Micha Hamel, Hans Arnfrid Astel

De Nederlandse dichter, componist en dirigent Micha Hamel werd geboren in Amsterdam op 8 juli 1970. Zie ook alle tags voor Micha Hamel op dit blog.

 

Stranden

Wat voor kleur heeft zand? Zonder zon
gaat het niet: in het zand met zand spelen. Niet honderd procent
hemelsblauw de lucht: wolkplukken zijn er door aanlandige winden
amorf gestompte hompen luchtkasteel in. Maar dan meneer homo sapiens:
die bolleboos schept uit de muil van de gretige zee zijn gezinsformaat verschansing,
-Daar maar?

Ook in geval van een aangekondigde overstroming: zand in zakken
doen: zand tegen water, water tegen zand, het water altijd ijskoud
van het smelten of de harde wind.

een solide zomerhuis met een vlaggenmast van een ijslollystokje waaraan fier het lila papiertje
wappert. Navelstaren, smakeloos, maar mag. Menig kwal wordt door fluorgroene schepjes
begraven in een terp. Gejoel. – Hé mam, kek hesje! – Even omkijken! (…even kijk ik om:
aarde plus hemel zijn alwéér nieuw gemaakt; en door wie anders dan door de elementen
die gedurig & plichtmatig onder steeds wisselende belichting aan de planeet knabbelen.)
-Mag ik?

Lillende billen showen spookachtige onderdelen van het blanke ras. Toch
is er ook reden tot lachen: eten genoeg, en de gehuurde stoel blijft even staan
in je rooie dijen. (Als je opstaat om mij in te smeren.)

Zeegeur kleeft met zonnebrand tussen drooggezouten kwabben. Taart na taart na taart
moet ik smikkelen – hier twee oliebollen – dank je, héérlijk. Soepel door de vingers vallend
tussen tenen kruipend vanavond in bed nog schurend – Die kleur is in de mode deze zomer
-Wat voor kleur, papa? Schijnbaar op commando antwoordt het streeploze zonlicht royaal
met grijs wit beige khaki oker geel rood bruin roze groen zwart doorzichtig zandkleur-zand.
-Kom je?

Een zeilende meeuw, met zijn schuwe, haast schuldbewuste koppie muurvast tussen de hoge
schouders ingeklemd imiteert serieus een cello. Ik wil hem/haar even aaien, geruststellen,
want zo slecht klonk het niet, maar argwaan of eerdere ervaringen maakten de oogjes reeds
droef: hij/zij weigert voor mij te landen. Zou dit muzikale exemplaar, geklommen op de
ladder van de evolutie, óók hier komen om patat te eten, of is hij/zij gewoon een dagje uit
van de vuilnisbelt.

Na de zoveelste maal uit zee te zijn gekropen – Wél warm genoeg – tracht het gezinshoofd zichzelf
op een luwte – om te zwemmen, hoor! – te trakteren. Maar een dansant beletterde pagina flappert
weerbarstig en prikt wit de ogen in, omdat – nee niet in m’n ogen, niet doen, níet in mijn ogen
strooien! – vaders zonnebril in etui verdomme nog op het gangtafeltje ligt.

Bij ijzel, op het tuinpad, ja, bij ijzel op het tuinpad wél zand
strooien, zand tegen het wegglijden. De mens, als kerstboom
behangen met allerlei hulpmiddelen, horloge balpen sleutels
telefoon, stort rinkelend ter aarde, want op die runder-, varkens-of
kangaroe-leren zolen glijdt hij weg, zelfs op die zorgvuldig
bewerkte andermanspoten glijdt hij knullig weg, dagelijks
node missend de praktische duimteen, en véél, véél onnozeler
dan dat hertje, wiens vacht hij ook nog stelen moest. Eindelijk
in bed, ligt hij nóg met zijn slaapbril op, tegen het ochtendlicht.

Kort daarop lopen er drie schoenen
onder, kalft de burcht af, en zakt hopeloos onze kuil in als er een langharige
zee-hond overheen roetsjt.

Van schrik laat ik mijn appel vallen.
-Zullen we?

Douchend, stofzuigerend neurie
ik rozig een requiemmetje voor
die parelmoeren fledders die
na te zijn gestrand, ook nog
gedood werden, vermoord
door kinderen, mijn kinderen, zo
uitgelaten en zonder schaamte, spijt

Op stranden spoelen soms bootresten aan, jerrycans, vodden, plastic-tas-flarden, lege
sardineblikjes. Vandaag werd dat ons bespaard, waren dat onze stranden gelukkig
niet, functioneerden de verdedigingswerken naar behoren. Architect en ingenieur krijgen
hiervoor een pluim, worden aanstonds geridderd op grond van hun verdienste voor hun
mooie land.

 

Micha Hamel (Amsterdam, 8 juli 1970)

 

De Duitse dichter Hans Arnfrid Astel werd geboren in München op 9 juli 1933. Zie ook alle tags voor Hans Arnfrid Astel op dit blog.

 

Vlinders

Franciscus van Assisi preekte tot de dieren.
Hij leerde hen met zijn wijsvinger
de vroomheid van mannen van zijn eigen soort,
zoals Orpheus ooit de dieren had voorgezongen.
Toen vloog er een vlinder op zijn vinger.
Zo, mijn ziel, zing ik over de bloemen,
praat ik tegen de mensen over de dieren.
Als ik al lang weer zwijg vliegt voor mijn mond
jouw vlinder op het puntje van mijn tong.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Hans Arnfrid Astel (9 juli 1933 – 12 maart 2018)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e juli ook mijn blog van 8 juli 2020 en eveneens mijn blog van 8 juli 2019 en ook mijn blog van 8 juli 2017 deel 2.

Micha Hamel, Hans Arnfrid Astel

De Nederlandse dichter, componist en dirigent Micha Hamel werd geboren in Amsterdam op 8 juli 1970. Zie ook alle tags voor Micha Hamel op dit blog.

 

Maandag

Het hoofd is nog niet wakker, het lijf wordt beschermd
door een schildpadschild van een ongewenst goedkope donsjas.
Tanden zijn gepoetst, doch dusdanig wordt de hondenadem
gevreesd dat kauwgum vierentwintig uur paraat is. Oksels
omstandig aangestreept met deodorant, ronduit meisjesachtig
zijn de rode wangen die oplichten bij schrik en bewondering, in gesprek
met al het onverwachte, in geval van diefstal, toneelspel, zang en dans.

Op de fiets door de dageraad snellend met haar,
krakend van gel, denk ik voor het eerst
aan de zin van het leven. Het snaarstijve lid is geketend
door middel van twee onderbroeken over elkaar, een van mijn oudste broer geleende
truc die op de klassenavond hopelijk wonderwel van pas komen gaat.

Gisteren heb ik mijn speelgoed verbrand
onder het motto ‘Ik ben wel jong maar ik ben toch niet
zo jong meer als ik was’.

Er zijn zwarte en witte leerlingen
en puistenkoppen. Hoe ze te vermijden, aan te raken of
uit te roeien is de vraag. Waarom niet gewoon met een mes
bewerken en met alcohol overgieten? In de klamme spijkerbroek brandt
de nieuwe aansteker.

Precies even onbenullig als een smeltend Playmobil-poppetje
lacht de lerares bij binnenkomst, ze passeert de prullenbak
waarin op de bodem mijn kaasbelegde boterhammen liggen.

Als met woedende bordenwisser enkele fluimen zijn verwijderd
gaat de bel, begint de dag, en gaat de bel alweer.

In de pauze, na mijn eerste sigaret,
snijdt een cirkelzaag mijn lichaam los
van mijn geest, en zie ik mijn razend
karkas tollend tasten naar een vriend.

 

Ik wil een gedicht van liefde schrijven…

Ik wil een gedicht van liefde schrijven
ik wil met Johannes V. aan de lichttafel zitten.

Zijn hand
koost de knoppen prevelt aanwijzingen

schaarse aanschijn
broos oplichtende gezichtshelft

strelende halmen van licht openen een buitenruimtelijke ervaring,
het mozaïek van Eros,
het verborgen mechaniek van de bundel Gods
iets wat met ‘blank’ zeggen al verschrompelt

handen, weg van console, – voor de mond – en roerloos

geen 1 kunnen zeggen

hermetisch ruisende vlakken, doorzichtige zuilen,
heldere uitschieters van melkwitte halfgloed.

Ik kan beter
ik kan beter hem het werk laten doen.

 

Micha Hamel (Amsterdam, 8 juli 1970)

 

De Duitse dichter Hans Arnfrid Astel werd geboren in München op 9 juli 1933. Zie ook alle tags voor Hans Arnfrid Astel op dit blog.

 

Bladluizen

Als jonge man heb ik ook mijn
Verzen over jasmijn geschreven.
Maar in de jamben destijds
Hadden de bladluizen geen plaats,
die ik nu vrolijk tolereer
op de nieuwe tak voor mij
in de vaas – en in dit gedicht.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Hans Arnfrid Astel (9 juli 1933 – 12 maart 2018)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e juli ook mijn blog van 8 juli 2020 en eveneens mijn blog van 8 juli 2019 en ook mijn blog van 8 juli 2017 deel 2.

Micha Hamel, Hans Arnfrid Astel

De Nederlandse dichter, componist en dirigent Micha Hamel werd geboren in Amsterdam op 8 juli 1970. Zie ook alle tags voor Micha Hamel op dit blog.

 

Woensdag

Herinner je die zwembadmiddagen.
Erotische voorzetten bij volleybal, geknoei
met fietssleuteltjes, bovenstukjes.
Het kolderieke puberlijf aan de kledinghaak
afgegeven – voor enkele uren vervangen door een andere
blasfemische nepmachine,
de imaginaire borstkas gevuld met Olympus –

kijk ik vol ontzag op
van het plexiglazen chloor
naar u,
stoïcijnse reiger van beton
piramidetop van woensdagse stoerheid,
snijpunt aller Tarzannen:

Hoge duikplank

Achteloos raken grotere jongens de meisjes aan
(daarna: gestolen gympies, onverrichter zake naar huis)

 

Zondag

Wie met tedere hockeystick gemaand wordt
zich van de velden te verwijderen en nu achter
de hekken kijkt naar de film die hij op zijn kamer
had willen draaien, broedt zich huiswaarts spoedend
op een zieke wraak die hij zijn medeleerlingen
aan kan doen door met puisterige horrorkop
voor een hunner slaapkamerramen te verschijnen,
een liefdesbrief in de hand.

De gedempte foep van de tennisbal lanceert geen
gedachte dan die aan een grootse toekomst zonder begin.

Elk sportgeluid stoort omdat het afleidt van de
heilige sfeer van de zondag, die uitsluitend voor een
groots en tranengolvend zieden is gereserveerd.

Duidelijk is dat het verschiet ver achter mij ligt, en terecht
concluderen mijn met lome tegenzin negens halende hersens:

De jeugd valt nooit iets te verwijten. Immers bezit zij feilloze antennes
voor de onvervulbaarheid van de beloftes die gedaan zijn door de generaties
die gedurende de achterliggende jaren gevolmachtigd waren de wereld
te verzadigen met de werkelijke resultaten van hun zijn.

Ferm kerf ik het mes in mijn wang.

 

Stilleven

Vaas vol bloemen
Dode haas, roemer.

Een schilderij voor boven je bed.

Het is een soort testbeeld,
doen alle kleuren het, doen
mijn ogen het nog vandaag?

Zo’n schuimende zeeslag is toch wat anders.

Hoe oefent een acrobaat zijn dodensprong?
Drie keer mis en dan pas raak. Waarom
is de gymzaal dan niet bezaaid met dode turners?

Vóór de fotografie was er geen
stilstaand beeld, een schilder moest het uit de tijd vissen
een
forel uit de rivier.

 

Micha Hamel (Amsterdam, 8 juli 1970)

 

De Duitse dichter Hans Arnfrid Astel werd geboren in München op 9 juli 1933. Zie ook alle tags voor Hans Arnfrid Astel op dit blog.

 

De hommels op de paarse bloemen
van de bieslookstengel in de tegelkieren
zuigen honing uit de bloemkleur .
De koperetsers bijten graag insecten.
Onder het vergrootglas zag ik een hommel;
de dood had hem al in het hart gestoken.
De dode hommel met gekruiste poten.
Van alle kanten kan ik hem bekijken.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Hans Arnfrid Astel (9 juli 1933 – 12 maart 2018)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e juli ook mijn blog van 8 juli 2020 en eveneens mijn blog van 8 juli 2019 en ook mijn blog van 8 juli 2017 deel 2.

Micha Hamel, Richard Aldington

De Nederlandse dichter, componist en dirigent Micha Hamel werd geboren in Amsterdam op 8 juli 1970. Zie ook alle tags voor Micha Hamel op dit blog.

 

Afdwalende gedachten (tijdens een vergadering)

Sloop die flatgebouwen en je ziet de horizon. De echte horizon
echter is geen lijn maar een ring. (Kijk maar om je heen.)

Voor lange mensen ligt de horizon verder weg dan voor
korte. (Leven zij dus in een grotere wereld misschien?)

Als je met een raket de aarde verlaat wordt de ring steeds
wijder totdat hij gelijk wordt aan de omtrek van de aarde.

Als je oneindig klein bent, heeft de hoepel zich samengesnoerd
tot een stip en bevindt de horizon zich theoretisch gesproken

onder je voeten. Maar dat kan natuurlijk niet. Kan het ook anders? Kan ik
op de horizon lopen? Jazeker. Want dit is geen gedicht maar een handleiding.

Straaljagerpiloten hebben er last van. Als je hard gaat, trekt je blikveld samen. Stel, je rent over een weg waar aan beide kanten een boom staat. Ga je harder, dan wordt de weg smaller. De horizonnen links en rechts komen dichterbij. Het lijkt alsof je maar nét tusen de bomen door kunt. Dat heeft te maken met hoeveelheid informatie je hersenen kunnen verwerken (überhaupt het probleem, eigenlijk). Kortom, als je maar hard genoeg rent, loop je op een streep

die misschien de weg is die je zocht.

 

O maskergezicht

ooit was je van jezelf
en ineens loop je verloren
door deze plexiglazen stad
deze door tentspoed geteisterde
mensenhoop waar uit solidariteit
de vlijtige samenschool sluit en de
vochtige wolkhoest de straattest tart

o huilmaskergezicht

buk plechtig onder bittere hulpnood
sinds wij de minzestigste nulpatient
bejammerden de persoon waaraan
blijkbaar te veel ondeugdelijk was

o lachmaskergezicht

nu scharniert opgelucht jouw
haafhand aan de groetelleboog
wuivend richting visiteraam teder
harp spelend op de tinkelspijlen
van het zonovergoten bingobalkon

o angstmaskergezicht

in jouw kweekhaard
duim je voor een levensreddend
serum voor jouw faalorgaan

o hongerhuid

denk niet aan het naamloze partnerbed
aan de hand die je pakken kon

 

Micha Hamel (Amsterdam, 8 juli 1970)

 

De Engelse schrijver en dichter Richard Aldington werd geboren op 8 juli 1892 in Portsmouth. Zie ook alle tags voor Richard Aldington op dit blog.

Au Vieux Jardin

Ik heb hier gelukkig gezeten in de tuinen,
Kijkend naar de stille plas en het riet
En de donkere wolken
Die de wind van de bovenlucht
Scheurde als de groene bladerrijke takken
Van de divers getinte bomen van de late zomer;
Maar hoewel ik enorm geniet
Hiervan en van de waterlelies,
Dat wat mij het dichtst bij huilen brengt
Is de roze en witte kleur van de gladde stapstenen,
En de lichtgele grassen
Ertussen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Richard Aldington (8 juli 1892 – 27 juli 1962)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e juli ook mijn blog van 8 juli 2019 en ook mijn blog van 8 juli 2017 deel 2.

Micha Hamel, Maria van Daalen, María Cecilia Barbetta, Peter Orlovsky, Walter Hasenclever, Richard Aldington, Jean Ray, Jean de La Fontaine, Julius Mosen

De Nederlandse dichter, componist en dirigent Micha Hamel werd geboren in Amsterdam op 8 juli 1970. Zie ook alle tags voor Micha Hamel op dit blog.

 

Meer over vaders dood…

Meer over vaders dood.
Ik vertelde het op mijn werk. De secretaresses mompelden,
slordig verwarde handen afvegend aan de kokerrok. Gebruikelijk
drentelen, pulken, wegkijken,
en dan ineens vieze koffie gaan halen.

Een ogenblik later plant ik mij neer en leg mijn handen op het
koele formica,
het bekertje middenin.
Twee Russen, korte beentjes, zwijgzame violisten van de eerste stoel
op wier kinderhand het riet was neergekomen bij elke onzuivere
noot,
– en nu dus met die worstenvingers viool kunnen spelen –

ze rezen voor me op als bomen, ze huilden
zulke dikke tranen achter plusbrillen.
Een dubbele omhelzing van hout, en langs hen heen
zag ik wegrijdend de slee over de taiga,
de bloemen, de troost, de geruisloze mens

 

In Paradisum

Ook anorexia-meisjes hebben hun nut
bijvoorbeeld voor de schoorvoetende
verliefdheid van knapen die het nog niet
op lichamelijkheid kunnen laten
aankomen en verlangen naar een on-
bezoedelde omarming met een echt levend
tijdschriftmeisje of ganzig ballerinaatje
uit het corps dat gedwee haar spiertjes
rolt en in wonderland de narcis danst.

Een vermeend meisje, een wolk, een kind onaangetast
door vaders boze tengels, maar vooral intact
gelaten door zichzelf, borstloze bewoonster van
virtueel Arcadië die ostentatief weigert
over haar lichaam te beschikken, als zeide zij
ik ben een stil doorschijnend diepzeevisje in jouw aquarium
breng je mij omhoog ben ik een koud prulletje in je hand
een kinderlijkje, een zakje orgaanvlees op het strand.

Lofwaardig is haar streven want hoezeer
is vergeestelijking niet bezongen
door de beeldhouwer die strijdt tegen steen
door de flagellant die het vlees pijnigt en veracht.

Modebeeld dank u voor de jonkies die glad
van hormoonstoornissen onverplicht door mijn luchtruim
kruisen als engelen op een fresco
met een zeepbel achter hun hoofd.

Proef de zuiverheid van deze ootmoedige liefde
waarin seks en geweld niet langs de decoder kunnen.

Zie in gedachten de geloken ogen van Maria,
de kinderbeentjes van het nichtje dat op schoot kruipt,
de eenvoudig afgewerkte randjes van een wit hema-slipje.

Breng dit samen in een beeld
Heb geen bijgedachten
Neem afstand
Mijmer over de kindertijd
Roep op de golvende ontroering van de eerste geziene spleet.

Het is een lief restje rosbief in de hoek van de koelkast
Het is een gebitsloos mondje op de witte tegels van het slachthuis

(Trouwens, ook Fellini had angst voor de kut)

 

Micha Hamel (Amsterdam, 8 juli 1970)


De Nederlandse dichteres en schrijfster Maria van Daalen werd geboren op 8 juli 1950 in Voorburg. Zie ook alle tags voor Maria van Daalen op dit blog.

Uit: Carissimo Angelo

“Nunziata, 26 maart, A.D.
Niets
heb ik meer gedaan, vanmorgen, sinds je bent weggegaan. Ik heb alleen
maar in bed gelegen en gestaard naar het stukje lucht dat nog net
zichtbaar is in het dakraam. Langzaam veranderde het van kleur: een
grijze nevel, een gouden moment, een blauwe hemel. Zoals je ogen. Maar
die zijn helemaal niet blauw, die zijn bruin, bijna zwart. Glanzend als
je haren en net zo donker. Weet je dat die wel rood lijken, krullend
rood. Gistermiddag. We lagen in een baan zonlicht die precies op het bed
stond, je hoofd lag op mijn buik, ik voelde je tong langs de rand van
dat beetje zwarte krulhaar dat ik heb en ik zei je naam even heel
zachtjes en je keek met een ruk op – in die beweging kleurde je haar
dieprood, het stond als een aureool uit om je hoofd en je ogen, in de
schaduw, leken nog zwarter… ‘Saluto, Maria,’ zei je. Je mondhoeken,
die altijd iets opgetrokken staan, tegelijk spottend en glimlachend,
trokken nog iets hoger zonder dat je lippen uit elkaar gingen – terwijl
ik toch duidelijkje tong had gevoeld. Voordat je hoofd weer in de kom
van mijn heupbeenderen lag voelde ik je vinger, die ruimte maakte, die
je voorzichtig ronddraaide over de lichte bolling na het begin van de
opening. Als vanzelf gingen mijn knieën wijd uiteen en mijn hoofd trok
kreunend achterover.

Ik
lees; hij komt binnen. Ik schrijf; en het begint te waaien. In een
brief aan hem noteer ik ook altijd wat voor weer het is, alsof ik het
zelf gemaakt heb. Op mijn stemming heeft het geen invloed. Ik stel mij
zijn ogen voor, wat voor weer het dáár is, achter die zwarte pupillen;
ik stel mij zijn lange spitse vingers voor. Elke ervan begint als een
vinger en loopt uit in een vingertop zo smal als een gedachte, als
bidden met opgeheven handen. Zó uit een Giotto gestapt; ik mis de gouden
achtergrond, telkens als ik hem zie.

In
het blauw van de hemel zag ik het groen van de rivier. Herinner je je
dat we over een smalle brug gingen, die aan weerskanten verdween in de
wilgen en in zo hoog riet (dacht ik) dat het mij overschaduwde; maar jij
zei dat het bamboe was. We stonden middenop stil en leunden over de
brug; onder ons waren kleine forellen die zich steeds op dezelfde plaats
hielden, tegen de stroom in, met een klap van hun kleine staarten.

De
dag nadat je was weggegaan liep ik nog een keer dezelfde wandeling; aan
het begin van de brug stond ik stil en staarde over de volle lengte
naar de wuivende bamboe. Een vogeltje vliegt aan over de brug, het heeft
iets in zijn bek dat felgekleurd is, ik kijk en voor mijn voeten valt
een helderrode kers.”

 

Maria van Daalen (Voorburg, 8 juli 1950)


De Duitstalige schrijfster María Cecilia Barbetta werd geboren op 8 juli 1972 in Buenos Aires. Zie ook alle tags voor María Cecilia Barbetta op dit blog.

Uit: Nachtleuchten

„Nun
steckte sie den Kopf durch den Türrahmen des elterlichen Gemachs und
musste die Augen zusammenkneifen. Sie wurde von der hereinfallenden
Sonne geblendet, die den Raum überfl
utete und alles darin in
eine beißende Helligkeit tauchte. Teresa blinzelte, dabei wechselten
Hell und Dunkel so oft, bis ihre Augen sich an die Lichtfülle gewöhnten
und nicht länger schmerzten. Die Mutter hatte den Rücken mit einem
Kissen gestützt; um sie herum erstreckten sich geheimnisvolle Stoffl
andschaften, schattige und goldene Bahnen liefen in abgelegene Gefi

lde aus, dazwischen warfen sich Falten auf, es waren ihrer so viele wie
bei einem kostbaren Umhang. Wie eine Erscheinung kam die Mutter der
Tochter vor, wie die wohltätige weiße Madonna in der Grotte, wo die
Quelle des Lichts nur sie sein kann, die strahlende Mutter, die einen
über die Entfernung ruft und zu der man pilgert, weil sie Wärme und
Trost spendet, weil man sich seiner Fehltritte schämt und um Verzeihung
bitten möchte. Die Mutter lächelt gütig und winkt die Tochter zu sich
heran. In solchen Augenblicken geschehen Wunder, denn durch dieses
unmissverständliche Zeichen vergisst die Tochter die Beschwerden und
Strapazen des Weges, die nächtlichen Stunden der Trennung, das Wachen an
der Schwelle der Kindheit, das Bangen um die Mutter, die erdrückende
Ungewissheit im Herzen und den Alb in den Träumen, den unerträglichen
Durst mitten in der Nacht, das Aufstehen und sich Vorantasten im
Halbdunkeln, das Aufhorchen in der Nähe des Badezimmers, das Aussetzen
des Atems und das Lauschen an der Tür, die eiskalten Kacheln, die
nackten Füße wie Mondsicheln und die aufkommende Reue, denn heute
erinnerte Teresas Mutter mit ihrem off enen Gesicht und ihren
zurückgesteckten schwarzen Haaren an die Santísima Virgen del Monte, an
die Heilige Jungfrau auf dem Berge, oder auch an die wunderschöne Virgen
del Cerro, Unsere liebe Frau am Hügel, vor der die Pilger gern
hinknien, um die am Wegesrand gepfl ückten Blumen abzulegen und mit ihnen
die ganze Müdigkeit und die Sorgen. Der Platz des Vaters war leer und
sein Pyjama zusammengeknüllt. Die Tochter stieg auf das Ehebett, um auf
Augenhöhe mit dem Gemälde der Heiligen Familie sich Sankt Christophorus
anzuvertrauen, einen Fuß zwischen die langgestreckten Beine der Mutter
zu setzen und mit dem nächsten Schritt die andere Seite zu erreichen.
Während der Überquerung wanderten die Blicke der Mutter über das
Nachthemd der Tochter.“

 

María Cecilia Barbetta (Buenos Aires, 8 juli 1972)

 

De Amerikaanse dichter Peter Orlovsky werd geboren in New York op 8 juli 1933. Zie ook alle tags voor Peter Orlovsky op dit blog.

Uit: My Dear Boy: Gay Love Letters Through the Centuries

“PETER ORLOVSKY TO ALLEN GINSBERG

{New York]
April 22, 58
Dear Allen:
. . . Hi Allen – hay-ho doll – come on over and blow me you sexy ass of yours under the sheets that I feel all the time – right there between my hands – I miss the shoe shine you’d give my cock! – God – you know I’ve layd nobody since we last made it together – God for all I know my cock may be getting rusty like a dusty kings crown in dewy dungen – I’m sick of all this crying – the world is never going to end all this sadness – I’m going to marry good woman & grow my own love army . . .

[New York]
June 23, ’60
Dear Allen with dark Indian Death Eyes:

. . . I also thought, Yesterday, that you (in yr last letter said our
Peyote High scared you when I laffed) feel I do harm to myself if we
seperated & you get married (children) or I get mad at you & so I
think now what ever we do (weather I turn into cockerroch cralling
along 1st Ave coblestones & get Xed by truck) (both get married or
just you) (as you fell in love with John Weiners or bring back new boy
friend from Lima as you want to go away alone by yr self to india hill
cave – or sit on my cock & talk it over & lay down & do it
again, as you get married & I take care of yr baby while you blink
in Jungle Storms or open the door & say “Now Peter you just cant
stay around & do notheing all the time” – or be happey to each other
at important times – maybe I am yr Child & you dont know it Allen –
Alen I love you, Allen, Please Allen give me a sapey (sap) kiss – . . .

     Write me more if you want I sail yr heart
         Love from 33 st. P.O. Peter
             by by now”

 

Peter Orlovsky (8 juli 1933 – 30 mei 2010)

 

 De expressionistische Duitse schrijver en dichter Walter Hasenclever werd op 8 juli 1890 in Aken geboren. Zie ook alle tags voor Walter Hasenclever op dit blog.

Uit: Der Bankier und der Dichter. Ein Gespräch über Dichtung

„Der
Dichter: Ich gebe Ihnen ohne weiteres zu, daß das Ansehen der Lyrik im
Publikum seit einiger Zeit gesunken ist. Ich mache dafür niemand anders
als die Dichter selber verantwortlich! Weder die Raserei im Kosmischen,
noch die Wut im Metaphysischen (lassen Sie mich schweigen von den
Marktweibern in der Lyrik), hat uns reicher gemacht. Die Dichter, unsere
Vorfahren, haben allzuviel besessen. Wir müssen wieder zu dem Mythos
zurückkehren, wo der Dichter Gottes ärmstes, aber auch liebstes Kind
ist.

Der
Bankier: Entschuldigen Sie, wenn ich realer bin: wir erleben vor uns
das Schauspiel der Aeroplane und Luftathleten. Vielleicht kann uns,
während wir reden, eine Maschine von oben auf den Kopf fallen. Das wäre
vor 10 Jahren noch nicht möglich gewesen. Weshalb sollte der Dichter
nicht dieser Katastrophe zuvorkommen und das sagen, was schließlich für
alle modern ist?

Der
Dichter: Sie vergessen, daß dies bereits geschah! Die Lyrik, von der
Sie sprechen, ist dagewesen. Wir kennen den Rhythmus der
Maschinengewehre und können Verse bauen, mit denen man Tunnels sprengt.
All das scheint mir nicht mehr aktuell; es ist wichtiger, gegen die Zeit
zu sein, indem man ihr eine Distanz zu sich gewinnt, als für sie zu
sein und ihre Bedürfnisse in Kunstfertigkeit zu erheben. Sie müssen
bedenken, daß der Dichter immer das Zukünftige ist, das heißt jene
Existenz, die im Grunde Raum- und Zeitlosigkeit bedeutet und nur durch
ihre Erscheinung wirklich wird.

Der
Bankier: Doch geben Sie zu, daß Sie die Welt brauchen, in der Sie leben
und zum Dichten verurteilt sind! Sie sind abhängig in Ihrer Seele von
der motorischen Sensation dieses Tages, ebenso wie von den finanziellen
Operationen, mit denen ich über Ihrem Dasein wache.

Der
Dichter: Pardon – Sie irren! Ich muß Ihnen mit Ihren eigenen Worten
begegnen: Sie erkennen die Form eines Gedichtes an, aber Sie leugnen
seine Bestimmung. Die gleichen Grenzen setze ich Ihrer Wirkung: ich
brauche die Fülle des Tages und der Nacht, die Sie mir dauernd
gestalten; ich gleite durch den Strom elektrischer Transparente und
durch die Kabeldrähte der Ozeane – aber ich lehne die Bürgerlichkeit
dieser Sphäre ab, sobald sie Kunst wird.“

 

Walter Hasenclever (8 juli 1890 – 21 juni 1940)
In 1916

 

De Engelse schrijver en dichter Richard Aldington werd geboren op 8 juli 1892 in Portsmouth. Zie ook alle tags voor Richard Aldington op dit blog.

 

Le Maudit

Women’s tears are but water;
The tears of men are blood.

He sits alone in the firelight
And on either side drifts by
Sleep, like a torrent whirling,
Profound, wrinkled and dumb.

Circuitously, stealthily,
Dawn occupies the city;
As if the seasons knew of his grief
Spring has suddenly changed into snow

Disaster and sorrow
Have made him their pet;
He cannot escape their accursed embraces.
For all his dodgings
Memory will lacerate him.

What good does it do to wander
Nights hours through city streets?
Only that in poor places
He can be with common men
And receive their unspoken
Instinctive sympathy.

What has life done for him?
He stands alone in the darkness
Like a sentry never relieved,
Looking over a barren space,
Awaiting the tardy finish.

 

Richard Aldington (8 juli 1892 – 27 juli 1962)
Cover


De Frans- en Nederlandstalige Belgische schrijver Jean Ray (bekendste pseudoniem van Raymond de Kremer) werd geboren op 8 juli 1887 in Gent. Zie ook alle tags voor Jean Ray op dit blog.

Uit: Saint-Judas-de-la-Nuit

« La petite ville », aimait répéter Mgr Ducroire. Il est heureux que Benoît Picard, l’auteur de cette comédie pleine de charmante gaieté, ait échappé aux horreurs de l’an Quatre-vingt-treize, sinon cette ceuvrette n’aurait pas été écrite. Et c’est ainsi que la ville m’est apparue quand je la vis, la première fois, du haut de cette colline. Depuis… » Ce souvenir s’achevait à chaque fois en un soupir. Depuis, la petite ville avait perdu de son charme ; la colline n’était plus qu’une affreuse butte en proie aux avoines folles ; et le palais épiscopal, où Mgr Ducroire achevait sa sainte carrière, finissait la sienne en une ruine mangée par toutes les pluies et les vents de l’espace. Bien avant que le bon Benoît Picard eût décrit sa douce vision, la petite ville s’appelait La-Roche-sur-Orgette, en raison d’un pan de rocher et du nom de la rivière caressant ses remparts. Elle était devenue plus tard La-Ruche-sur-Orgette, à cause d’un fragment de blason ornant le coin d’une de ses portes, et où un archéologue local avait cru découvrir une ruche entourée d’un essaim de mouches à miel. C’était d’ailleurs sans importance ; Mgr Ducroire continuait à l’appeler « la-petite-ville » et, le plus souvent « ma-petite-ville », au mépris de quelques vilains noms qu’elle devait à ses habitants. L’abbé Capade, le secrétaire de Monseigneur, la nommait pour sa part « nichet du diable », sans qu’on pût savoir pourquoi. Un nichet est un oeuf factice que l’on met dans un nid pour que les poules y aillent pondre. Alors ?… Il y avait bien des choses auxquelles l’abbé Capade aurait pu fournir de rationnelles explications, mais il se taisait à ce sujet. Personne d’ailleurs ne lui en demandait.
Ce jour de fin mars, donc jour printanier, une pluie mêlée de petits grêlons battait les vitres, et un vent aux sautes capricieuses apportait de brusques vagues de froid. — C’est un vent mauvais, dit l’abbé Capade. Nos amis des Six-Tourelles le nomment « goule de mer » et ce n’est pas mal trouvé. — Ah ! les Six-Tourelles…, murmura Mgr Ducroire. Ils se tenaient dans la sombre mais chaude cuisine du palais, car on gelait dans les autres pièces du vaste bâtiment, et l’heure du dîner était proche. Frère Adelin, le cuisinier, activait le feu à grands coups de tisonnier et, de temps à autre, faisait basculer la porte du four d’où s’envolait une bonne odeur de rôti. — Ce n’est pas une odeur de carême, fit observer l’abbé Capade. — Profiteroles, grommela Adelin. — Et leurs béatilles ? demanda, non sans un peu d’anxiété, Mgr Ducroire. — Sarcelles, répondit le frère cuisinier. Un dernier présent des Six-Tourelles. — Chair maigre, approuva l’abbé Capade. Les profiteroles sont des petits pains sans mie, cuits au four gai et garnis de béatilles, qui sont de viandes fines richement épicées, ou de poisson aux jours maigres. — Un dernier présent des Six-Tourelles, soupira l’évêque. Frère Adelin a raison en ce disant. Son secrétaire haussa les épaules. — L’abbaye des Six-Tourelles, bien digne aux siècles derniers, s’en allait pierre par pierre. En grande partie sur vos instances,”

 

Jean Ray (8 juli 1887 – 17 september 1964)
Cover


De Franse dichter en schrijver Jean de La Fontaine werd op 8 juli 1621 geboren in Château-Thierry in Champagne. Zie ook alle tags voor Jean de La Fontaine op dit blog.

Uit: De twee duiven (Vertaald door Martinus Nijhoff)

Twee duiven hielden van elkander;
De één hield het in huis niet uit:
Dol als hij werd nam hij ’t besluit
Op reis te gaan – Toen sprak de ander:
Beseft ge wel wanneer ge heengaat
Dat gij uw kameraad alleen laat?
Eenzaamheid is het zwaarst verdriet;
Voor u niet, egoïst! O mocht slechts een verschiet
Van last op reis, moeite en gevaren
Uw overmoed wat doen bedaren.
En dan, als maar de dagen reeds wat zachter waren!
Waarom zo’n haast gemaakt? wacht toch de zomer af:
Daar straks nog kraste een Raaf van een ras vogelgraf.
Geen blad beweegt of ‘k zie de vreselijkste keerzij,
Een valk, een vangnet – Ach, zeg ik, als ’t reegnen gaat,
Heeft hij ’t naar wens, mijn kameraad,
Eten, een bed, en wat dies meer zij? –
Zo teedre taal verlamde schier
Het hart van den avonturier,
Toch kreeg de reislust in zijn ongedurig wezen
Ten slotte de overhand – Hij sprak: staak uw getreur.
Hoogstens een dag of drie en mijn hart is genezen:
Dan keer ik huiswaarts en verhaal in kleur en geur
Mijn vriend wat mij is overkomen.
Wat zal hij lachen! wie een reis heeft ondernomen
Kan veel vertellen thuis: ’t relaas dat ik ga doen,
Wat zal u ’t een genoegen geven!
Ik zeg: ‘k was daar en daar; en dat gebeurde toen;
Ge zult geloven mee te leven.
Zo sprak hij. Diep bedroefd zeiden ze elkaar adieu.
De reiziger snelt heen. Maar zie, een wolk verduistert
De vlakte en dwingt de Duif te schuilen voor een bui.

 

Jean de La Fontaine (8 juli 1621 – 13 april 1695)
De twee duiven, illustratie door Jean-Baptiste Oudry

 

De Duitse dichter en schrijver Julius Mosen (eig. Julius Moses) werd geboren op 8 juli 1803 in Marieney in het Vogtland. Zie ook alle tags voor Julius Mosen op dit blog.

 

Könnt´ ich verwehen…

Könnt´ ich verwehen,
zu Nebel vergehen,
zerfließen in Luft;
ich hielt´voll Erbarmen
die Welt in den Armen.
So mit dem Herzen
voll Liebe und Schmerzen
verglüh´ich allein
und sinke in Flammen
und Asche zusammen.

 

Sehnsucht

Wär´ich der Regen,
ich wollte mich leben
der Erde ans Herz;
wie sollte sie blühen
und jauchzen und glühen.

Wär´ich die Sonne,
ich sög´mich vor Wonne
ins dampfende Meer;
wie sollt´es da rauschen
und Küsse tauschen!

 

Julius Mosen (8 juli 1803 – 10 oktober 1867)
Borstbeeld in Plauen

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e juli ook mijn blog van 8 juli 2017 deel 2.

Micha Hamel, Maria van Daalen, Peter Orlovsky, Walter Hasenclever

De Nederlandse dichter, componist en dirigent Micha Hamel werd geboren in Amsterdam op 8 juli 1970. Zie ook alle tags voor Micha Hamel op dit blog.

 

Overwinningslied

terwijl het mannetje langzaam
stram wordt en de boterhammen

de kinderen omhoogtrekken
compenseert de ongewenste

panoramablik de verliezen die
wij leden in de sectoren gras

en bloem. Of wij het voormalige
opperwezen kunnen overklassen

door onszelf te upgraden naar een
regeneratief organisme is een vraag

die vandaag het zicht beneemt
op deze smartelijke kwinkslag:

jouw paardenstaart herinnert ons
blijvend aan het veulen dat je was

 

Levenslust

Word eens schaamteloos voor eigen bloeddorst
gewoon knarf een hap uit billen nemen

Zwengel eens iemands arm uit de kom
tel de haren die je in één (speel niet
vals, een ruk uit één stuk) keer
trwak uit kunt trekken, leef

je flink uit, spreek eerlijke
vuistentaal, maak nieuwsgierig
– open vizier – je eigen stoffen aan,

onderzoek wat je bewustzijn van je
leert wanneer je bewustzijn
ophoudt het bewustzijn
wakker te houden op
weg naar de ijzerwinkel

(zaagblad, kofferbak, zakken zeulen bermparkeren
modder schoenen plons kanaal blub)

 

 
Micha Hamel (Amsterdam, 8 juli 1970)

 

De Nederlandse dichteres en schrijfster Maria van Daalen werd geboren op 8 juli 1950 in Voorburg. Zie ook alle tags voor Maria van Daalen op dit blog.

 

Zeg het eens, atoomnummer 12

De weg, de waarheid en het leven. Maar welk
leven: dat als een oordeel, zoals buiten
ons ontbrandt, eindejaars, in kleuren, kruit en
dampend licht magnesium, kortstondig? Melk-

wit is het fantoom, de weg bijna voor elk
vuur dat zichtbaar waar is, knalt langs de ruiten
om ons wakker te houden. We besluiten
het uur nu, de laatste seconde met kelk-

jes vol spattende drank. Gefeliciteerd!
Alles wordt nieuw! De toekomst! Het asfalt rood
van bloedend papier, de oprit vol rotjes,

brievenbus verzegeld, kerstboom met godjes,
wij argeloos kussend, de rug naar de dood-
gewoon tikkende tijd. Jongleren: geleerd.

 

De maker

In het zuiden breekt de geur los uit de citroen
wanneer zij een letter van de naam maakt,
wanneer zij haar vinger in het stof doopt en schrijft.

De eerste letter wordt in de armen gedragen,
de tweede letter is de poolster aan haar cirkelende kroon,
de derde en de vierde wisselen af als dag en nacht.

In de naam worden wij gloeiend licht.
Blauw branden onze handen en betasten
het nummer dat geschreven is in de huid.

Het heeft niet opgehouden met verbranden;
ook de levende lichamen in en gillend de oven in;
ook wat ik zeg heeft mij niet bewaard.

Maar de naam die wij zijn spreekt zich door in de tijd.
De letters van de naam zijn van as, blaas ons weg,
wij zijn het stof in de mond van de messias.

Zij veegt het bijeen, leem, en zij vormt ons.
Want haar voetafdruk verzamelt vocht,
in de afdruk van haar hiel borrelt water op.

Zo is mijn lichaam nat van haar aanraking
en alles bestaat in de naam
zelfstandig, lichaam zonder lidwoord.

 

 
Maria van Daalen (Voorburg, 8 juli 1950)

 

De Amerikaanse dichter Peter Orlovsky werd geboren in New York op 8 juli 1933. Zie ook alle tags voor Peter Orlovsky op dit blog.

Uit:My Dear Boy: Gay Love Letters Through the Centuries

“PETER ORLOVSKY TO ALLEN GINSBERG
[On board ship
returning to New York]
Jan 22, 58
Dear Allen:
On the ship, close to home, at night, full turky stomache sadness on my face but finally read through the brothers K[aramazov] & see the same madness in my famiely. Have been very quite, sick half the time from the bellybutton waves but eating marvously & to boot havent smoked much at all & to boot have this nice typewritter to type to yo . . . . I know I goofed with Bill being so silent as if crying inside my throught, yes I gess I am meek, like you say. But at the end of eternity theres nothing to be imbarresed about. . . . Love Bill like I love you, be a chair for him to sit on and for him to talk proudly from – Bill seems more like a brother now then a farther with stern eyes in Tangiers. Bill got roses in his teeth. I took a one hour shower yesterday & used to much water that the hall was soken wet twenty people nocked on my door in fright but I kept singing along till cleaned & wash all dirty clothes. Have had two wet dreams so far, did not masterbate once & feel good about that for I must stop that habit for its insulting to my cock. . . . On the frist day out I saw land in the sky & thought it was real. It was only till I left you & Bill to get on train did I feel lonely sadness pains and crying in my throught but now I feel better. tho when I left you I felt our friendship was like sunset dust floating & seperating away – young young young saw flying fish with red boots on. . . . Someone wants the typewritter so must move on off. I feel very good & confident things will work out well. . . . „

 


Peter Orlovsky (8 juli 1933 – 30 mei 2010)
Hier met Allan Ginsberg (links)

 

De expressionistische Duitse schrijver en dichter Walter Hasenclever werd op 8 juli 1890 in Aken geboren. Zie ook alle tags voor Walter Hasenclever op dit blog.

Uit:Der Bankier und der Dichter. Ein Gespräch über Dichtung

„Der Bankier und der Dichter treffen sich auf dem Flugplatz
bei einem Meeting.
Der Bankier: Es freut mich außerordentlich, Sie zu sehen. Seit wann sind Sie wieder in unserer Stadt?
Der Dichter: Seit vorgestern Abend. Ich war einige Wochen am Gardasee.
Der Bankier: War es nicht sehr heiß dort?
Der Dichter: Die Hitze war erträglich; man lag die Nächte still; am Tage badeten wir im See. Manchmal kamen Gewitter.
Der Bankier: Sie haben, wie ich höre, ein Buch veröffentlicht?
Der Dichter: Seit einiger Zeit. Jawohl.
Der Bankier: Ich erinnere mich, von Ihnen etwas in der Zeitung gelesen zu haben. Ich interessiere mich dafür. Haben Sie Gedichte veröffentlicht?
Der Dichter: Wenn Sie wollen – auch Gedichte. Ich selber neige der Ansicht zu, daß es eine Dichtung ist.
Der Bankier: Besteht eine Differenz dazwischen?
Der Dichter: Es ist leicht, in einem Zeitalter, wie dem unsrigen, Gedichte zu schreiben. Notwendig ist allenfalls die Brücke zum Publikum: Das hieße eine Dichtung der Gesellschaft. Sie werden bemerken, daß es heute kaum noch einen Poeten gibt, der nicht gute Gedichte schreiben könnte. Die Begabung ist in unserem Stande ebenso verbreitet, wie in dem Ihrigen. Doch werden Sie mir zugeben, daß ein Unterschied besteht zwischen dem, was man tun müßte, und dem, was man tun könnte.
Der Bankier: Verstehe ich recht, so sagten Sie Gesellschaftsdichtung? Mir scheint – verzeihen Sie – als läge darin eine Arroganz. Etwas, was gedichtet ist, gibt doch nur den Zustand des Einzelnen, kaum den der Gesellschaft. Ich würde mir die Verallgemeinerung eines Gedichtes verbitten, dessen Typus ich erkenne, von dem ich aber den Schluß auf mich unbedingt ablehne.“

 


Walter Hasenclever (8 juli 1890 – 21 juni 1940)
Aken, de dom

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e juli ook mijn blog van 8 juli 2017 deel 2.

Thijs Zonneveld, Micha Hamel, Maria van Daalen, Peter Orlovsky, Walter Hasenclever

 

Bij de Tour de France

 

 
De Franse wielrenner Thomas Voeckler pakt een flesje water in de Tour van 2016

 

Uit: De Ereronde van de Eland

“De vluchter oogt onrustig. Hij kijkt om, minder dan voorheen, maar met evenveel wanhoop in zijn ogen. Achter zich ziet hij slechts een weg met platanen aan weerszijden. De schaduwen van de bomen worden korter. De zon klimt. Het is lunchtijd. Toeschouwers langs de kant van de weg halen stokbroden uit rugzakken en openen de koelboxen.
Dit is zomer in Frankrijk. Zon, eindeloze rijen platanen, baguettes met smeltende La vache qui rit en de Tour. De Tour is meer dan een wielerwedstrijd. De Tour, dat is chaos, hectiek en publiek. Dat is drie weken feest in ieder dorp dat wordt aangedaan. Dat is de burgemeester in zijn beste pak, de vrouw van de slager in haar mooiste bloemetjesjurk en gratis pastis in het café op de hoek. En hordes toeristen uiteraard. De Tour is van Frankrijk, maar ook een beetje van de rest van de wereld. Behalve de Franse driekleur wapperen er Duitse vlaggen, Vlaamse Leeuwen, Friese pompeblêdden, Noorse rood-blauwe kruizen, Amerikaanse stars and stripes en Kazakstaanse zonnen. Drie weken lang heeft de wereld twee wielen.
De vluchter steekt zijn hand op naar de wedstrijdjury en wijst naar zijn bidon. Een motor met drinkbussen op de bagagedrager komt naast hem rijden. De koploper vist een bidon uit het rekje. Hij schudt de drinkbus even voordat hij hem aan zijn mond zet. Neemt een slok en trekt een vies gezicht. Spuugt en gooit de bidon in de berm. Een paar kinderen en een volwassen man duiken erbovenop.”

 

 
Thijs Zonneveld (Sassenheim, 28 september 1980)

Lees verder “Thijs Zonneveld, Micha Hamel, Maria van Daalen, Peter Orlovsky, Walter Hasenclever”

Micha Hamel, Maria van Daalen, Peter Orlovsky, Walter Hasenclever, Richard Aldington, Jean Ray, Jean de La Fontaine

De Nederlandse dichter, componist en dirigent Micha Hamel werd geboren in Amsterdam op 8 juli 1970. Zie ook alle tags voor Micha Hamel op dit blog.

 

Iedereen

weet dat lelijke mensen ook gevoelens
hebben zoals er ook in de allerknapste
vrouwen mensen zitten zeg ik op een
verjaardag om te kijken of ik iemand
uit de rimboe zijner gedachten los kan
lokken om een robbertje uitmiddelpuntig
te speculeren over dit type wetmatigheden
in ons persistent onbenullige universum.

Ik lieg niet als ik zeg dat er een zestal seconden
voorbijgaat voordat er iemand reageert: ze ademt
in 7,8 en of ik even warme melk kan gaan kloppen.

Naast mijn voltijds baan als burgerman heb ik
tegenwoordig een leven als mens probeer ik dan
op joviale toon tegen een kalend voorhoofd dat
ik vagelijk herken van de haastige minuten
tijdens het zonen halen en brengen. Hij zegt

ik ken u niet maar u mij denk ik wel want ik
werk bij de televisie. Ik zeg ik zou nooit rijk
en beroemd willen zijn maar wel alleen maar
rijk. Weet je dat er op de zeebodem een kabel
ligt die de continenten met elkaar verbindt?
Dan doorkruist een snater ons gesprek: Arend?
Arend Kaaks? Van het journaal? Wat ontzettend –

Vlug waad ik door het gekrioel van kleuters
naar de tafel met taarten en kom langszij bij
een weelderig opgedofte moeder die vraagt hoe
ik het bolwerk als kunstenaar terwijl de geefwet
in belastingtechnisch opzicht nog niet behoorlijk
is afgedicht. Nog geen acht minuten later stokt
mijn pleidooi voor schooluniformen als een
luizenmoeder zegt sinds ik de gymspullen
op de hand was blijven alle kleuren goed.

Ik haal adem en zeg trek vooral geen broeken uit van
rugbehaarde heren die grager in verstandshuwelijken
blijven zitten. Schilder uw slaapkamer in geborgen kleurstelling,
keer het hoofdeinde richting raam en zet de voordeur open, dan
komt het goed. Normaliter drukken wij hier onze Havana’s uit
in de aardbeien met slagroom, rijen tegen de serveersters op
en kotsen brullend van ambivalentie in de champagnekoelers
om onze lediggang te vieren. Buiten staat de stoet limousines
te wachten op de komst van de allesverpletterende gram
des Heren maar tot die tijd draaien de chauffeurs hun
schoenpunten kaal in het grind van onze oprit. En

kun je tegen die bloemkool in mijn kop zeggen dat wij
allebei zo snel mogelijk afgehaald moeten worden?

 

 
Micha Hamel (Amsterdam, 8 juli 1970)

Lees verder “Micha Hamel, Maria van Daalen, Peter Orlovsky, Walter Hasenclever, Richard Aldington, Jean Ray, Jean de La Fontaine”

Micha Hamel, Maria van Daalen, Peter Orlovsky, Walter Hasenclever, Richard Aldington, Jean Ray, Jean de La Fontaine

De Nederlandse dichter, componist en dirigent Micha Hamel werd geboren in Amsterdam op 8 juli 1970. Zie ook alle tags voor Micha Hamel op dit blog.

 

Nullen en enen

Ik kan poëzie waarderen.
Wanneer ik een gedicht gelezen heb
zet ik beneden aan de pagina
ernstig
een nul of een één.

Bij twijfel cijfer ik per strofe.
Hun gemiddelde wordt afgerond en
eveneens onderaan genoteerd.

Als ik de bundel
uit heb, tel ik alle enen
op en deel de uitkomst
door het aantal gedichten.

 

Restaurant

De visstand zegt geen zeeduivel
dus kies ik biefstuk van de struis.

Een lieveheersbeestje banjert naar
het uiteinde van een oranje rietje.

Een muisje schiet onder de klapdeuren
door naar de wittig dampende keuken.

Popelend liggen mes en vork naast
een ivoorkleurig vierkanten bord.

Bromvlieg legt een onnavolgbaar
parcours af langs lampen en tafels.

‘Gebraden dodo, meneer?’ vraagt de
ober bevreemd. De kreeften in het

aquarium halen opgelucht adem.
Mijn drankje doet een ananas na.

 

 
Micha Hamel (Amsterdam, 8 juli 1970)

Lees verder “Micha Hamel, Maria van Daalen, Peter Orlovsky, Walter Hasenclever, Richard Aldington, Jean Ray, Jean de La Fontaine”

Micha Hamel, Maria van Daalen, Walter Hasenclever, Richard Aldington, Jean Ray, Julius Mosen, Jean de La Fontaine

De Nederlandse dichter, componist en dirigent Micha Hamel werd geboren in Amsterdam op 8 juli 1970. Zie ook alle tags voor Micha Hamel op dit blog.

 

Konterfeitsel

Ontbijt met krantenfoto
van de onontkoombare oogopslag van een loensende blondine
die besloot de paarse kringen van slaaptekort aan het glasdeeg
van de huid rond haar ogen toe te staan

daar ze droomt als ze werkt en werkt als ze praat en
praat als ze slaapt en slaapt als ze reist als ze
denkt en denkt als ze droomt. Goedemorgen passagier

door een span hoogwaardige chronosomen vervoerd, wat
bent u mooi boven de dertig en wat schonk de Schepper
half rijmend op uw verwekker u een prachtig stel

rechte enkels, een scheve hoektand en ‘Jij
vindt Patricia Arquette alleen maar aantrekkelijk
omdat ze op Ireentje lijkt.’

zegt mijn voruw. Ireentje is niet mijn vrouw
maar een liefde van vroeger, van school

‘Dit is niet Patricia, dit is Noreena Hertz.’

‘Wie?’

‘Die komt in Nederland werken, en wordt er doodmoe van
dat mannen haar altijd complimenteren met haar intelligentie.’

‘Je aapt gigantisch Tonnus Oosterhoff na als je dit
allemaal zo letterlijk gaat zitten opschrijven, hoor.’

 

 
Micha Hamel (Amsterdam, 8 juli 1970)

Lees verder “Micha Hamel, Maria van Daalen, Walter Hasenclever, Richard Aldington, Jean Ray, Julius Mosen, Jean de La Fontaine”