Charles Reznikoff, Rita Dove

De Amerikaanse dichter Charles Reznikoff werd op 30 augustus 1894 in New York geboren. Zie ook alle tags voor Charles Reznikoff op dit blog.

 

Spain: Anno 1492

Torquemada. Now that Castile and Aragon in holy wedlock
are Spain,
and the last city of the Moors in Spain is Spanish
except for Moor and Jew—
about every crucifix in every market-place
and in the court itself the Jews!—
as seven centuries of Christian valor, Christian piety
triumph
stay not your hand;
Spain of the knights,
one in fealty to your majesties,
become one in faith,
Spain of the saints!
Like the sun,
rising as our Savior from His tomb into the brilliant sky
blaze
until the clouds that still obscure the light
are drawn into His brightness
and earth is brilliant as the sky is bright.
Spain newly united
still divided—
as the season of cold is the season of darkness
in the spring of our rejoicing that the Moor is gone from Spain,
the Jew go too!
But if the Spaniard speaks,
I speak no less a Christian:
throw away the curse, you Jews,
of fifteen hundred years;
stay and prosper
and Church and Heaven prosper,
in our nets a goodly catch.
Think not that we want aught of you
but your souls;
your money and your jewels—
all your trash—
keep if you stay and are Christian,
take if you are Jews and go;
we ask of you nothing but your Judaism
which has brought you so much misery
and will bring each of you—
the youngest and the gentlest—
to the flames of Hell
and the worm that dies not.
We give you,
miserable sinners,
the waters of
Paradise;
we give you the blessings of the saints,
the blessings of Mary, the blessed mother of Christ,
and the blessings of our Lord Jesus.
Isabella. There is a sweet reasonableness in the words of our
prior;
it is Saint Dominic who speaks to us
through his Dominican or Saint James himself.
Abrabanel. No noble in your court, your majesties,
proud of his forefather, conquering Goth or Visigoth or Vandal,
is of an older Spanish line than we—
Jews in Iberia before the Romans came.
No noble boasting his service
boasts of more than that Jew who through a thousand shoals
and reefs
piloted Aragon to Castile—your marriage and Spain’s glory.
The rest of us, many tens of thousands,
serve you humbly
in smithy, field or vineyard, soldiers or physicians,
as we have served in Spain two thousand years,
Spaniards, true to your majesties
as we are to the God of Israel—and of Spain,
unlike the others only in our faith
for which, if we must answer,
we shall answer to our God.
Torquemada. Since all we do,
and each word spoken, if only in our hearts,
must be in worship—
not a leaf falls slowly but in His service—
to be unlike us in our faith
is to be unlike in everything.
True, you Jews must answer to your God,
and in the flames and burning ice of Hell forever
you shall answer;
but we too, priests, bishops, queen and king,
must answer for you:
farmer or captain answers;
shall we be less answerable for souls?
Abrabanel. You do not honor your God
by bringing Him captives,
like a mere emperor
who must have retainers and retinue,
serfs and forced labor;
the loadstone
without visible motion
draws to itself every particle of iron;
the sword—even though a winged angel swings it—
served only
to drive Adam from his paradise.
Your fingers stiff with rings and jewels,
you dishonor your faith, your majesties, by cruelty,
give it whatever noble name you will
as princes make a rogue knight or lord.
Will thieves and pirates be gentler with us
than your constables and soldiers?—
your majesties will hear of many
ripped up for the jewels it will be said they swallowed;
many left by sailors to die on reefs and sandbars
for a smock or a pair of hose; many dead of plague
or found like birds in winter
dead in the fields about towns or like fish upon a beach;
many will die as slaves at work
beasts would be fitter for but costlier,
who have written a page of Castilian
or handled a Toledo blade with the best.
And yet the weak has each his strength,
Spain of Spaniard, Basque, and Catalonian, Moor and Gypsy,
else all beasts were tigers,

all fish sharks,
and only giants left;
the stricken remember—
as wounds and scars last longer than the blow—
and if drops of water wear channels in the rock
on which the earth itself is,
in the action of centuries
how powerful are tears.
Would you have our religion
like our clothes—for comfort and the eyes of men,
put off at night,
and we left lying naked in the darkness?
The body is like roots stretching down into the earth—
forcing still a way over stones and under rock, through sand,
sucking nourishment in darkness,
bearing the tread of man and beast,
and of the earth forever;
but the spirit—
twigs and leaves
spreading
through sunshine
or the luminous darkness
of twilight, evening, night, and dawn,
moving
in every wind of heaven
and turning
to whatever corner of the sky is brightest,
compelled by nothing stronger than the light;
the body is like earth,
the spirit like water
without which earth is sand
and which must be free or stagnant;
or if the body is as water,
the spirit is like air
that must have doors and windows
or else is stuffy and unbreathable—
or like the fire
of which sun and stars have been compounded,
which Joshua could command but for an hour.
Isabella. If our eye offends us,
pluck it out!
Even so, we will sweep away the Jews
from every town and hamlet, field and corner of our dominion,
though they are the sands for number.
Go and begone—but stay as Christians;
come and be dear to us,
as the Prodigal!
Abrabanel. We Jews have been accused of love of wealth,
but not for all our wealth in Spain,
fields and vineyards, houses of timber and houses of stone
that we must leave,
and all the wealth that will be stolen from us,
will we stay;
we Jews have been accused of arrogance,
but not for all the dignities that we must leave,
our offices and honors
in this, the proudest court of Christendom,
will we stay;
we Jews have been accused of love of life,

delighting in the flesh,
but though we shall die along a thousand roads
we will not stay—
striking roots
somewhere
to flourish
as we flourished,
giving shade and fruit.

 

Charles Reznikoff (30 augustus 1894 – 22 januari 1976)

 

De Amerikaanse schrijfster en dichteres Rita Frances Dove werd geboren op 28 augustus 1952 in Akron, Ohio. Zie ook alle tags voor Rita Dove op dit blog.

 

De voorjaarskrekel overdenkt de kwestie van de zwarte mens

Ik speelde mijn wijsjes helemaal alleen;
Ik kende niemand anders
die met me mee kon spelen.

Zeker, de wijsjes waren droevig –
maar ook mooi en kwamen pas
als de dag ten einde liep: je weet

hoe de hemel soms haar laatste
heldere sliertjes achterhoudt? Dan
woekerde de pijn van binnen

tot ik niet kon wachten; ik knielde neer
om mezelf schoon te schrapen,
wat iedereen mocht horen.

Toen kwam het schreeuwen en fluiten
het in potten stoppen, wild geklauter.
Nu waren er anderen: gevallen,

bedrukt. Ik kende hun namen niet.
We waren een muzieklantaarn;
kinderen sliepen op onze raspende zuchten.

En als nu en dan een van ons
zich losrukte en zong terwijl hij
naar de rand klom, viel hij steevast

weer neer. Waarop zij lachten
en in hun handen klapten. Toen wisten we
ten minste wat ze fijn vonden,

en waar de grens lag.

 

Vertaald door Jabik Veenbaas

 

Rita Dove (Akron, 28 augustus 1952)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e augustus ook mijn blog van 30 augustus 2023 en ook mijn blog van 30 augustus 2019 en ook mijn blog van 30 augustus 2017 en ook mijn blog van 30 augustus 2016.

Elma van Haren, Rita Dove

De Nederlandse dichteres en beeldend kunstenares Elma van Haren werd geboren in Roosendaal op 29 augustus 1954. Zie ook alle tags voor Elma van Haren op dit blog.

 

Koudvuur

Gisteren brak men ijzer met handen.
Gisteren baarde een vulkaan een zwart
korstig eiland voor de kust van Japan.
(Later verdween dat onder water, maar
steen wordt toch niet week.)

Hopelijk gaat vandaag over brood
inplaats van over gisteren.

Met zijn zachte witte binnenkant
ligt het brood naar buiten gekeerd.

Wij zouden onze vingertoppen
moeten aanraken tussen elkaars dijen

in plaats van dat wij ons schaven
in ons eigen gezicht
en een traliewerk leggen

op de huid.
Vandaag

lassen ze tralies voor de ramen
tegen inbraak.
In welk vuur
mag je nu eens wel
openlijk kijken?

 

Mores

I
Onder het spervuur van de eksters
blijft dit een dun bezwaluwde stad
met een dof zomers luchtruim.

In het kielzog van hun geschetter zoek ik naar de schat.
Voor morgen wil ik niet meer zelf betalen.
Dan maar geen morgen.
Mij best!

Ik heb me al veel in morgens geoefend.
Nu speel ik die etudes vlekkeloos.
Dan is het geen oefenstuk meer,
niet waar?

Gisteren b.v. op tijd ontsnapt aan een indiaas restaurant
met van die heerlijke lamskerrie…
Op de trap snel omgedraaid, zodat ik
die 4200 seconden vol
van tevoren voorspelbaar gedrag
weer teruggaf aan mezelf.

En morgen of geen morgen,
deze nacht heb ik er met droom en al
gratis uitgesleept!

II
We schoten woorden tekort:
de vroegboekkorting
de wankelmotor
de vrieskou in Poznan
het roof-coördinatieteam
de nieuwste omsnoeringstechnieken
de smaakevolutie en
let wel!
de kosovaakse man van Nicole –
Er moet iets deelbaar zijn bij zoveel gemeenschappelijks,
maar hoe heet het?

Waarom al die woorden?
Bedenk,
dat als je je hele leven houtnerventellend
aan tafel blijft zitten,
je oorlellen al die tijd doorgroeien

en omdat je koolstof in je lichaam hebt,
door ontploffende sterren het heelal ingeslingerd,
je lichaam altijd een hemellichaam is.

Er zit immers warmte in het mechanisme
dat de ijskast koud moet houden,
hé, jij daar!…

Laten we liever verzeild raken in oude Soul
dan in deze moderne poging
het woord ‘liefde’
te omsingelen.

 

Elma van Haren (Roosendaal, 29 augustus 1954)

 

De Amerikaanse schrijfster en dichteres Rita Frances Dove werd geboren op 28 augustus 1952 in Akron, Ohio. Zie ook alle tags voor Rita Dove op dit blog.

 

American Smooth

We dansten – het moet een
foxtrot of wals zijn geweest,
iets romantisch dat toch
beheersing vereiste,
rijzen en dalen, precies
uitgevoerde bewegingen
op het lied zonder te
stoppen, twee borstkassen zwoegend
boven een zevenmijls-
pas – de volmaakte kwelling
waar je doorheen leert glimlachen,
want extatische mimiek
is het sine qua non
van American Smooth.
En omdat ik werd afgeleid
door mijn pogingen om
mijn patronen te volgen
(overhellen naar links, het hoofd net
voldoende gedraaid om te turen
langs je oor en steeds blijven
glimlachen, glimlachen),
zag ik niet
hoe stil je was geworden tot
het voorbij was
(twee maten lang?
vier?) – het vliegen
die snelle en serene
verhevenheid,
voordat de aarde
weer wist wie we waren
en ons neerhaalde.

 

Vertaald door Jabik Veenbaas

 

Rita Dove (Akron, 28 augustus 1952)

 

Zie voor de schrijvers van de 29e augustus ook mijn blog van 29 augustus 2020 en eveneens  mijn blog van 29 augustus 2018 en eveneens mijn blog van 29 augustus 2017 en ook mijn blog van 29 augustus 2016 en ook mijn blog van 29 augustus 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Maria Barnas, Rita Dove

De Nederlandse schrijfster, dichter en beeldend kunstenaar Maria Barnas werd geboren in Hoorn op 28 augustus 1973. Zie ook alle tags voor Maria Barnas op dit blog.

 

Nachtboot

I
Ik zag een schip dat het diepste zwart
vervoert waarin iets opflakkert

als een gezicht in een herinnering.
Het is het donker van verblinden

die zo lang blind zwemmen in een cel
dat zij kleuren zien of vinden.

Met vliezen tasten ze de wand af
op zoek naar substantie in licht.

Ik maak van tijd momenten
door mijn ogen dicht te doen en open.

De vracht die door het water sleept
bewaakt wat nog moet komen. Altijd

eerder dan ik dacht en later vaart
de boot die niets vervoert dan nacht.

 

Momenten

Dat iemand bij het ontwaken vraagt: Kun jij het begin vinden?
Dat iemand je zoon is. 
Zijn hand nog warm van slaap.

Dat de tijd zich stervormig uitstrekt 
naar alle keren dat de dingen zich moeilijk lieten hechten 
of niet. De momentenlijn scheurt uit elkaar. 
Kermend het plastic en van walvis 
of was het konijn de lijm.
Laat los!

Dat iemand een man is die lacht
als je vraagt waarom lach je. 
Zich omrolt.

De deken spreekt: Ik lach niet.

De werkelijkheid is een rolletje plakband
hoor je.

Ik kan het begin niet vinden.

 

Istanbul

De stromende mannen de meanderende vrouwen
en de opspattende kinderen zijn als in een droom verzonken.

De plenzende regen heeft geen vat op de lichamen
die zich al wadend wanen in de zon. Ik volg het water

dat door de straten gutst tot aan een flakkerend hotel
waar mijn koffer open in een rivierkamer drijft.

Terwijl iemand een variatie vormt op een melodie
in de mond van iemand die van geen ophouden weet

ijlt het verraad van levens die ik liefhad als een schip
waarvan het zeil de wind vangt bij me vandaan.

De vensters rijzen. Iemand bonst op de wand van de kamer
waarin ik heel mijn leven bundel. Of het niet wat stiller kan.

 

Maria Barnas (Hoorn, 28 augustus 1973)

 

De Amerikaanse schrijfster en dichteres Rita Frances Dove werd geboren op 28 augustus 1952 in Akron, Ohio. Zie ook alle tags voor Rita Dove op dit blog.

 

Demeters bede aan Hades

Dit alleen wens ik je toe: kennis.
Begrijpen dat elk verlangen een grens heeft,
weten dat we verantwoordelijk zijn voor de levens
die we veranderen. Alle geloof heeft zijn prijs,
niemand gelooft zonder te sterven.
Nu zie ik voor het eerst
helder het spoor dat je plantte,
de grond die zich opende voor verspilling,
hoewel je droomde van een rijkdom
aan bloemen.

    Er zijn geen vervloekingen – alleen spiegels

die de zielen van goden en stervelingen worden voorgehouden.
en dus geef ook ik dit lot op.
Geloof in jezelf,
ga door – zie waar het je brengt.

 

Vertaald door Jabik Veenbaas

 

Rita Dove (Akron, 28 augustus 1952)

 

Zie voor de schrijvers van de 29e augustus ook mijn blog van 29 augustus 2020 en eveneens  mijn blog van 29 augustus 2018 en eveneens mijn blog van 29 augustus 2017 en ook mijn blog van 29 augustus 2016 en ook mijn blog van 29 augustus 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Elma van Haren, Rita Dove

De Nederlandse dichteres en beeldend kunstenares Elma van Haren werd geboren in Roosendaal op 29 augustus 1954. Zie ook alle tags voor Elma van Haren op dit blog.

 

The fury of the almighty

Ik waarschuwde hen,
de wereld bestaat zonder mensenogen,
maar adem bestaat niet zonder een keel eraan vast!

Toen hebben zij mij klem gezet,
als een mes tussen twee stenen,
maar
……………..al wrikkend heb ik mij gescherpt.

Knarsend kwam ik op gang,
……………………als een grindpad.
Wie durfde moest tot aan het eind toe lopen,
om mij in de ogen te zien.

Tot in hun gangkasten heb ik mij uitgestrekt.
’s Nachts zet ik mijn voetafdruk dwars
over hun gezichten.

Wat hen door het lichaam kerft
is mijn hand
……………………….– de beitel!
De klinknagel van mijn oogopslag!

Ik vorm hen tot de mal van mijn materie,
als een houten speculaasplank
met drie variaties op hetzelfde thema.

Nu is het mijn beurt het mes
in de mensen te hanteren.
Ik raas door hun lichaam als
een tornado in de lente.

…….Ik ben geen passaatwind.
…….Ik ben passie.

 

In de gloria

Boven alles torenen duizend gouden sterren.
Hoog in de hemel stijgt een hete zon.
Lange meisjes tillen hun wijde rokken op.
Juichende jongens gooien de bal de blauwe lucht in.

HIEP HO IN DE GLORIA

zingen de regenbogen rond.

Onder alles liggen duizend zwarte stenen.
Diep in het water duikt een koude vis.
Kleine bootjes breken door de boze branding.
Krakende scheepjes steken de kiel in de blauwe zee.

DIEP DO IN DE GLORIA

zingen de golven kopjerollend.

Blauw blauw adem halen.
Wie haalt lucht en wie haalt water?
Regenboog- en golfgeklater.
Wie eerst lucht ademt en dan water,
is eerst levend
maar dood later.

 

Elma van Haren (Roosendaal, 29 augustus 1954)

 

De Amerikaanse schrijfster en dichteres Rita Frances Dove werd geboren op 28 augustus 1952 in Akron, Ohio. Zie ook alle tags voor Rita Dove op dit blog.

 

Opzegversje

Toen ik jong was, sprak de maan in raadsels
en de sterren rijmden. Ik was een nieuw stuk speelgoed
dat wachtte tot mijn eigenaar me oppakte.

Toen ik jong was, joeg ik de dag op zijn knieën.
Er waren bomen om aan te hangen, krekels om te vangen.

Ik was een klein beetje lief, oneindig wreed,
gelikt in honing, vertroeteld in melk,
zonverbrand, zilverig en schurftig als een veulen.

En de wereld was al oud.
En ik was ouder dan vandaag.

 

Vertaald door Jabik Veenbaas

 

Rita Dove (Akron, 28 augustus 1952)

 

Zie voor de schrijvers van de 29e augustus ook mijn blog van 29 augustus 2020 en eveneens  mijn blog van 29 augustus 2018 en eveneens mijn blog van 29 augustus 2017 en ook mijn blog van 29 augustus 2016 en ook mijn blog van 29 augustus 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Maria Barnas, Rita Dove

De Nederlandse schrijfster, dichter en beeldend kunstenaar Maria Barnas werd geboren in Hoorn op 28 augustus 1973. Zie ook alle tags voor Maria Barnas op dit blog.

 

De dood en de honden

Hoor je de vogels?
Ze zingen dat de dood een vriend is
om de tuin te leiden met een melodie

De zon van vijven legt zilver
op de huizen en aan een open raam
een streep licht op een voorhoofd

slaapwit. De straten rollen zich om
een bedroevende hond. Hij is dood
Het land van reigers huivert

Een vrouw likt honing van een lepel
De zoete stad bolt op en krimpt
in de palm van haar hand

Ze vraagt: ‘Hond ben je nu gelukkig?’

Hond: ‘Vraag het de mensen.’

Vrouw: ‘Die met de gebroken enkels?
Of die met de zilveren heup
Of het kind met het elastiek om de tanden
Of die met de kronen om het hoofd
die doornen in mijn oog moet ik raad vragen?’

Hond: ‘Laat me met rust
Ik hoor vogels liegen.

 

White Horse Hill

Op de heuvel staat een paard van krijt

Ik luister naar herinneringen
die niet meer om mijn vingers passen

Raak ik ze kwijt of verliezen ze mij

Met mijn oor tegen de aarde
hoor ik het naderen

Het gaat niet voorbij

 

Siem

Het is hier groen, het rimpelende water, de bomen en de banken
en een stengel met een kleine paarse bloem. Hij weet het niet
zeker. Thuis heeft hij een witte zwaan in de keuken van porselein.
Rozen van plastic in een rode vaas, een blauwe bloem
op zijn beker, de koffie is altijd warm. En kringen
op het tafelkleed. Soms komt Nora binnen. Ze is wit en breekbaar.

Vroeger werkte hij onder de grond, in de mijnen.
Je kon er alles denken, zo zwart. Niemand die het zag.
De een zocht er een zin om Nora mee uit te vragen,
de ander een ring die hij verloor tijdens het graven.
Hij zocht er het einde van de dag en een familie
die op hem wachtte. Met een hond aan een riem
en een kleine moeder met brood en limonade.

Hij zou wel willen weten waar ze zijn gebleven, de mensen
die liedjes kenden omdat er een verjaardag was.
Ze trekken hun schoenen aan, halen bloemen met een strik
en een glimlach uit zijn uitgestrekte handen, leggen koekjes
op een schaal en spugen koffie en limonade in kopjes en glazen.
Ze staan op en deinzen naar de voordeur die hen slaat
in het gezicht. Wat nu? De waterlelies zijn bij elkaar gewaaid

tegen de rand van de vierkante vijver. Een enkele bloem
steekt onder het hoge blad vandaan. Hij ziet het wel,
hoe de groene struik groot als een klein huis, voorzichtig
in het bad van de waterlelies kruipt. Het fonteinwater suist
en slaat een zwart wak in de kroosgroene vijver

Hij schrijft je een kaart met een vierkante vijver.
Hij gooit een stok in het vreemde, groene meer
en dan verschijnen er zwanen. Het water stijgt
de papieren boten wijken.

 

Maria Barnas (Hoorn, 28 augustus 1973)

 

De Amerikaanse schrijfster en dichteres Rita Frances Dove werd geboren op 28 augustus 1952 in Akron, Ohio. Zie ook alle tags voor Rita Dove op dit blog.

 

Kanarie

Billie Holidays gloeiende stem
heeft even veel schaduwen als lichten,
een droevige kandelaber tegen een glimmende piano,
de gardenia haar handtekening onder dat vernielde gezicht.

(Nu kook je, drummer bij bass,
magische lepel, magische naald.
Neem de hele dag als je moet
met je spiegel en je armband van lied.)

Feit is, de uitvinding van overwonnen vrouwen
is geweest liefde aan te scherpen in dienst van de mythe.

Als je niet vrij kan zijn, wees een mysterie.

 

Vertaald door Jan Eijkelboom

 

Rita Dove (Akron, 28 augustus 1952)

 

Zie voor de schrijvers van de 29e augustus ook mijn blog van 29 augustus 2020 en eveneens  mijn blog van 29 augustus 2018 en eveneens mijn blog van 29 augustus 2017 en ook mijn blog van 29 augustus 2016 en ook mijn blog van 29 augustus 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Elma van Haren, Rita Dove

De Nederlandse dichteres en beeldend kunstenares Elma van Haren werd geboren in Roosendaal op 29 augustus 1954. Zie ook alle tags voor Elma van Haren op dit blog.

 

Dorst

Over de drempel, de haspel de klos,
nooit gekocht, nooit gevonden,
maar vergaard met een vals hart,
een klosje wit garen voor witte gordijnen.

Door de kamer, de kelder de koelte
van het gezicht gewist, achter de bries,
onder ons gebleven en gezwegen dit grijze,
dit klosje grijs garen voor je zondagse pak.

Onder de grond, de gondel de grendel,
weggeschoven voor de kus van de Judas,
das om de nek ongebreidelde heisa, met een
rood klosje garen je mond gestopt als een sok.

Binnen de touwen, de tong en de tranen,
gedroogde zilvervisjes onder de rots,
rollen de klos rond. zout in je wonde,
warmte een hittebestendige grap —

Alles onderweg de pas afgesneden,
aanplant vertrapt, broedsel het nest uit,
karrenspoor hard, een korst op de aarde.
Oranje tegen de felblauwe hemel en
van duister gesponnen
garen het zwart,
bivakmuts,
woedende bloedklos,

de klok slaat, het hart slaat,
één houw
en het hoofd ligt eraf.

 

De braven en de bozen

Brave burgers blaffen zachtjes goedenavond,
maar de boze!…
Tja, de boze huilen uit hun hemelsblauwe huizen
huizenhoog de hemel in.

Brave burgers planten bloemkool en kabouters in hun tuinen,
maar de boze!…
Tja, de boze zetten er zuurstokrose rozen en
pimpelpaarse pompoenen in.

Brave burgers zoenen op hun eigen tedere wijze heftig,
maar de boze!…
Tja, de boze willen liever zuigen, likken, knijpen,
knabbelen, brabbelen, bijten… nou, vul zelf maar in!

Soms trouwt een boze met een brave,
dan krijg je een rare mix.
Bijvoorbeeld in de tuin een zuurstokrose bloemkool en
voor ontbijt een bordje pimpelpaarse Bambix.

En hoe zit dat met hun kinderen?
Kijk daarvoor naar jezelf…
Ben je alleen maar boos of alleen maar braaf
of ben je van alles precies de helft?

Als dat zo is; soms lief, soms stout,
dan is een ding zeker bij jullie thuis,
dan heeft je brave pa een boze ma
of je boze pa een brave ma getrouwd!

 

Elma van Haren (Roosendaal, 29 augustus 1954)

 

De Amerikaanse schrijfster en dichteres Rita Frances Dove werd geboren op 28 augustus 1952 in Akron, Ohio. Zie ook alle tags voor Rita Dove op dit blog.

 

Etiquette voor slapeloosheid

Ze zenden een film uit, dus ik kijk ernaar.

De gebruikelijke blanke mensen
verliefd, ellende. De gebruikelijke tranen.
Maar goed camerawerk:
zonneschijn die de sproeterige rondingen
van een peer wast, een opeengeklemde kaak –
meer tragedie dus.

Ik sta op voor wat whisky en Stilton.
Ik doe de lichten niet aan.
Ik loop graag door het donker
terwijl de wereld slaapt,
sereen als een Stealth-bommenwerper
met de neus door wolken…

noem het een preventieve aanval,
“een voorzorgsmaatregel”
helaas zo nodig in deze hachelijke tijden”.
Ik noem het niets
dan hebzucht: de rare vrolijkheid
om zonder incidenten mijn weg te vinden.

Ik weet dat ik morgen spijt zal hebben
van de Stilton. ik zal spijt hebben
dat ik geen boek kon vinden
om in te verdwalen,
en al die jaren kon ik verdwalen
in wat dan ook. Tot dan

zijn het alleen ik en jij,
Broeder Nacht – maanloos,
neergestort achter de vijandelijke linies
zonder kaarten, zonder lucifers.
Het bos diep.
Proost.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Rita Dove (Akron, 28 augustus 1952)

 

Zie voor de schrijvers van de 29e augustus ook mijn blog van 29 augustus 2020 en eveneens  mijn blog van 29 augustus 2018 en eveneens mijn blog van 29 augustus 2017 en ook mijn blog van 29 augustus 2016 en ook mijn blog van 29 augustus 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Maria Barnas, Rita Dove

De Nederlandse schrijfster, dichter en beeldend kunstenaar Maria Barnas werd geboren in Hoorn op 28 augustus 1973. Zie ook alle tags voor Maria Barnas op dit blog.

 

De zeis

Het vlakke land ritselt. Boomwortels graaien
naar houvast in de lucht, een zucht tegen het raam.
De trein sleurt een landschap achter zich aan.

Het weiland wordt als klittenband van een koffer
gescheurd, omheiningen losgerukt
en in zijn binnenzak een zeis.

Struiken leeggeschud, het snellende bermgras
doorzocht. De wolken proppen een haperende
hemel in zijn keel. En de bochten kermen.

Maar het ligt niet aan de heuvels
of aan het aangewakkerde meer dat bonkt
van bloed achter de slapen.

De zeis schrijft ik ben de noten kwijt.
Hoe kan ik ze vinden in een land
dat zichzelf niet horen kan?

Hij verfrommelt een tas waar een paradijs
op staat met strepen. Zijn vingers bloeden
een zwarte bloem. Elk blad een harde eis.

 

Waar de dichter leest

De bladertooi in het hoofd van de dichter
is bonter en voller dan die van de windstille
boom die verstrekkend staat te branden
in het raam en ik kan zeggen dat ons weten

niet tegen branden is opgewassen.
De woordenstruik krijgt geen ruimte
waar de dichter leest en de wind
in dit land waar geen wind waait

maakt de zaal licht ontvlambaar.
(Wat knikken de koppen van slaap.)
Zet de kleurige kelken op het behang

Die stromen in de dichter als tranen
Met tuiten in lichterlaaie. Kan het raam nu open?
Straks missen we het zuchtje.

 

Moeders

Ze houdt het dienblad als rand van een kwijnende
wereld vast en stapt langzaam in het licht
waar zij met donkervloeiende contouren blijft staan

en thee schenkt. Haar lichaam verstilt om het stromen.
Ik kijk. Zij kijkt me aan. Recht in een oog
dat zich onmiddellijk terugtrekt. Schaduwen

vluchten over het huis dat mij kan onthouden.
Boomtoppen wenken in een weifelend
woud waarboven wolken razen. Er is kalmte

die toeneemt terwijl het donker wordt en koud.
Ik zwaai als een verlatende moeder.
Zij zwaait nog harder.

 

Maria Barnas (Hoorn, 28 augustus 1973)

 

De Amerikaanse schrijfster en dichteres Rita Frances Dove werd geboren op 28 augustus 1952 in Akron, Ohio. Zie ook alle tags voor Rita Dove op dit blog.

 

November voor beginners

Sneeuw zou de makkelijkste
uitweg zijn – die zachter wordende
lucht als een zucht van verlichting
omdat het eindelijk is toegestaan
om te zwichten. Geen dobbelstenen.
We stapelen twijgen om te verbranden
op glinsterende plekken
maar de regen geeft niet op.

Dus we wachten af, kweken
stemming, maken muziek
van verval. We zitten
in de geur van het verleden
en staan op in een licht
dat al verdwijnt.
We hebben in het geheim pijn,
leren een duister

vers of twee in ’t Duits
van buiten.
Als de lente komt
beloven we de dwaas
te spelen. Giet,
regen! Zeil, wind,
met je lading citers!

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Rita Dove (Akron, 28 augustus 1952)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e augustus ook mijn blog van 28 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 28 augustus 2019 en ook mijn blog van 28 augustus 2018 en ook mijn blog van 28 augustus 2016 deel 2.

Elma van Haren, Rita Dove

De Nederlandse dichteres en beeldend kunstenares Elma van Haren werd geboren in Roosendaal op 29 augustus 1954. Zie ook alle tags voor Elma van Haren op dit blog.

 

Alles wat je wil

Er ritselen grote brede rode heggen,
waar je u tegen wilt zeggen.

Er wiegen zwoele kakmadammen,
wiens ravenzwarte suikerspinnenragebol
je graag dooreen wil kammen

Er deinen dikke donkerblauwe bloemen,
die de stralen van de zon verkoelen

en er stappen stoere lange blonde mannen,
die je zus geniepig in haar zijdezachte
ijzersterke kousennet wil vangen.

Er knisperen zachte truien knuffelhonden,
kleine dorpen, vreemd verlangen
Lutjebroek, België en Londen
met hun glinsterende lichten
landerijen, vergezichten
dwergen en zwaargewichten
wolleweien kromgewrichten
losbollen en love-berichten
hartenzeer en bliksemschichten
knolrapen en burenplichten
en nog veel meer van die woorden;
woorden waar je nooit van hoorde,
maar die je, als je heel goed zoekt
ongetwijfeld vinden moet.

Want het mooie ervan is,
dat alles wat er bestaat,
loopt of ligt of zit
speelt rent of praat
treurt lacht zeurt
of bloeit loeit en geurt
zomaar midden op de straat.

En zie je het niet zitten
midden op de straat,
kijk dan in je eigen kop.
Dan zul je het daar vinden,
schoongewassen vuilbesmeurd
met alles eraan vastgemaakt
en het topje er bovenop.

En heeft zowel de straat
als je kop het niet paraat,
dan wil ik voor honderd euro
met je wedden,
dat het in je woordenboek
zwart op wit allemaal beschreven staat.

 

Elma van Haren (Roosendaal, 29 augustus 1954)

 

De Amerikaanse schrijfster en dichteres Rita Frances Dove werd geboren op 28 augustus 1952 in Akron, Ohio. Zie ook alle tags voor Rita Dove op dit blog.

 

DE NARCIS

Ik herinner me mijn voet in zijn frivole slipper,
een angstige vogel… niet de aarde opengeritst

maar de manier waarop ik mijn eigen vingers kon zien en mijzelf
horen gillen toen de bloesem verkoold werd.

En hoewel niets de duik
kon kuisen, deze man
onvermurwbaar als een mes dat zich nestelt

in de nederigste spleet, bevond ik mij
in het hart van een kalmte zo puur dat het haat was.

Het mysterie is, dat je angst kan opeten
eer angst jou opeet,

dat je kan leven voorbij het sterven –
en een koningin worden
die door niets wordt verrast.

 

Vertaald door Jan Eijkelboom

 

Rita Dove (Akron, 28 augustus 1952)

 

Zie voor de schrijvers van de 29e augustus ook  mijn blog van 29 augustus 2018 en eveneens mijn blog van 29 augustus 2017 en ook mijn blog van 29 augustus 2016 en ook mijn blog van 29 augustus 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Johann Wolfgang von Goethe, Rita Dove

De Duitse dichter en schrijver Johann Wolfgang von Goethe werd geboren op 28 augustus 1749 in Frankfurt am Main. Zie ook alle tags voor Johann Wolfgang von Goethe op dit blog.

Herbstgefühl

Fetter grüne, du Laub,
Am Rebengeländer
Hier mein Fenster herauf!
Gedrängter quellet,
Zwillingsbeeren, und reifet
Schneller und glänzend voller!
Euch brütet der Mutter Sonne
Scheideblick; euch umsäuselt
Des holden Himmels
Fruchtende Fülle;
Euch kühlet des Mondes
Freundlicher Zauberhauch,
Und euch betauen, ach!
Aus diesen Augen
Der ewig belebenden Liebe
Vollschwellende Tränen.

 

Abschied

Zu lieblich ists, ein Wort zu brechen,
Zu schwer die wohlerkannte Pflicht,
Und leider kann man nichts versprechen,
Was unserm Herzen widerspricht.

Du übst die alten Zauberlieder,
Du lockst ihn, der kaum ruhig war,
Zum Schaukelkahn der süssen Torheit wieder,
Erneust, verdoppelst die Gefahr.

Was suchst du mir dich zu verstecken!
Sei offen, flieh nicht meinen Blick!
Früh oder spät musst ichs entdecken,
Und hier hast du dein Wort zurück.

Was ich gesollt, hab ich vollendet,
Durch mich sei dir von nun an nichts verwehrt;
Allein verzeih dem Freund, der sich nun von dir wendet
Und still in sich zurücke kehrt.

 

Rastlose Liebe

Dem Schnee, dem Regen,
Dem Wind entgegen,
Im Dampf der Klüfte,
Durch Nebeldüfte,
Immer zu! Immer zu!
Ohne Rast und Ruh!

Lieber durch Leiden
Möcht ich mich schlagen,
Als so viel Freuden
Des Lebens ertragen.
Alle das Neigen
Von Herzen zu Herzen,
Ach, wie so eigen
Schaffet das Schmerzen!

Wie soll ich fliegen?
Wälderwärts ziehen?
Alles vergebens!
Krone des Lebens,
Glück ohne Ruh,
Liebe bist du!

 

Johann Wolfgang von Goethe (28 augustus 1749 – 22 maart 1832) Der jonge Goethe, geschilderd door Angelica Kauffmann 1787

 

De Amerikaanse schrijfster en dichteres Rita Frances Dove werd geboren op 28 augustus 1952 in Akron, Ohio. Zie ook alle tags voor Rita Dove op dit blog.

 

Dageraad opnieuw bekeken

Stel je voor dat je wakker wordt
met een tweede kans: de blauwe gaai
vent zijn mooie waar uit
en de eik staat er nog steeds, verspreidt
glorieuze schaduw. Als je niet terugkijkt

komt de toekomst nooit.
Hoe goed om op te staan in zonlicht,
in de overdadige geur van koekjes –
eieren en worst op de grill.
het hele uitspansel is van jou

om in te schrijven, open geblazen
op een lege pagina. Kom op,
schiet eens op! Je zult nooit weten
wie daar beneden die eieren bakt
als je niet opstaat om te gaan kijken.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Rita Dove (Akron, 28 augustus 1952)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e augustus ook mijn blog van 28 augustus 2019 en ook mijn blog van 28 augustus 2018 en ook mijn blog van 28 augustus 2016 deel 2.

Johann Wolfgang von Goethe, Maria Barnas, A. Moonen, C. J. Kelk, Frederick Kesner, Rita Dove, John Betjeman, Elmar Schenkel, Harro Harring

De Duitse dichter en schrijver Johann Wolfgang von Goethe werd geboren op 28 augustus 1749 in Frankfurt am Main. Zie ook alle tags voor Johann Wolfgang von Goethe op dit blog.

 

Uit: Faust I

DER HERR:
Hast du mir weiter nichts zu sagen?
Kommst du nur immer anzuklagen?
Ist auf der Erde ewig dir nichts recht?
Mephistopheles:
Nein Herr! ich find es dort, wie immer, herzlich schlecht.
Die Menschen dauern mich in ihren Jammertagen,
Ich mag sogar die armen selbst nicht plagen.
DER HERR:
Kennst du den Faust?
MEPHISTOTELES:
Den Doktor?
DER HERR:
Meinen Knecht!
MEPHISTOTELES:
Fürwahr! er dient Euch auf besondre Weise.
Nicht irdisch ist des Toren Trank noch Speise.
Ihn treibt die Gärung in die Ferne,
Er ist sich seiner Tollheit halb bewußt;
Vom Himmel fordert er die schönsten Sterne
Und von der Erde jede höchste Lust,
Und alle Näh und alle Ferne
Befriedigt nicht die tiefbewegte Brust.
DER HERR:
Wenn er mir auch nur verworren dient,
So werd ich ihn bald in die Klarheit führen.
Weiß doch der Gärtner, wenn das Bäumchen grünt,
Das Blüt und Frucht die künft’gen Jahre zieren.
MEPHISTOTELES:
Was wettet Ihr? den sollt Ihr noch verlieren!
Wenn Ihr mir die Erlaubnis gebt,
Ihn meine Straße sacht zu führen.
DER HERR:
Solang er auf der Erde lebt,
So lange sei dir’s nicht verboten,
Es irrt der Mensch so lang er strebt.
MEPHISTOTELES:
Da dank ich Euch; denn mit den Toten
Hab ich mich niemals gern befangen.
Am meisten lieb ich mir die vollen, frischen Wangen.
Für einem Leichnam bin ich nicht zu Haus;
Mir geht es wie der Katze mit der Maus.
DER HERR:
Nun gut, es sei dir überlassen!
Zieh diesen Geist von seinem Urquell ab,
Und führ ihn, kannst du ihn erfassen,
Auf deinem Wege mit herab,
Und steh beschämt, wenn du bekennen mußt:
Ein guter Mensch, in seinem dunklen Drange,
Ist sich des rechten Weges wohl bewußt

 

 
Johann Wolfgang von Goethe (28 augustus 1749 – 22 maart 1832)
Faust und Mephisto im Kerker door Joseph Fay, 1848

 

De Nederlandse schrijfster, dichter en beeldend kunstenaar Maria Barnas werd geboren in Hoorn op 28 augustus 1973. Zie ook alle tags voor Maria Barnas op dit blog.

 

Het regent op het Frederiksplein

Ze staat aan de rand van wat er staat
te gebeuren en omringende bomen verstarren

rechtop. Ze vouwt beloften aan anderen
op en spuugt twee woorden in het resolute

witte water. Een hond springt
over de rand als het begint

te regenen in de fontein.
Liefde had ermee te maken

maar het is alleen de taal die neigt.
En neigen blijft.

Fonteinen maken vergelijkbare gebaren
en de hond schudt zich nog uit zijn vacht

als dit zo door blijft gaan. Haar hand aarzelt
en waar haar woorden het water raken

beginnen twee honden te dagen.
Een zonder vacht de ander zonder hart.

 

Er staat een stad op

Vanaf de hoogste verdieping de stad in.
Beneden razen de straten van Buenos Aires.

De stad waar alles goed komt.

Ze nemen je mee in hoeken
van negentig graden. Maar het waait hier

schaduwen en het wentelt kiezelstenen
gebouwen. Er is er één

met een hart van geschaafde rode steen.

En om niet te zien hoe een hart zich uitstort
ga je naar beneden. Hou je schaduw bij je.

De rode zoom langs je hals mondt uit
in een rode rivier. Denk waterval.

Watervallen.

De klep van een piano slaat een huis stevig dicht.
Mept een gebouw tegen de muur.

In de lift struikel je over de drempel uit een zeker huis.
Een plafond van sterren stijgt.

Zo storten twintig verdiepingen. Languit.
Er staat een stad op.

 

 
Maria Barnas (Hoorn, 28 augustus 1973)

 

De Nederlandse schrijver A. Moonen, (spreek uit: ‘a-punt-moonen’) werd geboren in Rotterdam op 28 augustus 1937. Zie ook alle tags voor A. Moonen op dit blog.

Uit: Eigen weg

“Voor verdere natuurbeschrijvingen sleept u maar enkele muffe streekromans onder uw keurige nest vandaan.
In de verdere loop der dag zal de serene stilte wel overstemd worden door bovenal een zwarte groeperingskliek met vetspekkig overzees oerwouddialect, vermoedelijk afkomstig uit Senegal en omstreken, een niet door mij thuis te brengen kreetlachtaaltje door voornamelijk manspersonen, soms begeleid via geboor en gehamer hunnerwege of andere buurtbevuilers, waar ik tijdens ‘genezingsproces’ de ganse zomer nogal nerveus – tegen overspanning aan – door raakte en slechts een ondernomen fietstocht bij schaars zonnig weertype afweer aan kon bewerkstelligen.
Ik fietste er een halfuurtje over om Kralingen te bereiken. Mij ontbloot te presenteren op toegestaan naaktrecreatiegedeelte der Kralingse plas begint zowaar een liefhebberij te worden. Rond een uur of halftwaalf op een eindelijk eens zonnige zondag bleek ’t nog vrij rustig, en waar ik mij bevond, zittend op een bankje met vóór mij een strook nat strandzand en in de verte enkele zeilscheepjes over wijdse plas varend, ontdaan mijner kleren, was ik de enige naturist. Mijn vreugdebron zwol geleidelijk aan tot volle stramme wasdom, bewoog brutaal van plezier met vurige, flinke kop. De stille omgeving leek speciaal voor mijn persoon ontworpen. Ge zou er zo een bordje eigen weg plaatsen. Soms werd de zon overwolkt. Bespiedde iemand mij links in het struikgewas? Teleurgesteld soms dat ik geen elfjarige ruige knaap betrof? Toch bleef ik niet langer dan een halfuur, kleedde mij weer aan en ondernam een fietstocht door het bos. Snoof de geur van lover en moeder aarde op.
Een week eerder had ik op het naaktgrasstrandje gelegen, bracht het zelfs zover dat een Marokkaan van middelbare leeftijd, zelf aangekleed zijnde, me nabijgekomen begon te aanschouwen. Net als bij mijn nog in z’n vaderland verblijvende vaste partner scheen m’n witte lichaam prikkelend op hem te werken, al waren er verderop tevens platte damesreten plus bungelende uiers te zien. Er volgde rap een afspraak ter samenvoeging in het bos. Hij popelde van ongeduld, leek me publiekelijk reeds te willen bespringen. Terwijl ik mij rustig begon aan te kleden, zag ik hem naast zijn fiets staan wachten op rijwielpad met achter hem zondaggangers over voetgangersgedeelte lopend, zich vergapend aan onverhoeds en door veler verrassing toegestane blootlijvigheid der geringe schaamtelozen in hun ogen waarschijnlijk. Een groepje jeugdige Marokkanen lachte mij samenzwerend toe; het afspraakje was hen op korte afstand van het nog overleggende duo niet ontgaan. Het tweetal zocht fietsend ’t bos af voor een geschikte plek. Fietsen tegen een boom.”

 


A. Moonen (28 augustus 1937 – 24 januari 2007)
Cover

 

De Nederlandse dichter, schrijver, letterkundige en literatuurcriticus Cornelis Jan (Cees) Kelk werd geboren in Amsterdam op 28 augustus 1901. Zie ook alle tags voor C. J. Kelk op dit blog.

 

Diana

In ’t najaar aangeland en zelf tot herfst geworden
vol spinnewebben, vocht en rottend loof,
ontwaar ‘k eerst nu de ondoorwaadbre kloof,
die mij gescheiden hield van Diana’s naakte horden.

De pijlen, die zij op zoo menig hert verschoten
snorden mijn levenlooze droom voorbij.
Hier kruipt een siepelend vocht door de vallei
en ginds aan d’overzij hoor ik ’t trappelen van de pooten.

Zij vluchten in het woud, maar worden toch gevangen
en vrouwen drukken ze aan haar boezems rijk.
Straks staan hun koppen op een disch te prijk,
waar zwoele monden hun de bouten prangen.

O zoo geschoten zijn, gejaagd en overwonnen,
o zoo te sterven aan het druppelende bloed,
maar toch ééns lust te zijn, verzadiging en gloed,
hoe snel ook al het vloeiende is geronnen!

Diana spant haar boog, haar benden volgen,
de herten tuimelen en het woud weerschalt!
Wanneer de nacht van blad en regen valt,
is reeds de buit gebraden en verzwolgen.

Die toch zijn hert geweest met trillende geweien
zonder ontkomen aan het mannelijke lot.
Getroff’nen van ’t godinnelijke schot
bleef niets hun over dan zich nedervlijen.

Nu zelf een herfst, in ’t najaar aangeland
vol spinnewebben, vocht en rottend loover,
doorschouw ik pas de onvervangbre toover
van ’t goddelijk jachtbedrijf aan de overkant.

 


C. J. Kelk (28 augustus 1901 – 25 december 1981)
Hier op het boekenbal in 1964

 

De Australische dichter Frederick Kesner III werd geboren op 28 augustus 1967 in Manilla op de Filippijnen Zie ook alle tags voor Frederick Kesner op dit blog.

 

To Write

often it is the only
etched thing
between you and
improbability.
no stink kicked up,
no feigning love,
no affluence
can
hatch it.

 

One Child

Child of the outside
on the inside
one foot out
one foot in
never belonging
never apart

Child of the inside
on the outside
one foot in
one foot out
never apart
never belonging

Child of both sides
on neither side
both feet out
both feet in
never apart
never a part

Heart & soul divided
Mind & hands confused
Ears & nose demanding
Eyes & tongue confiding
Child of both
Child of none

 

 
Frederick Kesner (Manilla, 28 augustus 1967)
Manilla

 

De Amerikaanse schrijfster en dichteres Rita Frances Dove werd geboren op 28 augustus 1952 in Akron, Ohio. Zie ook alle tags voor Rita Dove op dit blog.

 

The Canefields

There is a parrot imitating spring
in the palace, its feathers parsley green.
Out of the swamp the cane appears
to haunt us, and we cut it down. El General
searches for a word; he is all the world
there is. Like a parrot imitating spring,
we lie down screaming as rain punches through
and we come up green. We cannot speak an R—
out of the swamp, the cane appears
and then the mountain we call in whispers Katalina.
The children gnaw their teeth to arrowheads.
There is a parrot imitating spring.
El General has found his word: perejil.
Who says it, lives. He laughs, teeth shining
out of the swamp. The cane appears
in our dreams, lashed by wind and streaming.
And we lie down. For every drop of blood
there is a parrot imitating spring.
Out of the swamp the cane appears

 

November For Beginners

Snow would be the easy
way out—that softening
sky like a sigh of relief
at finally being allowed
to yield. No dice.
We stack twigs for burning
in glistening patches
but the rain won’t give.

So we wait, breeding
mood, making music
of decline. We sit down
in the smell of the past
and rise in a light
that is already leaving.
We ache in secret,
memorizing

a gloomy line
or two of German.
When spring comes
we promise to act
the fool. Pour,
rain! Sail, wind,
with your cargo of zithers!

 


Rita Dove (Akron, 28 augustus 1952)

 

De Engelse dichter en literatuurcriticus Sir John Betjeman werd geboren in Londen op 28 augustus 1906. Zie ook alle tags voor John Betjeman op dit blog.

 

How To Get On In Society

Phone for the fish knives, Norman
As cook is a little unnerved;
You kiddies have crumpled the serviettes
And I must have things daintily served.

Are the requisites all in the toilet?
The frills round the cutlets can wait
Till the girl has replenished the cruets
And switched on the logs in the grate.

It’s ever so close in the lounge dear,
But the vestibule’s comfy for tea
And Howard is riding on horseback
So do come and take some with me

Now here is a fork for your pastries
And do use the couch for your feet;
I know that I wanted to ask you-
Is trifle sufficient for sweet?

Milk and then just as it comes dear?
I’m afraid the preserve’s full of stones;
Beg pardon, I’m soiling the doileys
With afternoon tea-cakes and scones.

 

Business Girls

From the geyser ventilators
Autumn winds are blowing down
On a thousand business women
Having baths in Camden Town

Waste pipes chuckle into runnels,
Steam’s escaping here and there,
Morning trains through Camden cutting
Shake the Crescent and the Square.

Early nip of changeful autumn,
Dahlias glimpsed through garden doors,
At the back precarious bathrooms
Jutting out from upper floors;

And behind their frail partitions
Business women lie and soak,
Seeing through the draughty skylight
Flying clouds and railway smoke.

Rest you there, poor unbelov’d ones,
Lap your loneliness in heat.
All too soon the tiny breakfast,
Trolley-bus and windy street!

 

 
John Betjeman (28 augustus 1906 – 19 mei 1984)
Portret door Grahame Laver, 2003

 

De Duitse schrijver en vertaler Elmar Schenkel werd geboren in Hovestadt (Westfalen) op 28 augustus 1953. Zie ook alle tags voor Elmar Schenkel op dit blog.

Uit: Geisterzüge

„Auch die Gespenster sind nicht mehr das, was sie einmal waren oder vorgaben zu sein: neblige Gespinste, die aus der dunklen Nacht auftauchen oder ein kühler Hauch Jenseits in einer warmen Finsternis.
Die Ungeheuer, mögen sie auch dank special effects in den Kinos noch tier- oder menschenförmig weiterleben, haben längst ganz neue Gestalt angenommen: in technischen Großkatastrophen, im Börsenkrach oder als Terrorsysteme.
Die Gespenster (nicht die Mystik, wie Musil es sich wünschte) sind taghell geworden, je weiter die Technik voranschreitet und je mehr die analoge Welt von einer digitalen abgelöst wird. Das Flimmern, die unerklärliche Verdoppelung von Symbolen auf dem Bildschirm, der Computer, der sich nicht mehr ausschalten, das elektronische Wagenfenster, das sich nicht mehr per Hand öffnen lässt, sind nur die geringsten Beispiele einer Technik, die sich als eine Parallelwelt zu der unsrigen entwickelt hat und zu der wir nur mittels Helfer und Magier, die wir Spezialisten nennen, noch Zugang haben. Selbst Kfz-Mechaniker sind inzwischen auf sie angewiesen. Wenn Technik zurückschlägt, so nur auf eigenartig zufällige Weise, wie es einem Despoten entspricht.
Ernst Bloch hat einmal geschrieben, dass nicht die Aufklärung die Gespenster und den Aberglauben vertrieben habe, sondern schlicht und einfach das elektrische Licht: „Die Glühbirne im schattenarm gewordenen Zimmer hat die Anfechtungen des Nachtgrauens weit gründlicher geheilt als etwa Voltaire.“ Er hat recht, wenn er die alten Gespenster damit meint, jene lichtscheuen Gestalten aus den Dämmerungszonen der Welt und des Bewusstseins. Und doch hat Technik schon im Zeitalter der ersten industriellen Revolution es nicht vermocht, uns die Gespenster auszutreiben. Vielmehr haben diese es verstanden, sich in die neuesten Errungenschaften der Zeit einzunisten und sie sozusagen von innen her aufzulösen mit der Botschaft: ihr wisst nicht, wohin euch diese Maschinen tragen werden, keiner von euch weiß, in welche Richtung der Fortschritt geht. Auch Bloch gesteht schließlich ein, dass nach dem kostümierten Spuk der Vergangenheit uns noch weiterer und echter Spuk ins Haus steht in einer Welt, „deren Technik das Urböse geradezu ungeahnt elektrifiziert hat.“
Nirgendwo ist der Zweifel am Fortschritt sinnfälliger geworden als bei jener technischen Errungenschaft, die in ihren Auswirkungen noch am ehesten mit unserer digitalen Revolution vergleichbar ist.“

 


Elmar Schenkel (Hovestadt, 28 augustus 1953)

 

De Duitse dichter, schilder en revolutionair Harro Paul Harring werd geboren op 28 augustus 1798 op de Ibenshof in Wobbenbüll in Noord-Friesland. Zie ook alle tags voor Harro Harring op dit blog.

 

Der Bundestag

In Frankfurt, da sitzt der deutsche Bund
Und macht Verbote auf Verbote kund!

Das wird dem deutschen Bund recht schwer –
Denn er findet gar wenig zu verbieten mehr.

Drum stöbert er emsig in jedem Mist,
Wenn nur irgend was drin zu verbieten ist.

Und nächstens wird er mächtig schrei’n:
Es darf in den Straßen kein Pflaster sein!

Denn so lang’ das Volk auf’m Pflaster geht;
Eine Waff’ ihm noch zu Gebote steht.

Ein gefährlich’ Ding; – so’n Pflasterstein!
Drum muß das Pflaster verboten sein!

Der Bundestag fürchtet sich sehr vor’m Tod,
Drum arbeitet er – an dem Pflaster-Verbot.

 

 
Harro Harring (28 augustus 1798 – 15 mei 1870)
Portret door Hermann Wilhelm Bissen, 1820

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e augustus ook mijn blog van 28 augustus 2016 deel 2.