Jan Gresshoff, Hans Carossa, François de La Rochefoucauld

De Nederlandse dichter en schrijver Jan Greshoff werd geboren op 15 december 1888 in Nieuw Helvoet. Zie ook mijn blog van 15 december 2006.

Uit: Afscheid van Europa

 “Toen ik besloot het rammelende Europa te verlaten, wist ik niet welk een bittere beslissing dit zou blijken. De laatste dagen in Parijs waren nu achteraf gezien de zwaarste in mijn leven van komen en gaan. Dit leek toen onherroepelijk en bleek ook onherroepelijk te zijn. Het Europa dat ik verliet, stierf zonder één kans op wederopstanding. Wij joegen geen twijfelachtig vermaak na, hoezeer een langzame vaart langs Afrika’s oostkust ons ook aantrok; wij ondernamen een stap welke de zin en de vorm van ons bestaan zou wijzigen. Zo bezit ik nu drie groepen van vrienden en bekenden, door de geschiedkundige ontwikkeling van elkaar gescheiden. Allereerst de oude beproefden van vóór mijn afscheid van de oude wereld. Vervolgens die mij met hartelijkheid en tact de ellende van de verwijdering en de eerste oorlogsjaren hielpen dragen en tenslotte de enkelen die in mijn geest en gevoel onherroepelijk met New York verbonden zijn. Iedere vriend is omgeven door een eigen atmosfeer, welke mijn verhouding tot hem, de zijne tot mij bepaalt. Van mijn levensleerjaren had ik altijd een kleine groep om mij heen met wie ik mij verwant gevoelde, zonder wie ik het bestaan niet kon denken, omdat zij met hun rijke gaven mij het vertrouwen schonken dat ik broodnodig had. Ik overdrijf niet wanneer ik zeg dat mijn jeugd voor een belangrijk deel door mijn vriendschappen gemáákt werd. Ik kan mij met de beste wil niet voorstellen wat er van mij geworden zou zijn, hoe ik er nu uit zou zien als ik om en bij 1908 niet Van Eyck, Bloem, Holst, Besnard, Van Nijlen had leren kennen; later niet zoveel met Van Schendel verkeerd had, vervolgens niet mijn bondgenootschap met Du Perron, Ter Braak, Binnendijk, Marsman gesloten had; als Van Wyk Louw en Marnix Gijsen, Ries en Opperman; als van der Veen, Dubois, Vroman, Ab Visser niet in mijn leven getreden waren. En ik begrijp de waarde van dit alles, daar ik sedert lang reeds het ogenblik bereikt heb waarin, volgens een wijs man als Courteline: ‘l’on n’éprouve plus que trois désirs: avoir les mêmes pays, relire les mêmes livres, garder les mêmes amis’.

Werkelijk, ik kan het zonder mijn portretten niet stellen! De herinnering is een onvolmaakt werktuig, onbetrouwbaar en weinig standvastig. De werkelijkheid is vluchtig als ether. En het is zaak die zo snel mogelijk te bestendigen in een voorstelling welke wij onveranderlijk wanen, doch die inderdaad haar wezen en vorm mèt de wisseling van ons innerlijk leven wijzigt.”

 

Greshoff

Jan Greshoff (15 december 1888 – 19 maart 1971)

 

De Duitse dichter en schrijver Hans Carossa werd geboren op 15 december 1878 in Bad Tölz. Zie ook mijn blog van 15 december 2006.

Barbaratag

Kirschenzweige bringt ein Mädchen
Über kahle kalte Heide.
Dämmertag ist Nacht geworden
Dörfchen blinkt wie Lichtgeschmeide

Engelstimme singt vom Himmel:
Dunkler Reiser, seid erkoren.
Staubverweht sind lang die Blumen,
Feld und Garten eingefroren.

Ihr nur werdet grünend leben,
wenn der Erde Pflanzen fehlen.
Heilige Nacht wird Blüten treiben,
und ein Glück kommt in die Seelen.

Letztes Rot verlischt am Walde
Ton in Lüften bebt entschwindend.
Über die verhüllte Heide
Haucht der Bergwind, Schnee verkündend.

 

Der alte Brunnen

Lösch aus dein Licht und schlaf! Das immer wache

Geplätscher nur vom alten Brunnen tönt.

Wer aber Gast war unter meinem Dache,

Hat sich stets bald an diesen Ton gewöhnt.

 

Zwar kann es einmal sein, wenn du schon mitten

Im Traume bist, daß Unruh geht ums Haus,

Der Kies beim Brunnen knirscht von harten Tritten,

Das helle Plätschern setzt auf einmal aus,

 

Und du erwachst, – dann mußt du nicht erschrecken!

Die Sterne stehn vollzählig überm Land,

Und nur ein Wandrer trat ans Marmorbecken,

Der schöpft vom Brunnen mit der hohlen Hand.

 

Er geht gleich weiter. Und es rauscht wie immer.

O freue dich, du bleibst nicht einsam hier.

Viel Wandrer gehen fern im Sternenschimmer,

Und mancher noch ist auf dem Weg zu dir.

 

Carossa

Hans Carossa (15 december 1878 – 13 september 1956)

 

 

De Franse schrijver François de La Rochefoucauld werd geboren op 15 december 1613 in Parijs. Zie ook mijn blog van 15 december 2006.

P. C. Hooftprijs 2008 voor Abram de Swaan

De P.C. Hooftprijs 2008 is vrijdag toegekend aan schrijver en socioloog Abram de Swaan.

 

De Nederlandse schrijver en socioloog Abram de Swaan werd geboren op 8 januari 1942. De Swaan studeerde politicologie aan de UvA en aan twee Amerikaanse universiteiten: Yale en Berkeley. Hij was redactielid van het studentenblad Propria Cures (1963-’65) en van De Gids. In 1973 promoveerde hij cum laude op het onderwerp coalitievorming, om in hetzelfde jaar nog lector en in 1977 hoogleraar te worden. Tussendoor studeerde hij psychoanalyse en hij werkte daadwerkelijk als psychotherapeut van 1973 tot 1984. Later publiceerde hij over dit onderwerp. Ook heeft hij verschillende gasthoogleraarschappen aan buitenlandse universiteiten bekleed. De Swaan is lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie der Wetenschappen.

 

 

Uit: Amerika in termijnen

 

Vulgariteit

 

“Amerika was het land van de techniek en Europa bezat cultuur. Dat was zo ongeveer de taakverdeling die de westerse mensheid voor de continenten had gemaakt. En als dan de Amerikaanse toeristen kwamen, uiteraard met sigaar en fototoestel en een or-di-nair overhemd, dan gingen wij vlug op de stoep van onze oude kathedraal staan en medelijdend toekijken hoe weinig die Amerikanen wel van onze cultuur begrepen. Het was wel even slikken als ze na het maken van de foto’s wegsuisden in hun 8-cilinder slee, maar wij hadden dan nog altijd onze kathedraal en onze paleizen, .ook al waren we er nooit of in geen jaren binnen geweest. Maar eerlijk is eerlijk, zij geld en techniek en wij geschiedenis en cultuur. De Amerikanen wilden geen spelbrekers zijn en lieten het maar zo. Ze geloofden er eigenlijk zelf ook wel in. Alleen, zo langzamerhand hingen er meer impressionisten in New York dan in Parijs. Goed dat was gekocht met een overvloed van harde dollars, kunst, met geweld. Dat zei nog niets over Amerika’s cultuur. Nog een tijdje later speelden ze Shakespeare beter op Broadway dan in Londen. En er kwamen veel meer mensen kijken. Maar dat was Broadway en dat zat vol neon en bioscopen, dat telt dus niet, dat is commercie, geen cultuur, maar het begon er al wel vervaarlijk op te lijken. Dat de grootste bibliotheken in Amerika staan, dat komt natuurlijk alleen door de dollars, liefde voor de grote getallen en verzameldrift. Dat de beste universiteiten in de Verenigde Staten zijn, dat is uiteraard enkel maar te danken aan de Europese immigranten uit de jaren dertig.
Maar gastvrij was het wel. En hoe komt het dat ze dertig jaar later nóg beter zijn? Alleen maar technisch, raketten, weetje wel. Dat is geen echte cultuur. Dat is meer knutselen met computers. Computers ! Zodra ze overweg konden met het toetsenbord begonnen bijbelgeleerden aan een computeronderzoek naar het auteurschap van de Pentateuch, anderen zochten naar de geheime grondslagen van het schaakspel door het met de machine uit te spelen. Psychologen ontrafelden de motieven voor zelfmoord, taaigeleerden onderzochten gewoonten in het taalgebruik. Bijbel, schaak, zelfmoord en taal, met cultuur heeft dit alles niets van doen: de Amerikanen weten er niets beters mee uit te richten dan optellen en aftrekken, ze willen alles uitrekenen met machines. Het doet er niet toe wat er uit komt, ze missen het wezen van de taal, het wezen van de dingen. Want het wezen is van ons, van Europa.”

 

abramdeswaan

Abram de Swaan (8 januari 1942)