Frans Kellendonk, Dionne Brand, Henk van Zuiden, Nicholson Baker, Marie Desplechin

De Nederlandse schrijver en vertaler Frans Kellendonk werd geboren in Nijmegen op 7 januari 1951. Zie ook mijn blog van 25 februari 2007 en ook mijn blog van 7 januari 2008 en ook mijn blog van 7 januari 2009 en ook mijn blog van 7 januari 2010.

Uit: Mystiek Lichaam 

„Wees gegroet, zuster, vol van nijd, niemandsbruid […]. Je bent de gesjochtenste onder de vrouwen en gesjochten is ook de foet in je schoot. Maar je nijd is genade, je zelfzucht schepping, je buik de wieg der geschiedenis. Daarom, nijdige Magda, moeder van een hoerenkind, wend ik me tot jou, nu, in dit uur van mijn levenslange dood. Moeder modder, mater materia, heerseres over het rijk van geboorte, copulatie en dood, gegroet! Tot jou roep ik, eens kind van een vrouw, toen deserteur uit de vrouwendienst, nu balling, tot jou zucht ik, klaag ik, ween ik, vanuit mijn barre mannenwereld. Kwaadspreekster, kromspreekster, wees mijn voorspreekster. Die schele ogen van jou, sla ze op mij neer. Dochter van de Doornenhof, toren van vlees, toren van het vlees dat altijd het laatste woord heeft, voor jou buig ik.
(…)

Ze is wel zes meter hoog, die maagd, en ze is van vlees en bloed. Achter haar, door een doksaalboog, zie je twee engelen zingen, theologische schepselen, die toch niet groter zijn dan mensen. Ook achter haar, in een nis, staat een madonna van aardewerk, een kunstmaagd van mensenwerk, stukken kleiner dan levensgroot, die in het niet zinkt bij de toren van vlees ervoor. Dwaze pottenbakker! Uit het leem waaruit hij zelf gevormd is vormt hij broze beelden, nietige goden, en zijn hart wordt enkel as, zijn hoop geringer dan zand, zijn leven waardelozer dan het leem dat hij kneedt. Steen buigt voor vlees. De hoge ogiefbogen voegen zich naar de rondingen van het maagdenvlees. De kerk is dun en plooibaar, en zit het maagdenlichaam als gegoten.“

 

Frans Kellendonk (7 januari 1951 – 15 februari 1990)

 

 

Lees verder “Frans Kellendonk, Dionne Brand, Henk van Zuiden, Nicholson Baker, Marie Desplechin”

Shobhaa Dé, Pierre Gripari, Roland Topor, Charles Péguy

De Indiase schrijfster en columniste Shobhaa Dé werd geboren op 7 januari 1947 in Maharashtra. Zie ook mijn blog van 7 januari 2009.

 

Uit: Sandhya`s secret

 

„One day Sandhya ran straight into Akshi in the hospital corridor. He was the handsome cricket captain of the boy’s school nearby. Every girl had a massive crush on him.

“Hi,” Akshi smiled, “aren’t you at St. Anne’s?” Sandhya nodded dumbly. Akshi held out his right hand saying, “I’m Akshay, St. Peter’s next door to your school.” Shaking his hand limply, Sandhya stuttered, “I’m S…S… Sandy.”

Introducing herself as Sandhya was unthinkable! Sandhya asked in a calm voice that belied her jelly-like insides, “So what are you doing here?” He smiled, “Same thing as you are I suppose — visiting a sick relative?”

“My nanaji,” Sandhya mumbled, flushed with embarrassment, her hand going straight to her hair. Oh God! She had to be wearing that bright pink scrunchy on her ponytail just today!!

“Your hair looks really good when you don’t tie it up,” Akshi commented. “Really?” Sandhya asked with an incredulous note in her voice. “Yes, really,” Akshi answered.”Oh… cool. Er… I thought you played really well in the inter-school cricket match last week,” Sandhya stuttered. “Okay… not bad…84 runs. Next time, I’ll aim for a century,” Akshi grinned. Suddenly, glancing at his watch, he exclaimed, “Oh, I’d better be going! My masi’s waiting for this soup I’m carrying. Listen, why don’t we exchange cell numbers? It might be useful considering both our folks are admitted to the same hospital.”

Sandhya nodded, struggling hard to contain her excitement.

Then, cell numbers exchanged, they stood in the corridor in silence for a few seconds. “Okay, see you,” Sandhya trailed off uncertainly. “Sure… and… your hair… no ponytail,” Akshi teased before walking away! Sandhya was too excited to even wish Nani and Nana when she entered the room. Instead, she rushed to the bathroom to stare at herself.“

 


Shobhaa Dé (Maharashtra, 7 januari 1947)

 

 

Lees verder “Shobhaa Dé, Pierre Gripari, Roland Topor, Charles Péguy”

Robert Cormier, Max Gallo, Ludovic Massé, Zora Neale Hurston, Helen Darville

De Amerikaanse schrijver Robert Cormier werd geboren in Leominster, Massachusetts, op 7 januari 1925. Zie ook mijn blog van 7 januari 2009 en ook mijn blog van 7 januari 2010.

 

Uit: I Am the Cheese

 

„I am riding the bicycle and I am on Route 31 in Monument, Massachusetts, on my way to Rutterburg, Vermont, and I’m pedaling furiously because this is an old-fashioned bike, no speeds, no fenders, only the warped tires and the brakes that don’t always work and the handlebars with cracked rubber grips to steer with. A plain bike – the kind my father rode as a kid years ago. It’s cold as I pedal along, the wind like a snake slithering up my sleeves and into my jacket and my pants legs, too. But I keep pedaling, I keep pedaling.
This is Mechanic Street in Monument, and to my right, high above on a hill, there’s a hospital and I glance up at the place and I think of my father in Rutterburg, Vermont, and my pedaling accelerates. It’s ten o’clock in the morning and it is October, not a Thomas Wolfe October of burning leaves and ghost winds but a rotten October, dreary, cold, damp with little sun and no warmth at all. Nobody reads Thomas Wolfe anymore, I guess, except my father and me. I did a book report on The Web and the Rock and Mr. Parker in English II regarded me with suspicion and gave me a B- instead of the usual A. But Mr. Parker and the school and all of that are behind me now and I pedal. Your legs do all the work on an old bike like this, but my legs feel good, strong, with staying power. I pass by a house with a white picket fence and I spot a little kid who’s standing on the sidewalk and he watches me go by and I wave to him because he looks lonesome and he waves back.“

 


Robert Cormier (7 januari 1925 – 2 november 2000)

 

 

Lees verder “Robert Cormier, Max Gallo, Ludovic Massé, Zora Neale Hurston, Helen Darville”