Howard Nemerov, Daniel Handler, Dee Brown, Michel de Montaigne, Marin Sorescu, Saul Williams

De Amerikaanse dichter en literatuurdocent Howard Nemerov werd geboren op 29 februari 1920 in New York. Zie ook alle tags voor Howard Nemerov op dit blog.

 

Witnessing The Launch Of The Shuttle Atlantis

So much of life in the world is waiting, that
This day was no exception, so we waited
All morning long and into the afternoon.
I spent some of the time remembering
Dante, who did the voyage in the mind
Alone, with no more nor heavier machinery
Than the ghost of a girl giving him guidance;
And wondered if much was lost to gain all this
New world of engine and energy, where dream
Translates into deed. But when the thing went up
It was indeed impressive, as if hell
Itself opened to send its emissary
In search of heaven or ’the unpeopled world’
(thus Dante of doomed Ulysses) ‘behind the sun.’
So much of life in the world is memory
That the moment of the happening itself—
So much with noise and smoke and rising clear
To vanish at the limit of our vision
Into the light blue light of afternoon—
Appeared no more, against the void in aim,
Than the flare of a match in sunlight, quickly snuffed.
What yet may come of this? We cannot know.
Great things are promised, as the promised land
Promised to Moses that he would not see
But a distant sight of, though the children would.
The world is made of pictures of the world,
And the pictures change the world into another world
We cannot know, as we knew not this one.

 

 
Howard Nemerov (29 februari 1920 – 5 juli 1991) 
Hier met zijn zoontjes Jeremy en Alexander rond 1967

Lees verder “Howard Nemerov, Daniel Handler, Dee Brown, Michel de Montaigne, Marin Sorescu, Saul Williams”

Daniel Handler, Dee Brown, Berthold Auerbach, José Vasconcelos, Sophie Tieck, Michel de Montaigne, Ernest Renan

De Amerikaanse schrijver Daniel Handler werd geboren op 28 februari 1970 in San Francisco, Californië Zie ook alle tags Daniel Handler op dit blog.

Uit: Why We Broke Up

„These are the caps from the bottles of Scarpia’s Bitter Black Ale that you and I drank in Al’s backyard that night. I can see the stars bright and prickly and our breathing steamy in the cold, you in your team jacket and me in that cardigan of Al’s I always borrow at his house.
He had it waiting, clean and folded, when I went upstairs with him to give him his present before the guests arrived.
“I told you I didn’t want a present,” Al said. “The party was enough I told you, without the obligatory-”
“It’s not obligatory,” I said, having used the same vocabulary flash cards with Al when we were freshmen. “I found something. It’s perfect. Open it.”
He took the bag from me, nervous.
“Come on, happy birthday.”
“What is it?”
“Your heart’s desire. I hope. Open it. You’re driving me crazy.”
Rustle rustle rip, and he sort of gasped. It was very satisfying.
“Where did you find this?”
“Does it not,” I said, “I mean exactly, look like what the guy wears in the party scene in Una settimana straordinaria?”
He smiled into the slender box. It was a necktie, dark green with modern diamond shapes stitched into it in a line. It’d been in my sock drawer for months, waiting. “Take it out,” I said. “Wear it tonight.
Does it not, exactly?”
“When he gets out of the Porcini XL 10,” he said, but he was looking at me.
“Your absolute favorite scene in any movie. I hope you love it.”

 

 
Daniel Handler (San Francisco, 28 februari 1970)

Lees verder “Daniel Handler, Dee Brown, Berthold Auerbach, José Vasconcelos, Sophie Tieck, Michel de Montaigne, Ernest Renan”

Daniel Handler, Dee Brown, Berthold Auerbach, José Vasconcelos, Sophie Tieck, Michel de Montaigne, Ernest Renan

De Amerikaanse schrijver Daniel Handler werd geboren op 28 februari 1970 in San Francisco, Californië Zie ook alle tags Daniel Handler op dit blog.

Uit: Why We Broke Up

“So it all went into the box and the box went into my closet with some shoes on top of it I never wear. Every last souvenir of the love we had, the prizes and the debris of this relationship, like the glitter in the gutter when the parade has passed, all the everything and whatnot kicked to the curb. I’m dumping the whole box back into your life, Ed, every item of you and me. I’m dumping this box on your porch, Ed, but it is you, Ed, who is getting dumped.
The thunk, I admit it, will make me smile. A rare thing lately. Lately I’ve been like Aimeé Rondelé in The Sky Cries Too, a movie, French, you haven’t seen. She plays an assassin and dress designer, and she only smiles twice in the whole film. Once is when the kingpin who killed her father gets thrown off the building, which is not the time I’m thinking of. It’s the time at the end, when she finally has the envelope with the photographs and burns it unopened in the gorgeous ashtray and she knows it’s over and lights a cigarette and stands in that perfect green of a dress watching the blackbirds swarm and flurry around the church spire.
I can see it. The world is right again, is the smile. I loved you and now here’s back your stuff, out of my life like you belong, is the smile. I know you can’t see it, not you, Ed, but maybe if I tell you the whole plot you’ll understand it this once, because even now I want you to see it. I don’t love you anymore, of course I don’t, but still there’s something I can show you. You know I want to be a director, but you could never truly see the movies in my head and that, Ed, is why we broke up.”

 

 
Daniel Handler (San Francisco, 28 februari 1970)

Lees verder “Daniel Handler, Dee Brown, Berthold Auerbach, José Vasconcelos, Sophie Tieck, Michel de Montaigne, Ernest Renan”

Bart Koubaa, Berthold Auerbach, Sophie Tieck, Michel de Montaigne, Ernest Renan

De Vlaamse schrijver Bart Koubaa (pseudoniem van Bart van den Bossche) werd geboren op 28 februari 1968 in Eeklo. Zie ook mijn blog van 28 februari 2009 en ook mijn blog van 28 februari 2010.

 

Uit: De Belgen en hun breinen

 

Mijn grootvader, geboren in Ana Paulowna, is daarvan de oorzaak. Waarschijnlijk was het door zijn toedoen dat mijn ouders een caravan in Cadzand hadden en niet in Blankenberge, dat we cassis dronken in plaats van cola en we geen mayonaise maar frietsaus op onze weliswaar Vlaamse frieten kwakten. Ik maak me sterk dat ik de frikandel speciaal in België geïntroduceerd heb; ik zie nog het gezicht van de frietkotuitbater toen ik hem beschreef wat ik precies wilde. 

Mijn grootvader was er ook de oorzaak van dat tijdens legendarische voetbalwedstrijden Nederland-België mijn vader een kalmeringspil diende te slikken en dat de televisie op die avonden niet op BRT maar op Nederland 2 stond. Toch was er één dag in de week dat mijn vader altijd de Nederlandse televisie verkoos: zondagavond, VPRO. Ik ben deels opgevoed met Koot en Bie, met Van Dis in de IJsbreker, met eigenzinnige film- en documentaireavonden en tot op heden met het werk van Wim Kayzer; zijn gasten waren mijn leermeesters. Hij is er rechtstreeks de oorzaak van dat ik vandaag meewerk met wiskundigen, cognitieve neurowetenschappers en filosofen aan de neurologische lokalisatie van het geweten en het creatieve centrum. Mijn argumenten voor vanavond zijn zonder twijfel door zijn televisiewerk gekleurd. Op de trein hierheen voegde ik eraan toe dat mijn argumenten ook bepaald worden door wat mij drijft, en door de nachten sinds de geboorte van mijn zoon, vandaag precies vijf weken geleden.“

 

 

Bart Koubaa (Eeklo, 28 februari 1968)

 

Lees verder “Bart Koubaa, Berthold Auerbach, Sophie Tieck, Michel de Montaigne, Ernest Renan”

Bart Koubaa, Berthold Auerbach, Sophie Tieck, Michel de Montaigne

De Vlaamse schrijver Bart Koubaa (pseudoniem van Bart van den Bossche) werd geboren op 28 februari 1968 in Eeklo. Zie ook mijn blog van 28 februari 2009.

 

Uit: De leraar

 

‘In feite zijn mijn lessen mijn grootste tijdverlies. Er is nog bitter weinig waarmee ik de leerlingen kan boeien. Het grootste gedeelte schrijft en spreekt gebrekkig Nederlands en kan met moeite lezen. Ik toon nooit documentaires die ondertiteld zijn. Sinds de uitbreiding van Europa hoor ik meer en meer Engels in de klas, zo’n pseudo-Hollywoodtaaltje met veel fuck en shit en asshole en Angelina Jolie.

(…)

 

Een paar weken geleden was er een nieuweling die zich op de speelplaats spontaan een volwaardige volzin liet ontvallen waarin het woord carjacking voorkwam; puur geluk waarschijnlijk, maar je moet ze niet altijd onderschatten. Toch krijg ik de laatste jaren meer en meer taalgevangenen in de klas. Ze zijn gefrustreerd omdat ze te oud zijn om bij mij op de banken te zitten en kennen wel degelijk het verschil tussen een werkwoord en een cirkel maar begrijpen me niet als ik hun vraag de werkwoorden in de zin te omcirkelen.’

 


Bart Koubaa (Eeklo, 28 februari 1968)

 

 

 

De Duitse schrijver Berthold Auerbach (eig. Moyses Baruch) werd geboren op 28 februari 1812 in Nordstetten in het Zwarte Woud. Zie ook mijn blog van 28 februari 2009.

 

Uit: Die feindlichen Brüder

 

„In der spärlich bewohnten kalten Gasse, »der Kniebis« genannt, steht ein kleines Häuschen, das außer einem Stall und einem Schuppen nur drei zum Teil mit Papier zugeklebte Fenster hat; oben am Dachfenster hängt ein Laden nur an einer Angel und droht jeden Augenblick herunterzufallen. Neben dem Hause ist ein kleines Gärtchen, das noch durch einen der Länge nach hindurchlaufenden Zaun von dürren Dornen in zwei Hälften geschieden ist. In dem H
ause wohnten zwei Brüder schon seit vierzehn Jahren in unabänderlicher Feindschaft. Wie im Garten, so war auch im Hause alles geteilt, von der Dachkammer bis hinab in den kleinen Keller; die Fallthüre war offen, aber drunten hatte jeder seinen durch Latten abgeteilten verschlossenen Raum. Auch sonst waren an allen Thüren noch Hängeschlösser befestigt, als ob man stündlich den Ueberfall von Dieben fürchtete; der Stall gehörte dem einen, der Schuppen dem andern Bruder. Kein Wort wurde im Hause vernommen, wenn nicht einer bisweilen laut vor sich hinfluchte.

Michel und Koanradle, so hießen die beiden Brüder, waren beide schon sehr bei Jahren und beide unbeweibt. Dem Koanradle war seine Frau schon früh gestorben, und er lebte nun so für sich allein; der Michel war nie verheiratet gewesen.

Eine blau angestrichene, lange, sogenannte Bankkiste war die erste Ursache des Bruderhasses.“

 

 Berthold Auerbach (28 februari 1812 – 8 februari 1882)
 Rond 1850

 


De Duitse dichteres en schrijfster
Sophie Tieck werd geboren op 28 februari 1775 in Berlijn. Zie
ook mijn blog van 28 februari 2009.

 

Uit: Die Stimme im Walde

 

„Nur noch eine Tagereise war Alfonso von seiner Heimath entfernt. Er hatte die Diener vorausgesendet, um der Mutter die frohe Bothschaft zu bringen, daß sie ihren geliebten Sohn wieder an ihren Busen drücken sollte. Er hatte die Nacht in einer einsamen Hütte, am Fuße eines Berges geruht, und die Bewohner hatten ihm wunderbare Dinge erzählt, von Geistern, die in dem Walde wohnen sollten, der jetzt vor dem Ritter lag. Er dachte an diese Erzählungen, als er hinein ritt, und die hohen Baumwipfel über ihm rauschten; eine sonderbare Empfindung beklemmte seine Brust, furchtsam schaute er um sich, und lächelte über seine eigne Thorheit. Bin ich denn noch derselbe, sprach er, der den Tod nicht [30] fürchtete, der mit Ruhm und Ehre kämpfte? Und nun erbebt mein Herz vor den Erzählungen einer leichtgläubigen Alten. Er ritt muthig weiter, und seine Augen schwärmten in den Blätterlabyrinthen, die sich über ihm durch einander bewegten. Er erreichte einen offnen Platz im Walde, und der hohe Rasen, den Alfonso nie so frisch und grün gesehen zu haben glaubte, die Bäume, die ringsum so still standen, ohne auch vom kleinsten Lüftchen bewegt zu werden, luden ihn zur Ruhe ein. Er stieg ab, und band sein Pferd an einen Baum, und setzte sich nieder. Es war ein heißer Tag, und die Kühle an diesem Plätzchen empfing ihn mit aller Lieblichkeit; er irrte mit den Augen durch die hohen Gräser, dann wieder in den Zweigen umher; kein Lüftchen regte sich. Endlich entstand in dem Baumwipfel über ihm ein Rauschen, als wenn ein sanfter Wind die Blätter durch einander kräuselt.“

 


Sophie Tieck (28 februari 1775 – 1 oktober 1833)

 

 

 

De Franse filosoof, schrijver en politicus Michel Eyquem de Montaigne werd geboren in Bordeaux op 28 februari 1533. Zie ook mijn blog van 28 februari 2007 en ook mijn blog van 28 februari 2008.en ook mijn blog van 28 februari 2009.

 

Uit: Les essais: De la force de l’imagination

 

J“e suis de ceux qui sentent tres-grand effort de l’imagination. Chacun en est heurté, mais aucuns en sont renversez. Son impression me perse ; et mon art est de luy eschapper, par faute de force à luy resister. Je vivroye de la seule assistance de personnes saines et gaies. La veuë des angoisses d’autruy m’angoisse materiellement : et a mon sentiment souvent usurpé le sentiment d’un tiers. Un tousseur continuel irrite mon poulmon et mon gosier. Je visite plus mal volontiers les malades, ausquels le devoir m’interesse, que ceux ausquels je m’attens moins, et que je considere moins. Je saisis le mal, que j’estudie, et le couche en moy. Je ne trouve pas estrange qu’elle donne et les fievres, et la mort, à ceux qui la laissent faire, et qui luy applaudissent. Simon Thomas estoit un grand medecin de son temps. Il me souvient que me rencontrant un jour à Thoulouse chez un riche vieillard pulmonique, et traittant avec luy des moyens de sa guarison, il luy dist, que c’en estoit l’un, de me donner occasion de me plaire en sa compagnie : et que fichant ses yeux sur la frescheur de mon visage, et sa pensée sur cette allegresse et vigueur, qui regorgeoit de mon adolescence : et remplissant tous ses sens de cet estat florissant en quoy j’estoy lors, son habitude s’en pourroit amender : Mais il oublioit à dire, que la mienne s’en pourroit empirer aussi.“

 

 
Michel de Montaigne (28 februari 1533 – 13 september 1592)

Chateaux-saint-michel-de-montaigne, de toren waar Montaigne werkte.

 

Dee Brown, Bart Koubaa, José Vasconcelos, Berthold Auerbach, Sophie Tieck, Michel de Montaigne, Yórgos Seféris, Howard Nemerov, Martin Suter

De Amerikaanse schrijver en historicus Dee Brown werd geboren op 28 februari 1908 in Alberta, Louisiana en groeide op in Little Rock, Arkansas, waar hij met veel indianen bevriend raakte. Hij werkte als journalist, werd toen leraar en bibliothecaris. Zijn bekendste werk is Bury My Heart at Wounded Knee.  Daarin beschrijft hij de ondergang van de indianen in Noord-Amerika vanuit hun standpunt.Zie ook mijn blog van 29 februari 2008.

 

Uit: Bury My Heart at Wounded Knee

“So tractable, so peaceable, are these people,” Columbus wrote to the King and Queen of Spain, “that I swear to your Majesties there is not in the world a better nation. They love their neighbors as themselves, and their discourse is ever sweet and gentle, and accompanied with a smile; and though it is true that they are naked, yet their manners are decorous and praiseworthy.”

All this, of course, was taken as a sign of weakness, if not heathenism, and Columbus being a righteous European was convinced the people should be “made to work, sow and do all that is necessary and to adopt our ways.” Over the next four centuries (1492–1890) several million Europeans and their descendants undertook to enforce their ways upon the people of the New World.” 

BrownDee_f

Dee Brown (28 februari 1908 – 12 december 2002)

 

De Vlaamse schrijver Bart Koubaa (pseudoniem van Bart van den Bossche) werd geboren op 28 februari 1968 in Eeklo. Hij studeerde een jaar filosofie aan de Gentse universiteit en vervolgens 4 jaar film en fotografie aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK), eveneens in Gent. Hij werkte een jaar als designer en begon toen te reizen. Tijdens een verblijf in Zuid-Spanje raakte hij gefascineerd door de Arabische cultuur, wat leidde tot twee jaar studies Arabisch aan de Gentse universiteit. Aanvankelijk was hij, onder zijn eigen naam, in Vlaanderen bekend als zanger en tekstschrijver van rockgroep Ze Noiz. In 2001 debuteerde hij als auteur, met zijn roman Vuur. Dit boek leverde hem meteen de prijs voor het beste literaire debuut op en bovendien schonk de Vlaamse minister van Cultuur er tijdens de Literaire Lente van 2002, 20.000 exemplaren van aan Vlaamse treinreizigers.  In opdracht van het Gentse theater Arca schreef Koubaa in 2003, samen met Peter Terrin en Christoph Vekeman, Als tegen een berg : drie theatermonologen gebaseerd op de sysifusmythe. In 2005 volgde dan de roman Lucht.

Uit: Lucht

“En hoewel Kudo Yamamoto ook zijn herinneringen als een luchtbel beschouwde waarbinnen de storm van chemische elementen was gaan liggen, bleven bevroren beelden van de verwoestingen in Nagasaki hem op de meest onvoorspelbare tijdstippen plagen of dook de dode hond uit de brief van zijn oom te pas en te onpas uit de rivier om hem een knauw in zijn kuit te geven. Ik zit vol gaten, dacht hij, iedere dag word ik wakker met mijn oude herinneringen in het lichaam van een onbekende. Lang voor mijn geboorte was ik de achterkleinzoon van een samoerai met één oog, toen een vertaler op de vaalgroen verlichte twaalfde verdieping van een Wolkenkrabber en daarna een verstekeling in een kist op weg naar zijn geboorteland. ‘En nu een dichter zonder gedichten,’ klonk het uit de richting van het bos, maar Kudo Yamamoto had het niet gehoord en hij stak het brugje over en groette de visser met de lange grijze baard.”

 

koubaa

Bart Koubaa (Eeklo, 28 februari 1968)

 

De Mexicaanse schrijver, filosoof en politicus José Vasconcelos Calderón werd geboren in Oaxaca op 28 februari 1882. Vasconcelos was geschoold als advocaat. In 1910 sloot hij zich aan bij de revolutionairen van Francisco I. Madero. In 1915 verliet hij het land na een conflict met de revolutionaire leider Venustiano Carranza maar na diens omverwerping in 1920 keerde Vasconcelos weer terug. Hij werd minister van onderwijs in het kabinet van Álvaro Obregón en deed veel voor de alfabetisering van de Mexicaanse bevolking. Vasconcelos gaf een groep schilders in 1922 de opdracht de muren van de “Escuela nacional preparatoria”, waar tevens het secretariaat voor Openbaar Onderwijs gevestigd was, van muurschildering en te voorzien. Hij is onlosmakelijk met de muralisten verbonden. Vasconcelos is echter vooral bekend als filosoof van het mestizaje, het mestiezendom. Vooral zijn boek La raza cosmica uit 1925 is bekend. Volgens Vasconcelos was de wereldgeschiedenis tot nu toe bepaald door vier rassen: het blanke, het zwarte, het Aziatische en het indiaanse. In Latijns-Amerika zou echter het vijfde ras ontstaan door een vermenging van de andere, dat het beste van de andere vier rassen wist te combineren. Vasconcelos was dus voorstander van de vermenging van rassen, en faliekant tegenstander van het sociaal-darwinisme. Vasconcelos’ ideeën zijn lange tijd heel invloedrijk gebleven in Mexico. Een vaak gehoorde kritiek op Vasconcelos is dat zijn opvatting van Mexico als mestiezennatie geen ruimte laat voor andere culturen, in het bijzonder de indianen, waarvan hij het bestaan in feite ontkende.

 

Uit: The Cosmic Race

 

“In Latin America … a thousand bridges are available for the sincere and cordial fusion of all races. The ethnic barricading of those to the north in contrast to the much more open sympathy of those to the south is the most important factor, and at the same time, the most favorable to us, if one reflects even superficially upon the future, because it will be seen immediately that we belong to tomorrow, while the Anglo-Saxons are gradually becoming more a part of yesterday. The Yankees will end up building the last great empire of a single race, the final empire of White supremacy. Meanwhile, we will continue to suffer the vast chaos of an ethnic stock in formation, contaminated by the fermentation of all types, but secure of the avatar into a better race. In Spanish America, Nature will no longer repeat one of her partial attempts. This time, the race that will come out of the forgotten Atlantis will no longer be a race of a single color or of particular features. The future race will not be a fifth, or a sixth race, destined to prevail over its ancestors. What is going to emerge out there is the definitive race, the synthetical race, the integral race, made up of the genius and the blood of all peoples and, for that reason, more capable of true brotherhood and of a truly universal vision. . . .”

 

Vasconcelos

José Vasconcelos (28 februari 1882 – 30 juni 1959)

 

De Duitse schrijver Berthold Auerbach (eig. Moyses Baruch) werd geboren op 28 februari 1812 in Nordstetten in het Zwarte Woud. In 1824 bezocht hij de talmoedschool in Hechingen, in 1827 de rabbijnse school in Karlsruhe. In 1832 begon hij aan een studie rechten, daarna filosofie in Tübingen, vanaf 1833 in München. Hij voltooide zijn studie in Heidelberg. Auerbach werd eigenlijk noodgedwongen schrijver. Hij werkte in Weimar, Leipzig, Dresden, Berlijn, Breslau en Wenen.

 

Uit: Der Tolpatsch

Ich sehe dich vor mir, guter Tolpatsch, in deiner leibhaftigen Gestalt, mit deinen kurzgeschorenen blonden Haaren, die nur im Nacken eine lange Schichte übrig hatten; du siehst mich an mit deinem breiten Gesichte, mit deinen großen blauen Glotzaugen und dem allweg halboffenen Munde. Damals, als du mir in der Hohlgasse, wo jetzt die neuen Häuser stehen, einen Lindenzweig abschnittst, um mir eine Pfeife daraus zu machen – damals dachten wir nicht daran, daß ich einst der Welt etwas von dir vorpfeifen würde, wenn wir so weit weit auseinander sein werden. Ich erinnere mich noch wohl deiner ganzen Kleidung: freilich ist sie leicht zu behalten, denn Hemd, rother Hosenträger, und für alle Gefahren schwarzgefärbte leinene Hosen war ja Alles. Am Sonntag, ja da war es anders, da hattest du deine Pudelkappe, dein blaues Wamms mit den breiten Knöpfen, die scharlachrothe Weste, die kurzen gelben Lederhosen, die weißen Strümpfe und die klapsenden Schuhe so gut wie ein Anderer, ja sogar meist noch eine frisch gepflückte Blutnelke hinterm Ohr stecken. Aber es war dir nie recht wohl in dieser Pracht. Drum bleib’ ich bei dir in deinem Alltagskleide.

Jetzt aber, nimm mir’s nicht übel, lieber Tolpatsch, und mach dich wieder fort. Ich kann dir deine Geschichte nicht so in’s Gesicht hinein erzählen; sei ruhig, ich werde dir nichts Böses nachsagen, wenn ich auch per »Er« von dir spreche.”

 

berthold_auerbach

Berthold Auerbach (28 februari 1812 – 8 februari 1882)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sophie Tieck werd geboren op 28 februari 1775 in Berlijn. Zij was een zus van de schrijver Ludwig Tieck en de beeldhouwer Friedrich Tieck. Voor haar was het niet mogelijk het gymnasium te bezoeken en zij ontwikkelde zich door zelfstudie. In 1799 trouwe zij met een vriend van haar broer Ludwig, August Ferdinand Bernhardi. Het huwelijk mislukte. Sophie sloeg aan het reizen door Europa, ;iet zich scheiden en trfouwde later opnieuw met baron Baron Karl Gregor von Knorring en ging met hem in Estland wonen.

Uit: Die Quelle der Liebe

“Der Morgen funkelte mit goldenen und purpurnen Strahlen auf Fluren und Wäldern, die Vögel stimmten ihren Gesang an, und wollten das Echo ermuntern, als sich schon die muntere Jagd des Prinzen Alwino in dem Walde ausbreitete. Die Vögel erschracken vor dem Hundegebell, und schwiegen mit ihren Liedern; Echo mußte jetzt den Waldhörnern antworten, und aus sanftem Schlummer wurde das Wild aufgejagt, floh bestürzt hin und her, und traf auf allen Wegen nur schnelle Hunde oder rüstige Jäger. Bald wurde der Prinz der Jagd überdrüßig, [4] stieg vom Pferde, und setzte sich unter einen schattigen Baum. Er blickte zu den Zweigen auf, wie die Blätter mit einander zu flüstern schienen, und von der Sonne vergoldet wurden, ein leiser Wind rührte die Zweige an, sie schüttelten alle die Thautropfen von sich ab, und ruhig stand der Baum, und der Wind schlich durch den Wipfel fort zu den andern. Nachdenkend saß Alwino, und so wie der Baum ihn mit seinen Thautropfen beregnete, wurde wieder alle Sehnsucht in seinem Busen wach, und er brach in Strömen von Thränen und in lauten Klagen aus: Fröhlich schwärmen die Freunde durch den rauschenden Wald, und keiner wird von so herber Qual bedrängt als ich; hören sie des Jagdhorns Töne, so stürzen sie muthiger dem scheuen Wilde nach, ach und ich – mich lockt der Klang, daß ich möchte in die weite Ferne rennen, mit dem schnellen Rosse die höchsten Berge erklimmen, und dann hernieder in die Thäler stürzen, und immer weiter, und mir so die Ruhe erjagen”

Tieck

Sophie Tieck (28 februari 1775 – 1 oktober 1833)

 

De Franse filosoof, schrijver en politicus Michel Eyquem de Montaigne werd geboren in Bordeaux op 28 februari 1533. Zie ook mijn blog van 28 februari 2007 en ook mijn blog van 28 februari 2008.

Uit: Les essais: Sagesse humaine

Le peuple se trompe: On va bien plus facilement par les bouts, où l’extremité sert de borne d’arrêt et de guide, que par la voie du milieu, large et ouverte, et selon l’art que selon nature, mais bien moins noblement aussi, et moins recommandablement. La grandeur de l’âme n’est pas tant tirer à mont et tirer avant comme savoir se ranger et circonscrire. Elle tient pour grand tout ce qui est assez, et montre sa hauteur à aimer mieux les choses moyennes que les éminentes. Il n’est rien si beau et si légitime que de faire bien l’homme et dument, ni science si ardue que de bien et naturellement savoir vivre cette vie; et de nos maladies la plus sauvage c’est mépriser notre être… C’est une absolue perfection, et comme divine, de savoir jouir loyalement de son être. Nous cherchons d’autres conditions, pour n’entendre l’usage des notres, et sortons hors de nous, pour ne savoir quel il y fait. Si avons-nous beau monter sur des échasses, car sur des échasses encore faut-il marcher de nos jambes… Les plus belles vies sont, à mon gré, celles qui se rangent au modèle commun et humain, avec ordre, mais sans miracle ni extravagance.“

 

MontaigneParijs

Michel de Montaigne (28 februari 1533 – 13 september 1592)
Standbeeld in Parijs

 

Rectificatie: De Griekse dichter Yórgos Seféris werd volgens de toen geldende Juliaanse kalender geboren in Smyrna (nu Izmir, in Turkije) op 29 (en niet 19) februari 1900. Zie ook mijn blog van 19 februari 2007 en ook mijn blog van 29 februari 2008.

 

Uit: Op de wijze van Y.S. en andere gedichten

De haven is oud, ik kan niet langer wachten
op de vriend die heenging naar het eiland met de dennen
op de vriend die heenging naar het eiland met de platanen
op de vriend die heenging naar de open zee.
Ik streel de roestige kanonnen, ik streel de riemen
opdat mijn lichaam herleven en besluiten zal.
De zeilen verspreiden enkel de geur
van het zout van een vorige storm.
Toen ik alleen wilde blijven, zocht ik
de eenzaamheid, maar niet zo’n wachten,
het verscheuren van mijn ziel aan de horizon,
deze lijnen, deze kleuren, deze stilte.
De sterren van de nacht brengen me terug naar Odysseus
die op de doden wacht tussen de asfodillen.
Landend tussen de asfodillen wilden wij
het ravijn dat Adonis gewond zag vinden.
Vertaald door Hans Warren en Mario Molegraaf

 

 

In the sea caves

In the sea caves
there’s a thirst there’s a love
there’s an ecstasy
all hard like shells
you can hold them in your palm.

In the sea caves
for whole days I gazed into your eyes
and I didn’t know you nor did you know me.

Seferis

Yórgos Seféris (29 februari 1900 – 20 september 1971)

 

De Amerikaanse dichter en literatuurdocent Howard Nemerov werd geboren op 29 februari 1920 in New York. Zie ook mijn blog van 29 februari 2008.

 

Insomnia I

  

Some nights it’s bound to be your best way out,

When nightmare is the short end of the stick,

When sleep is a part of town where it’s not safe

To walk at night, when waking is the only way

You have of distancing your wretched dead,

A growing crowd, and escaping out of their

Time into yours for another little while;

 

Then pass ghostly, a planet in the house

Never observed, among the sleeping rooms

Where children dream themselves, and thence go down

Into the empty domain where daylight reigned;

Reward yourself with drink and a book to read,

A mystery, for its elusive gift

Of reassurance against the hour of death.

Order your heart about: Stop doing that!

And get the world to be secular again.

 

Then, when you know who done it, turn out the light,

And quietly in darkness, in moonlight, or snowlight

Reflective, listen to the whistling earth

In its backspin trajectory around the sun

That makes the planets sometimes retrograde

And brings the cold forgiveness of the dawn

Whose light extinguishes all stars but one.

 

nemerov-howard

Howard Nemerov (29 februari 1920 – 5 juli 1991)

 

De Zwitserse schrijver Martin Suter werd geboren op 29 februari 1948 in Zürich. Zie ook mijn blog van 29 februari 2008.

Uit: Der Teufel von Mailand

Es roch nicht mehr schieferblau, und auch die Stimmen konnte sie nicht mehr sehen.

Das Zimmer lag im Halbdunkel. Durch die Jalousien drang gerade soviel Tag, wie Sonia brauchte, um ihren Weg durch die Möbel und Kleidungsstücke zur Tür zu finden.

Sie öffnete sie und stand in einer Diele. Durch die verzierten Milchglasscheiben der Wohnungstür drang das Licht vom Treppenhaus – und ging aus.

Sie tastete sich an der Wand entlang zu der ersten der drei Türen, die sie im Treppenhauslicht hatte erkennen können. Eine davon musste die Toilette sein.

Die Türklinke fühlte sich kühl an. Nichts weiter. Nicht zartbitter oder süsssauer, einfach kühl.

Sie betrat ein verdunkeltes Zimmer und hörte tiefe, regelmässige Atemzüge. Hörte. Nicht hörte und sah. Immerhin.

Leise schloss sie die Tür, tastete sich zur nächsten und stand in einer hell erleuchteten Küche.

Am Küchentisch sassen zwei Männer. Sie tranken schweigend Kaffee und rauchten. Überall standen halbleere Gläser und Teller mit Essensresten herum. Im Spülbecken türmte sich das Geschirr.

Die Männer schauten zur Tür, und an der Art, wie sie sie anstarrten, merkte sie, dass sie nackt war.

»Die Toilette?« fragte sie. Wo sie nun schon einmal hier war.

»Nächste Tür«, sagte der eine. Der andere starrte nur.

Sonia gönnte ihnen auch einen Blick auf ihre Rückseite und verliess den Raum.

In der Toilette stank es nach Erbrochenem, das jemand von der Brille zu wischen versucht hatte. Papier war keines mehr da.

Sie schaute in den Spiegel, um herauszufinden, ob sie so schrecklich aussah, wie sie sich fühlte.“

 

suter

Martin Suter (Zürich 29 februari 1948)

Stephen Spender, Bodo Morshäuser, Michel de Montaigne, John Montague, Daniel Handler, Marcel Pagnol

De Engelse dichter, essayist en schrijver Stephen Spender werd geboren op 28 februari 1909 in Londen. Zie ook mijn blog van 28 februari 2007.

Daybreak

At dawn she lay with her profile at that angle
Which, when she sleeps, seems the carved face of an angel.
Her hair a harp, the hand of a breeze follows
And plays, against the white cloud of the pillows.
Then, in a flush of rose, she woke, and her eyes that opened
Swam in blue through her rose flesh that dawned.
From her dew of lips, the drop of one word
Fell like the first of fountains: murmured
‘Darling’, upon my ears the song of the first bird.
‘My dream becomes my dream,’ she said, ‘come true.
I waken from you to my dream of you.’
Oh, my own wakened dream then dared assume
The audacity of her sleep. Our dreams
Poured into each other’s arms, like streams.

 

 

 

The Landscape near an Aerodrome

 

More beautiful and soft than any moth
With burring furred antennae feeling its huge path
Through dusk, the air-liner with shut-off engines
Glides over suburbs and the sleeves set trailing tall
To point the wind. Gently, broadly, she falls,
Scarcely disturbing charted currents of air.


Lulled by descent, the travellers across sea
And across feminine land indulging its easy limbs
In miles of softness, now let their eyes trained by watching
Penetrate through dusk the outskirts of this town
Here where industry shows a fraying edge.
Here they may see what is being done.


Beyond the winking masthead light
And the landing-ground, they observe the outposts
Of work: chimneys like lank black fingers
Or figures frightening and mad: and squat buildings
With their strange air behind trees, like women’s faces
Shattered by grief. Here where few houses
Moan with faint light behind their blinds,
They remark the unhomely sense of complaint, like a dog
Shut out and shivering at the foreign moon.


In the last sweep of love, they pass over fields
Behind the aerodrome, where boys play all day
Hacking dead grass: whose cries, like wild birds
Settle upon the nearest roofs


But soon are hid under the loud city.
Then, as they land, they hear the tolling bell
Reaching across the landscape of hysteria,


To where larger than all the charcoaled batteries
And imaged towers against that dying sky,
Religion stands, the church blocking the sun.

 

 

spender

Stephen Spender (28 februari 1909 – 16 juli 1995)

 

De Duitse schrijver Bodo Morshäuser werd geboren op 28 februari 1953 in Berlijn. Zie ook mijn blog van 28 februari 2007.

Uit: Was denken Jugendliche? Die Ergebnisse der neuen Shell-Studie

 

„Man kann auch Zweifel daran haben, ob die weite Altersspanne von 12 bis 24 Jahren eine taugliche Größe ist. Schwerwiegender finde ich, daß Jugendliche mit ausländischem Paß, die in Deutschland aufgewachsen sind, ausgeklammert werden. Warum, wird nicht klar benannt. Es handelt sich als
o um eine Untersuchung allein über eine Jugend mit deutschem Paß. Kein Wunder, daß die Realität der Ausländerfeindlichkeit außen vor bleibt.

Nach der Lektüre hatte ich den Eindruck, daß diese Jugendlichen gute Erwachsene werden oder schon sind. Sie haben radikal viel an dieser Gesellschaft auszusetzen. Und suchen ihren Frieden wie auch ihre politische Betätigung im überschaubaren privaten Bereich. Sie sind durch und durch kritisch und kommen, obwohl die Welt gegen sie zu stehen scheint, doch ganz gut klar.

Mit anderen Worten: Nur so fängt ein mündiger Bürger an, mündig oder, negativ gesagt, kritisch frustiert zu sein. Sosehr ich eine Jugendstudie las – es war eine Untersuchung über Menschen in Deutschland. In diesem Fall waren sie eher jünger.“

 

morshaeuser

Bodo Morshäuser (Berlijn, 28 februari 1953)
Foto: Brigitte Friedrich

 

De Franse filosoof, schrijver en politicus Michel Eyquem de Montaigne werd geboren in Bordeaux op 28 februari 1533. Zie ook mijn blog van 28 februari 2007.

Uit: De l’Amitié

 

Je vay bien jusques à ce second point, avec mon peintre : mais je demeure court en l’autre, et meilleure partie : car ma suffisance ne va pas si avant, que d’oser entreprendre un tableau riche, poly et formé selon l’art. Je me suis advisé d’en emprunter un d’Estienne de la Boitie, qui honorera tout le reste de cette besongne. C’est un discours auquel il donna nom : La Servitude volontaire : mais ceux qui l’ont ignoré, l’ont bien proprement dépuis rebatisé, Le Contre Un. Il l’escrivit par maniere d’essay, en sa premiere jeunesse, à l’honneur de la liberté contre les tyrans. Il court pieça és mains des gens d’entendement, non sans bien grande et meritee recommandation : car il est gentil, et plein ce qu’il est possible. Si y a il bien à dire, que ce ne soit le mieux qu’il peust faire : et si en l’aage que je l’ay cogneu plus avancé, il eust pris un tel desseing que le mien, de mettre par escrit ses fantasies, nous verrions plusieurs choses rares, et qui nous approcheroient bien pres de l’honneur de l’antiquité : car notamment en cette partie des dons de nature, je n’en cognois point qui luy soit comparable. Mais il n’est demeuré de luy que ce discours, encore par rencontre, et croy qu’il ne le veit oncques depuis qu’il luy eschappa : et quelques memoires sur cet edict de Janvier fameux par nos guerres civiles, qui trouveront encores ailleurs peut estre leur place. C’est tout ce que j’ay peu recouvrer de ses reliques (moy qu’il laissa d’une si amoureuse recommandation, la mort entre les dents, par son testament, heritier de sa Bibliotheque et de ses papiers) outre le livret de ses oeuvres que j’ay faict mettre en lumiere : Et si suis obligé particulierement à cette piece, d’autant qu’elle a servy de moyen à nostre premiere accointance.”

 

Michel--de-montaigne

Michel de Montaigne (28 februari 1533 – 13 september 1592)

 

De Ierse dichter John Montague werd geboren in New York op 28 februari 1929. Zie ook mijn blog van 28 februari 2007.

 

 

There are Days

 

There are days when
one should be able
to pluck off one’s head
like a dented or worn
helmet, straight from
the nape and collarbone
(those crackling branches!)

and place it firmly down
in the bed of a flowing stream.
Clear, clean, chill currents
coursing and spuming through
the sour and stale compartments
of the brain, dimmed eardrums,
bleared eyesockets, filmed tongue.

And then set it back again
on the base of the shoulders:
well tamped down, of course,
the laved skin and mouth,
the marble of the eyes
rinsed and ready
for love; for prophecy?

 

 

No Music

I’ll tell you a sore truth, little understood
It’s harder to leave, than to be left:
To stay, to leave, both sting wrong.

You will always have me to blame,
Can dream we might have sailed on;
From absence’s rib, a warm fiction.

To tear up old love by the roots,
To trample on past affections:
There is no music for so harsh a song.

 

montaguejohn

John Montague (New York, 28 februari 1929)

 

De Amerikaanse schrijver Daniel Handler werd geboren op 28 februari 1970 in San Francisco, Californië. Zie ook mijn blog van 28 februari 2007.

 

Uit: Watch Your Mouth

 

“There’s never been an opera about me, never in my entire life. Normally this wouldn’t bother me. There hasn’t been one about you, either, and besides, I’m still young. If my life were a play, this would be the last few minutes before the lights lowered and everything began. The audience would be milling around — the older couples in formal, non-funky suits with pearls hanging around the women’s necks like drops of semen, and the younger people in black shirts and jeans because the formality of theater is an elitist tyrannical paradigm and lots of people in the clothes they wore to work because, frankly, by the time they got home and jumped into the shower and changed their clothes they’d either be late, which they hate, or they’d be on time but so stressed out that they couldn’t really enjoy it, and frankly, if you’re going to pay that much for tickets what’s the use if you’re not going to enjoy it, so what they do is just wear some slightly dressier work clothes to work and then go right to the theater, locking the briefcase in the trunk and sometimes even having time for a cocktail or something, but not for dinner because they hate wolfing down dinner and rushing to the theater, it’s so stressful, they might as well go home and shower and change if they want to be stressed out before the show even starts.

This is some snatch of lobby-talk that Stan, the manager of the Pittsburgh Opera, overheard and never forgot. And never forgot to repeat. ?That’s our audience, Joseph,? he said to me. ?Just regular working folk. We have to create opera for them that’s not just interesting but fascinating, mesmerizing. So that they transcend all the stress about whether to change or where to have dinner or parking or whatever, and really hear the music. That’s what opera’s for. Do you have any more of those candies??”

 

Daniel-Handler

Daniel Handler (San Francisco, 28 februari 1970)

 

Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 28 februari 2007.

De Franse schrijver, dramaturg en regisseur Marcel Pagnol werd geboren op 28 februari 1895 in Aubagne, Bouches-du-Rhône.

Stephen Spender, Marcel Pagnol, Michel de Montaigne, John Montague, Daniel Handler

De Engelse dichter, essayist en schrijver Stephen Spender werd geboren op 28 februari 1909 in Londen. Spender bezocht de Gresham’s School, Holt, University College School en University College, Oxford, waar hij W. H. Auden ontmoette. Spender maakte zijn opleiding niet af en ging naar Duitsland. In deze tijd was hij ook bevriend met Christopher Isherwood die ook al in Duitsland woonde tijdens de republiek van Weimar. Zijn autobiografie, World within world, is een herschepping van de politieke en sociale atmosfeer gedurende de jaren dertig. Evenals collega dichters als Auden en Isherwood en andere uitgesproken tegenstanders van het fascisme werd Spender afgekeurd voor militaire dienst tijdens WO II.

Van 1970 tot 1977 was Spender hoogleraar Engelse letterkunde aan University College in Londen.

Uit: World within world

“Often, during an air raid on London in 1940, I would hear a bomber diving downwards with a roar, as though its trajectory described a valley in the mountain-high air inhabited by aircraft. Then I would reassure myself by imagining that, in the whole area of the county of London, there were no more houses, but that the bomber was gyring and diving over an empty plain covered in darkness. This picture was both reassuring and exact: for it fixed my attention on my own smallness as a target compared with the immensity of London. And this was the reality. Only my fears were exposed.

If I thought of London as the London of my mind, and not as a geographical expanse, I only imagined places I knew and whose names occurred to me: Oxford Street, Piccadilly, St. Paul’s, Liverpool Street, Kensington, Paddington, Maida Vale, Hampstead, and so forth. And even these places were represented in my mind only by the names of a few familiar features, churches, streets and squares, and not by all the other streets and the innumerable buildings which I did not know.

Although the raids stopped, or happened only at rare intervals, this picture of the aeroplane over the huge plain with the people concealed in crevices, can be enlarged to a vision of the new phase of domination and threat by machine-power politics, which the world had now entered and which did not end with the peace. The aeroplane filled ever-widening circles in the minds of people beneath it; but the pilot and even the officers who commanded him at bases, their masters in governments and the vanquished and victors of the war, were diminished, until it seemed that they no longer had wills of their own, but were automata controlled by the mechanism of war.”

 SPENDER

Stephen Spender (28 februari 1909 – 16 juli 1995)

 

De Franse schrijver, dramaturg en regisseur Marcel Pagnol werd geboren op 28 februari 1895 in Aubagne, Bouches-du-Rhône. Hij groeide op als kind van een basisschoolleraar in de Provence en in Marseille en hij wilde oorspronkelijk leraar Engels worden. Het succes van zijn vroege toneelstukken liet hem een andere weg inslaan. Populair werd hij met zijn stukken Marius (1929), Fanny (1931) en César (1936), die handelden over mensen in Marseille. Deze stukken werden ook verfilmd. In de jaren dertig hield Pagnol zich dan ook overwegend met film bezig: Angèle (1934), Regain (1937) und La Femme du Boulanger (1939).

 

Uit : Jazz (1974)

 

“L’intelligence, dans la nature, ce n’était qu’une pauvre petite lueur qui devait nous guider dans l’accomplissement des actes quotidiens. Nous lui avons donné, peu à peu, trop d’importance. Et nous sommes comme serait un homme qui porte une lampe dans un souterrain à la recherche d’un trésor. Soudain, la lampe fume, ou flamboie, ou ronfle, ou crépite. Alors, il s’arrête, il s’assied par terre, il fait monter ou descendre la mèche, il règle des éclairages. Et ce travail l’intéresse tant qu’il a oublié le trésor, qu’il finit par croire que le bonheur c’est de perfectionner une lampe et de faire danser des ombres sur un mur. Et il se contente de ces pauvres joies de lampiste, jusqu’au jour où il voit soudain que sa vie s’est passée à ce jeu puéril… Trop tard ! La mort déjà le tient à la gorge. L’intelligence, c’est la lampe. Le trésor, ce sont les joies de la vie. »

 

 pagnol

Marcel Pagnol 28 februari 1895 – 18 april 1974)

 

De Franse filosoof, schrijver en politicus Michel Eyquem de Montaigne werd geboren in Bordeaux op 28 februari 1533. In zijn belangrijkste werk, Essais (probeersels), neemt hij de mensheid en met name zichzelf als onderwerp van studie. Hij was daarmee de eerste die een psychologie van zichzelf schreef, in veel verschillende hoofdstukken van wisselende lengte. Hij bleef tot kort voor zijn dood hoofdstukken toevoegen en eerdere hoofdstukken wijzigen en uitbreiden. Montaigne wordt algemeen beschouwd als een sceptisch humanist.

 

Uit Essais (De la Tristesse)

 

« JE suis des plus exempts de cette passion, et ne l’ayme ny l’estime : quoy que le monde ayt entrepris, comme à prix faict, de l’honorer de faveur particuliere. Ils en habillent la sagesse, la vertu, la conscience. Sot et vilain ornement. Les Italiens ont plus sortablement baptisé de son nom la malignité. Car c’est une qualité tousjours nuisible, tousjours folle : et comme tousjours couarde et basse, les Stoïciens en defendent le sentiment à leurs sages.

 

Mais le conte dit que Psammenitus Roy d’Ægypte, ayant esté deffait et pris par Cambysez Roy de Perse, voyant passer devant luy sa fille prisonniere habillee en servante, qu’on envoyoit puiser de l’eau, tous ses amis pleurans et lamentans autour de luy, se tint coy sans mot dire, les yeux fichez en terre : et voyant encore tantost qu’on menoit son fils à la mort, se maintint en cette mesme contenance : mais qu’ayant apperçeu un de ses domestiques conduit entre les captifs, il se mit à battre sa teste, et mener un dueil extreme. »

 

MONTAIGNE

Michel de Montaigne (28 februari 1533 – 13 september 1592)

 

De Ierse dichter John Montague werd geboren in New York op 28 februari 1929, maar hij groeide op in in Garvaghey, County Tyrone. Zijn vader, James Montague, een Ulster katholiek, was in 1925 naar de VS vertrokken om zich bij zijn broer te voegen. In 1933, gedurende de depressie, stuurde hij zijn drie zonen terug naar Ierland. In 1946 ging John Montague naar de universiteit van Dublin. Aangemoedigd door het voorbeeld van andere studenten, zoals Thomas Kinsella, begon hij zijn eerste gedichten te publiceren in Dublin Magazine, Envoy, en The Bell. In 1953 kreeg Montague een Fullbright Fellowship en ging hij naar Yale. In 1961 stelde hij zijn eerste dichtbundel samen. In dat jaar verhuisde hij ook naar Parijs, naar een klein appartement, een paar straten verwijderd van Samuel Beckett, die stilaan een goed drinkmaatje van hem werd. In 1964 verscheen zijn verhalenbundel Death of a Chieftain. In 1967 volgde zijn tweede poëziebundel A Chosen Light, in 1970 Tides. Vanaf begin jaren zeventig was Montague begonnen te schrijven aan zijn lange gedicht The Rough Field, dat in 1972 verscheen.

Outside Armagh Jail, 1971

Armagh. Its calm Georgian Mall.
A student’s memory of bell, the carillon
echoing from the new Cathedral, glooms
over the old walls and sleeping cannon,
the incongruously handsome Women’s Prison.
By the railings, two impassive R.U.C men.
I ring formally and ask for Bernadette:
an incredulous giggle and a slammed door
is the iron answer that I get.

Exposed on the steps like Seanchan,
I intone the scop stresses of my Derry poem.
Lines of suffering/lines of defeat.
One of the constables shifts his feet,
the other is grinning broadly. A secret
acolyt of poetry? I can hear him
rubbing his hands in the guardroom;
‘Boys, that was great crack! The Fenians
must be losing. This time they sent a lunatic
.’

 

Irish Street Scene, with Lovers

A rainy quiet evening, with leaves that hang
Likes squares of silk from dripping branches.
An avenue of laurel, and the guttering cry
Of a robin that balances a moment,
Starts and is gone
Upon some furtive errand of his own.

A quiet evening, with skies washed and grey;
A tiredness as though the day
Swayed towards sleep,
Except for the reserved statement
Of rain on the grey-stone pavement –
Dripping, they move through this marine light,

Seemimg to swim more than walk,
Linked under the black arch of an umbrella
With its assembly of spokes like points of stars,
A globule of water slowly forming on each.
The world shrinks to the soaked, worn
Shield of cloth they parade beneath.

Montague

John Montague (New York, 28 februari 1929)

 

Daniel Handler werd geboren op 28 februari 1970 in San Francisco, Californië, U.S.A. Hij werd bekend als Amerikaans schrijver. Hij debuteerde met “The basic eight/1999” en had zijn tweede boek, “Watch your mouth/2000” over incest, al af toen de uitgevers zijn eerste boek nog steeds weigerden. De toon in zijn werk was zwartgallig, uit onvrede over de gebruikelijke literatuur, en een agent voor kinderboeken raadde hem aan om dezelfde basis te nemen om een boek voor kinderen te schrijven. Dit gebeurde onder het pseudoniem Lemony Snicket, en de 13-delige “Series of Unfortunate Events” werd een bestseller.

 

Uit: The End (A Series of Unfortunate Events, Book 13)

 

“The Baudelaire orphans would have been happy to see an onion, had one come bobbing along as they traveled across the vast and empty sea in a boat the size of a large bed but not nearly as comfortable. Had such a vegetable appeared, Violet, the eldest Baudelaire, would have tied up her hair in a ribbon to keep it out of her eyes, and in moments would have invented a device to retrieve the onion from the water. Klaus, the middle sibling and the only boy, would have remembered useful facts from one of the thousands of books he had read, and been able to identify which type of onion it was, and whether or not it was edible. And Sunny, who was just scarcely out of babyhood, would have sliced the onion into bite-sized pieces with her unusually sharp teeth, and put her newly developed cooking skills to good use in order to turn a simple onion into something quite tasty indeed. The elder Baudelaires could imagine their sister announcing “Soubise!” which was her way of saying “Dinner is served.”

 

Handler

Daniel Handler (San Francisco, 28 februari 1970)