De Poolse dichter en schrijver Czeslaw Milosz, die in 1980 de Nobelprijs voor literatuur won en lang een symbool was van het verzet tegen het communisme in Polen, werd op 30 juni 1911 in Litouwen geboren als zoon van Poolse ouders. Milosz werd algemeen beschouwd als de beste hedendaagse Poolse dichter. Naast vijftien dichtbundels heeft hij ook essays en twee romans op zijn naam staan. Vele jaren was zijn werk in Polen verboden en werd het uitsluitend ondergronds uitgegeven. Toen Milosz de Nobelprijs werd toegekend stond in het juryrapport dat zijn werk van een “compromisloze scherpte” was. Milosz verhuisde eerst naar Polen en na 1952 naar Frankrijk omdat hij het niet eens was met de Poolse communistische regering. Later vertrok hij naar de Verenigde Staten. Na de val van het communisme in 1989 keerde hij terug naar Krakau en werd hij ereburger van de ‘literaire’ stad in het zuiden van Polen. Door de jaren heen is ‘het kwaad’ het belangrijkste thema in het werk van Milosz geweest. In een wereld die hij nooit anders kon zien dan als een slagveld van ideologieën, vond hij de oorsprong van het kwaad aanvankelijk in de sociale verhoudingen, maar al gauw zag hij het kwaad als iets wat in de wereld besloten lag. Een van de romans van Milosz, die ook in het Nederlands is vertaald, is ‘Het dal van de Issa’. In deze roman beschrijft hij hoe een Poolse jongen opgroeit op het Litouwse platteland. Czeslaw Milosz stierf op 14 augustus 2004 in Krakau.
„Preface” (Treatise on Poetry)
First, plain speech in the mother tongue.
Hearing it, you should be able to see
Apple trees, a river, the bend of a road,
As if in a flash of summer lightning.
And it should contain more than images.
It has been lured by singsong,
A daydream, melody. Defenseless,
It was bypassed by the sharp, dry world.
You often ask yourself why you feel shame
Whenever you look through a book of poetry.
As if the author, for reasons unclear to you,
Addressed the worse side of your nature,
Pushing aside thought, cheating thought.
Seasoned with jokes, clowning, satire,
Poetry still knows how to please.
Then its excellence is much admired.
But the grave combats where life is at stake
Are fought in prose. It was not always so.
And our regret has remained unconfessed.
Novels and essays serve but will not last.
One clear stanza can take more weight
Than a whole wagon of elaborate prose.
„Incantation” (City without a Name)
Human reason is beautiful and invincible.
No bars, no barbed wire, no pulping of books,
No sentence of banishment can prevail against it.
It establishes the universal ideas in language,
And guides our hand so we write Truth and Justice
With capital letters, lie and oppression with small.
It puts what should be above things as they are,
Is an enemy of despair and a friend of hope.
It does not know Jew from Greek or slave from master,
Giving us the estate of the world to manage.
It saves austere and transparent phrases
From the filthy discord of tortured words.
It says that everything is new under the sun,
Opens the congealed fist of the past.
Beautiful and very young are Philo-Sophia
And poetry, her ally in the service of the good.
As late as yesterday Nature celebrated their birth,
The news was brought to the mountains by a unicorn and an echo.
Their friendship will be glorious, their time has no limit.
Their enemies have delivered themselves to destruction.
Czeslaw Milosz (30 juni 1911 – 14 augustus 2004)