weeïge gevoel in mijn keel was: Nnamabia was de dader, ik wist het. En dat wist mijn vader ook. Hij had erop gewezen dat de jaloezieën voor de ramen van binnenuit losgetrokken waren in plaats van van buitenaf (Nnamabia was echt veel slimmer dan dat; misschien had hij zich gehaast om voor het einde van de mis terug te zijn in de kerk), en dat de dief precies wist waar de juwelen van mijn moeder lagen — in de linkerhoek van haar metalen koffer. Nnamabia keek mijn vader aan met dramatische, gekwetste ogen en zei: ‘Ik weet dat ik u beiden in het verleden vreselijk verdriet heb bezorgd, maar ik zou nooit op deze manier uw vertrouwen beschamen.’ Hij sprak Engels en gebruikte woorden als ‘vreselijk verdriet’ en ‘beschamen’, zoals hij altijd deed wanneer hij zich verdedigde.”

 

Chimamanda Ngozi Adichie (Enugu, 15 september 1977)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

De boslijster

mazzelaar het is niet te laat
de boslijster
vliegt mijn tuin in

voordat het sneeuwt
en kijkt zwijgend naar me zonder
te bewegen

zijn gespikkelde borst reflecteert
tragische winter-
overdenkingen liefde mijn eigenste

 

Vertaald door Huub Beurskens

 

William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e september ook mijn blog van 15 september 2021 en ook mijn blog van 15 september 2020 en eveneens mijn blog van 15 september 2018 en ook mijn blog van 19 september 2011 deel 1 en eveneens deel 2.

Ad Zuiderent, Linda Pastan

De Nederlandse dichter en criticus Ad Zuiderent werd geboren in ’s-Gravendeel op 28 mei 1944. Zie ook alle tags voor Ad Zuiderent op dit blog.

 

Gedicht in zand

Wie is de gelukkige? Die zonder
pennestreek of ademstoot zich afstaat
aan de luwe eenzaamheid, besloten
tot een eigen oase? Die zijn verhaal
als plakkerige handen afveegt aan
het stof om zich heen, in de woestijn
zichzelf aanboort; iemand die roept?
Of, onder het gehoor van samoem en
sirocco, jij in de duistere wind,
je huid droog, je adem al sneller, en
je vinger klaar om in wat je aanwaait
te schrijven dat je gewassen wilt worden.
Wie is dat? Wie is de gelukkige?

 

Water

Wolken hangen als een koets met zwartbepluimde paarden
boven de bergkam boven het dal van Skjåk
lekt de zon uit een haren vergiet

Groeit het oevergras, waar geen water is?
Stofwolken waarschuwen de tegenligger
voor een bocht in het pad door de pas
dalen zij gevolgd door een vuurkolom snachts

De violist voorop speelt met bonthulzen
om de vingers tegen de kou valt geen vuist
te maken geen muziek verbergt de stomme lippen

Is er een oever, waar geen water is?
Zacht regent gruis uit hun voetstappen
iedereen sluit zich aan de ogen
op een kier om de levensgeesten te luchten

De veerman van Skjåk neemt hen op
de schouders in de bestofte bedding zij blijven staan
tot ook de kluiten zijn neergedaald om hen heen
hangen de pluimen als uitgebluste wolken

 

Vuur

Onder het rookgat brandt al een vuur
voor de midzomernacht buiten de tent
zwerven gedachten van mannen als vlammen
over de stoffige toendra

Waar is de weg naar de plaats waar
het licht zich verdeelt in warmte en
dood door verstikking? Wie in de nacht
passeert kan uit de dwaallichten geen wijs
en rijdt maar noordwaarts

Als dode bomen groeien de rendieren
uit hun kracht zij bieden geen verzet
aan droogte of bedwelming met hun gewei
blijven zij hangen in de rode gloed

Wie in de nacht passeert ruikt meer
dan onraad offermalen aan de zon
as regent op de weg naar de plaats waar
het vuur zich verdeelt in tongen en rook

 

Ad Zuiderent (’s-Gravendeel, 28 mei 1944)

 

De Amerikaanse dichteres Linda Pastan werd geboren op 27 mei 1932 in New York. Zie ook alle tags voor Linda Pastan op dit blog.

 

Wachtend op mijn leven

Ik wachtte tot mijn leven zou beginnen,
jarenlang staande bij bushaltes
kijkend naar de verte in een bocht,
denkend dat elke bus de verkeerde bus was;
of verloren in boeken waar ik naartoe zou reizen
zonder bagage van de ene pagina
naar de andere; waar het enige briesje
het geritsel was van het omslaan van pagina’s,
en levens opkwamen en ten onder gingen
in de gewelddadige kleuren van zonnen.

Soms hoestte en hoestte mijn leven:
een stilstaande auto die werd ingehaald,
en ik zou iemand in mijn armen houden,
ook al was het altijd iemand anders die ik wilde.
Of ik stapte in een willekeurige bus, verdrongen
door dijen en ellebogen die wisten
waar ze heen gingen; verzamelde restjes
van gesprek, ze vastleggend als vogelgezang
in mijn notitieboekje, waar ik ooit heen zou gaan
op zoek naar mijn leven.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Linda Pastan (27 mei 1932 – 30 januari 2023) 

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e mei ook mijn blog van 28 mei 2019 en ook mijn blog van 28 mei 2017 deel 2 en ook mijn blog van 28 mei 2016.

Linda Pastan

De Amerikaanse dichteres Linda Pastan werd geboren op 27 mei 1932 in New York. Zie ook alle tags voor Linda Pastan op dit blog.

 

ALL WE HAVE TO GO BY

As if I had dreamed the snow
into falling,
I wake to a world
blanked out
in its particulars,
nearly erased.

This is the silence
of absolute whiteness—the mute
birds nowhere
in sight, the car
and animal tracks
filled in,

all boundaries,
as in love,
ambiguous.
Sometimes all we have
to go by
is the weather:

a message
the snow writes
in invisible ink,
what the sky means
by its litmus colors.

Now my breath
on the chilly window
forms a cloud
which may turn
to rain later,
somewhere else.

 

The Answering Machine

I call and hear your voice
on the answering machine
weeks after your death,
a fledgling ghost still longing
for human messages.

Shall I leave one, telling
how the fabric of our lives
has been ripped before
but that this sudden tear will not
be mended soon or easily?

In your emptying house, others
roll up rugs, pack books,
drink coffee at your antique table,
and listen to messages left
on a machine haunted

by the timbre of your voice,
more palpable than photographs
or fingerprints. On this first day
of this first fall without you,
ashamed and resisting

but compelled, I dial again
the number I know by heart,
thankful in a diminished world
for the accidental mercy of machines,
then listen and hang up.

 

THE DOGWOODS

I remember, in the week
of the dogwoods, why sometimes
we give up everything
for beauty, lose our sense
and our senses, as we do now
for these blossoms, sprinkled
like salt through the dark woods.

And like the story of pheasants
with salt on their tails
to tame them,
look how we are made helpless
by a brief explosion
of petals
one week in April.

 

Ik ben met je getrouwd

Ik ben om allemaal verkeerde redenen met je getrouwd,
gecharmeerd door je gevaarlijke familiegeschiedenis,
door de onschuldige spieren, uitpuilend als verborgen
wapens onder je shirt, door je onnozele dassen,
de kleuren van geschilderde stukjes zonsondergang.
Ik was ook gecharmeerd van jouw aannames
over mij: mijn sereniteit – die spiegel die wacht om te
barsten, mijn flitsende acrobatiek met messen in de keuken.
Hoe mis we het allebei hadden over elkaar,
en hoe gelukkig we zijn geweest.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Linda Pastan (27 mei 1932 – 30 januari 2023)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e mei ook mijn blog van 27 mei 2023 en ook mijn blog van 27 mei 2020 en eveneens mijn blog van 27 mei 2019 en ook mijn blog van 27 mei 2018 deel 2.

Vanavond hebben alle mannen (C. J. Kelk), Carnavalsavond (Linda Pastan)

 

 

The Carnaval door Philippe Walle, 2023

 

Vanavond hebben alle mannen

Vanavond hebben alle mannen
sterren op hun hoofd gespannen,
kruizen op hun rug gedaan
en zijn naar het bal-masqué gegaan.

Vanavond hebben alle vrouwen
jurken met versierde mouwen.
Zij dragen bloemen overal
en trippelen naar het carnaval.

Vanavond hebben alle kinders
vleugels als verheugde vlinders –
en ze fladderen komiek
op de maat van de muziek…

 

C. J. Kelk (28 augustus 1901 – 25 december 1981)
Carnaval in Amsterdam, de geboorteplaats van C. J. Kelk

 

Carnival Evening door Henri Rousseau, 1886

 

Carnavalsavond

Ondanks de enorme avondlucht,
uitgespreid over het grootste deel van het canvas,
de maan niet meer
dan een doffe munt, saai en plat,

in een gedevalueerde koers;
ondanks dat de bomen zelf zo donker zijn,
zich naar boven uitstrekkend als smekelingen,
volkomen bladloos; ondanks wat een gezicht
zou kunnen zijn, ontdaan van gevoel, gekeerd
in hun richting,

stralen de twee kleine figuren
onderaan dit schilderij
dapper in hun carnavalskleding,
alsof de hele donker wordende wereld
de lichten dimt voor een party

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Linda Pastan (New York, 27 mei 1932)
Mardi Gras (Fat Tuesday) im New York, de geboorteplaats van Linda Pasta

 

Zie voor de schrijvers van de 11e februari ook mijn blog van 11 februari 2023 en ook mijn blog van 11 februari 2021 en ook mijn blog van 11 februari 2019 en eveneens mijn blog van 11 februari 2018 deel 2.

Zie ook alle tags voor carnaval op dit blog.

Vuur en wind (Inge Lievaart), Guntram Vesper, Linda Pastan

 

Prettige Pinksterdagen!

 

Pinksteren door Zacarías González Velázquez, 1795

 

Vuur en wind

Luister of het begint
ergens zal het gaan zingen
tegen het klagen in
helder en vol geheim

sterker dan harde woorden
warmer dan heet getwist
vuur van andere oorsprong

storm van een nieuw bewegen
dwars op de geest van de tijd
onrust en nochtans vrede

wacht maar en wees bereid

 

Inge Lievaart (14 april 1917 – 15 oktober 2012)
Interieur van de katholieke St. Martinuskerk in Oosterend, de geboorteplaats van Inge Lievaart

 

De Duitse schrijver Guntram Vesper werd geboren op 28 mei 1941 in Frohburg. Zie ook alle tags voor Guntram Vesper op dit blog.

Uit: Nördlich der Liebe und südlich des Hasses

„Bei den Kindern fing ich vor acht Jahren an. Dazu Anlaß gaben mir Fleiß beim Federreißen, gutes Benehmen und mein Geburtstag im Mai, zu dem ich die fünfundzwanzig Schulkinder einlud. Um zwölf Uhr war Abfahrt nach dem Wald. Um neun kehrten wir zu den vor der Tür wartenden Eltern heim. Kosten: fünfundzwanzig Liter Malzkaffee zu einer Mark und jedem Kind ein Brötchen für fünf Pfennig. Kleine Sachen und Geschenke fallen fort, wenn Eintrittsgeld gezahlt werden muß. Wir sind hundertzwanzig Menschen auf einem Gut von tausendzweihundert Morgen. Auf je zehn Morgen entfällt ein Mensch. Niemals werden zwölf Mark überschritten. Eine Extraausgabe war die Beschaffung von Material für die selbstgemachten Landesfahnen und die Vereinswimpel, die aber Jahrzehnte überdauern können, wenn sie im Gutshaus aufbewahrt werden. Allerdings nur dann. Das Ziel der Fahrten wechselt. Immer verläuft der Ausflug schön und ohne Mißklang auch für meine Besucher, die mich begleiten. Zur besseren Beaufsichtigung werden Scharwerkerinnen mitgenommen. Bei Gelegenheit konnte ich feststellen, daß die Mädchen wenige unserer schönen Volkslieder kannten, und um mit ihnen in Zusammenhang zu bleiben, bestellte ich sie mir zu Winteranfang für eine Gesangsstunde am Sonnabend abend. Verlegen und erstaunt kamen alle. Mit den Hausmädchen waren es fünfzehn. Kosten entstanden nicht, da ich alte Schulbücher benutzte. Drei Jahre lang haben wir regelmäßig geübt, um bei Familienfestlichkeiten im Dorf tätig werden zu können. Als dann der Sonnabend wegen der länger gewordenen Arbeitstage nicht mehr geeignet war, verlegten wir den Unterricht auf Sonntag abend und in den Garten. Störend war nur, daß während unserer Stunden die männliche Jugend hinter dem Zaun versteckt mitgrölte. Wir brachten sie um etwas, scheint mir. So beschloß ich, auch sie heranzunehmen, was nach einigen Schwierigkeiten gelang. Als im vorigen Herbst die geregelten Stunden wieder begannen, erschienen auf meine Bestellung alle neunzehn jungen Leute ohne Ausnahme, betrugen sich angemessen, sahen mir bei Gesprächen in die Augen und fehlten ohne ausreichende Entschuldigung nicht eine Stunde. Lediglich einmal kam es nach der Zusammenkunft zu einem Brand in einem Strohschober. Wenigstens gehörte das Stroh dem Pächter, über dessen Frau und ihr Benehmen, besonders ihre Gemeinsamkeit mit ortsfremden Personen, wir uns oft beklagt haben. Im Dezember wurde bedauerlicherweise die Dorfkirche erbrochen. Pfarrer Brummhard hatte in jener Nacht keinen Mut, Ordnung zu schaffen, sprach später aber von einem ekelhaft ausschweifenden Gelage, das stattgefunden habe.“

 

Guntram Vesper (28 mei 1941 – 22 oktober 2020)

 

De Amerikaanse dichteres Linda Pastan werd geboren op 27 mei 1932 in New York. Zie ook alle tags voor Linda Pastan op dit blog.

 

Insomnia

Ik herinner me dat mijn lichaam
een vriend was,

toen de slaap als een brave hond
kwam als hij werd geroepen.

De deur naar de toekomst
stond niet op het punt te sluiten,

en op mijn rug liggen
tussen koude lakens

voelde niet aan
als een repetitie.

Wat er nu nog aan licht rest
komt op – een smet in het oosten,

en de slaap, onwillig
als een druk bezette dokter,

schenkt me een beetje
van zijn tijd.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Linda Pastan (27 mei 1932 – 30 januari 2023)

 

Zie voor de schrijvers van de 28e mei ook mijn blog van 28 mei 2022 en ook mijn blog van 28 mei 2019 en ookmijn blog van 28 mei 2017 deel 2 en ook mijn blog van 28 mei 2016.

Linda Pastan, Said

De Amerikaanse dichteres Linda Pastan werd geboren op 27 mei 1932 in New York. Zie ook alle tags voor Linda Pastan op dit blog.

 

Meditation By The Stove

I have banked the fires
of my body
into a small but steady blaze
here in the kitchen
where the dough has a life of its own,
breathing under its damp cloth
like a sleeping child;
where the real child plays under the table,
pretending the tablecloth is a tent,
practicing departures; where a dim
brown bird dazzled by light
has flown into the windowpane
and lies stunned on the pavement–
it was never simple, even for birds,
this business of nests.
The innocent eye sees nothing, Auden says,
repeating what the snake told Eve,
what Eve told Adam, tired of gardens,
wanting the fully lived life.
But passion happens like an accident
I could let the dough spill over the rim
of the bowl, neglecting to punch it down,
neglecting the child who waits under the table,
the mild tears already smudging her eyes.
We grow in such haphazard ways.
Today I feel wiser than the bird.
I know the window shuts me in,
that when I open it
the garden smells will make me restless.
And I have banked the fires of my body
into a small domestic flame for others
to warm their hands on for a while.

 

Petit Dejeuner

I sing a song
of the croissant
and of the wily French
who trick themselves daily
back to the world
for its sweet ceremony.
Ah to be reeled
up into morning
on that crisp,
buttery
hook.

 

TO MY IMAGINARY SIBLINGS

Dear brother and sister,
you who helped me survive
the bleakness of my only childhood,
who were as real to me then
as the characters in my thumbed-over books:
are you grown now? Did one of you become
a surgeon, like our father, and do you both
still mirror our mother’s severe beauty
which I endowed you with,
even though it passed me by?
I had my children early, thinking
they would be like my own siblings,
and though they never were,
in the busy boredom of domesticity
I somehow left the two of you behind.
If you were still around, would we chat
on the phone each morning in the warmth
of our separate cups of coffee?
Or would we have quarreled by now
over which of us was the more beloved
or over what our parents left us?
Would I have had to give one of you our mother’s
opal stickpin and the other the two lusterware jugs
that sit in my kitchen now, remnants
of our childhood home—that antique house
where in the secular heaven of the remembered
family, you are simply two more ghosts?

 

Narcissus als 60-jarige

Als de liefde hem niet klunzig had gemaakt,
als hij niet voorover was gevallen,
nooit verdronken was
in zijn eigen perfectie,
wat zou hij gedacht hebben
over zijn ouder wordende gezicht
zoals het veranderde, jaar na jaar,
seizoen na seizoen?
In de oude samenzwering
tussen het oog
en de weerspiegeling ervan, werpt liefde
een oerschaduw.
Misschien zou hij de schuld geven
van wat hij zag
aan het rimpelende oppervlak van de plas
of denken dat de vlekken
op zijn ooit gladde wang
gewoon kleine vissen waren,
net onder de dodelijke huid
van het water.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Linda Pastan (27 mei 1932 – 30 januari 2023)

 

De Duits-Iraanse dichter en schrijver Said werd geboren op 27 mei 1947 in Teheran. Zie ook alle tags voor Said op dit blog.

Uit: Das Niemandsland ist unseres (pilgrim und bürger)

„nun sieht sich der bürger gezwungen, seine religiosität vor den gläubigen zu schützen und vor deren republik er sucht nach anderen göttern; als hätten diese nur auf ihn gewartet. die vernunft lässt er fallen, er will ja das dritte ufer erreichen – allen mahnungen albert camus’ zum trotz: »wenn ich zwischen meiner mutter und der gerechtigkeit zu wählen habe, dann entscheide ich mich fier meine mutter.« indes, nach den wunden der islamischen revolu-tion, sucht der pilger keine blendungen mehr, keine behausungen, nur schritte. sie tragen ihn fort, von fest gefügten göttern mit leicht stillbaren gelüsten. befriedigen will er seine götter nicht und schon gar nicht verstehen. meint er doch zu wissen, alles verstehen sei un-zulänglich und münde in unterwerfung. begreifen will er sie mit den händen. wie man zum mantelsaum greift. dafür dürfen sie aus dem verborgenen agieren – ohne ausweis, ohne strichcode. in seinen renitenten gebeten berührt er zwar die einheit zwischen dem menschen und den göttern. doch er lässt sich davon nicht täuschen. er will das schlummernde berühren, er will den aufruhr – ohne das geheimnis der liebe preiszugeben.

die götter, die kommen und gehen. finden ihn eines tages. weder zückt der bürger das cartesianische messer, noch vermag er die dinge im unklaren zu lassen. der bürger entblößt sich und blickt in den tag, ohne zorn, ohne eile – bis die götter aus ihren löchern herauskriechen. sodann überwältigen sie ihn hinterrücks, wie fremde es tun – in einer von begierden getriebenen welt. und er hofft, dass sie den besiegten begreifen, mit dem unrat seiner träume und dem rat seiner sprache, der auf einen anderen tod wartet.

noch immer sucht der agnostiker mit viel kummer nach »großen niemals werbenden göttern.. zuweilen ahnt er, die suche allein sei die antwort. dann aber ist er überzeugt. seine religion habe etwas verbotenes an sich, den geruch von einem brandstifter. und er folgt dem aufruf des evangelisten: »aber nun, wer einen geldbeutel hat, der nehme ihn, desgleichen auch die ta-sche, und wer’s nicht hat, verkaufe seinen mantd und kaufe ein schwert.« das schwert gebiert die unruhe und diese die de-mut – aus der die revolte wächst. doch eine religion, die sich der befreiung verschreibt und die liebe vergisst. berührt nicht mehr die mysterien der menschlichen seele – und wird unnütz. das brachland zwischen dem pilger und dem bür-ger will sich partout nicht entscheiden und sehnt sich immerfort nach einer saat. und der zögernde mund zwischen kain und abel kommt nicht umhin, das ver-steck des suchenden zu verraten. doch die götter meiden seine bände. denn sie wissen, diese verraten alles, was sie berühren.“

 

Said (27 mei 1947 – 15 mei 2021)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e mei ook mijn blog van 27 mei 2020 en eveneens mijn blog van 27 mei 2019 en ook mijn blog van 27 mei 2018 deel 2.

Eduard Escoffet, Linda Pastan

De Catalaanse dichter, schrijver en vertaler Eduard Escoffet werd geboren op 29 mei 1979 in Barcelona. Zie ook alle tags voor Eduard Escoffet op dit blog.

 

holz im herz (fragment)

holz im herz
holz im hirn
holz in den gedärmen

es gibt eine art der erregung, die jene toilette für die drei nicht zu eng werden lässt. es kostet sie mühe, die tür ins schloss zu kriegen, und jene art der erregung. jene art energie, im geldbeutel zu kramen, jene art des zweifels bei der wahl des fahrscheins und jene art der notwendigkeit, irgendwie behilflich zu sein oder schnell mal pinkeln zu gehen. wie die wüste voranschreitet und form annimmt am ende, um dann zu verschwimmen, während der körper die form verliert. alle drei in ein paar sekunden. es ist so gut wie nichts, doch es bricht die stille. die wüste erscheint weiter.

holz im herz
holz im hirn
holz in den gedärmen

die landstraße: die gestrichelte linie verschwimmt in der reise, die zum kopf hinführt. eine postkarte als reisezeuge. er hat eine tasse kaffee bestellt und lässt den kugelschreiber auf dem tisch liegen. vielleicht führt der kaffee ab, vielleicht folgt er schon zu viele stunden seinen füßen, er betritt die toilette und ist jetzt wirklich allein: der koffer wartet draußen. zuerst das eine und dann das andere: er schaut in den spiegel oder entleert sich. was auf der postkarte nicht stehen wird. er schaut sich noch einmal im spiegel an, während er sich die hände wäscht. er bedankt sich. es gibt eine gestrichelte linie, die die straßen einer stadt durchkreuzt: karten und pläne, die ihn nie allein lassen. er packt zu und hat den kopf voll.

ganz wie schiffszimmerleute
sehen wir jetzt das holz, das die notwendigkeit zerfurcht
wir schreiben holz
wir heißen holz
wir geben holz
wir geben holz das schon kein holz mehr ist

holz im herz
holz im hirn
holz in den gedärmen

 

Vertaald door Roger Friedlein

 

Eduard Escoffet (Barcelona, 29 mei 1979)

 

De Amerikaanse dichteres Linda Pastan werd geboren op 27 mei 1932 in New York. Zie ook alle tags voor Linda Pastan op dit blog.

 

De gelukkigste dag

Het was begin mei, geloof ik,
een moment van seringen of kornoelje
als er zoveel beloften worden gedaan
dat het nauwelijks uitmaakt of er een paar worden gebroken.
Mijn moeder en vader zweefden nog steeds
op de achtergrond, een deel van het landschap
zoals de huizen waarin ik was opgegroeid,
en als ze later zouden worden afgebroken
was dat iets dat ik wist

maar niet geloofde. Onze kinderen sliepen
of speelden, de jongste zo nieuw
als de nieuwe geur van de seringen,
en hoe had ik kunnen vermoeden
dat hun wortels ondiep waren
en gemakkelijk verplant zouden worden.
Ik had niet eens vermoed dat ik gelukkig was.
De kleine irritaties die als zout zijn
op een meloen waren waar ik bij stilstond,
hoewel ze in werkelijkheid gewoon

het fruit zoeter maakten.
Dus we zaten op de veranda
in de koele ochtend, nippend
aan hete koffie. Achter het nieuws van de dag…
stakingen en kleine oorlogen, ergens een brand…
kon ik de kruin van je donkere hoofd zien
en dacht niet aan openbare vuurzeeën
maar hoe het zou voelen op mijn blote schouder.
Als iemand de camera toen kon stoppen…
als iemand de camera maar kon stoppen
en me vragen: ben je gelukkig?
misschien had ik gemerkt
hoe de ochtend scheen in de weerspiegelde
kleur van de seringen. Ja, had ik kunnen zeggen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Linda Pastan (New York, 27 mei 1932)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e mei ook mijn blog van 29 mei 2021 en ook mijn blog van 29 mei 2019 en ook mijn blog van 29 mei 2018 en eveneens mijn blog van 29 mei 2016 deel 2.

Ad Zuiderent, Linda Pastan

De Nederlandse dichter en criticus Ad Zuiderent werd geboren in ’s-Gravendeel op 28 mei 1944. Zie ook alle tags voor Ad Zuiderent op dit blog.

 

Artis Natura Magistra

Je mag kiezen.

De merel tussen de vier schoorsteenpijpjes
(gisteren op de kapotte dakpan van het huis achter);
of Syntagma Musicum in het Stedelijk:
O Clemens, O Pia, Ostende;

ogen

door de nevel die druppels of door het verhaal
van het aangeschoten nijlpaard in Tsjaad
dat al drie mensen uit hun prauwen geworpen,
doormidden gebeten;
planteneter; insektenvermaler.

Je mag kiezen.

Opgeprikt tussen vlinders o.a.;
of doormalen op stof tussen je kiezen.

 

Lucht

Nu geen duister opdaagt klemt
midzomerschemer als een helm om de gletsjer
in de verte in de uitspanning aan de oever
hangen toeristen rond verhalen van de gids

‘Tot ver voorbij de top lijkt hij verroest
ter herinnering aan Wodans luchtkasteel
zoekt soms een waaghals resten van het slot
metaalschilfers geven de vuilwitte kleur’

Dan drinkt men frisdrank bijna ritueel
met fakkels en gezangen voor de sfeer
verlaat de boot de droge wal

Wie weet waardoor de gletsjer smelt
ruïnes komen bloot als na de eerste ijstijd
stroomt het meer vol de sfeer verdwijnt
een witte golf van staal verheft hen
geen reiziger blijft overeind

 

Aarde

………((dank zij Simon Troelstra)

Om bij de aardpiramiden te komen
hebben de mannen van Otta een bontleren
muts op hun hoofd en in hun schouders
drukt de stenen bepakking het waarmerk

Bewegen zij even verschikt in de bossen
daarboven Peer Gynt de wolken zodat stof
stolt tot gegoten metaal en de keien
als lijm om het lichaam druipen

Te laat letten zij op het weer
opkomend water uit de bergbeken
trekken zij smoelen van geesten
staan strak als richtingaanwijzers van het dal
naar de hoogvlakte denkbeeldig bewegend

Om bij de mannen van Otta te komen
hebben de aardpiramiden hun deksteen
verwijderd rollen gruizen plumpuddingen
rondom gestileerde trollen van steen

 

Ad Zuiderent (’s-Gravendeel, 28 mei 1944)

 

De Amerikaanse dichteres Linda Pastan werd geboren op 27 mei 1932 in New York. Zie ook alle tags voor Linda Pastan op dit blog.

 

Alfabetlied

Als een trein bestaande uit 26 goederenwagons
sleept het alfabet zo’n zware lading
over het spoor, zo’n vreemde,
boeiende combinaties

dat het ons de adem beneemt, vol bewondering
over een wereld, opgebouwd uit woorden
en zinnen zo veel
als de zonsondergangen en sneeuwval

die hun mysteries vertonen
voor onze verstrooide ogen.
Nu leren we hoe alfabetten van genen
kwallen en rozen produceren

en het ingewikkelde brein
dat de taal uitvond – toen een gedicht
schreef dat als een kort briesje
over ons heen zweeft en weg is.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Linda Pastan (New York, 27 mei 1932)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e mei ook mijn blog van 28 mei 2019 en ook mijn blog van 28 mei 2017 deel 2 en ook mijn blog van 28 mei 2016.

Linda Pastan

De Amerikaanse dichteres Linda Pastan werd geboren op 27 mei 1932 in New York. Zie ook alle tags voor Linda Pastan op dit blog.

 

Alphabet Song

Like a train made up of 26 boxcars,
the alphabet drags such a heavy cargo
down the tracks, such strange,
compelling combinations

that we are left breathless, admiring
a world constructed of words
and sentences as much
as the sunsets and snowfalls

which perform their mysteries
before our distracted eyes.
Now we learn how alphabets of genes
produce jellyfish and roses

and the intricate brain
that invented language—then wrote
a poem which like a brief breeze
wafts over us and is gone.

 

Jump Cabling

When our cars touched
When you lifted the hood of mine
To see the intimate workings underneath,
When we were bound together
By a pulse of pure energy,
When my car like the princess
In the tale woke with a start,
I thought why not ride the rest of the way together.

 

Shadblow

Because the shad
are swimming
in our waters now,

breaching the skin
of the river with their
tarnished silvery fins,

heading upstream
straight for our tables
where already

knives and forks gleam
in anticipation, these trees
in the woods break

into flower–small, white
flags surrendering
to the season.

 

Wat we willen

Wat we willen
is nooit eenvoudig.

We bewegen tussen de dingen
we dachten dat we wilden:
een gezicht, een kamer, een open boek
en deze dingen dragen onze naam-
nu willen ze ons.
Maar wat we willen verschijnt
in dromen, gekleed in vermommingen.
We vallen voorbij,
onze armen uitstrekkend
en in de ochtend
onze armen doen pijn.
We herinneren ons de droom niet,
maar de droom herinnert ons.
Het is er de hele dag
zoals een dier er is
onder de tafel,
zoals de sterren daar zijn
zelfs in de volle zon.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Linda Pastan (New York, 27 mei 1932)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e mei ook mijn blog van 27 mei 2020 en eveneens mijn blog van 27 mei 2019 en ook mijn blog van 27 mei 2018 deel 2.

André Brink, Linda Pastan

De Zuid-Afrikaanse schrijver André Brink werd geboren op 29 mei 1935 in Vrede. Zie ook alle tags voor André Brink op dit blog.

Uit: A Fork in the Road

“IF I CLOSE my eyes and silently mouth the word dorp, what I conjure up. even now. sixty or more years later, is an image of wide dusty streets, the pavements overgrown with thorns (which we called, with good reason. duwweltjies, little devils), in a predictable grid around the tall spire of the Dutch Reformed Church, that sat brooding over the surrounding houses like a large and somewhat unwieldy hen with outstretched wings protecting her chickens. Twice on Sundays, and on Wednesday evenings for prayer meetings. the congregation would be summoned by the booming of the church bell, and men. women and children would respond — not so much out of conviction as because an empty place would undoubtedly invite ever-expanding circles of gossip rippling through town and district, possibly for weeks on end. After the Sunday service, having reviewed all the most recent news and scandals and secrets of the town, everybody would hurry back to the gargantuan meals prepared by black women on Aga or Dover stoves in kitchens as hot as the furnace of Nebuchadnezzar: roasted leg of lamb, and frikkadelle or meatballs, a joint of venison in winter, or chicken, perhaps a tomato stew on the side, and potatoes and sweet potatoes. yellow rice with raisins, beans and peas and carrots, stewed prunes and peaches. and quinces, pumpkin with cinnamon and sugar, gem squashes, possibly rhubarb. beetroot with sugar and vinegar, bean salad, followed by blancmange and yellow and green and red jelly, and a banana foam. maybe trifle or a vinegar or brandy pudding or roly-poly, or the custardy dessert our family knew as ‘My mad aunt’s sister’, with or without green fig preserve or quince jelly or the grape syrup called moskop61. all of it washed down with sweet wine. preferably muscadel or jerepigo. Afterwards, as grown-ups snored in a stupor of overindulgence. and giggling. viciously inventive children went about their arcane business while they were supposed to ‘rest’ on their beds or read edifying books, the same women would clear the tables and wash and stack the dishes, before carrying off the scraps to their own kids waiting in the ‘location’ (but only after the most tasty morsels had been scraped off for the chickens. the dogs and cats, and sometimes a pig wallowing in the backyard). Near the church would be two or three streets of shops with wide stoops: a pharmacy, two or three grocers recognisable by large posters advertising Big Ben or C-to-C cigarettes, Lyle’s Golden Syrup. Marmite, Elastoplast. Black Cat peanut butter. shoes, khaki overalls: butcher, baker. a café or two, an undertaker who might also sell books and newspapers and cover his customary suit of solemn black with a soiled white dustcoat to double as hairdresser, a Pegasus garage with handpumps, the bank. and some offices. one or two lawyers. And a hotel — Royal or Masonic or Commercial — with an off-sales where even before the official advent of apartheid separate entrances kept white and black decently segregated.”

 

André Brink (29 mei 1935 – 6 februari 2015)

 

De Amerikaanse dichteres Linda Pastan werd geboren op 27 mei 1932 in New York. Zie ook alle tags voor Linda Pastan op dit blog.

 

Nachtelijk

Als dieren nadenken
over de dood,
zullen de nachtelijke –
de lemuur bijvoorbeeld
of de wasbeer—
hem beschouwen als
een soort licht,
een schittering
in de toekomst,
een plek
waar roofdieren
zich wapenen met Gods
fluorescerend schild?

Zijn ze bang voor
een wildernis van licht
zoals wij bang zijn
voor het donker? ik slaap
met de lampen aan
in de andere kamer,
alsof je voor de gek houdt
wat voor ons ligt, uilvormig
of vooruitziend
als een vleermuis, die wacht
om me te smoren
in zijn nachtelijke vleugels.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Linda Pastan (New York, 27 mei 1932)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e mei ook mijn blog van 29 mei 2020 en eveneens mijn blog van 29 mei 2019 en ook mijn blog van 29 mei 2018 en ook mijn blog van 29 mei 2016 deel 2.