Amy Waldman, Robert Creeley

De Amerikaanse schrijfster en journaliste Amy Waldman werd geboren op 21 mei 1969 in Los Angeles. Zie ook alle tags voor Amy Waldman op dit blog.

Uit: De inzending (Vertaald door Thera Idema)

“De namen,’ zei Claire. Vat doen we nou met de namen?’ `Die zijn bedoeld als aandenken, niet als gebaar,’ zei de beeldhouwster. Bij Ariana’s woorden knikten de andere kunstenaars, de criticus en de twee openbare kunstsponsors die aan de eettafel zaten, allemaal onder haar betovering. Ze was de beroemdste van de juryleden, de dominerende figuur, Claires grootste probleem. Ariana had aan het hoofd van de tafel plaatsgenomen, alsof ze de vergadering voorzat. Vier maanden lang hadden ze hun beraadslagingen gevoerd aan een ronde tafel, waardoor ze allemaal gelijk waren. Die tafel stond in een kantoorruimte in het centrum, hoog boven de krater in de aarde, en daar hadden de andere juryleden steeds toegegeven aan de behoefte van de weduwe om met haar rug naar het raam te zitten, zodat de doodse grond beneden slechts een grijze vlek was als Claire naar haar stoel liep. Maar vanavond zat de jury aan de lange tafel in Gracie Mansion, de ambtswoning van de burgemeester van New York, om de laatste beraadslagingen te voeren. Ariana had zonder het te vragen en blijkbaar zonder scrupules de belangrijkste plaats ingenomen, waarmee ze aangaf dat ze van plan was zich te laten gelden. `Men verwacht de namen van de doden; dat is zelfs een eis die in het reglement is opgenomen,’ vervolgde ze. Voor zo’n heerszuchtige vrouw had ze een honingzoete stem. ‘Bij het juiste monument zijn het niet de namen die emoties opwekken.’
`Maar voor mij doen ze dat wel,’ zei Claire met strakke mond, terwijl ze enig behagen schepte in de neergeslagen ogen en schuldige blikken aan de tafel. Ze hadden natuurlijk allemaal iets verloren – het gevoel dat hun natie onkwetsbaar was, de meest herkenbare iconen van hun stad; misschien waren ze vrienden of bekenden kwijtgeraakt. Maar alleen zij had haar man verloren. Ze had er geen moeite mee om hen hier vanavond nog eens aan te herinneren, nu ze op het punt stonden hun keuze voor het monument te maken. ze hadden vijfduizend anonieme inzendingen weten terug te brengen tot twee. Dat laatste snoeiwerk had eenvoudig moeten zijn. Maar na drie uur delibereren, twee stemrondes en te veel glazen wijn uit de privévoorraad van de burgemeester was de conversatie rauw en kortaf geworden en vervielen ze in herhalingen.”
 


Amy Waldman (Los Angeles, 21 mei 1969)

 

De Amerikaanse dichter Robert Creeley werd geboren op 21 mei 1926 in Arlington, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Robert Creeley op dit blog.

 

Niet nog eens

Soms maakt het mij verlegen,
de terugkeer van dat voornaamwoord
dat in twijfel trekt, of liever op
de voorgrond plaatst: mijn eigen gezicht.

Natuurlijk voel ik me
verlegen, wat anders?
Zoals bij de kelner met het blad waarop
(alleen) zijn eigen handen rusten.

Altijd –
zondagmaandagdinsdagwoensdagdonderdagvrijdag
zaterdag –
waar ik ook kijk,
ik ben er.

Het waren een bries en een schelp
die Venus brachten –
maar ik kan hier zijn
zonder ergens heen te gaan.

Dus tot ziens,
tot we elkaar weer treffen,
en als je komt, loop maar binnen.
Ik ben het.

 

Vertaald door Peter Nijmeijer

 


Robert Creeley (21 mei 1926 – 30 maart 2005)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e mei ook mijn blog van 21 mei 2021 en ook mijn blog van 21 mei 2020 en eveneens mijn blog van 21 mei 2019 en ook mijn blog van 21 mei 2018.

Tommy Wieringa, Robert Creeley

De Nederlandse schrijver Tommy Wieringa werd geboren in Goor op 20 mei 1967. Zie ook alle tags voor Tommy Wieringa op dit blog.

Uit: Nirwana

“Na jaren van onbruik wordt er in de zomer van 1990 bijna elke dag gezwommen in het zwembad tussen de villa en de bosrand. De hittegolf die eind juli begon en tien dagen duurde is voorbij; het is nog altijd erg warm. Op de bodem van het bad scherpt een jongen opnieuw zijn onderwaterrecord aan. In juni is hij veertien geworden. Het wrede seizoen. Wanneer hij zich buiten adem op de tegelvloer afzet en naar de oppervlakte schiet, is het alsof hij zal sterven, maar dat is pas over achtenvijftig jaar, op ditzelfde landgoed, in een ander jaargetijde en onder omstandigheden die het best paradoxaal genoemd kunnen worden. Nu leeft hij, de jongen Hugo Adema, en hoe: happend naar lucht breekt hij door de waterspiegel. Hij zwemt naar de rand en hijst zich erop. Zijn hart dreunt, zijn schouderbladen steken scherp uit wanneer hij bij de badhokken een handdoek rond zijn middel slaat. Hij is mager en zo bruin als een eekhoorn, een en al knoken en huid. Sinds kort kruipt er een potloodstreepje haar vanuit zijn zwembroek naar zijn navel. Het spoor van zijn natte voetstappen vervliegt vlug op de warme stenen. De gedachten van de jongen zijn bij zijn nieuwe record van één minuut achtentwintig, maar voor het overige overal en nergens. In De Telegraaf van zijn grootvader leest hij over de val van de Muur, de aanstaande hereniging van de beide Duitslanden en de Golfoorlog die eerder die maand is uitgebroken, maar zijn eigen beslommeringen schijnen onvergelijkelijk veel groter. De toekomst is een duisternis, sinds hij bij zijn grootouders is ondergebracht. De eeuwige ruzies en vechtpartijen met zijn broer zijn zo uit de hand gelopen dat ze elke nieuwe au pak binnen de kortste keren aan de rand van een zenuwinzinking brengen. Dit, moeten zijn ouders hebben gedacht, is een eenvoudige, elegante oplossing zo: hij hier op het Wassenaarse landgoed van zijn grootouders en zijn tweelingbroer thuis aan de Groot Haesebroekseweg, hemelsbreed nog geen twee kilometer bij elkaar vandaan, maar de verwijdering is compleet. Er is geen einddatum vastgesteld, zodat zijn excommunicatie zich tot in het oneindige uitstrekt, en er is ook geen sprake van dat ze zullen ruilen op een dag, zodat hij terug naar huis kan en zijn broer hier wordt geparkeerd, waardoor hij zich daadwerkelijk verbannen voelt, de ongewenste van de twee. Hij mist de honden. Ondraaglijk traag zijn de zomerdagen met alleen twee bejaarden en een kokkin om zich heen, al past het woord ‘bejaarde’ misschien niet zo erg bij zijn opgedofte grootmoeder of de gestrengheid van zijn grootvader.”

 


Tommy Wieringa (Goor, 20 mei 1967)

 

De Amerikaanse dichter Robert Creeley werd geboren op 21 mei 1926 in Arlington, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Robert Creeley op dit blog.

 

Het raam

Positie is waar je
hem neerzet, waar hij
bestaat, heb je, bij voorbeeld,

die grote tank daar, die
zilveren, met de witte kerk
erlangs, zomaar

opgelicht, en met welk
doel? Hoe zwaar
is de langzame

wereld waarin
alles op z’n plaats
staat. Een man

loopt voorbij, een
auto naast hem op
het neergevallen

wegdek, een blad van
een gele kleur staat
op het punt te

vallen. Alles
valt op z’n
plaats. Mijn

gezicht voelt zwaar
van al dat kijken. Ik kan
mijn oog voelen breken.

 

Vertaald door Peter Nijmeijer

 


Robert Creeley (21 mei 1926 – 30 maart 2005)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 20e mei ook mijn blog van 20 mei 2023 en ook mijn blog van 20 mei 2020 en eveneens mijn blog van 20 mei 2019.

Constantin Göttfert, Robert Creeley

De Oostenrijkse dichter en schrijver Constantin Göttfert werd op 19 mei 1979 in Wenen geboren. Zie ook alle tags voor Constantin Göttfert op dit blog.

Uit: In den Wänden

„Zwei Nächte verbrachte ich bei meinem Vater. Du denkst an Berge, wenn du an Österreich denkst, du erinnerst dich an die Luft, die du auf einer deiner Reisen in die Lunge gezogen hast. Vielleicht denkst du daran, wie der Schnee unter deinen Schiern knarzt, oder an Seilbahnen, die über dicht bewaldeten Hängen schaukeln; in Wahrheit jedoch ist das, was ich meine Heimat nenne, eine flachgedrückte Ebene.
Kein Fremder ist jemals an diesem Ort dem Zug entstiegen. Du wärest der erste. Und würdest du dann an der Eingangstür meines Vaterhauses stehen und dich noch einmal zurückwenden, so ginge dein Auge über eine unendliche Fläche aus Feldern und brachliegendem Land, und nichts finge deinen Blick auf, keine Erhebung, kein Wald, nicht die Lichter einer Stadt. Nur die Felder der Sonnenblumen würdest du sehen, die bis an den Horizont reichen, deren Köpfe so schwer sind, dass sie sich kaum bewegen, wenn der Wind an ihnen reißt, und die Stimmen der Kinder hören, die aus der Schule am Ende der Straße kommen; immer noch laufen sie durch dieselben Tore, durch die auch ich gelaufen bin, immer noch lachen sie, stellen sich ein Bein, stecken sich Sonnenblumenkerne zwischen die Zähne und treten sich mit den Spitzen ihrer Schuhe gegen die Schienbeine.
Eben dort, am Rande der Sonnenblumenfelder, stand ich und wartete, bis die Stimmen verstummt waren. In der plötzlichen Stille hörte ich, wie eine leere Medikamentendose über die ­Gitterstäbe eines Kanaldeckels rollte. Der Wind musste sie aus dem Mülleimer vor der Haustür gerissen haben. Sie hatte sich zwischen den Gitterstäben verfangen, schaukelte dort hin und her, bis sie plötzlich frei kam und vom Wind an der Gehsteigkante hinabgetrieben wurde. Es dauerte viel zu lange, bis ich den richtigen Schlüssel fand, und als ich das Haus meines Vaters betrat, war meine Hand, die den Koffer vom Bahnhof bis hierher getragen hatte, unendlich müde geworden.
Mein Vater ist krank, weißt du, aber nicht das ist es, was mich wach hält. Es sind seine Schritte. Sie wecken mich, wenn er nachts im Haus umherirrt, wenn er schlaflos die Treppen neben meinem Zimmer auf- und absteigt. Mit seinen schweren Füßen nimmt er mir den Schlaf. Ich höre, wie er stehen bleibt, wie er atmet. An der obersten Treppenstufe steht er dann, und das Pfeifen seiner Lunge erscheint mir plötzlich so nahe, als wäre nicht er, sondern ich selbst der Keuchende. Im dunklen Zimmer starre ich auf die geschlossene Tür und höre die Schritte. Er geht ins Wohnzimmer.“

 


Constantin Göttfert (Wenen, 19 mei 1979)

 

De Amerikaanse dichter Robert Creeley werd geboren op 21 mei 1926 in Arlington, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Robert Creeley op dit blog.

 

Stoute jongen

Als hij thuiskomt met een walvis
lacht ze en zegt, dat bestaat niet.

En als hij de honderdduizend heeft gewonnen
zal ze zeggen, waar was je vannacht?

Waar ben je nu, trouwens? Moet ik
altijd (zegt ze) naar je blijven

uitkijken? Ze zegt, als ik dacht
dat het zou helpen dan zou ik

je neerknallen, idioot
die je bent. Dan schikt ze

haar haar, en wacht
op Uncle Jims gegrilde, volvette, ongeëvenaarde

walvislapjes.

 

Vertaald door Peter Nijmeijer

 


Robert Creeley (21 mei 1926 – 30 maart 2005)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e mei ook mijn blog van 19 mei 2023 en ook mijn blog van 19 mei 2022 en ook mijn blog van 19 mei 2020 en eveneens mijn blog van 19 mei 2019 en ook mijn blog van 19 mei 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Amy Waldman, Robert Creeley

De Amerikaanse schrijfster en journaliste Amy Waldman werd geboren op 21 mei 1969 in Los Angeles. Zie ook alle tags voor Amy Waldman op dit blog.

Uit: A Door in the Earth

“They left the foothills behind. Taking hairpin turns, they wound along a canyon lined with towering cliffs of schist, and amidst the powerful  sensation of  being constricted by these mountains, Parveen briefly  forgot  her physical torments But then she noticed that the so-called road had dwindled to nothing more than a one-car-wide dirt  lane hewn from the rock face. When she dared to look out the left window, she saw nothing; it was  as if they were aloft. In fact, they were inching above  a crag that fell steeply to a river below. She gripped the armrest, envisioning the car plummeting off the edge and tumbling down to the water. It was a sullen green, the canyon in gloom even though the day was sunny. Only over the opposite cliff face was there a startling strip of blue sky. She was chilled, hungry, and stiff. Knots ridged her back. As the road twisted, she scanned for signs of the village, but the only evidence of habitation she saw was, high on a pinnacle  of rock, a nest.
“How much longer?” she shouted to the driver, Issa.
He didn’t respond, nor, by now, did she expect him to. From the time he’d collected her in Kabul, he’d kept music blaring— mostly Bollywood soundtracks to which he sang along in a surprisingly pleasing falsetto—which made him deaf to Parveen’s queries. His  conversation was saved  for  her cousin Fawad, a college student who was acting as her chaperone and to whom Issa had offered the front seat. Parveen he treated as a package he was tasked to deliver.
He wasn’t what she had expected. Issa was Crane’s right hand in Afghanistan. The memoir described him as  an impish do- gooder who’d abandoned  a career as an antiquities smuggler to help save Afghan mothers. When Crane had sought to build a clinic in the village to which Parveen was now headed, Issa was relentless in his efforts to help, dogged in his negotiations with bureaucrats, bandits, and the Taliban, saying and doing what- ever it took to save more women’s lives, in part because his own mother had died giving birth to him. As a boy, Crane wrote, Issa had slept with her shawl;  as a man,  he still dreamed of her touch. Long before Parveen met him, she’d pitied the motherless boy within,  though this was too personal a topic to broach. It was odd to know more about someone from a book than from what he chose to share, which was almost nothing.
Instead of puckishness, Issa had inert eyes and a dour mouth; his fertile  mustache, black and thick,  was by far the liveliest thing on his face. When they met, he’d grunted a greeting, then scanned her clothing—a red tunic as long and loose  as a dress, a pair of jeans, and a navy-blue head scarf—as if it were a puzzle he couldn’t solve.”

 

Amy Waldman (Los Angeles, 21 mei 1969)

 

De Amerikaanse dichter Robert Creeley werd geboren op 21 mei 1926 in Arlington, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Robert Creeley op dit blog.

 

Ik ken een man

Zeg ik tegen mn
maat, want ik
klets altijd, – John, zeg

ik, da’s niet zn
naam, het is donker
om ons, wat

kunnen we er aan
doen, of anders, kopen we &
waarom niet, een verdomd grote slee,

rij, zegt ie, in
jezusnaam, kijk
uit wat je doet.

 

Vertaald door Arie Altena

 

Robert Creeley (21 mei 1926 – 30 maart 2005)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e mei ook mijn blog van 21 mei 2021 en ook mijn blog van 21 mei 2020 en eveneens mijn blog van 21 mei 2019 en ook mijn blog van 21 mei 2018.

Pfingsten (Gustav Falke), Robert Creeley

 

 

Cheese Rolling on Cooper’s Hill, Gloucestershire door Charles March Gere, 1948. Kaasrollen is een traditioneel onderdeel van de vieringen tijdens Pinksteren in Gloucestershire .

 

Pfingsten

Pfingsten, das heißt: das Neuste vom Schneider,
Helle Hosen und weiße Kleider,
Neue Sonnenschirme und neue Hüte
Mit Bändern und Blumen, jeder Güte.

Pfingsten, das heißt: sich drängen und stoßen,
Und quetschen und schieben, die Kleinen und Großen,
Besetzte Bahnen, Tramways und Breaks,
Heißt: Schinken und Spargel und Rührei und Steaks,
Maibowle, Bier, frohe Gesichter
Und ab und zu ein lyrischer Dichter.

Pfingsten heißt auch: Fiedel und Flöte,
Ein Zitat aus Reineke Fuchs von Goethe,
Heißt Tanz und Predigt, heißt Kirche und Schenke.
Was heißt Pfingsten nicht alles, wenn ichs bedenke.

Eins noch vor allem, vom ganzen Feste
Ist das das Schönste, ist das Beste:
Das junge lachende Maienlaub,
Hell wimpelnd über Lärm und Staub,
Des Lebens grüne Standarte. Hurra!
Freue dich, Mensch! Pfingsten ist da!

 

Gustav Falke (11 januari 1853 – 8 februari 1916)
De Dom van Lübeck, de geboorteplaats van  Gustav Falke

 

De Amerikaanse dichter Robert Creeley werd geboren op 21 mei 1926 in Arlington, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Robert Creeley op dit blog.

 

Gewoon vrienden

Uit de eindeloos deinende tafel,
zeeschelpen, en stevig,
zag ik een gezicht verschijnen
dat me lieverd noemde.

Bemind te zijn is de halve winst,
dacht ik.
Te zijn
moet beter zijn dan niet.

Maar wat zeg je als je oud bent?
Zeg maar niks,
zei ze.
Dat was donderdag.

Vrijdagavond ging ik weg
en ben niet meer terug geweest.
Alles is water
als je lang genoeg kijkt.

 

Vertaald door Peter Nijmeijer

 

Robert Creeley (21 mei 1926 – 30 maart 2005)
In 196

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 20e mei ook mijn blog van 20 mei 2023 en ook mijn blog van 20 mei 2020 en eveneens mijn blog van 20 mei 2019.

Pfingsten (Hermann Lingg), Robert Creeley

 

 

Pinksteren door Anthony van Dyck, 1618

 

Pfingsten

Schöne Zeit von Himmelfahrt
Bis zum nahen Pfingsten,
Wo der Geist sich offenbart
Groß auch im Geringsten.

Glockenklang erschallt vom Dom,
Und zur Lust des Maien
Wallt hinaus der Menschenstrom,
Alles will sich freuen!

Freue sich, wer Gutes tat,
Wer dafür gestritten,
Wer gestreut der Zukunft Saat,
Und auch wer gelitten!

Ja, ich weiß, es wird geschehn,
Was wir jetzt noch hoffen,
Daß zum Glück die Tore stehn
Allen einst noch offen.

Daß man nicht mehr sieht verirrt
Scharen Lebensmüder;
Keine Herde und kein Hirt,
Freie nur, nur Brüder!

Wenn kein Druck den Geist mehr dämpft,
Wenn ein zweites Eden,
Aber schöner, weil erkämpft,
Folgt auf unsre Fehden.

Eines Himmels Erdenfahrt
Und ein andres Pfingsten,
Wo der Geist sich offenbart,
Groß auch im Geringsten.

 

Hermann Lingg ( 22 januari 1820 – 18 juni 1905)
Het Münster Onze-Lieve-Vrouw, de katholieke parochiekerk van Lindau aan het Bodenmeer, de geboorteplaats van Hermann Lingg.

 

De Amerikaanse dichter Robert Creeley werd geboren op 21 mei 1926 in Arlington, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Robert Creeley op dit blog.

 

De redding

De man zit in een tijdloosheid
met het paard op tijd onder hem
bewegend op de maat van poten
en hoeven over een tijdloos zand.

De verte komt op uit de voorgrond
in de film aanwezig als tijd
die hij van buiten in zich opneemt
en komt voort uit dat begin.

Een wind waait erin
en eruit en om de man heen
terwijl het paard rende
en rent om op tijd te komen.

Een huis staat in brand in het zand.
Een man en een paard branden.
De wind brandt.
Ze rennen om aan te komen.

 

Vertaald door Peter Nijmeijer

 

Robert Creeley (21 mei 1926 – 30 maart 2005)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e mei ook mijn blog van 19 mei 2023 en ook mijn blog van 19 mei 2022 en ook mijn blog van 19 mei 2020 en eveneens mijn blog van 19 mei 2019 en ook mijn blog van 19 mei 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Amy Waldman, Robert Creeley

De Amerikaanse schrijfster en journaliste Amy Waldman werd geboren op 21 mei 1969 in Los Angeles. Zie ook alle tags voor Amy Waldman op dit blog.

Uit: A Door in the Earth

“As soon as she saw the road, she understood how it had seduced him. Unmarked and unpaved, it rose up between mauve foothills, then slipped through them. If you were bored, as Gideon Crane had been—by your traveling companion, by the very journey (to where, exactly?) that you’d insisted on undertaking—the mouth of the road would have leaped at you like a spark. You would’ve ordered the driver, as Crane did, to leave the highway, and when he refused to risk either his truck or his payload of melons to satisfy a foreigner’s curiosity about a shit road to nowhere, you too would have climbed from the truck and taken the road by donkey.
Parveen Shams was being carried onto the same turnoff in a white Land Cruiser, which made her admire Crane’s grit all the more. She was giddy at retracing his steps, six years after he’d first made this journey. In his memoir—the book that had propelled her here—Crane had written of the “hunger for adventure” that had thrust him onto this road and of his conviction that going deeper into Afghanistan would take him deeper into himself: What we think of as comforts are buffers, ways of not knowing ourselves, not becoming ourselves. I wanted to turn myself inside out, to empty my pockets and so to learn what I contained. At twenty-one—roughly half Crane’s age then—Parveen believed herself similarly fashioned. She was traveling to a remote village to join Crane’s crusade to save Afghan women from dying in childbirth; she would live with a family there and share its privations. Clearly she was hungry too.
But that self-conception soon jolted against the rocks littering the way. Crane had described the road as a “wretched rutted hell,” a condition that felt less romantic beneath the axle than it had sounded on the page. The surface was an obstacle course of pebbles to jog over, boulders to ease around, craters to gingerly traverse. Mud bogs sucked at the wheels as if trying to draw marrow from bone. All of this slowed the car to a walking, lurching pace, and time seemed to slow too. As the minutes crept by, as her apprehension mounted, Parveen began to question her own fortitude. She’d been born in Afghanistan but left at the age of one and hadn’t returned until now. She’d lived a sheltered American life—just how sheltered she saw only as its comforts receded. She’d consciously tried not to drink too much tea before they’d set out four hours earlier, but the Land Cruiser’s jerks still sent unwelcome tremors through her bladder.”

 

Amy Waldman (Los Angeles, 21 mei 1969)

 

De Amerikaanse dichter Robert Creeley werd geboren op 21 mei 1926 in Arlington, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Robert Creeley op dit blog.

 

Zingen

Ik zing het lied van de slapende vrouw,
die trouwde om te kunnen slapen,
die domweg niet wilde slapen om te trouwen;

die op kan staan bij het ochtendgloren en toch
nooit niet kan slapen als er een goede
reden is om niet te gaan slapen;

die slaapt om het slapen,
die aan niets anders kan denken,
die je zelfs niet zou horen als je haar ernaar zou vragen.

 

Vertaald door Peter Nijmeijer

 

Robert Creeley (21 mei 1926 – 30 maart 2005)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e mei ook mijn blog van 21 mei 2021 en ook mijn blog van 21 mei 2020 en eveneens mijn blog van 21 mei 2019 en ook mijn blog van 21 mei 2018.

Robert Creeley

De Amerikaanse dichter Robert Creeley werd geboren op 21 mei 1926 in Arlington, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Robert Creeley op dit blog.

 

A Song

I had wanted a quiet testament
and I had wanted, among other things,
a song.
That was to be
of a like monotony.
(A grace
Simply. Very very quiet.
A murmur of some lost
thrush, though I have never seen one.

Which was you then. Sitting
and so, at peace, so very much now this same quiet.

A song.

And of you the sign now, surely, of a gross
perpetuity
(which is not reluctant, or if it is,
it is no longer important.

A song.

Which one sings, if he sings it,
with care.

 

A Token

My lady
fair with
soft
arms, what

can I say to
you-words, words
as if all
worlds were there.

 

Goodbye

She stood at the window. There was
a sound, a light.
She stood at the window. A face.

Was it that she was looking for,
he thought. Was it that
she was looking for. He said,

turn from it, turn
from it. The pain is
not unpainful. Turn from it.

The act of her anger, of
the anger she felt then,
not turning to him.

 

Zelfportret

Hij wil
een brutale oude man zijn,
een agressieve oude man,
even saai, even bruut
als de leegte om hem heen,

Hij wil geen compromis,
noch ooit aardig zijn
voor wie dan ook. Slechts gemeen,
en definitief in zijn brute,
zijn totale afwijzing van alles.

Hij probeerde het schattige
het zachtaardige, het “oh,
laten we elkaars hand vasthouden”
en het was verschrikkelijk,
saai, bruut inconsequent.

Nu staat hij op
zijn eigen verslappende benen.
Zijn armen, zijn huid,
krimpen dagelijks. En
hij heeft lief, maar haat evenzeer.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Robert Creeley (21 mei 1926 – 30 maart 2005)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e mei ook mijn blog van 21 mei 2021 en ook mijn blog van 21 mei 2020 en eveneens mijn blog van 21 mei 2019 en ook mijn blog van 21 mei 2018.

Maria Semple, Robert Creeley

De Amerikaanse schrijfster en scenariste Maria Keogh Semple werd geboren op 21 mei 1964 in Santa Monica, Californië. Zie ook alle tags voor Maria Semple op dit blog.

Uit: Where’d You Go, Bernadette

“That night at dinner, I sat through Mom and Dad’s “We’re-so proud-of-you’s and “She’s-a-smart-one’s until there was a lull.
“You know what it means,” I said. “The big thing it means.”
Mom and Dad frowned question marks at each other.
“You don’t remember?” I said. “You told me when I started Galer Street that if I got perfect grades the whole way through, I could have anything I wanted for a graduation present.”
“I do remember,” Mom said. “It was to ward off further talk of a pony.”
“That’s what I wanted when I was little,” I said. “But now I want something different. Aren’t you curious what it is?”
“I’m not sure,” Dad said. “Are we?”
“A family trip to Antarctica!”
I pulled out the brochure I’d been sitting on. It was from an adventure travel company that does cruises to exotic places. I opened it to the Antarctica page and passed it across the table.
“If we go, it has to be over Christmas.”
“This Christmas?” Mom said. “Like in a month?” She got up and started stuffing empty take-out containers into the bags they’d been delivered in.
Dad was already deep into the brochure. “It’s their summer,” he said. “It’s the only time you can go.”
“Because ponies are cute.” Mom tied the handles in a knot.
“What do you say?” Dad looked up at Mom.
“Isn’t this a bad time for you because of work?” she asked him.
“We’re studying Antarctica,” I said. “I’ve read all the explorers’ journals, and I’m doing my presentation on Shackleton.” I started wiggling in my chair. “I can’t believe it. Neither of you are saying no.”
“I was waiting for you,” Dad said to Mom. “You hate to travel.”
“I was waiting for you,” Mom said back. “You have to work.”
“Oh my God. That’s a yes!” I jumped out of my chair. “That’s a yes!” My joy was so infectious that Ice Cream woke up and started barking and doing victory laps around the kitchen table.
“Is that a yes?” Dad asked Mom over the crackling of plastic take­out containers being crammed into the trash.
“That’s a yes,” she said.”

 

Maria Semple (Santa Monica, 21 mei 1964)

 

De Amerikaanse dichter Robert Creeley werd geboren op 21 mei 1926 in Arlington, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Robert Creeley op dit blog.

 

De regen

De hele nacht was het geluid
teruggekomen,
en weer valt
deze stille, aanhoudende regen.

Wat ben ik voor mezelf
dat moet worden onthouden,
waarop zo vaak
moet worden aangedrongen? Is het

dat nooit de behaaglijkheid,
zelfs de hardheid,
van vallende regen
voor mij iets anders

zal hebben dan dit,
iets dat niet zo indringend is-
ik moet opgesloten worden in deze
laatste onbehaaglijkheid.

Lief, als je van me houdt,
Kom naast me liggen.
Wees voor mij, zoals regen,
de ontsnapping

aan de vermoeidheid, de dwaasheid, de semi-
lust van opzettelijke onverschilligheid.
Wees nat
met een gepast geluk.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Robert Creeley (21 mei 1926 – 30 maart 2005)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e mei ook mijn blog van 21 mei 2020 en eveneens mijn blog van 21 mei 2019 en ook mijn blog van 21 mei 2018.

Christi Himmelfahrt (Annette von Droste-Hülshoff ), Robert Creeley

 

Bij Hemelvaartsdag

 

Christi Himmelfahrt. Altaarstuk door Jan Baegert in de Kirchspielkirche in Liesborn, 1517-22

 

Christi Himmelfahrt

Er war ihr eigen drei und dreißig Jahr.
Die Zeit ist hin, ist hin!
Wie ist sie doch nun alles Glanzes bar,
Die öde Erd’, auf der ich atm’ und bin!
Warum durft’ ich nicht leben, als sein Hauch
Die Luft versüßte, als sein reines Aug’
Gesegnet jedes Kraut und jeden Stein?
Warum nicht mich? Warum nicht mich allein
O Herr, du hättest mich gesegnet auch!

Dir nachgeschlichen wär’ ich überall
Und hätte ganz von fern,
Verborgen von gebüschesgrünem Wall,
Geheim betrachtet meinen liebsten Herrn.
Zu Martha hätt’ ich bittend mich gewandt
Um einen kleinen Dienst für meine Hand:
Vielleicht den Herd zu schüren dir zum Mahl,
Zum Quell zu gehn, zu lüften dir den Saal –
Du hättest meine Liebe wohl erkannt.

Und draußen in des Volkes dichtem Schwarm
Hätt’ ich versteckt gelauscht,
Und deine Worte, lebensreich und warm,
So gern um jede andre Lust getauscht;
Mit Magdalena hätt’ ich wollen knien,
Auch meine Träne hätte sollen glühn
Auf deinem Fuß; vielleicht dann, ach, vielleicht
Wohl hätte mich dein selig Wort erreicht:
Geh hin, auch deine Sünden sind verziehn!

Umsonst! Und zwei Jahrtausende nun fast
Sind ihrem Schlusse nah’,
Seitdem die Erde ihren süßen Gast
Zuletzt getragen in Bethania.
Schon längst sind deine Märtyrer erhöht,
Und lange Unkraut hat der Feind gesät;
Gespalten längst ist deiner Kirche Reich,
Und trauernd hängt der mühbeladne Zweig
An deinem Baume; doch die Wurzel steht.

Geboren bin ich in bedrängter Zeit;
Nach langer Glaubensrast
Hat nun verschollner Frevel sich erneut;
Wir tragen wieder fast vergeßne Last,
Und wieder deine Opfer stehn geweiht.
Ach, ist nicht Lieben seliger im Leid?
Bist du nicht näher, wenn die Trauer weint.
Wo Drei in deinem Namen sind vereint,
Als Tausenden in Schmuck und Feierkleid?

‘S ist sichtbar, wie die Glaubensflamme reich
Empor im Sturme schlägt,
Wie Mancher, der zuvor Nachtwandlern gleich,
Jetzt frisch und kräftig seine Glieder regt.
Gesundet sind die Kranken; wer da lag
Und träumte, ward vom Stundenschlage wach;
Was sonst zerstreut, verflattert in der Welt,
Das hat um deine Fahne sich gestellt,
Und jeder alte, zähe Firnis brach.

Was will ich mehr? Ist es vergönnt dem Knecht,
Die Gabe seines Herrn
Zu meistern? Was du tust, das sei ihm recht!
Und ist dein Lieben auch ein Flammenstern,
Willst läutern du durch Glut, wie den Asbest,
Dein Eigentum von fauler Flecken Pest:
Wir sehen deine Hand und sind getrost,
Ob über uns die Wetterwolke tost,
Wir sehen deine Hand und stehen fest.

 

Annette von Droste-Hülshoff (10 januari 1797 – 24 mei 1848)
Schloss Hülshoff bij Münster, waar de dichteres werd geboren.

 

De Amerikaanse dichter Robert Creeley werd geboren op 21 mei 1926 in Arlington, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Robert Creeley op dit blog.

 

Naar Lorca
voor M. Marti

De kerk is een bedrijf en de rijken
zijn de zakenlieden.
Als ze de klokken luiden, komen
de armen binnen en wanneer een arme man sterft, heeft hij een houten
kruis, en ze haasten zich door de ceremonie.

Maar wanneer een rijke man sterft, slepen
zij het sacrament naar buiten
en een gouden kruis, en gaan doucement, doucement
naar de begraafplaats.

En de armen zijn er dol op
en denken dat het te gek is.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Robert Creeley (21 mei 1926 – 30 maart 2005)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e mei ook mijn blog van 21 mei 2019 en ook mijn blog van 21 mei 2018.