80 Jaar Maarten ’t Hart, Abdelkader Benali, Nicole Brossard

80 jaar Maarten ’t Hart


De Nederlandse schrijver Maarten ’t Hart werd geboren op 25 november 1944 in Maassluis. Zie ook alle tags voor Maarten ’t Hart op dit blog. Maarten ’t Hart viert vandaag zijn 80e verjaardag.

Uit: De toetssteen: Brieven over Vestdijk (Samen met Kees ’t Hart)

“20 januari 2020

Beste Kees,
Toen ik in de derde klas zat van de hbs kreeg ik er lucht van dat wij mettertijd voor het eindexamen 25 boeken moesten lezen. Wat voor boeken zijn dat, vroeg ik de leraar Nederlands. Literaire boeken, zei hij, mij dus nauwelijks wijzer makend. Ne enig smeken wilde hij me wel een lijstje geven van schrijvers, en bij elke letter van het alfabet kregen wij een auteur op. Jo van Ammers-Kller, F. Bordewijk, Antoon Coolen, et cetera. Aangeland bij de v aarzelde hij. Maar omdat hij bij die V geen andere auteur wist, viel uiteindelijk toch de naam Vestdijk. Veel te moeilijk, zei hij, nog niet aan beginnen. Is bovendien een godloochenaar, dus wees voorzichtig. Braaf begon ik met Bordewijk omdat ik geen enkel boek van Van Ammers kon bemachtigen (wat een bofkont was ik), en braaf las ik voort, Coolen, Dermoilt, Eeckhout, Fabricius, Gijsen, Haasse, tot ik uiteindelijk bij die duistere godloochenaar belandde. Twee boeken had de Nutsspaarbank te Maassluis in zijn leenbibliotheek op de planken staan (in tegenstelling tot de Gereformeerde Evangelisatie-bibliotheek, die geen boeken van Vestdijk bezat), te weten Rumeiland en Het vijfde zegel. Voor twintig cent per week mocht ik ze lenen, en dat deed ik, en ik begon in Rumeiland. Het was een kloek, groot boek van 354 bladzijden. Al na een paar bladzijden was ik het spoor bijster, snapte ik er niets meer van. Niettemin koppig doorlezend (ik had tenslotte een dubbeltje betaald) haalde ik na een dag of wat verwoed lezen totaal uitgeput de eindstreep. Terstond begon ik aan Het vijfde zegel. Dit boek telde drie pagina’s meer dan Rumeiland en was zo mogelijk nog uitgeput de eindstreep. Terstond begon ik aan Het vijfde zegel. Dit boek telde drie pagina’s meer dan Rumeiland en was zo mogelijk nog ontoegankelijker. Althans toen, voor mij, die gewend was aan de lichte kost van Godfried Bomans en Pearl S. Buck. Bij Het vijfde zegel haalde ik de eindstreep niet; na 256 pagina’s gaf ik het op, compleet afgemat.

Doodzonde van dat dubbeltje, maar nee, ik kon niet meer, ik snapte er totaal niets van, ik had moeite met elke zin. Van de openingszin begreep ik direct al vrijwel niets. Die luidt: ‘Niet hun innerlijke radeloosheid, hun angst of de tweestrijd van hun geweten, neen, de geur der corozas was het veeleer, die hun op hun tocht langs het tierende en deinende volk de fataalste bedwelming aandeed.’ Wie waren die radelozen? En waarom waren ze bang of verkeerden ze in tweestrijd? En wat waren corozas? Een fataalste bedwelming, wat moest ik me daarbij voorstellen? Bittere pech was het dat uitgerekend twee van de dikste romans (alleen De vuuraanbidders is dikker dan Het vijfde zegel) in die Nutsspaarbankbibliotheek voorhanden waren. Bovendien kan Het vijfde zegel qua stijl wel Vestdijks meest weelderige product genoemd worden. Hier heeft hij zich het verst verwijderd van eenvoud en onopgesmuktheid. Toen hij later Kafka las, zag hij zelf ook in dat hij in Het vijfde zegel de lezer wel erg zwaar beproefd had met al die cryptogramzinnen.”

 

Maarten ’t Hart (Maassluis, 25 november 1944)

 

De Nederlandse dichter, schrijver en tv-presentator Abdelkader Benali werd geboren in Ighazzazen, Marokko, op 25 november 1975. Zie ook alle tags voor Abdelkader Benali op dit blog.

 

Ik zag jou laatst versnellen

Ik zag jou laatst versnellen in een wedstrijd waar ik
vlak voor je liep, totdat je vlak naast me liep
en verder ging waar ik bleef steken. Wat me overeind
hield, was dat ik deze vernedering zou herhalen

in slow motion, in een gedicht, waarin ik je de kans
zou geven om mij dan wél in te halen. Feitelijk gebeurde
dat, dus wie ben ik om het niet op te schrijven,
om daarna toch bij je aan te haken, het tempo vast te houden

wat toen niet gebeurde, omdat ik hopeloos uit vorm was,
laat gemaakt, versleten schoenen, mezelf vastliep in
smoesjes, terwijl jij dartel als een veulen op doping,
hier doe ik waartoe mij de macht ontbrak: jouw hoogmoed

afstraffen door je achter me te laten, op papier, enkel,
sportief verlies is een literaire voorwaarde voor revanche.

 

Larache, 2004

Aan balustrade Atlantique ontmoetten we elkaar.
We keken beiden naar een grimmige oceaan.
Jij zei: “Daar in de verte zwemt een man.”
Ik zei: “Hier naast me staat een man die wil zwemmen.”

Een lichaam gehuld in het kloffie van een grijsaard,
versleten. Je kansen afwachten waar niemand
je naam kent. Zonder recht van retour. De zee
maakt lussen aan de kade, een strop. Zijn

ogen een reddingsboei. “Nee” hoort hij niet want
nee doodt hem. Jij vervolgt je pad, loopt over water.
Een pijl in een kraamkamer afgeschoten.
Het balkon brengt ons even samen. Jij glimlacht

en hoopt dat ik dit vergeet. “Aan de overkant zal
je zien dat deze balustrade een springplank was.”

 

Krabbels

wanneer ze liggen, kruip je op
wanneer ze kruipen, ga je liggen

stel ik tevreden vast
neergelegd heb ik je tussen het andere grut

van de crèche, waar jasjes hangen als vlinders
met lege handen zal ik huiswaarts gaan

daar waar je net nog in je bedje lag
ook afscheid nemen kent z’n routine

in je verschijnt de verzetsbeweging
ik weet dat je gehuil theater is

(alles is theater, van de wieg tot het graf)

het gemis dat je in me achterlaat
omrand met heimelijk plezier

tegensputteren want niemand wordt graag
achtergelaten in een ruimte vol mogelijkheden

(waar het lot zich tegen zijn maker keert)

je aanstaande geschiedenis
die je voetje voor voetje nadert

Kom, ik moet eens gaan,
genoeg getreuzeld en me een reus gevoeld

buiten kijk ik door het raam
naar binnen, waar je tegen

de cipiers van je vrijheid
brabbelend ageert

je legt je niet neer bij je gevangenschap
ga tegen het naderend licht tekeer

zoals iedereen zou moeten doen

 

Abdelkader Benali (Ighazzazen, 25 november 1975)

 

De Canadese dichteres en schrijfster Nicole Brossard werd geboren op 27 november 1943 in Montreal (Quebec). Zie ook alle tags voor Nicole Brossard op dit blog.

 

Steden echt

steden met hun oude stapels ongeluk
aarzelend
tussen herinnering en uitbarstingen van virtuele woede
totdat
het zwart en heel grijs van stof en geschreeuw
in mijn mond
een erosie van het leven maken dat niet kan worden gedeeld

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nicole Brossard (Montreal, 27 november 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e november ook mijn blog van 25 november 2021 en ook mijn blog van 22 november 2018 en eveneens mijn blog van 22 november 2015 deel 2.

Erwin Mortier, Nicole Brossard

De Vlaamse dichter en schrijver Erwin Mortier werd geboren in Nevele op 28 november 1965. Zie ook alle tags voor Erwin Mortier op dit blog.

 

Confessiones

Ik beken, in tijden van glasbraak en stormschade lees ik,
en zou vrede in alle kieren heersen

dan nog zou ik lezen,

om de dood en zijn ontreddering, uit weemoed
en wegens onzalige liefdes, en ook van de dorst

naar gods verheven onwaarschijnlijkheid.

Ik beken, al het geschrevene lees ik alsof de inkt
waarin het geschreven staat nog nat is,

en ook beken ik dat er geen heden bestaat
wanneer ik lees, noch een verleden,

want daar is maar één tijd in het lezen:
de eeuwig onontgonnen millennia

van wat mogelijk was.

Ik beken, ik hecht een naïef geloof aan de Parnassus,
die veeltalig krijsende meeuwenwolk

op de al te smalle richels
van een verticale rotswand,

en grif geef ik toe dat ik geen andere vooroudercultus
belijd dan de poëzie: het dode koraal,

de papieren draaikolk waarin ontvleesde stemmen slapen.

Ik beken, altijd vertrouw ik op mijn onvermogen
ooit te begrijpen wat ik lees, en dat ik, al lezende,

alle openbaringen herspreek, verspreek,
omdat ik slechts in nesten van misverstand wil huiveren.

Aan dit alles bezondig ik me, willens en wetens
en herhaaldelijk.

En ik beken dat ik mijn herkomst traceer
tot in de puinen van de ziggoerat, tot het stof

van de gevallen hangende tuinen.

Schaamteloos belijd ik mijn geloof
in het offer van de taal, dat klamme brood,

om onzentwille.

Want als zij niet open stonden,

de woorden, tochtig onvolkomen, enkel
vrijend met zichzelf, indien zij niet

vatbaar bleken voor infectie, virulentie, incantatie,
als zij niet wankelden van verval en verwachting,

hoe zouden wij
ons zalven met geschiedenis?

 

Driftwiegeliedje

Dit is het uur van het praatzieke dier,
van de spotvogellach en de kaketoe
in de kop, en van de koekoeksklok die

ratelt en rammelt.

Dit is het uur van de kangoeroe en de spring-
veren aap in mijn takken, en ook van de ring-
staartlemuur en de brulkikker die

blaat en brabbelt.

O wieg mij schipbreuk, slaap me
de spuigaten uit. Zing zacht in mijn zanikend
glas het lied

van de slierende vinger.

 

Erwin Mortier (Nevele, 28 november 1965)

 

De Canadese dichteres en schrijfster Nicole Brossard werd geboren op 27 november 1943 in Montreal (Quebec). Zie ook alle tags voor Nicole Brossard op dit blog.

 

Stad met zijn naam

een enkel neongehuil
duizenden tokens en voorbijgangers
toeschouwers van circus en toeval
levend gevild door hartstocht
de woestijn zo mooi en zo rood
Las Vegas zijn dobbelstenen en roulette lakens
zijn Eiffeltoren, zijn gondels, deze hemel van Venetië
zo blauw, zo fake
eetbaar bloemblad weergegeven als het omgekeerde van vrijheid
strip van de toekomst, marketingtoezicht

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nicole Brossard (Montreal, 27 november 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e november ook mijn blog van 28 november 2022 en ook mijn blog van 28 november 2020 en eveneens mijn blog van 28 november 2018 en eveneens mijn blog van 28 november 2015 deel 2 en eveneens deel 3.

Navid Kermani, Nicole Brossard

De Duits-Iraanse schrijver en islamist Navid Kermani werd geboren op 27 november 1967 in Siegen. Zie ook alle tags voor Navid Kermani op dit blog.

Uit: Jeder soll von da, wo er ist, einen Schritt näher kommen

„Manche sagen: Das Leben ist, was es ist, das Ergebnis von chemischen, atomaren und genetischen Prozessen, sozusagen ein Supercomputer, der sich durch Trial and Error von selbst immer weiterentwickelt, durch Versuch und Irrtum, Auslese und Anpassung, Ursache und Wirkung. Opa gab dann stets zu bedenken, dass irgendwer diesen Computer, der alles in Gang setzt, doch gebaut und programmiert haben müsse. Und wenn die anderen beharrten: Nein, es gebe niemanden, der das Leben baut und programmiert, das entstehe von selbst und verschwinde auch wieder wie ein Tropfen Wasser, der verdampft und sich in Luft auflöst – dann sagte Opa immer: Etwas, das ist, kann nicht einfach nichts werden, weder ein Tropfen Wasser noch der Mensch oder überhaupt unsere Existenz. Und er behauptete sogar, dass die Vorstellung, etwas könne zu nichts werden, für Kinder beinah denkunmöglich sei. Und weißt du was? Ich glaube, Opa hatte sogar recht.
Es ist doch interessant, dass Kinder, wenn ich mich nicht täusche, so gut wie nie am Sinn des Lebens zweifeln, auch gar nicht groß darüber grübeln, Erwachsene hingegen sehr wohl. Oh ja, und wie sie zweifeln und grübeln! Also muss zwischen dem Kindsein und dem Erwachsen-sein etwas unseren Glauben erschüttern, dass alles schon seine Ordnung habe. Versuch dich selbst zu erinnern: Hast du früher, als du noch klein warst, etwa viel über den Tod nachgedacht? Doch wohl eher nicht. Du wusstest zwar, dass wir alle sterben, aber es hat dich nicht beschäftigt; es kam dir vor, als würde das Leben schon irgendwie weitergehen. Angst hattest du schon mal gar nicht, im Gegenteil: Für dich war es das Natürlichste der Welt, wenn ich vom Jenseits sprach, vom Himmel, von Engeln und vom ewigen Leben. Du konntest dir einfach nicht vorstellen, dass etwas, was ist, plötzlich nicht mehr sein soll, von einem auf den anderen Atemzug.
Erst jetzt, da dein eigener Opa gestorben ist und du auch älter geworden bist, immerhin schon zwölf, hast du den Tod von Angesicht zu Angesicht kennengelernt. Und du hast geweint am Grab. Du hast gemerkt, da stimmt etwas nicht, Opa ist jetzt weg, er wird dir nie mehr eine Geschichte erzählen, du wirst nie wieder im Sommer mit ihm ans Meer fahren. Vielleicht hast du zum ersten Mal darüber nachgedacht, dass du selbst einmal unter der Erde liegen wirst in so einem kalten, unwirtlichen Grab. Dass wir alle zu Staub werden, deine Mutter, dein Vater, deine Schwester. Und ich glaube, es ist unter anderem genau diese bewusste Begegnung mit dem Tod, die zwischen dem Kindsein und dem Erwachsensein geschieht. Es muss gar nicht unbedingt ein bestimmter Mensch sein, der stirbt; ich meine einfach die klare Einsicht, dass wir alle irgendwann nicht mehr da sein werden, niemand von uns.
Und zwei, drei oder spätestens vier Generationen nach uns auch niemand mehr, der sich an uns erinnert.“

 

Navid Kermani (Siegen, 27 november 1967)

 

De Canadese dichteres en schrijfster Nicole Brossard werd geboren op 27 november 1943 in Montreal (Quebec). Zie ook alle tags voor Nicole Brossard op dit blog.

 

Steden met hun naam

in de verte Praag, de brug de burcht
de tijd op de klokkentoren
de klokkentoren in de geschiedenis
de Joodse begraafplaats op de hoek
Skopje, Istanbul andere alfabetten
handel in uren en specerijen als een rivier
rode saffraan pulserend in de tijd

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nicole Brossard (Montreal, 27 november 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e november ook mijn blog van 27 november 2021 en ook mijn blog van 27 november 2018 en eveneens mijn blog van 27 november 2017.

Dein König kommt in niedern Hüllen (Friedrich Rückert), Luisa Valenzuela, Nicole Brossard

 

 

Christus Koning-beeld voor de Sint-Josephkerk in Alkmaar

 

Dein König kommt in niedern Hüllen

Dein König kommt in niedern Hüllen,
ihn trägt der lastbarn Es’lin Füllen,
empfang ihn froh, Jerusalem!
Trag ihm entgegen Friedenspalmen,
bestreu den Pfad mit grünen Halmen;
so ist’s dem Herren angenehm.

O mächt’ger Herrscher ohne Heere,
gewalt’ger Kämpfer ohne Speere,
o Friedefürst von großer Macht!
Es wollen dir der Erde Herren
den Weg zu deinem Throne sperren,
doch du gewinnst ihn ohne Schlacht.

Dein Reich ist nicht von dieser Erden,
doch aller Erde Reiche werden
dem, das du gründest, untertan.
Bewaffnet mit des Glaubens Worten
zieht deine Schar nach allen Orten
der Welt hinaus und macht dir Bahn.

Und wo du kommst herangezogen,
da ebnen sich des Meeres Wogen,
es schweigt der Sturm, von dir bedroht.
Du kommst, dass auf empörter Erde
der neue Bund gestiftet werde,
und schlägst in Fessel Sünd und Tod.

O Herr von großer Huld und Treue,
o komme du auch jetzt aufs Neue
zu uns, die wir sind schwer verstört.
Not ist es, dass du selbst hienieden
kommst, zu erneuen deinen Frieden,
dagegen sich die Welt empört.

O lass dein Licht auf Erden siegen,
die Macht der Finsternis erliegen
und lösch der Zwietracht Glimmen aus,
dass wir, die Völker und die Thronen,
vereint als Brüder wieder wohnen
in deines großen Vaters Haus.

 

Friedrich Rückert (16 mei 1788 – 31 januari 1866)
De Heilig-Geist-Kirche in Schweinfurt, de geboorteplaats van Friedrich Rückert

 

De Argentijnse schrijfster Luisa Valenzuela werd geboren op 26 november 1938 in Buenos Aires. Zie ook alle tags voor Luisa Valenzuela op dit blog.

Uit: Other Weapons (Vertaald door Deborah Bonner)

The Words
“She doesn’t find it the least bit surprising that she has no memory, that she feels completely devoid of recollections. She may not even realize that she’s living in an absolute void. She is quite concerned( about: t: something else, about her capacity to find the right word for each thing and receive a cup of tea when she says I want (and that “I want” also disconcerts her, that act of willing) when she says I want a cup of tea. Martina attends to all her requests. And she knows that’s her name because Martina herself has told her so, repeating it over and over until she managed to • retain the name. As for herself, she’s been told she’s called Laura, but that’s also part of the haze in which her life drifts by.
There’s also the man: that one, him, the no-name she can call by any name that happens to cross her mind; they’re all just as effective, anyway, and when the guy’s around the house he answers even if she calls him Hugo, Sebastian, Ignacio, Alfredo or anything else. He seems to be around the house often enough to keep her calm, a little, stroking her shoulders and arms, in a progression not lacking in tenderness. Then there are the everyday objects: the ones called plate, bathroom, book, bed, cup, table, door. It’s exasperating, for example, to confront the one called door and try to figure out what to do. A locked door, yes, but there are the keys, on the ledge, within her reach, and the lock’s easy to open, her fascination with the beyond, which she can’t make up her mind to face. She, so-called Laura, is on this side of the so-called door, with its so-called locks and its so-called key begging her to cross the threshold. But she can’t; not yet. Facing the door, she thinks about it and realizes she can’t, although no one appears to care much. Suddenly the so-called door opens and the man we will now call Hector walks in, proving that he also has his set of so-called keys and uses them quite freely. If she stares at him when he walks in —it’s happened to so-called Laura before – she discovers that two other men arrive with Hector and stay outside the door, trying to look inconspicuous. She calls them One and Two, which sometimes gives her a sense of safety and other times makes a shudder run through her. Then she welcomes him knowing that One and Two are standing outside the apartment (apartment?) right outside the so-called door, maybe waiting or protecting him, and sometimes she can imagine that they’re with her and that they escort her, especially when he stares into her eyes as if he were weighing out the memory of old things about her which she doesn’t share in the least. Sometimes her head aches, and that pain is the only thing that really belongs to her and that she can communicate to the man. Then he gets worried, both hoping and fearing that she’ll remember something specific.”

 

Luisa Valenzuela (Buenos Aires, 26 november 1938)

 

De Canadese dichteres en schrijfster Nicole Brossard werd geboren op 27 november 1943 in Montreal (Quebec). Zie ook alle tags voor Nicole Brossard op dit blog.

 

Steden met hun doden

geen begraafplaatsen eigenlijk alleen de doden
woorden om niet te zeggen, geen voornamen, niemands naam
nog geen ongeluk, kleine voetstapjes die bevriezen
elk jaar loop ik door een nieuwe stad
met woorden, botten, haar, bril
ik loop met iemand die een boek heeft geschreven
“toen op zijn tenen wegging”*
om de horizon de dag na de horizon te vinden

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nicole Brossard (Montreal, 27 november 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e november ook mijn blog van 26 november 2018 en eveneens mijn blog van 26 november 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Maarten ’t Hart, Nicole Brossard

De Nederlandse schrijver Maarten ’t Hart werd geboren op 25 november 1944 in Maassluis. Zie ook alle tags voor Maarten ’t Hart op dit blog.

Uit: Simons vrouwendienst. Waarom ik geen Vestdijk-biograaf werd

“Hoewel ik ernaar snakte dat er iemand zou opstaan die zou uitroepen dat ik ten enenmale de vereiste vermogens miste om de biografie van Vestdijk te schrijven – en mijn hoop was daarbij gevestigd op zo’n roemruchte autoriteit als Kees Fens, van wie ik weet dat hij weinig met mij op heeft (zoals ik ook op mijn beurt weinig met deze paap op heb, ik hoor nadrukkelijk niet tot de fans van Fens) – lokte het vooruitzicht langs de ‘Vestdijk-vrouwtjes’, gevoerd te worden, zoals Martin Ros ze beliefde te noemen, mij wel aan. Zulke bezoekjes zouden mij uiteraard nog niet verplichten tot het schrijven van de biografie.
Daar gingen wij dus. Onze eerste tocht voerde naar Jeanne van Schaik-Willing. Nog zie ik voor mij hoe zij, woonachtig in zo’n huis te Amsterdam waar je meteen na de deur de trap op moet, op de eerste verdieping over de balustrade van de trapleuning omlaag tuurde toen wij de treden opstommelden. Wat een aandoenlijk aardig, ja zelfs nog mooi te noemen gezicht doemde daar op in het halfduister. Zo lieflijk omlijst met grijs haar. En toch bleek ze nog kwiek, en allemachtig aardig, maar tegelijkertijd, zo merkte ik al spoedig toen wij van een kopje thee waren voorzien, wat Vestdijk betrof een informante waar bedroevend weinig uit te halen viel. Al wat ze te vertellen had, was dat Vestdijk haar huis als alibicentrale en uitvalsbasis gebruikt had om Henriëtte van Eyck te veroveren.
Hoe dat precies z’n beslag had gekregen, en of Jeanne daar wellicht onder had geleden, of misschien zelfs jaloers was geweest, daarover kregen wij niets te horen. Ik had ook niet de indruk dat ik, zou ik daar ooit nog terugkomen, alsnog uitvoeriger geïnformeerd zou worden. Ik begreep wel dat ik daar ontzaglijk veel thee zou moeten drinken om akelig weinig te weten te komen. Zelfs over de roman in brieven die Vestdijk samen met haar heeft geschreven, een boek waar ik een groot zwak voor heb – mede omdat het speelt in het gebied waar ik als dienstplichtig militair tot vaandrig werd opgeleid -, kreeg ik van Jeanne alleen te horen dat Vestdijk de plot had bedacht, en dat het werk probleemloos ontstaan was: hij schreef een brief, zij schreef een brief terug, en zo maar door, zonder enig conflict of wanklank of zelfs overleg.
‘Jetje’, dat was het toverwoord dat steeds maar weer viel, die lange avond bij Jeanne van Schaik-Willing. Jetje, daar moesten we heen, dat was Simons grootste vlam, ja zijn grootste liefde geweest. Van Jetje had hij, voorzover hij überhaupt van iemand houden kon, echt opmerkelijk veel gehouden, en dat het niet tot een huwelijk was gekomen, bleef een groot raadsel dat om een oplossing smeekte.”

 

Maarten ’t Hart (Maassluis, 25 november 1944)

 

De Canadese dichteres en schrijfster Nicole Brossard werd geboren op 27 november 1943 in Montreal (Quebec). Zie ook alle tags voor Nicole Brossard op dit blog.

 

Steden met een terugkerende gedachte

Soms ontvlam ik
vanwege de bevolking
wie dan ook kan
nu de lijken tellen
met hun naam of zonder hun gezichten
in nachten dat het te donker is
ontvlam ik tenminste
in een stad
soms zijn het er twee op dezelfde avond
en ik glimlach niet

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nicole Brossard (Montreal, 27 november 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e november ook mijn blog van 25 november 2021 en ook mijn blog van 22 november 2018 en eveneens mijn blog van 22 november 2015 deel 2.

Im Advent (Karl Rudolf Hagenbach), Nicole Brossard

 

Bij de eerste zondag van de Advent

 

Christkindlmarkt auf dem Oberen Stadtplatz von Deggendorf door Peter Jaru, 2012

 

Im Advent

Horch! was klirrt an Thür und Fenstern,
Horch! was rieselt durch den Wind?
Seid nur ruhig, vor Gespenstern
Fürchtet sich kein frommes Kind;
Nur der Englein Flügelrauschen
Hört es wachend und im Traum,
Nur dem Christkind gilt sein Lauschen
Mit dem schönen Weihnachtsbaum.

Christkind naht aus stillen Tritten
Morgens, Abends, für und für,
Horchet auf der Kinder Bitten
Draußen vor der Stubenthür;
Was es ihnen möge bringen
Schönes, Gutes allerlei,
Doch es fragt vor allen Dingen,
Wer da gut und artig sei?

Ferne merkt es die Gedanken,
Leise hört es jedes Wort,
Da wo Linnen ist und Zanken,
Schleicht es bang und traurig fort;
Aber wo mit holden Scherzen
Kinder froh beisammen sind,
Ach, da freut sich deß von Herzen
Das verborg’ne Weihnachtskind;

Freuet sich dem Fest entgegen,
Wie die Kinder alle thun,
Kann auch dieser Freude wegen
Nimmer rasten, nimmer ruhn,
Fliegt in heiligem Entzücken
Himmelaus und Himmelan,
Bis es alle Welt beglücken,
Alle Kinder segnen kann.

Wollen denn des Kindleins warten,
Warten, hoffen, früh und spät,
Bis das Wünschen aller Arten
Reichlich in Erfüllung geht,
Bis du wirklich uns erscheinest,
Christkind! in dem Strahlenkranz,
Jung und Alt im Chor vereinest
Um des Baumes Lichterglanz!

 

Karl Rudolf Hagenbach (4 maart 1801 – 7 juni 1874)
Kerstmarkt op de Münsterplatz in Basel, de geboorteplaats van Karl Rudolf Hagenbach

 

De Canadese dichteres en schrijfster Nicole Brossard werd geboren op 27 november 1943 in Montreal (Quebec). Zie ook alle tags voor Nicole Brossard op dit blog.

Steden na de ramp

als de stilte overstroomt
het licht voor en na de ramp
steden met de wind in hun haren
omdat je graag rechtop staat om
onder de bruggen het water van de snelle stroom en de levendige bron
te zien rollen door de tijd als in je borstkast
dan zie je ze van ver terugkomen
Paul Celan en Virginia Woolf
die haastig voortisnellen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nicole Brossard (Montreal, 27 november 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e november ook mijn blog van 27 november 2021 en ook mijn blog van 27 november 2018 en eveneens mijn blog van 27 november 2017.

Luisa Valenzuela, Nicole Brossard

De Argentijnse schrijfster Luisa Valenzuela werd geboren op 26 november 1938 in Buenos Aires. Zie ook alle tags voor Luisa Valenzuela op dit blog.

Uit: The Journey (Vertaald door Pablo Baler and Matt Losada)

She spent days trying to get in touch with Bolek by phone. She had no idea how she gave her master class at the Anthropological Association with such galloping anguish. On automatic pilot, of course. Friday at noon she opted for a decisive step. She called the Tel Aviv company and rented a car in order to pick him up at Creedmoor, that grand psychiatric institution. She arrived in one hour; that is, a bit before one, caught Bolek outside his sancta santorum , or better said, his lunatic lunaticorum, and I’ll have him give me some explanations that cannot be given over the phone. He leaves me insulting messages; he is about to get into a plane without even telling me and to top it all off he doesn’t return my calls. It’s too much. No one plays with me. Going by car would cost almost the same reasonable price as going to Kennedy, she had calculated, and she was not wrong. Now she is at home hurrying to get ready. She intends to send the car away at the door of Creedmoor as one who burns her own bridges. She can’t find the map with the directions, in desperation overturns a pile of papers on the kitchen counter, as an answer to her desperation the blessed map appears and she can finally set sail. She tells the driver Take the Triborough to LaGuardia airport and follow Grand Central Parkway to Union Turnpike, exit 22. The second exit, not the first one, eh? since it’s chaotic around here and if you get distracted for a second you get lost forever. Parallel lines do intersect, that is true, and the most dramatic part of it is that once they intersect they start irremissibly moving away from each other, and suddenly you take a street right next to another one and a bit further on you find yourself miles away from your destination. The driver is an unflappable guy. He’s only interested in exact directions. Maybe he thinks his passenger is going to the mental hospital to check herself in by her own will and he’d rather take no chances. His silence protects him, like the thick bullet-proof Plexiglas taxi drivers have on the back of their seats, with a tiny slot for the cash. It’s true that if she had to check herself in—none of us is exempted from having a breakdown—she would fight with her last speck of reason to not be committed by someone else. She would sign her own sentence; she knows the mechanics of it because one time she attended the drama of some old, poor parents who could not free their own daughter from a certain psychiatric institution for the simple reason that they had signed her in themselves. All this is very complex and it’s not to the point, except to define the strange laws governing the confinement of the insane, the pseudo-insane and the mentally disturbed in this part of the planet.”

 

Luisa Valenzuela (Buenos Aires, 26 november 1938)

 

De Canadese dichteres en schrijfster Nicole Brossard werd geboren op 27 november 1943 in Montreal (Quebec). Zie ook alle tags voor Nicole Brossard op dit blog.

 

Steden met hun oesters

zout op de wangen, daar hou ik van
deze smaak van intieme materie die voedt
gedachten, viooltjes, wijn, blote schouders van zomeravonden
in Sète, Sitges en in de hele Memramcook-vallei
het hoofd boven de stilte
Ik kan mezelf onderdompelen in de oester en het heldere zeezout

grijs, roze of zonder vuur
steden schoongeveegd door het ochtendgloren
overgevlogen als mijnenvelden
met antwoorden ver weg begraven
die lijken op fantoompijn omgeven door
blauwe bloemblaadjes van een middag
steden in het heden zonder afscheid te nemen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nicole Brossard (Montreal, 27 november 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e november ook mijn blog van 26 november 2018 en eveneens mijn blog van 26 november 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Navid Kermani, Nicole Brossard

De Duits-Iraanse schrijver en islamist Navid Kermani werd geboren op 27 november 1967 in Siegen. Zie ook alle tags voor Navid Kermani op dit blog.

Uit: Zwischen Koran und Kafka

„Gott-Atmen. Goethe und die Religion
Stellen wir uns vor, wir würden nichts tun. Wir lägen bequem, die Hände neben dem Körper, hätten die Augen geschlossen, ringsum keinerlei Geräusche, fühlten keinen Schmerz, nicht einmal die Verspannung dieses oder jenes Muskels, frören weder, noch schwitzten wir. Wir würden sofort merken, daß wir nicht nichts tun können.
Wir würden immer noch atmen. Wir hörten, wie die Luft hauchend in die Nasenlöcher oder mit einem leisen Zischen zwischen Lippen und Zähne strömt; wir bemerkten, wenn wir genau darauf achte¬ten, das Kribbeln in der Kehle beim Durchzug der Luft; wir spürten je nachdem, wohin wir atmen, die Brust oder den Bauch sich wei¬ten, bevor der Atem wendet und die Kehle hinauf wieder aus dem Mund oder der Nase strömt, Brust oder Bauch sich senken. Wir
könnten die Luft anhalten, allerdings nur für einige Sekunden, bei sportlicher Konstitution etwas länger, eine Minute vielleicht oder zwei. Danach atmeten wir umso kräftiger wieder aus. Wir bestimmen nicht den eigenen Atem – nicht einmal über den eigenen Atem bestimmen wir. Über die elementarste Tätigkeit des Lebens haben wir – ich will nicht sagen: keine, aber nur minimale, nur einige Sekunden oder ein, zwei Minuten Verfügungsgewalt. Sind wir es dann überhaupt selbst, die atmen?
Es gibt wahrscheinlich keine andere Frage, an der sich der Unter¬schied zwischen einem religiösen und einem Bewußtsein, das die Welt rein immanent erklärt, präziser, anschaulicher, auch grundlegender festmachen ließe als die Frage nach dem eigenen Atem. Gott ist im Vergleich ein nachrangiger, vor allem ein zu abstrakter, letzt¬lich nicht erklärbarer Begriff – man kann religiös sein, ohne Gott im Munde zu führen; man muß das Wort nicht einmal kennen oder mag es für den Sprachgebrauch verwerfen. Erst recht amorph sind alle anderen Begriffe, die die monotheistischen Traditionen der Re¬ligion zuweisen: die Offenbarung, das Heilige, die Schöpfung. Selbst wenn wir uns, etwa auf der Grundlage langjähriger Spekulation oder einer spirituellen Erleuchtung, im klaren darüber zu sein meinten, was genau wir darunter verstehen, hätten wir keinen An¬halt, daß andere dasselbe verstehen oder vor zweihundert oder zweitausend Jahren verstanden haben. Es sind Begriffe, die eine lange, nicht nur in den Glaubens¬, mehr noch in den Sprachgemein¬schaften je spezifische Geschichte angereichert haben, mithin weit davon entfernt sind, etwas unmittelbar Angeschautes zu bezeich¬nen, wie man es für das Wort ‹Holz› sagen könnte oder für ‹Milch›, selbst für das Kulturgut ‹Brot›. Einen Laib Brot, ein Stück Holz, ein Glas Milch könnten wir jedem Menschen auf der Welt zeigen, und er wüßte es in aller Regel präzise in seine Sprache zu übersetzen –
nicht so mit der Offenbarung, dem Heiligen, der Schöpfung, erst recht nicht mit Gott.“

 

Navid Kermani (Siegen, 27 november 1967)

 

De Canadese dichteres en schrijfster Nicole Brossard werd geboren op 27 november 1943 in Montreal (Quebec). Zie ook alle tags voor Nicole Brossard op dit blog.

 

Weerklinkende steden

steden met het woord koraal
om de schaduw van de aderen
van binnenuit te observeren

galopperend met het schuim en de weerklank
van woorden en luchtspiegelingen in onze mond

ik zou graag terugkomen

zo vaak dat de horizon
van hitte beeft

verrast door kleine herhalingen van tederheid
door verwondingen keer op keer

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nicole Brossard (Montreal, 27 november 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e november ook mijn blog van 27 november 2018 en eveneens mijn blog van 27 november 2017.

Erwin Mortier, Nicole Brossard

De Vlaamse dichter en schrijver Erwin Mortier werd geboren in Nevele op 28 november 1965. Zie ook alle tags voor Erwin Mortier op dit blog.

Uit: Gestameld liedboek. Moedergetijden

“Voor de rest doen we zo goed als mogelijk ons best de trage dood die zich thuis aan het afspelen is niet als een beproeving te beschouwen – wat niet voor de hand ligt. Rationeel kan ik alleen maar hopen dat mijn moeder niet lang meer moet lijden, want het is zo zinloos. Ze heeft nog amper besef van tijd, plaats, de anderen. De flamboyante vrouw die altijd graag le-ven en plezier om zich heen had, is nu een kromgetrokken, broodmagere gestalte geworden, die over het tuinpad naar de auto toe schuifelt, met veel moeite het portier opent en dan gaat zitten, vermoedelijk omdat ze zich in dat kleine Peugeotje, dat blikken baarmoedertje, veilig voelt.
Mijn hart breekt als ik het zie.
Tegelijk vind ik de gedachte dat ze er in het geheel niet meer zou zijn verkillend, en ik maak me ook wat zorgen om mijn vader, die haar nu met veel geduld en toewijding omringt en zijn verdriet uitstelt – een valies dat almaar zwaarder wordt…
Soms treft me de ongevoeligheid, ongetwijfeld onbedoeld, der medemensen, bijvoorbeeld wanneer ik te horen krijg dat het erg is, zeker, maar dat zesenzestig nu toch ook niet meer zo jong is. Alsof er een leeftijd zou bestaan waarop je iemand wel het noodlot kunt toevertrouwen.
We schrijven gedichten, dat wil zeggen pogingen tot welluidende bezwaarschriften tegen de grillen van het lot en het noodlot, tegen de opmaak van het universum en onszelf. Maar achter het betreffende loket blijft het stil terwijl de rij wachtenden steeds langer wordt – en tegen het glas is een A-viertje geplakt, met daarop de melding: Onze diensten zijn nooit open.

*********************************************************

Een namiddag lang heb ik bij haar gebabysit. Ze was onrustig, en soms agressief. Ze wilde weglopen. Mijn vader was naar het voetbal van mijn neefjes gaan kijken. Ik heb de achterdeur moeten vergrendelen.
Na een tijdje werd ze rustiger, en dan hebben we, ik kan het geen andere naam geven, ‘huisje gespeeld’, maar dan zonder de lol die kinderen daaraan beleven. Ze kwam met een pantalon van pa uit de badkamer. Ze wilde eerst dat ik die aantrok, waarschijnlijk omdat ik dan op hem zou lijken. Dan moest ik de broek voor haar opplooien. Ze liep ermee naar de tafel. Ik moest het bundeltje gladstrijken voor haar. Dan wilde ze van haar schoenen in haar pantoffels stappen, en van haar pantoffels in haar schoenen, en weer in haar pantoffels. Dan even haar bed in – en ik op de overloop al jankend staan wachten tot ze weer zou opstaan (ze staat altijd op, altijd weer, na een minuut of vijf).
Pas na een uur of twee kalmeerde ze helemaal. Zat in de zetel beneden te rillen. Ik vroeg: Heb je kou?
Ze knikte.”

 

Erwin Mortier (Nevele, 28 november 1965)

 

De Canadese dichteres en schrijfster Nicole Brossard werd geboren op 27 november 1943 in Montreal (Quebec). Zie ook alle tags voor Nicole Brossard op dit blog.

 

Steden met hun dwazen van god

deze keer tel ik de handen, de voeten,
de talen, de tunieken, de kiezelstenen
de hoofden, de baarden
de petten, sluiers, sjaals,
tel de duizeligheid niet mee
de wassingen de wonderen
de zweepslagen,
in de luidsprekers
tientallen uitgespuwde woorden, een vuur zo groot
dat je water op het voorhoofd nodig hebt, op de voeten,
ik tel de ogen, de vingers,
ik tel tot aan het stof
ik tel tot aan de kindertijd

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nicole Brossard (Montreal, 27 november 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e november ook mijn blog van 28 november 2018 en eveneens mijn blog van 28 november 2015 deel 2 en eveneens deel 3.

Navid Kermani, Nicole Brossard

De Duits-Iraanse schrijver en islamist Navid Kermani werd geboren op 27 november 1967 in Siegen. Zie ook alle tags voor Navid Kermani op dit blog.

Uit: Ungläubiges Staunen. Über das Christentum

„Der katholische Freund schließt nicht aus, daß der Evangelist Lukas persönlich das Bild gemalt habe. Er hat Artikel darüber geschrieben, wie er es aufstöberte, von denen ich erst einen las. Im Labor ist das Holz noch nicht untersucht worden. Die Nonnen hätten Sorge, weil es bereits so morsch sei. Kunsthistoriker hätten das Bild allerdings für eindeutig antik befunden, erstes Jahrhundert sei wahrscheinlich. Die Jungfrau hat auch mich angeschaut, ohne Alter.
Der Freund brachte mich zu dem Kloster, das in einer gewöhnlichen Wohnstraße auf dem Monte Mario liegt, am anderen Ufer des Tibers neben dem Hilton, und ließ sich durch eine Sprechklappe in der bröckligen Seitenmauer den Schlüssel aushändigen, während ich im Auto wartete. Bevor er mich in die Kapelle führte, wo die Nonnen das Bild bereits für uns umgedreht hatten, pinkelte er noch ins Gebüsch neben dem Eisentor. Gewöhnlich schaut die Jungfrau in den Gebetsraum der Nonnen, die sich lebenslang eingesperrt haben, weder Besucher empfangen noch auf Reisen gehen oder auch nur spazieren oder einkaufen. Gott genügt.
Durch das vergitterte Fenster, in dem das Bild hängt, sahen wir einige von ihnen und hörten alle im fahlen Licht beten, bis übers Kinn verschleiert, weißes, gestärktes Gewand, schwarze Hauben. Fünf der dreizehn Schwestern sind über achtzig. Die in dem Ausschnitt der Gebetsbank saßen, den ich durch das Fenster sehen konnte, waren nicht jünger. Auf den kahlen Wänden ihrer Barockkirche zeichnen sich groß-flächig die Wasserflecken ab. Der Freund sagt, daß die Leitungen verrotten, die Telefone nicht funktionieren und an Reparatur nicht zu denken ist, bevor das Kloster seine Schulden begleicht. Die Bitte um Spenden ist der Teil ihres Gebets, dessen Erfüllung noch aussteht.
Nach einigen Minuten löschten die Nonnen das Licht, so daß wir nur noch ihre Stimmen hörten, ein Vers tief, ein Vers hoch, Singsang mit Pausen, ohne daß ich ein Wort verstand. Seinem Buch hat der Freund ein Zitat des zurückgetretenen Papstes vorangestellt, das nichts Neues sagt, doch immer wieder neu zu sagen ist: «Große Dinge werden durch die Wiederholung nicht langweilig. Nur das Belanglose braucht die Abwechslung und muß schnell durch anderes ersetzt werden. Das Große wird größer, indem wir es wiederholen, und wir selbst werden reicher dabei und werden still und werden frei.» In Rom wurde ich ohnehin neidisch aufs Christentum, neidisch selbst auf einen Papst, der auch solche Sätze sagt, und wenn ich den Gedanken der Inkarnation in nur einem Menschen nicht für grundverkehrt hielte und speziell die ¬katholische Vorstellungswelt mir nicht so heidnisch vorkäme, mich die Ordnung nicht abstieße, die alle und eben auch die menschlichen Verhältnisse hierarchisiert, die Demonstration von Macht in jeder katholischen Kirche, dazu die bis in den Blutrausch reichende Leidensvergötterung, womöglich hätte ich mich seinen Praktiken nach und nach angeschlossen, hätte die lateinische Messe besucht und wäre mit Pausen in den Singsang eingefallen, wenngleich anfangs mehr aus ästhetischen Gründen, vielleicht auch aus Faszination für die beispiellose Kontinuität einer Institution, die aus Gottes Angehörigen eine Gemeinschaft bildet. Nur ihr ist sie auf Dauer gelungen. Wer weiß, vielleicht wäre auch mir eines Tages das Wunder erschienen, das dieses prächtigste aller Himmelsgebäude hervorgebracht hat. So halte ich die Möglichkeit zwar weiterhin für falsch – aber erkenne, mehr noch: spüre, warum das Christentum eine Möglichkeit ist.“

 

Navid Kermani (Siegen, 27 november 1967)

 

De Canadese dichteres en schrijfster Nicole Brossard werd geboren op 27 november 1943 in Montreal (Quebec). Zie ook alle tags voor Nicole Brossard op dit blog.

 

Steden met een gezicht

zo velen ontvingen ideeën als een kloof
in mijn spieren
in de buurt zeggen we dat jij het bent, maar wij zijn het
met een gedachte aan bruggen, ghats
rivieren in tijden van vrede en marteling

een streling langs de oorlel
steden gemaakt om ons in verwarring te brengen
in de blauwe schoonheid van de droom

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nicole Brossard (Montreal, 27 november 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e november ook mijn blog van 27 november 2018 en eveneens mijn blog van 27 november 2017.