Orhan Pamuk, Nikki Giovanni

De Turkse schrijver Orhan Pamuk werd geboren op 7 juni 1952 in Istanbul. Zie ook alle tags voor Orhan Pamuk op dit blog.

Uit: De nachten van de pest (Vertaald door Hanneke van der Heijden)

“In de wandelgangen van het paleis deed in die dagen het gerucht de ronde dat die kwalijke bedoelingen eruit bestonden het pasgetrouwde paar uit Istanbul weg te krijgen en te laten creperen in door gele koorts geplaagde Aziatische contreien of in een door cholera geteisterde Arabische woestijn, maar er waren er ook die daartegen inbrachten dat je altijd pas begreep waar Abdülhamit op uit was als hij eenmaal klaar was met zijn machinaties. Dokter Schoonzoon had een positievere kijk op de zaak. Hij was een zeer succesvolle en hardwerkende quarantainearts van achtendertig jaar. Hij had het Osmaanse Rijk vertegenwoordigd op internationale congressen over gezondheidszorg. Met zijn successen had hij de aandacht van Abdülhamit getrokken, hij had met hem kennisgemaakt, en geconstateerd wat veel quarantaineartsen al wisten, namelijk dat de sultan niet alleen verzot was op detectiveromans, maar ook op innovaties in de Europese geneeskunst. De sultan volgde de ontwikkelingen inzake bacteriën, laboratoria en vaccins op de voet en wilde de laatste medische ontdekkingen in Istanbul en het Osmaanse Rijk introduceren. Ook had dokter Nuri bemerkt dat de sultan op de hoogte was van nieuwe besmettelijke ziekten die uit Azië en dan met name China oprukten, en dat hij daar bezorgd over was.
Omdat het windstil was op de Middellandse Zee vorderde de reis van het statelijk jacht Aziziye sneller dan voorzien. Hoewel het niet op de vooraf bekendgemaakte routebeschrijving stond, had het schip de haven van Izmir aangedaan. Terwijl de Aziziye de in nevelen gehulde Izmirse kade naderde, waren de leden van het comité om de haverklap het smalle trapje naar de stuurhut op geklauterd om daar om uitleg te vragen, maar ze kregen slechts te horen dat er een mysterieuze passagier aan boord zou komen. De Russische kapitein zei dat zelfs hij niet wist wie er zou aanmonsteren.
De mysterieuze passagier die de Aziziye betrad was de inspecteur-generaal van volksgezondheid, de befaamde scheikundige en apotheker Bonkowski pasja. De vermoeide maar levendige zestigjarige was de hofscheikundige van de sultan en de oprichter van het moderne Osmaanse apothekerswezen. Daarnaast was hij een semisuccesvolle zakenman en de voormalig eigenaar van diverse firma’s die rozenwater en geurtjes produceerden, mineraalwater bottelden en geneesmiddelen maakten. De laatste tien jaar was hij uitsluitend werkzaam geweest als inspecteur-generaal van volksgezondheid in dienst van het Osmaanse Rijk, in het kader waarvan hij rapporten over cholera en pestepidemieën schreef voor de sultan, en daarnaast van epidemie naar epidemie, van haven naar haven, van stad naar stad reisde om in naam van de sultan ter plekke toezicht te houden op de maatregelen met betrekking tot quarantaine en volksgezondheid.”

 

Orhan Pamuk (Istanbul, 7 juni 1952)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Nikki Giovanni werd geboren op 7 juni 1943 in Knoxville, Tennessee. Zie ook alle tags voor Nikki Giovanni op dit blog.

 

Een gedicht over de moord op Robert F. Kennedy

Bomen worden nooit gekapt. . . in de zomer . . . Niet als er nog vruchten. . .
gedragen moeten worden. . . Nooit vóór de belofte. . . wordt vervuld. . .
Niet wanneer hun verkoelende schaduw. . . nog moet troosten. . .

Toch zijn er die. . . geen acht slaand op de natuur. . . onverschillig tegenover
ecologie. . . onwetend van de behoefte. . . die. . . met bijl en geslepen
zaag . . . zouden . . . in laarzen. . . naar voren treden en schaden. . .

Niet de boom. . . want die valt. . . Maar die. . . in
zomerhitte. . . of winterkou. . . de schoonheid . . .
zouden beschouwen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nikki Giovanni (Knoxville, 7 juni 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e juni ook mijn blog van 7 juni 2020 en eveneens mijn blog van 7 juni 2019 en ook mijn blog van 7 juni 2015 deel 2.

Thomas Mann, Nikki Giovanni

De Duitse schrijver Thomas Mann werd geboren in Lübeck op 6 juni 1875. Zie ook alle tags voor Thomas Mann op dit blog.

Uit: Herr und Hund

„Im letzten Augenblick aber und dicht vor dem Anprall weiß er zu bremsen und einzuschwenken, was sowohl für seine körperliche als seine geistige Selbstbeherr­schung zeugt; und nun beginnt er, ohne Laut zu ge­ben – denn er macht einen sparsamen Gebrauch von seiner sonoren und ausdrucksfähigen Stimme -, einen wirren Begrüßungstanz um mich herum zu vollführen, bestehend aus Trampeln, maßlosem Wedeln, das sich nicht auf das hierzu bestimmte Ausdruckswerkzeug des Schwanzes beschränkt, sondern den ganzen Hinter­leib bis zu den Rippen in Mitleidenschaft zieht, ferner einem ringelnden Sich zusammenziehen seines Kör­pers, sowie schnellenden, schleudernden Luftsprüngen nebst Drehungen um die eigene Achse, – Aufführun­gen, die er aber merkwürdigerweise meinen Blicken zu entziehen trachtet, indem er ihren Schauplatz, wie ich mich auch wende, immer auf die entgegengesetzte Seite verlegt. In dem Augenblick jedoch, wo ich mich niederbeuge und die Hand ausstrecke, ist er plötzlich mit einem Sprunge neben mir und steht, die Schulter gegen mein Schienbein gepreßt, wie eine Bildsäule: schräg an mich gelehnt steht er, die starken Pfoten gegen den Boden gestemmt, das Gesicht gegen das meine erhoben, so daß er mir verkehrt und von unten herauf in die Augen blickt, und seine Reglosigkeit, während ich ihm unter halblauten und guten Worten das Schulterblatt klopfe, atmet dieselbe Konzentration und Leidenschaft wie der vorhergegangene Taumel.“ Es ist ein kurzhaariger deutscher Hühnerhund, – wenn man diese Bezeichnung nicht allzu streng und strikt nehmen, sondern sie mit einem Körnchen Salz verstehen will; denn ein Hühnerhund wie er im Buche steht und nach der peinlichsten Observanz ist Bauschan wohl eigentlich nicht. Für einen solchen ist er erstens vielleicht ein wenig zu klein, – er ist, dies will betont sein, entschieden etwas unter der Größe eines Vorstehhundes; und dann sind auch seine Vorderbeine nicht ganz gerade, eher etwas nach außen gebogen, – was ebenfalls jenem Idealbilde reiner Züchtung nur ungenau entsprechen mag. Die kleine Neigung zur »Wamme«, das heißt: zu jener faltigen Hautsackbildung am Halse, die einen so würdigen Ausdruck verleihen kann, kleidet ihn ausgezeichnet; doch wurde auch sie wohl von unerbittlichen Zuchtmeistern als fehlerhaft beanstandet werden, denn beim Hühnerhund, höre ich, soll die Halshaut glatt die Kehle umspannen. Bauschans Färbung ist sehr schon. Sein Fell ist rostbraun im Grunde und schwarz getigert. Aber auch viel Weiß mischt sich darein, das an der Brust, den Pfoten, dem Bauche entschieden vorherrscht, wahrend die ganze gedrungene Nase in Schwarz getaucht erscheint. Auf seinem breiten Schädeldach sowie an den kühlen Ohrläppchen bildet das Schwarz mit dem Rostbraun ein schönes, samtenes Muster, und zum Erfreulichsten an seiner Erscheinung ist der Wirbel, Büschel oder Zipfel zu rechnen, zu dem das weiße Haar an seiner Brust sich zusammendreht, und der gleich dem Stachel alter Brustharnische waagerecht vorragt. Übrigens mag auch die etwas willkürliche Farbenpracht seines Felles demjenigen für »unzulässig« gelten, dem die Gesetze der Art vor den Persönlichkeitswerten gehen, denn der klassische Hühnerhund hat möglicherweise einfarbig oder mit abweichend gefärbten Platten geschmückt, aber nicht getigert zu sein.“

 

Thomas Mann (6 juni 1875 – 12 augustus 1955)
De schrijver en Bauschan. Bronzen standbeeld in Gmund am Tegernsee, waar Thomas Mann in 1918 aan deze novelle werkte.

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Nikki Giovanni werd geboren op 7 juni 1943 in Knoxville, Tennessee. Zie ook alle tags voor Nikki Giovanni op dit blog.

 

Skydiving

Ik hang aan de rand
van dit universum
zing vals
praat te luid
omarm mezelf
om de val op te vangen

Ik zal tuimelen
in de diepe ruimte
nooit in deze vorm
of met dit gevoel
om terug te keren naar de aarde

Het is niet tragisch

Ik zal spiraalsgewijs
door dat zwarte gat gaan
huid ledematen verliezen
interne organen
mijn naakte ziel
verschroeien

Landen
in het volgende sterrenstelsel
met alleen mijn essentie
mezelf omarmen
terwijl

ik droom over jou

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nikki Giovanni (Knoxville, 7 juni 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e juni ook mijn blog van 6 juni 2020 en eveneens mijn blog van 6 juni 2019 en ook mijn blog van 6 juni 2015 deel 2.

Orhan Pamuk, Nikki Giovanni

De Turkse schrijver Orhan Pamuk werd geboren op 7 juni 1952 in Istanbul. Zie ook alle tags voor Orhan Pamuk op dit blog.

Uit: De nachten van de pest (Vertaald door Hanneke van der Heijden)

“Passagiers op een stoomschip dat in 1901, zwarte roetwolken uitstotend, vanuit Istanbul de zee op voer, konden nadat ze vier dagen in zuidelijke richting hadden gevaren, Rhodos gepasseerd waren en over de verraderlijke en stormachtige wateren nog een halve dag richting Alexandrië hadden gereisd, de elegante torens zien van de burcht Arkaz op het eiland Minger. Aangezien het eiland op de route van de Istanbul-Alexandriëlijn ligt, hebben tal van reizigers de mysterieuze contouren van de burcht verrukt en met bewondering kunnen aanschouwen. Kapiteins van fijnbesnaarde aard wilden de opvarenden nog wel eens aan dek roepen wanneer het schitterende panorama, door Homeros in de Ilias beschreven als ‘een groen juweel uit roze steen gehouwen’, aan de horizon verscheen, zodat de reizigers ten volle van het uitzicht op Minger konden genieten. Vele kunstschilders op weg naar de Oriënt hebben dit romantische tafereel met toevoeging van onheilspellende onweerswolken vol begeestering vereeuwigd.
Slechts een paar van die schepen deden Minger ook daadwerkelijk aan, want toentertijd waren er maar drie lijnschepen, die ieder eens per week de haven binnenvoeren: de Saghalien van de maatschappij Messageries Maritimes, met zijn typerende hoog klinkende scheepshoorn, die iedereen op het eiland kon herkennen, de Equateur, die van dezelfde maatschappij was maar een dieper geluid voortbracht, en dan nog de ranke Zeus van de Kretenzische maatschappij Pantaleon, die maar zelden en dan met korte stootjes zijn hoorn liet horen. Dus toen op 22 april 1901, de dag dat ons verhaal begint, twee uur voor middernacht een schip van buiten de dienstregeling de haven van Minger naderde, wees dat op iets ongewoons.
Het jacht met zijn ranke witte schoorsteen en zijn spitse boeg, dat het eiland onopvallend als een spionageschip vanuit het noorden naderde, bleek de Aziziye te zijn, varend onder Osmaanse vlag. Het schip vervoerde een select comité dat op bevel van sultan Abdülhamit ii op een uitzonderlijke missie was naar China. Aan de zeventien leden van dit gezelschap, geestelijken, militairen, tolken en hoge ambtenaren, getooid met fez, tulband dan wel hoed, had Abdülhamit op het laatste moment nog zijn door hem uitgehuwelijkte nichtje Pakize sultane toegevoegd, en haar kersverse echtgenoot, meneer Nuri, ook wel dokter Schoonzoon genoemd. Het gelukkige en opgetogen maar ook enigszins confuse bruidspaar had geen idee waarom ze meegestuurd werden met dit comité op weg naar China, ze hadden het er al vaak over gehad.
Pakize sultane, die net als haar oudere zusters niet erg dol was op haar oom de sultan, was er weliswaar van overtuigd dat Abdülhamit haar en haar man met louter kwalijke bedoelingen aan het comité had toegevoegd, maar de precieze reden had ze nog niet kunnen achterhalen.”

 

Orhan Pamuk (Istanbul, 7 juni 1952)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Nikki Giovanni werd geboren op 7 juni 1943 in Knoxville, Tennessee. Zie ook alle tags voor Nikki Giovanni op dit blog.

 

Wanneer ik dood ga

Wanneer ik dood ga, hoop ik dat niemand die me ooit pijn heeft gedaan, huilt
en als ze huilen, hoop ik dat hun ogen eruit vallen
en een miljoen maden die hun hersens vormden
uit de lege gaten kruipen en het vlees verslinden
dat het kwaad bedekte dat zich voordeed als een persoon
die ik waarschijnlijk geprobeerd heb
lief te hebben.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nikki Giovanni (Knoxville, 7 juni 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e juni ook mijn blog van 7 juni 2020 en eveneens mijn blog van 7 juni 2019 en ook mijn blog van 7 juni 2015 deel 2.

Thomas Mann, Steven Uhly, Nikki Giovanni

De Duitse schrijver Thomas Mann werd geboren in Lübeck op 6 juni 1875. Zie ook alle tags voor Thomas Mann op dit blog.

Uit: Doktor Faustus

„Mein Name ist Dr. phil. Serenus Zeitblom. Ich selbst beanstande die sonderbare Verzögerung dieser Kartenabgabe, aber, wie es sich trifft und fügt, der literarische Gang meiner Mitteilungen wollte mich bis zu diesem Augenblick immer nicht dazu kommen lassen. Mein Alter ist 60 Jahre, denn A.D. 1883 wurde ich, als ältestes von vier Geschwistern, zu Kaisersaschern an der Saale, Regierungsbezirk Merseburg, geboren, derselben Stadt, in der auch Leverkühn seine gesamte Schülerzeit verbrachte, weshalb ich ihre nähere Kennzeichnung vertagen kann, bis ich zu deren Beschreibung komme. Da überhaupt mein persönlicher Lebensgang sich mit dem des Meisters vielfach verschränkt, so wird es gut sein, von beiden im Zusammenhang zu berichten, um nicht dem Fehler des Vorgreifens zu verfallen, zu welchem man, wenn das Herz voll ist, ohnedies immer neigt.
Nur soviel sei hier angegeben, daß es die mäßige Höhe eines halbgelehrten Mittelstandes war, auf der ich zur Welt kam, denn mein Vater, Wolgemut Zeitblom, war Apotheker, – übrigens der bedeutendste am Platze: es gab noch ein zweites pharmazeutisches Geschäft in Kaisersaschern, das sich aber niemals des gleichen öffentlichen Vertrauens erfreute wie die Zeitblomsche Apotheke »Zu den Seligen Boten« und jederzeit einen schweren Stand gegen sie hatte. Unsere Familie zählte zu der kleinen katholischen Gemeinde der Stadt, deren Bevölkerungsmehrheit natürlich dem lutherischen Bekenntnis angehörte, und namentlich meine Mutter war eine fromme Tochter der Kirche, die ihren religiösen Pflichten gewissenhaft nachkam, während mein Vater, wahrscheinlich schon aus Zeitmangel, sich darin laxer zeigte, ohne deshalb die Gruppen-Solidarität mit seinen Kultgenossen, die ja auch ihre politische Tragweite hatte, im geringsten zu verleugnen.

 

Marie-Hélène Breillat als Marie Godeau en Jon Finch als Adrian Leverkühn in de gelijknamige film uit 1982

 

Bemerkenswert war, daß neben unserem Pfarrer, Geistl. Rat Zwilling, auch der Rabbiner der Stadt, Dr. Carlebach mit Namen, in unseren über dem Laboratorium und der Apotheke gelegenen Gasträumen verkehrte, was in protestantischen Häusern nicht leicht möglich gewesen wäre. Das bessere Aussehen war auf seiten des Mannes der römischen Kirche. Aber mein Eindruck, der hauptsächlich auf Äußerungen meines Vaters beruhen mag, ist der geblieben, daß der kleine und langbärtige, mit einem Käppchen geschmückte Talmudist seinen andersgläubigen Amtsbruder an Gelehrsamkeit und religiösem Scharfsinn weit übertraf. Es mag mit an dieser Jugenderfahrung liegen, aber auch an der spürsinnigen Aufgeschlossenheit jüdischer Kreise für das Schaffen Leverkühns, daß ich gerade in der Judenfrage und ihrer Behandlung unserem Führer und seinen Paladinen niemals voll habe zustimmen können, was nicht ohne Einfluß auf meine Resignation vom Lehramte war. Freilich haben auch Exemplare jenes Geblütes meinen Weg gekreuzt – ich brauche nur an den Privatgelehrten Breisacher in München zu denken –, auf deren verwirrend antipathisches Gepräge ich an gehörigem Ort einiges Licht zu werfen mir vornehme.“

 

Thomas Mann (6 juni 1875 – 12 augustus 1955)

 

De Duitse schrijver Steven Uhly werd geboren op 6 juni 1964 in Keulen. Zie ook alle tags voor Steven Uhly op dit blog.

Uit: Die Summe des Ganzen

„Die Pfarrkirche des Heiligen Isidro in Hortaleza, einem nordöstlichen Außenbezirk von Madrid. Padre Roque de Guzmán, 50 Jahre, mittelgroß, ein wenig untersetzt, Stirnglatze, sitzt in einem hölzernen Beichtstuhl, der viel älter ist als der eckige Neubau, in dem er steht. Es ist 17:00 Uhr, ein Mittwoch. Anfang März. Außer sonntags sitzt Padre Roque jeden Tag um dieselbe Uhrzeit in diesem Beichtstuhl und wartet auf Sünder, die kommen, um ihr Herz auszuschütten und die Absolution zu erhalten. Meistens beichten sie mindere Sünden, die mit zehn Bußgebeten und drei Vaterunser abgegolten werden können, kleinere Diebstähle, Vorteilsnahmen, hin und wieder ein Seitensprung. Der Padre ist sich sicher, dass die meisten Ehebrecher seinen Beichtstuhl meiden, weshalb er kein realistisches Bild von der Moral haben kann, die in seiner Gemeinde vorherrscht. Manchmal kommt niemand. Dann sitzt der Priester da und versucht, sich daran zu erinnern, dass er trotz allem Gottes Werk verrichtet. Um 18:30 Uhr wird er sich ins Gemeindehaus begeben, wo der Knabenchor des Viertels ihn erwartet, sein Tageshöhepunkt.
Heute scheint niemand beichten zu wollen. Es ist bereits 18:10 Uhr, zu dieser Zeit werden die üblichen Sünder nicht mehr erscheinen – er erkennt sie alle an ihren Stimmen, auch wenn viele sich einbilden, inkognito bleiben zu können, weil diese Trennwand mit dem engmaschigen Sprechgitter zwischen ihnen ist und sie ungesehen kommen und gehen können. Der Padre zuckt mit den Schultern, dann eben heute niemand.
Ein wenig schwerfällig erhebt er sich und will gerade das alte, enge Holztürchen öffnen, als er hört, wie jemand den Beichtstuhl betritt und sich setzt. Er seufzt, lässt sich erneut nieder und lehnt sich zurück. So spät sollte eigentlich niemand mit seiner Beichte beginnen, das bringt den Padre möglicherweise in die Verlegenheit, den Sünder auf das nächste Mal zu vertrösten, damit er pünktlich zu seinem Chor kommt, und dann muss er selbst zwei oder drei Bußgebete sagen, weil er so eigentlich nicht handeln sollte.
Plötzlich eine leise, gehetzt klingende Männerstimme:
»Padre, ich habe gesündigt.«
Der Padre räuspert sich leise und sagt:
»Gott, der unser Herz erleuchtet, schenke dir wahre Erkenntnis deiner Sünden und seiner Barmherzigkeit.«
Nach einer kurzen Pause erwidert die Männerstimme:
»Amen.«

»Was liegt dir auf dem Herzen, mein Sohn?«
Stille.
Der Padre hört nur, wie der Sünder auf der hölzernen Sitzbank hin und her rutscht. Er scheint nervös zu sein, nach Worten zu suchen. Vielleicht ein Ehebrecher, der bewusst nicht die Kirche seiner Heimatgemeinde aufsucht, aus Angst, trotz des Beichtgeheimnisses könne etwas nach außen dringen. So etwas kommt vor, das schlechte Gewissen macht Menschen paranoide. Eindeutig Spanier, Weißer, kein Gitano, kein Südamerikaner, allerdings ohne regionalen Einschlag, vermutlich zwischen 30 und 40 Jahre alt.“

 

Steven Uhly (Keulen, 6 juni 1964)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Nikki Giovanni werd geboren op 7 juni 1943 in Knoxville, Tennessee. Zie ook alle tags voor Nikki Giovanni op dit blog.

 

Ontvoeringsgedicht

Ooit ontvoerd
door een dichter
als ik een dichter was
zou ik je ontvoeren
je in mijn zinnen en metrums plaatsen
naar jones beach
en misschien naar coney island
of misschien gewoon naar mijn huis
je bezingen in seringen
je nat maken in de regen
je laten opgaan in het strand
om mijn visie te verdichten
fluit voor je spelen
je een ode brengen met mijn liefdeslied
allemaal om je voor me te winnen
je in rood zwart groen wikkelen
je aan mijn mama laten zien
ja, als ik een dichter was, zou ik je ont
voeren

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nikki Giovanni (Knoxville, 7 juni 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e juni ook mijn blog van 6 juni 2020 en eveneens mijn blog van 6 juni 2019 en ook mijn blog van 6 juni 2015 deel 2.

Orhan Pamuk, Nikki Giovanni

De Turkse schrijver Orhan Pamuk werd geboren op 7 juni 1952 in Istanbul. Zie ook alle tags voor Orhan Pamuk op dit blog.

Uit: Ik heet Karmozijn (Vertaald door Margreet Dorleijn en Hanneke van der Heijden)

“Na twaalf jaar kwam ik Istanbul, de stad waar ik geboren en getogen ben, binnen als een slaapwandelaar. Over stervenden zeggen ze wel dat het aardse leven trekt, maar mij trok de dood. Toen ik terugkwam in de stad dacht ik aanvankelijk dat er behalve de dood niets te vinden was; later liep ik er ook de liefde tegen het lijf. Maar liefde, dat was op dat moment, toen ik voor het eerst weer voet zette in Istanbul, net zo ver weg en vergeten als mijn herinneringen aan die stad. Twaalf jaar daarvoor was ik er verliefd geworden op mijn nichtje, toen nog een kind. Slechts vier jaar na mijn vertrek uit Istanbul, toen ik over de eindeloze steppen, door de besneeuwde bergen en in de troosteloze steden van Perzië rondzwierf, brieven vervoerde en belastingen inde, kwam ik tot de ontdekking dat ik het gezicht van mijn jonge geliefde, die in die stad was achtergebleven, langzamerhand aan het vergeten was. Ik raakte in paniek en probeerde het me uit alle macht voor de geest te halen, maar ik begreep wel dat een gezicht, al is het van iemand van wie je nog zo veel houdt, geleidelijk uit je geheugen wordt gewist als je het niet meer ziet. In het zesde jaar dat ik reizend en als secretaris in dienst van de pasja’s in het oosten doorbracht, drong het tot me door dat het gezicht dat me bijstond niet dat van mijn geliefde in Istanbul was. En ik wist ook dat ik het gelaat dat ik me in dat jaar verkeerd herinnerde later, in het achtste jaar, nogmaals vergeten was en me weer compleet anders had voorgesteld. Toen ik twaalf jaar later, op mijn zesendertigste, naar mijn stad terugkeerde, was ik me er pijnlijk van bewust dat het gezicht van mijn geliefde me intussen allang ontschoten was. In die twaalf jaar waren de meeste vrienden, familieleden en kennissen uit onze wijk gestorven. Ik ging naar de begraafplaats, die uitkeek over de Gouden Hoorn, en bad voor mijn moeder en voor mijn ooms die tijdens mijn afwezigheid overleden waren. De geur van de modderige grond vermengde zich met mijn herinneringen; iemand had aan de rand van het graf van mijn moeder een kruik gebroken, en om de een of andere reden moest ik huilen toen ik naar de scherven keek. Of het was om de doden, om het feit dat ik na zoveel jaren vreemd genoeg nog steeds aan het begin van mijn leven stond, of, precies het tegenovergestelde, omdat ik voelde dat ik aan het einde van mijn levensreis gekomen was, ik weet het niet. Het begon zacht te sneeuwen. Ik volgde, afwezig, de enkele sneeuwvlokken die door de wind werden voortgejaagd, ik was in de ongewisse loop van mijn eigen leven zo verdwaald, dat ik niet gemerkt had dat in een duister hoekje van de begraafplaats een donkere hondengestalte zat die naar me keek.”

 

Orhan Pamuk (Istanbul, 7 juni 1952)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Nikki Giovanni werd geboren op 7 juni 1943 in Knoxville, Tennessee. Zie ook alle tags voor Nikki Giovanni op dit blog.

 

Egotrippen (er kan een reden zijn waarom)

Ik ben geboren in congo
Ik liep naar de vruchtbare halve maan en bouwde
….de sfinx
Ik ontwierp een piramide zo sterk dat een ster
….die slechts om de honderd jaar gloeit
….naar het centrum valt en goddelijk perfect licht geeft
ik ben slecht

Ik zat op de troon
….en dronk nectar met allah
Ik kreeg het warm en stuurde een ijstijd naar Europa
….om mijn dorst te lessen
Mijn oudste dochter is nefertiti
….de tranen van mijn bevallingspijnen
….schiepen de nijl
Ik ben een mooie vrouw

Ik staarde naar het bos en brandde
….de Sahara woestijn uit
….met een pakje geitenvlees
….en een verandering van kleding
Ik ging er in twee uur doorheen
Ik ben een gazelle zo snel
….zo snel dat je me niet kunt vangen

….Voor een verjaardagscadeau heb mijn zoon Hannibal
toen hij drie werd een olifant gegeven
….Hij gaf me Rome voor moederdag
Mijn kracht stroomt altijd door

Mijn zoon Noah bouwde nieuw/ark en
Ik stond trots aan het roer
….terwijl we zeilden op een zachte zomerdag
Ik veranderde mezelf in mezelf en was
….jezus
….mannen zingen mijn liefdevolle naam
….Allemaal lofzangen Allemaal lofzangen
Ik ben degene die zou redden

Ik zaaide diamanten in mijn achtertuin
Mijn darmen leveren uranium
….de vijlsels van mijn vingernagels zijn
….halfedelstenen juwelen
….Op reis naar het noorden
werd ik verkouden en snoot
mijn neus en schonk olie aan de Arabische wereld
Ik ben zo hip dat zelfs mijn fouten correct zijn
Ik zeilde naar het westen om het oosten te bereiken en moest
….de aarde rond toen ik ging
….Het haar van mijn hoofd werd dunner en er werd goud gelegd
….dwars over drie continenten

Ik ben zo perfect, zo goddelijk, zo etherisch, zo surrealistisch
Ik kan niet worden begrepen
….behalve met mijn toestemming

Ik bedoel . . . Ik . . . kan vliegen
….als een vogel in de lucht. . .

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nikki Giovanni (Knoxville, 7 juni 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e juni ook mijn blog van 7 juni 2020 en eveneens mijn blog van 7 juni 2019 en ook mijn blog van 7 juni 2015 deel 2.

Maria (Jacobus Revius), Thomas Mann, Nikki Giovanni

 

Bij het feest van Maria, Moeder van de Kerk

Prettige Pinksterdagen!

 

Maria omringd door de apostelen tijdens het “Pinksterwonder”, Meester van het Heilige Altaar van Salem, eind 15e eeuw

 

Maria

Gezegend is de maagd de kroon van alle maagden,
De tempel van Gods Zoon en wezenlijke kracht,
De schone dageraad waardoor ons nu toe-lacht
De Zonne waar zo dik de Vaderen naar vraagden.

Gelukkig, meer als die die ooit de Heer behaagden,
De zuster van haar kind, de dochter van haar dracht,
De bruid van die ze zelf ter wereld heeft gebracht
In wiens ontvangenis beid’ aard’ en hemel waagden.

Wel zalig zijn voorwaar haar ongeraakte borsten
Waarnaar de bronne zelf des levens plach te dorsten:
Wel zalig is de schoot daarin hij heeft gerust:

Maar zalig bovenal zijn zulke die haar leven
(Gelijk Maria dee) tot zijne dienst begeven
En hebben in zijn woord haar hertelijke lust.

 

Jacobus Revius (november 1586 – 15 november 1658)
De Lebuinuskerk in Deventer, de geboorteplaats van Jacobus Revius

 

De Duitse schrijver Thomas Mann werd geboren in Lübeck op 6 juni 1875. Zie ook alle tags voor Thomas Mann op dit blog.

Uit: Joseph und seine Brüder

„In Wirklichkeit war das Gemüt des Mondwanderers auf keine Weise geschaffen, politische Verheißungen zu empfangen oder hervorzubringen. Nichts beweist, daß er das Amurruland auch nur von vornherein als zukünftiges Gebiet seines Wirkens ins Auge gefaßt habe, als er die Heimat verließ; ja, der Umstand, daß er versuchsweise auch das Land der Gräber und der stutznäsigen Löwenjungfrau erwanderte, scheint das Gegenteil zu beweisen. Wenn er aber des Nimrods großmächtiges Staatswesen im Rücken ließ und auch das hochangesehene Reich des Oasenkönigs mit der Doppelkrone sogleich wieder mied, um ins Westland zurückzukehren, das heißt in ein Land, dessen zersplittertes Staatsleben es zu politischer Ohnmacht und Abhängigkeit hoffnungslos bestimmte, so zeugt dies für nichts weniger als für seinen Geschmack an imperialer Größe und seine Anlage zur politischen Vision. Was ihn in Bewegung gesetzt hatte, war geistliche Unruhe, war Gottesnot gewesen, und wenn ihm Verkündigungen zuteil wurden, woran gar kein Zweifel statthaft ist, so bezogen sich diese auf die Ausstrahlungen seines neuartig-persönlichen Gotteserlebnisses, dem Teilnahme und Anhängerschaft zu werben er ja von Anbeginn bemüht gewesen war. Er litt, und indem er das Maß seiner inneren Unbequemlichkeit mit dem der großen Mehrzahl verglich, schloß er daraus auf seines Leidens Zukunftsträchtigkeit. Nicht umsonst, so vernahm er von dem neuerschauten Gott, soll deine Qual und Unrast gewesen sein: Sie wird viele Seelen befruchten, wird Proselyten zeugen, zahlreich wie der Sand am Meer, und den Anstoß geben zu Lebensweitläufigkeiten, die keimweise in ihr beschlossen sind, – mit einem Worte, du sollst ein Segen sein. Ein Segen?

Jozef wordt door zijn broers herkend door Baron François Pascal Simon Gérard, 1789

Es ist unwahrscheinlich, daß mit diesem Wort der Sinn desjenigen richtig wiedergegeben ist, das zu ihm im Gesicht geschah und das seiner Lebensstimmung, der Empfindung seiner selbst entsprach. In dem Worte »Segen« liegt eine Wertung, die man fernhalten sollte von Bezeichnungen des Wesens und der Wirkung von Männern seiner Art: von Männern also der inneren Unbequemlichkeit und der Wanderung, deren neuartige Gotteserfahrung die Zukunft zu prägen bestimmt ist. Einen reinen und unzweifelhaften »Segen« bedeutet das Leben solcher Männer selten oder nie, mit denen eine Geschichte beginnt, und nicht dies ist es, was ihr Selbstgefühl ihnen zuflüstert. »Und sollst ein Schicksal sein« – das ist die reinere und richtigere Übersetzung des Verheißungswortes, in welcher Sprache es immer möge gesprochen worden sein; und ob dies Schicksal einen Segen bedeuten möge oder nicht, ist eine Frage, deren Zweitrangigkeit aus der Tatsache erhellt, daß sie immer und ohne Ausnahme verschieden wird beantwortet werden können, obgleich sie natürlich mit Ja beantwortet wurde von der auf physischem und geistigem Wege wachsenden Gemeinschaft derer, die in dem Gotte, welcher den Mann von Ur aus Chaldäa geführt, den wahren Baal und Addu des Kreislaufs erkannten und auf deren Zusammenhang Joseph sein eigenes geistiges und körperliches Dasein zurückführte.“

 

Thomas Mann (6 juni 1875 – 12 augustus 1955)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Nikki Giovanni werd geboren op 7 juni 1943 in Knoxville, Tennessee. Zie ook alle tags voor Nikki Giovanni op dit blog.

 

Nikki-Rosa

jeugdherinneringen zijn altijd vervelend
als je zwart bent
je herinnert je altijd dingen zoals wonen in Woodlawn
zonder toilet binnenshuis
en als je beroemd wordt of zo
praten ze nooit over hoe blij je was om
je moeder
helemaal voor jezelf te hebben en
hoe goed het water voelde toen je in bad ging
in van een van die
grote kuipen waar mensen in Chicago in barbecueën
en op de een of andere manier als je over thuis praat
komt nooit over hoe goed je
hun gevoelens begreep

terwijl de hele familie bijeenkomsten over Hollydale bijwoonde
en hoewel je het je herinnert
begrijpen je biografen nooit
de pijn van je vader wanneer hij zijn aandelen verkoopt
en er weer een droom verloren gaat
En hoewel je arm bent, is het geen armoede die
je stoort
en hoewel ze veel vochten
is het niet het drinken van je vader dat het verschil maakt
maar alleen dat iedereen samen is en jij
en je zus fijne verjaardagen hebben en heel goede
kerstdagen

en ik hoop echt dat geen enkele blanke ooit een reden heeft
om over mij te schrijven
omdat ze nooit begrijpen
dat Zwarte liefde Zwarte rijkdom is en zij zullen
waarschijnlijk praten over mijn moeilijke jeugd
en nooit begrijpen dat
ik al die tijd best gelukkig was

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nikki Giovanni (Knoxville, 7 juni 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e juni ook mijn blog van 6 juni 2020 en eveneens mijn blog van 6 juni 2019 en ook mijn blog van 6 juni 2015 deel 2.

Dolce far niente, Marge Piercy, Louis Couperus, Nikki Giovanni

 

Dolce far niente

 

Gorse and Wild Roses, Sannox door Nancy Turnbull, z.j.

 

More Than Enough

The first lily of June opens its red mouth.
All over the sand road where we walk
multiflora rose climbs trees cascading
white or pink blossoms, simple, intense
the scene drifting like colored mist.

The arrowhead is spreading its creamy
clumps of flower and the blackberries
are blooming in the thickets. Season of
joy for the bee. The green will never
again be so green, so purely and lushly

new, grass lifting its wheaty seedheads
into the wind. Rich fresh wine
of June, we stagger into you smeared
with pollen, overcome as the turtle
laying her eggs in roadside sand.

 

Marge Piercy (Detroit, 31 maart 1936)
Zomers tafereel in Detroit

 

De Nederlandse schrijver Louis Couperus werd op 10 juni 1863 geboren in Den Haag. Zie ook alle tags voor Louis Couperus op dit blog.

Uit De lof der luiheid

“Maar slapen is het onbewuste! Wat ik wil, is bewust te rusten, bewust rustig te zijn, lui te zijn zonder geheimzinnige, pijnlijke zenuwwroeging; lang, als Orlando, lui te kunnen neêrliggen, zonder dadelijk te denken: ja, nu rust ik…. maar wat zal ik straks doen?
Wat ik heerlijk vind, is wakker te worden en dan nog lang na te liggen. Maar meestal word ik te laat wakker, als dezen morgen, en klopt Salvatore en komt met scheerwater binnen, en zegt:
– De signore is al naar zee, en heeft gevraagd of de signorino ook gauw kwam, zoodra hij wakker was. De signore heeft den signorino niet wakker willen maken.
De signorino, dat ben ik. Hoewel ik ouder ben dan Orlando, blijf ik voor de bedienden, de signorino. Let wel, dat ze nooit Orlando den signorino hebben genoemd – misschien, toen zijn vader nog leefde. Maar ik heb dien tijd nooit gekend. Ik ben echter dadelijk de signorino geweest en zal dien blijven, al wordt ik zestig jaar. Nu is het ook om verschil te maken, dat zij mij zoo noemen, en dan ook nog uit sympathie. Het woord beteekent zoo wel meneertje als jongenheer.
Orlando heeft gevraagd of ik dadelijk kwam, maar daar ik scheerwater heb gekregen, scheer ik mij even. Dat is het eenige toilet, dat ik maak. In pyama haast ik naar buiten, de brokkelsteenen trap af, naar de zee, langs agave en cypres. De morgen is nog koel, al heb ik ook de eerste parelen frischheid voorbij laten gaan.
Daar zie ik Orlando! Hij zwemt al. Hij zwemt met de rustige gratie, waarmeê hij alles doet, geheel naakt: dit is zijn strand, niemand stoort hem hier. Zoo als hij zwemt, is het als of hij, zwemmende, rust; als of hij zwemmende lui is. Of het hem nooit vermoeien zal, of het zijn natuur is te zwemmen: zóo zijn armen te bewegen en beenen, is hem nauwlijks krachtinspanning, schijnt het, – is even kalm wat spelen in het water. Als ik de lof der luiheid wil zingen, moet ik een indruk geven kunnen van het zwemmen van Orlando. Het is niet zwemmen: het is harmonisch zich in het water bewegen, met de beweging vereischt aan dat element. Als ik flaneer langs de straat, kan ik wel tegelijkertijd lui zijn, niet waar? Nu, zoo flaneert Orlando al zwemmende.
O, zoo zal ik nooit zwemmen. Nu ben ik naakt in de zee geloopen, maar ik spat, ik plas, ik sla met mijn armen, ik trap met mijn beenen, ik proest. Dat alles vermoeit, na een pooze. Toch heb ik Orlando bereikt, en wij drijven naast elkaar, op den rug. Ik kijk in den hemel, en voel mij, naast hem, kalm worden.”

 

Louis Couperus (10 juni 1863 – 16 juli 1923)
Standbeeld op het Lange Voorhout in Den Haag.

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Nikki Giovanni werd geboren op 7 juni 1943 in Knoxville, Tennessee. Zie ook alle tags voor Nikki Giovanni op dit blog.

 

Knoxville Tennessee

Van de zomer hou ik altijd
Het meest
Je kunt verse maïs eten
Uit papa’s tuin
En okra
En groenten
En kool
En veel
Barbecue
En karnemelk
En zelfgemaakt ijs
Bij de picknick van de kerk
En luisteren naar
Gospelmuziek
Buiten
Op de wijdingsdag
Van de kerk
En naar de bergen gaan met
Je grootmoeder
En op blote voeten lopen
En het warm hebben
Altijd
Niet alleen als je naar bed gaat
En slaapt

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nikki Giovanni (Knoxville, 7 juni 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e juni ook mijn blog van 10 juni 2020 en eveneens blog van 10 juni 2019 deel 1 en eveneens deel 2.

Orhan Pamuk, Nikki Giovanni

De Turkse schrijver Orhan Pamuk werd geboren op 7 juni 1952 in Istanbul. Zie ook alle tags voor Orhan Pamuk op dit blog.

Uit: De vrouw met het rode haar (Vertaald door Hanneke van der Heijden)

“Niet drie maar vijf volle dagen later kwam meneer Hayri met zijn kleine vrachtwagen langs. Hij wist dat we nog steeds geen water hadden gevonden, maar hij deed alsof het hem niet uitmaakte. Hij had ook zijn vrouw meegenomen en zijn zoon, die een paar jaar jonger was dan ik. Wandelend over het terrein liet hij ze zien waar de werkplaatsen voor het verven en wassen van textiel zouden komen als er eenmaal water gevonden was. Kijkend op de tekeningen en de afstanden met zijn passen metend wees hij vervolgens de plek aan waar de toekomstige opslagloods zou komen, waar het directiekantoor en waar de kantine voor het personeel. Zijn zoon stond met nieuwe voetbalschoenen aan zijn voeten en onder zijn arm de plastic voetbal die hij uit de wagen had gehaald, naar zijn vader te luisteren.
Wat later trapten vader en zoon in een hoek van het terrein een balletje, met een paar stenen hadden ze de plaats van een doel gemarkeerd, nu namen ze om de beurt strafschoppen. De moeder spreidde onder mijn walnotenboom een kleed uit en begon daarop het voedsel uit te stallen dat ze in een mand had meegebracht. Ze stuurde Ali naar ons om te zeggen dat we allemaal voor het middageten werden verwacht, wat mijn baas een ongemakkelijk gevoel gaf. Hij besefte dat deze pontificale en onnodige picknick de plechtigheid was die meneer Hayri eerder bedacht had om te vieren dat er water was. Meneer Hayri had duidelijk veel over die dag gefantaseerd. Mijn baas kwam met tegenzin met ons mee, ging aan de rand van het kleed zitten en nam van ieder gerecht, de hardgekookte eieren, de tomatensalade met ui, de gevulde pastei, één klein hapje.
Na het eten ging de zoon van meneer Hayri naast zijn moeder liggen en viel in slaap. De dikke, sterke en goedlachse vrouw stak een sigaret op en las de krant Goedemorgen, het krantenpapier ritselde in de wind.
Ik zag dat mijn baas meneer Hayri nog eens meenam naar de plek waar wij het zand stortten, en liep naar hen toe. Al die tijd is er geen water in de put gekomen, stond op het droeve gezicht van de eigenaar van het terrein te lezen, op korte termijn zal dat ook niet gebeuren, misschien komt dat water wel nooit.
‘Meneer Hayri, met permissie, geef ons nog drie dagen…’ zei mijn baas.
Hij had het heel deemoedig en zachtjes gezegd. Ik geneerde me er getuige van te zijn dat mijn baas in deze situatie was beland, ik werd kwaad op meneer Hayri. De textielondernemer liep terug naar de walnotenboom, overlegde even met zijn vrouw en zoon en kwam toen terug.”

 

Orhan Pamuk (Istanbul, 7 juni 1952)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Nikki Giovanni werd geboren op 7 juni 1943 in Knoxville, Tennessee. Zie ook alle tags voor Nikki Giovanni op dit blog.

 

De wetten van beweging

(voor Harlem Magic)

De wetten van de wetenschap leren ons dat een pond goud evenveel weegt als
als een pond meel maar dat als je het in de natuurlijke staat
van een onbepaalde hoogte laat vallen het ene
de bodem zou bereiken en het andere zou wegwaaien

Bewegingswetten vertellen ons dat je een inert object moeilijker kunt
voortstuwen dan dat je een object, dat in de verkeerde richting gaat,
kunt laten omkeren. Beweging is energie – traagheid – apathie.
Apathie staat gelijk aan vijandigheid. Vijandigheid – geweld. Geweld,
zijnde energie, is zijn eigen deugd. Bewegingswetten leren ons dat

Zwarte mensen niet minder in de war zijn vanwege onze
Zwartheid dan wij verstrooid zijn vanwege onze
machteloosheid. De mens, zo wordt ons verteld, is het enige dier dat
lacht met zijn lippen. De ogen zijn echter de spiegel van
de ziel

Het probleem met liefde is niet wat we voelen, maar wat we
hadden willen voelen toen we begonnen te voelen dat we iets zouden moeten
voelen. Net zoals publiciteit geen productie is: verleiding
is niet verleidelijk

Als ik een wens mocht doen, zou ik alle kennis van de wereld
wensen. Zwart is misschien mooi zegt Professor Micheau,
maar kennis is macht. Elk gewenst object werd
gekocht en verkocht – elk verwaarloosd object daalt in waarde.
Het is tegen de aard van de mens om in een van beide categorieën te zitten

Als wit Zwart definieert en goed het kwaad definieert, dan definiëren
mannen vrouwen of definiëren vrouwen wetenschappelijk gesproken
mannen. Als zoet het tegenovergestelde is van zuur en hitte de
afwezigheid van kou dan is liefde de tegenstelling van pijn en
schoonheid is in het oog van de toeschouwer.

Soms wil ik je aanraken en aangeraakt worden
op mijn beurt. Maar jij denkt dat ik naar je grijp en ik denk dat jij
me ontwijkt en mama zei altijd om uit te kijken voor mannen zoals jij

Dus ik ga de straat op met mijn lippen rood geverfd en mijn
ogen zorgvuldig afgeschermd om de wereld te verleiden mijn onwillige
minnaar

En jij zoekt met een goed gevoel het gezelschap van je mannen op
doet je voor als een man omdat je weet dat zolang je heel
heel stil zit de bewegingswetten van kracht zullen zijn

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nikki Giovanni (Knoxville, 7 juni 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e juni ook mijn blog van 7 juni 2020 en eveneens mijn blog van 7 juni 2019 en ook mijn blog van 7 juni 2015 deel 2.

Thomas Mann, Nikki Giovanni

De Duitse schrijver Thomas Mann werd geboren in Lübeck op 6 juni 1875. Zie ook alle tags voor Thomas Mann op dit blog.

Uit: Der Tod in Venedig

„Ob er nun aus dem Innern der Halle durch das bronzene Tor hervorgetreten oder von außen unversehens heran und hinauf gelangt war, blieb ungewiß. Aschenbach, ohne sich sonderlich in die Frage zu vertiefen, neigte zur ersteren Annahme. Mäßig hochgewachsen, mager, bartlos und auffallend stumpfnäsig, gehörte der Mann zum rothaarigen Typ und besaß dessen milchige und sommersprossige Haut. Offenbar war er durchaus nicht bajuwarischen Schlages: wie denn wenigstens der breit und gerade gerandete Basthut, der ihm den Kopf bedeckte, seinem Aussehen ein Gepräge des Fremdländischen und Weitherkommenden verlieh. Freilich trug er dazu den landesüblichen Rucksack um die Schultern geschnallt, einen gelblichen Gurtanzug aus Lodenstoff, wie es schien, einen grauen Wetterkragen über dem linken Unterarm, den er in die Weiche gestützt hielt, und in der Rechten einen mit eiserner Spitze versehenen Stock, welchen er schräg gegen den Boden stemmte und auf dessen Krücke er, bei gekreuzten Füßen, die Hüfte lehnte. Erhobenen Hauptes, so daß an seinem hager dem losen Sporthemd entwachsenden Halse der Adamsapfel stark und nackt hervortrat, blickte er mit farblosen, rot bewimperten Augen, zwischen denen, sonderbar genug zu seiner kurz aufgeworfenen Nase passend, zwei senkrechte, energische Furchen standen, scharf spähend ins Weite. So – und vielleicht trug sein erhöhter und erhöhender Standort zu diesem Eindruck bei – hatte seine Haltung etwas herrisch Überschauendes, Kühnes oder selbst Wildes; denn sei es, daß er, geblendet, gegen die untergehende Sonne grimassierte oder daß es sich um eine dauernde physiognomische Entstellung handelte: seine Lippen schienen zu kurz, sie waren völlig von den Zähnen zurückgezogen, dergestalt, daß diese, bis zum Zahnfleisch bloßgelegt, weiß und lang dazwischen hervorbleckten.
Wohl möglich, daß Aschenbach es bei seiner halb zerstreuten, halb inquisitiven Musterung des Fremden an Rücksicht hatte fehlen lassen; denn plötzlich ward er gewahr, daß jener seinen Blick erwiderte und zwar so kriegerisch, so gerade ins Auge hinein, so offenkundig gesonnen, die Sache aufs Äußerste zu treiben und den Blick des andern zum Abzug zu zwingen, daß Aschenbach, peinlich berührt, sich abwandte und einen Gang die Zäune entlang begann, mit dem beiläufigen Entschluß, des Menschen nicht weiter achtzuhaben. Er hatte ihn in der nächsten Minute vergessen. Mochte nun aber das Wandererhafte in der Erscheinung des Fremden auf seine Einbildungskraft gewirkt haben oder sonst irgendein physischer oder seelischer Einfluß im Spiele sein: eine seltsame Ausweitung seines Innern ward ihm ganz überraschend bewußt, eine Art schweifender Unruhe, ein jugendlich durstiges Verlangen in die Ferne, ein Gefühl, so lebhaft, so neu oder doch so längst entwöhnt und verlernt, daß er, die Hände auf dem Rücken und den Blick am Boden, gefesselt stehen blieb, um die Empfindung auf Wesen und Ziel zu prüfen.“

 

Thomas Mann (6 juni 1875 – 12 augustus 1955)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Nikki Giovanni werd geboren op 7 juni 1943 in Knoxville, Tennessee. Zie ook alle tags voor Nikki Giovanni op dit blog.

 

Suikerspin op een regenachtige dag

Nu niet kijken
ik vervaag langzaam
in het grijs van mijn ochtenden
Of het blauw van elke nacht
Komt het doordat mijn nagels
blijven breken
Of misschien door de likdoorn
op mijn tweede kleine teen
Er ploffen steeds dingen open
op mijn gezicht of uit mijn leven
Het lijkt niet uit te maken wat
ik ook probeer ik word moeilijker
te houden
Ik ben geen gemakkelijke vrouw
om te willen
Ze hebben gevraagd
aan de psychiaters. . . psychologen. . .
politici en maatschappelijk werkers
waar dit decennium om bekend
zal staan.
Het lijdt geen twijfel . . . het is
eenzaamheid

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nikki Giovanni (Knoxville, 7 juni 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e juni ook mijn blog van 6 juni 2020 en eveneens mijn blog van 6 juni 2019 en ook mijn blog van 6 juni 2015 deel 2.

Louis Couperus, Nikki Giovanni

De Nederlandse schrijver Louis Couperus werd op 10 juni 1863 geboren in Den Haag. Zie ook alle tags voor Louis Couperus op dit blog.

Uit: Van oude menschen, de dingen, die voorbijgaan…

“- Het huis is te klein, vooral als je gauw met een familie begint, zei mama, en toch dacht zij:
– Blijven wij samen, dan verlies ik Lot niet heelemaal, maar ik zal nooit met een schoondochter overweg kunnen – vooral niet als er kinderen komen.
– Een familie?
– Kinderen…
– Kinderen?
– Ja… dat komt toch wel voor.
– De familie heeft al lang genoeg geduurd. Ik denk niet gauw met kinderen te beginnen.
– En als je vrouw jou niet bij zich heeft, wat heeft ze dan, als ze geen kinderen heeft? Het is waar, jullie zijn beiden zoo knap… Ik ben maar een domme vrouw; mijn kinderen hebben me dikwijls getroost…
– Als u ze bederven kon…
– Dat hoef jij me niet te verwijten.
– Ik verwijt u niets.
– Samen wonen, Lot, zei mama Ottilie treurigjes, met een opslag van de blauwe kind-oogen, met de vleistem van een kind. Ik zoû wel willen, als Elly wil, en wat gemakkelijk belooft te zijn. Ik zal me heel eenzaam voelen zonder jou. Maar als er bezwaren waren, dan zoû ik eens kunnen gaan naar Engeland. Daar heb ik toch ook mijn twee jongens. En Mary komt dit jaar uit Indië terug.
Lot fronste de brauwen, en voelde aan zijn blond haar: het zat heel netjes, met een scheiding.
– Of ik zoû anders… Ottilie eens in Nice kunnen gaan opzoeken.
– Neen mama! zei Lot, bijna driftig.
– Waarom niet? riep mevrouw Steyn de Weert heftiger. Ze is toch mijn kind?
– Ja… gaf Lot toe, al weêr kalmer. Maar…
– Wat dan? Ze is toch mijn kind?
– Maar het is heel onverstandig als u naar Ottilie toe gaat.
– Al hebben we wel eens gekibbeld…
– Het is onmogelijk; u kan niet met haar overweg. Als u naar haar toegaat, trouw ik niet. Trouwens, Steyn heeft toch ook meê te praten!
– Ik hoû zoo van Nice, zei mevrouw Steyn de Weert, en hare kindstem klaagde bijna. De winters zijn er zoo heerlijk… Maar het is misschien wel moeilijk voor me… er heen te gaan… omdat Ottilie zoo doet… Als het kan, woon ik ook liever met jou, Lot. Als Elly maar wil… Misschien een beetje een grooter huis…? Zouden we dat kunnen betalen? Alleen met Steyn blijven doe ik niet. Dat staat vast. Dàt staat vast.”

 

Louis Couperus (10 juni 1863 – 16 juli 1923)
Borstbeeld in Den Haag.

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Nikki Giovanni werd geboren op 7 juni 1943 in Knoxville, Tennessee. Zie ook alle tags voor Nikki Giovanni op dit blog.

Skydiven

Ik hang aan de rand
van dit universum
zing vals
praat te hard
omarm mezelf
om de val op te vangen

Ik zal vallen
in het diepe heelal
om nooit in deze vorm
of met dit gevoel
terug te keren naar de aarde

Het is niet tragisch

Ik zal spiraalvormig
door dat zwarte gat gaan
huid ledematen verliezen
terwijl interne organen
mijn naakte ziel
schroeien

Landen
in de volgende Melkweg
met alleen mijn essentie
mezelf omarmen
als

ik droom over jou

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nikki Giovanni (Knoxville, 7 juni 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e juni ook mijn blog van 10 juni 2019 deel 1 en eveneens deel 2.